• No results found

4. Beeldfragmenten ter introductie en explicatie van onderwerp

4.1 Beeldfragmenten ter introductie van een onderwerp

In dit hoofdstuk zullen we bezien hoe in de praktijk van interviews met politici in Nederlandse talkshows regelmatig beeldfragmenten ingezet worden ter introductie van een onderwerp. Het wordt als efficiënte manier gezien om common ground te realiseren tussen interviewer(s), de geïnterviewde politicus, het studiopubliek en het kijkende publiek doordat iedereen op hetzelfde moment kennis van de beelden neemt. Doel van de programmamakers, de regie die verantwoordelijk is voor onder meer de opnames, de cameravoering en het monteren, is het onderwerp daarbij op een voor de tv-kijker aantrekkelijke manier te presenteren.

Een prototypisch voorbeeld van deze introducerende functie van een beeldfragment is te vinden in het interview met PvdA-Kamerlid Hans Spekman naar aanleiding van zijn voornemen voorzitter van zijn partij te worden. Het gaat over de Mauro, de Angolese jongen die als illegaal uitgezet dreigde te worden en daarmee een storm van kritiek over het vermeende hardvochtige uitwijzingsbeleid van de regering losmaakte. De opmerking van de interviewer tegen Spekman (‘en u kunt niks voor die jongen doen’) werd gesteld met op de achtergrond het (betraande) hoofd van Mauro. Het beeld an sich is niet noodzakelijk om de gemeenschappelijke kennis tussen geïnterviewde, interviewers en publiek te activeren – de kwestie kon niemand ontgaan zijn, zoveel aandacht als er voor was. Wel is het een aantrekkelijke manier om de kijker bij het onderwerp te betrekken.

Fragment 8 . PW.04.11.2011 8.22-8.50

W: Ja, pittige taal, u heeft zich enorm ingespannen voor die jongen, ’t WERD buitengewoon spannend en waarschijnlijk mag hij hier blijven met een euh studievisum. Als u nou straks voorzitter bent, dan heeft u met dit debat NIETS te maken u komt niet in de kijker en u kunt niks voor die jongen doen

S: Nee maar REken maar dat ik wat voor die jongen kan doen W: als voorzitter?

28

S: JAAA want een sterke Partij van de Arbeid met allemaal sterke mensen en heel veel mensen die actief zijn voor die partij van de arbeid dan kunnen we misschien de hoeveelheid zetels verschuiven van die 72 nu waar we tegen aan botsen en misschien weer een doorbraak maken

In een interview met CDA-Kamerlid Mirjam Sterk op 11 oktober 2011 gebeurt iets soortgelijks, wanneer zij geconfronteerd wordt met de tweet van Wilders in reactie op het beleid van haar partijgenoot, minister Leers (‘Leers wil asielzoekers sneller woning toewijzen. Als dat ten koste van Henk en Ingrid gaat die dan langer op wachtlijst moeten staan NO WAY!’) naar aanleiding van diens interview bij Pauw en Witteman de dag ervoor.

De tekst verschijnt op als stilstaand beeldfragment op de schermen in de studio en wordt

voorgelezen door Pauw. De tweet wordt direct aangegrepen voor een vraag aan Sterk, op ironische toon gesteld: ‘Je kunt niet zeggen de sfeer was goed, we zijn blij en zo’. Tijdens haar antwoord wordt Sterk in beeld genomen (zie de still hieronder), waardoor haar afkeur over de vraag duidelijk zichtbaar wordt. Dit is een mooi voorbeeld van hoe, zoals in schema 3 in het theoretisch kader geschetst, beeldfragmenten (dus: ook stilstaande beeldfragmenten, dit is een wezenlijk verschil met gesproken teksten!) bijdragen aan het ‘overlooker’ design, dat er uiteindelijk op gericht is de tv-kijker te bedienen.

Als het camerabeeld naar de geïnterviewde politicus (de still hieronder) schakelt, wordt deze geacht op ofwel het fragment zelf te reageren, ofwel op de vraag die daarop gebaseerd is. De still toont zich daarmee een doeltreffende manier om in beelden te vangen hoe een politicus op beelden reageert.

