• No results found

Hoofdstuk 8 Lokale identiteit: waar komt het vandaan?

8.2 Ruimtelijke Elementen en Lokale Identiteit

“Het is ook wel kenmerkend voor de fysieke uitstraling van de dorpen. Ieder dorp heeft zijn eigen kerk.” (publieke sector)

“Geen vierbaanswegen, geen grote flatgebouwen en markante herkenningspunten van stadse dingen, gewoon lekker kleinschalig” (Ondernemer, Goeree-Overflakkee) Ruimtelijke elementen zijn meer herkenningspunten van lokale identiteiten dan belangrijke elementen van lokale identiteiten. De foto van de oude ‘witte’ kerk van Katwijk werd door al onze geïnterviewden herkend (box 8.1).

Box 8.1 De witte kerk van Katwijk

“En het witte kerkje. Dit is wel stereotiep Katwijk natuurlijk. Dit is echt zoals Katwijk naar buiten wordt gebracht, ook met alle dingen, het strand, het vissen weet ik niet zo goed of dat nog heel veel is in Katwijk, maar dat is natuurlijk wel de geschiedenis.” (bewoner)

“Ik vind dit prachtig. (...) Ook die fontein en die golfslag erin. Kom je in Brabant dan heb je hetzelfde, dan heb je hier een café en terrasje, dan ga ja vanuit de kerk naar het café (…). Hier is dat minder tot niet mogelijk. En dan denk ik: we laten kansen liggen.” (bestuurder)

“- Ja, dat ligt een beetje gevoelig in de gemeenschap.

- Oh, echt? En waarom?

- Omdat het bij de kerk is, omdat ze veel geld kosten, er hoort ook nog een soort fontein bij. Dat hoeft allemaal niet zo. Nee, dat is natuurlijk teveel aankleding voor zo’n degelijk dorp. Sober. Voor mij is dit heel erg…” (publieke sector)

60

Aan het gebouw en zijn plaats in de geschiedenis van Katwijk werd maar heel weinig aandacht besteed. De kerk werd nauwelijks besproken in termen van erfgoed, collectieve herinnering of geschiedenis. De kerk wordt gezien als een ruimtelijk symbool. Het staat voor het traditionele behoudend christelijke imago van Katwijk. Dat wordt door iedereen herkend en erkend (cognitief), maar over de waardering (affectief) staan de meningen soms haaks op elkaar. Velen willen zich daar niet zo mee identificeren en vinden dat dit kerkje te vaak vanuit Katwijk naar de buitenwereld gecommuniceerd wordt. Zij vinden dat dit traditionele imago niet klopt met de werkelijke identiteit van Katwijk die veel moderner is. Dit uit zich ook in wat er met deze plek moet gebeuren (conatief). Daarbij wordt niet gesproken over het gebouw van het oude kerkje, maar over het plein rond de kerk. Sommigen vinden dat daar ruimte is voor gezellige cafés en terrassen zodat Katwijk meer een gewone Nederlandse badplaats wordt. Voor andere is dit echter een groot schrikbeeld. Zij storen zich al aan de vissenbeelden en de waterpartij die er recent is aangelegd. Zij vinden dat er in de buurt van een kerk geen plaats is voor dat soort moderne dingen. Zij zien de plek dus als symbolisch voor de traditionele christelijke gemeenschap in Katwijk aan Zee die bloot staat aan actuele en toekomstige bedreigingen. Deze oude kerk wordt dus niet zozeer met de geschiedenis van Katwijk aan Zee verbonden, maar met de verschillende visies over de toekomst.

De beeldvorming over een andere plek in Katwijk, de flats in Katwijk-Noord (de Hoornes) is behoorlijk negatief (box 8.2).

Box 8.2 Flats in Katwijk-Noord

“Dit is het andere Katwijk. Ik noem het bewust het andere Katwijk, want bagger, shit en ellende vinden we dan in de drie torenflats waarvan ooit iemand zei: daar wil je niet dood gevonden worden.

(...) Wie daar wonen beleven het anders, maar in de beeldvorming is het gewoon een plek waar je niet bij wil zitten, wat ook een beetje als afvoerputje van Katwijk wordt gezien. En ik spreek regelmatig mensen die er wonen, en er is ook een hoop shit, maar dat heeft te maken met mensen die uit Leiden komen met dubieuze achtergronden en die kom je overal tegen, maar die concentreren zich daar omdat daar die plaatsen vrij komen. Maar dit is een deel van Katwijk, als je daar mensen spreekt, wat zei ooit iemand…

ja, aan de andere kant van de Jordaan denken ze dat ze alles weten.” (bestuurder).

“Dan zie je ook grote verschillen in samenhang. In de oude kernen daar zitten oude kerkpleinen, dorpspleinen, (…) evenementen, bijeenkomsten. Er worden dingen

georganiseerd, de sociale cohesie is een stuk groter als in Katwijk Noord. De bewoners van Katwijk Noord hebben geen gemeenschappelijke geschiedenis, verenigingsleven. Ze zitten wel bij een sportvereniging maar daar komen ook mensen van buiten. En er is natuurlijk geen gemeenschappelijk jaarlijks terugkerend evenement of ontmoetingsmoment wat op straat plaatsvindt. Daar moeten ze echt de wijk voor uit.” (publieke sector)

61

De negatieve houding ten opzichte van deze flats is vooral wijdverbreid onder de

geïnterviewden die er geen contact mee hebben. Maar mensen die de flats kennen en er in gewoond hebben of zelfs nog in wonen kennen dit negatieve imago, maar nuanceren dit vaak. Een bewoner van één van de flats benadrukt juist de sterke sociale contacten in haar flat. De problemen concentreren zich volgens haar in de twee andere flats. Katwijkse jongeren waarderen de beperktere sociale controle in deze flats juist positief.

Het ontbreken van duidelijke herkenbare ruimtelijke elementen hoeft het ontstaan van een eigen lokale identiteit niet te belemmeren. Alle geïnterviewden in de gemeente Katwijk vinden dat Rijnsburg een duidelijke lokale identiteit heeft, maar dit heeft nauwelijks iets met gebouwen te maken.

“Dan woon je in Rijnsburg, maar die wijk had net zo goed bij Voorhout kunnen horen (...) in Rijnsburg heb je wijken, buurtjes, en dat zie je dan ook, die liggen toevallig in Rijnsburg, maar die hadden in elke andere gemeente kunnen liggen, die zijn niet echt authentiek.” (bestuurder)

Bestaande gebouwen zijn vanzelfsprekend en worden vaak ook positief gewaardeerd. Over nieuwe bebouwing zijn er meer meningsverschillen waaruit een verschillende interpretatie en waardering van de lokale identiteit naar voren komt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de mening over plannen in de jachthaven van Middelharnis (box 8.3).

Box 8.3 De jachthaven van Middelharnis

“Dat is Middelharnis, de jachthaven.

Nou, dat is toch enig. Tenminste, ik vind het heel leuk. Aan de haven kun je eten en het wordt steeds gezelliger daar. Ze moeten nog wel dat oude hotel opknappen. We zijn wel eens met een zeilboot met vrienden naar Middelharnis gevaren, dan leg je aan, ga je een hapje eten en dan ga je weer terug. Ik vind het heerlijk dat dat er is. Van mij mag die tweede, ze zijn bezig over de tweede haven, mag er ook komen. Dat brengt natuurlijk ook weer

levendigheid in het dorp. Misschien wat minder zondagsrust, tsja. We moeten het denk ik toch ook voor een groot deel van het water hebben. Dat is hier ook, de kust.” (bewoner)

“O, waren we er maar nooit aan begonnen. Want wij hadden een heel ander idee…

niet met allerlei grote jachthavens door projectontwikkelaars, wij hadden het idee kleinschalig. Gelukkig is er nog niet veel gebeurd!” (bewoner)

Lokale identiteit lijkt dus maar beperkt in bestaande ruimtelijke elementen verankerd te zijn.

De lokale identiteit wordt wel gebruikt om te legitimeren welke nieuwe elementen daar wel of niet bij passen. Daar lopen de meningen over uiteen.

62