29

Dit is nochtans niet alles dat er gebeurt. Op de still is niet alleen (een deel van) het beeldfragment nog op de beeldwand zichtbaar, maar ook het studiopubliek is op de achtergrond te zien. De vormgeving is zo vrij complex geworden. Zoals in paragraaf 2.3 geschetst wordt de vormgeving van een televisie-interview uitgebreid, vanuit het vroeger gangbare beeld waarin alleen de gespreksdeelnemers (naast de interviewers en geïnterviewde soms ook de andere gasten) zichtbaar zijn – weergegeven in onderstaande still - naar uiteindelijk een televisie-interview met studiopubliek én beeldfragmenten die allen tezamen in beeld genomen (kunnen) worden. Dit op deze manier in beeld brengen, maakt dat de tv-kijker deelgenoot wordt van de complexiteit en dynamiek van de talkshow. De toevoeging uit paragraaf 2.3 dient hier overigens herhaald te worden: de uitbreiding van de vormgeving is niet lineair, kent geen vast begin- en eindpunt, maar wordt in plaats daarvan tijdens de uitzending consequent en relatief ad hoc aangepast (zie ook Sauer 2012a).

30

Het introduceren van een onderwerp en daarmee tezelfdertijd common ground creëren kan ook bewerkstelligd worden door het tonen van bewegende beelden. Dit doen Pauw en Witteman als ze vertrekkend Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet interviewen en daaraan voorafgaand diverse aaneen gemonteerde videobeelden tonen van opvallende, vooral grappige momenten uit Kamerdebatten die zij voorzat.

Zoals bij Sterk wordt ook hier het beeld, of eigenlijk: de beelden, aangegrepen voor een vraag. Deze gaat over de laatste beelden die te zien waren, waarin Kamerlid Brinkman zelf een document aan een spreker wil overhandigen – wat tegen de reglementen indruist, daar dit een taak van de bodes is.

Fragment 9. PW.03.05.2012 39.12-39.17

31

L: Ik ook niet! (gelach in de studio)

Let op de reactie van de stills hierboven, die aangeven dat Verbeet veel lol heeft in de vertoonde fragmenten. Haar reacties tijdens de vertoning, maken dat zij na afloop van de vertoning niet hoeft te expliciteren dát ze het grappig vond. Hiermee wordt de bevinding uit paragraaf 2.3 bevestigd, die stelde dat alleen al doordat gespreksdeelnemers in televisie-interviews in beeld zijn, ze zaken expliciteren via voornamelijk lichaamshouding – die vervolgens dus niet uitgesproken hoeven te worden. Het op deze manier, in split screen, in beeld brengen van videofragmenten draagt zo bij aan een beter ‘overlooker’ design. Zoals in de stills hierboven te zien, brengt de regie zo namelijk voor de kijker goed in beeld hoe Verbeet non-verbaal reageert tijdens de vertoning van de beelden.

Als de vraag door Pauw gesteld wordt is Verbeet in beeld, met het studiopubliek én het beeldfragment op de achtergrond. Het is voor de kijker dus duidelijk dat de vraag op dat beeldfragment betrekking heeft. Verbeet is zich bewust van de noodzaak tot stellingname die uit deze constellatie volgt: ze weet zichzelf in beeld, met op de achtergrond het beeldfragment waarop ze reageren moet (de still hieronder). In dit geval is deze stellingname weliswaar uitgebreid noch gevaarlijk voor één van Verbeets gezichten, toch blijkt hieruit de noodzaak tenminste een standpunt in te nemen: ook zij moest er niet aan denken dat zoiets zou voorvallen.

Uit dit interviewfragment blijkt opnieuw de dubbele functie van het aanhalen van beeldfragmenten binnen talkshowsinterviews. Enerzijds wordt een onderwerp geïntroduceerd en common ground gecreëerd met zowel de geïnterviewde als het publiek. De interviewers wijzen de tv-kijker er in het interview met Verbeet zelfs nog eens verbaal op, wanneer Witteman opent: ‘We gaan praten over het voorzitterschap van de Tweede Kamer en waarom u daar mee ophoudt, tot verdriet van velen en om dat goed te kunnen doen gaan we eerst even naar u kijken.’ Hij impliceert met andere woorden dat er geen goed interview mogelijk is over het vertrek zonder naar de beelden te kijken. Anderzijds

32

dwingt de confrontatie met de beelden de geïnterviewde ook stelling te nemen met betrekking tot het topic. Beide zaken zijn integraal onderdeel van het ‘overlooker’ design: het specifiek inzetten van visuele middelen, namelijk stilstaande en bewegende beelden, om het publiek bij de uitzending te betrekken.