• No results found

Een eiland, 14 plaatsen en uiteindelijk een gemeente

Hoofdstuk 10 Het gebruik van lokale identiteit: voor verzet of fusie?

10.1 Een eiland, 14 plaatsen en uiteindelijk een gemeente

Op de Kop van Goeree in de oude gemeente Goedereede was er veel verzet tegen het samengaan in de gemeente Goeree-Overflakkee. In mei 2009 stemde 89% van de

geënquêteerden tegen een fusie van de gemeentes op het eiland (4.825 tegenstanders op een totale bevolking van 11.375). Het waren vooral de ouderen die tegen samenvoeging waren. Kort na de fusie in 2013 was nog 88% van de 65-plussers in de oude gemeente Goedereede tegenstander. Van de 40-64 jarigen was 77% en van de jonger dan 40 jarigen was 66% tegenstander. De voorstanders van samengaan waren vooral die mensen nog niet zo lang daar woonden. Het overgrote merendeel van de inwoners van Goedereede die voorstander waren van het samengaan van de gemeentes op het eiland waren niet in de gemeente Goedereede geboren. De angst voor het verlies van lokale identiteit was de belangrijkste reden voor de tegenstanders. Financiële aspecten en de ondemocratische procedures worden ook, maar veel minder vaak genoemd (Jeekel et al., 2013, pp. 30-52).

“Verlies van kleinschaligheid of het unieke karakter van de gemeente blijken belangrijkere tegenargumenten te zijn dan beleidstechnische kritiekpunten als

onvoldoende onderbouwing of vrees voor belastingverhoging.” (Jeekel et al., 2013, p.

56).

Tabel 10.1 laat zien dat er belangrijke verschillen zijn tussen de lokale en regionale identificatie van de bevolking in de verschillende plaatsen binnen de oude gemeente Goedereede. De weerstand tegen de fusie was duidelijk het sterkst in Goedereede en

Ouddorp. In Stellendam voelde men zich veel minder met de oude gemeente verbonden. De verbondenheid met de provincie Zuid-Holland is daar ook veel groter dan in Goedereede en Ouddorp. Dit weerspiegelt ook de negatieve rol die de provincie tijdens het samengaan van de gemeentes volgens de tegenstanders in vooral Goedereede en Ouddorp speelde.

86

Tabel 10.1 Verschillen tussen lokale gemeenschappen in de oude gemeente Goedereede Woonplaats

N=21 N=39 N=30

Goedereede Ouddorp Stellendam

Ik voel mij onderdeel van de voormalige gemeente

Ik voel mij onderdeel van de nieuwe gemeente

Ik voel mij onderdeel van de provincie

In hoeverre denkt u dat er een typische identiteit van de

“Het heeft misschien ook nog te maken gehad met het feit dat we vroeger twee eilandjes waren waar het water tussendoor liep. Je ziet ook aan het dialect dat er verschillen zijn, er wordt anders gesproken op de kop van het eiland dan op de rest van Flakkee en dat heeft ook iets te maken met opvattingen. En ze hadden een redelijk welvarende gemeente Goedereede en ze konden goed hun eigen zaakjes regelen en dat heeft ook te maken met de identiteit van wij kunnen onze eigen zaken wel regelen. En nu moeten we een gemeente worden, Goeree-Overflakkee. Men vindt dan dat de identiteit verwatert, ook politiek verwatert.” (bewoner)

“De uniekheid van de Kop, ja, ten opzichte van de Staart, of hoe je het wil noemen.

Natuurlijk, in het verleden waren het twee aparte eilanden, fysiek. Er was gewoon een soort slikken tussen, en water. Dus die mensen waren gewoon gewend om apart te zijn. En dat is niet zo lang geleden. Mensen leven nog die zich kunnen herinneren dat die twee apart waren en nu zijn die twee eilanden bij elkaar. En ja, ik denk dat dat aanwezig blijft. Want ook al kijk je naar de beweging van de mensen hier op de Kop, die bewegen net zozeer naar de rest van het eiland, maar meer naar het noorden of naar het zuiden.” (ondernemer)

87

Deze twee bovenstaande citaten laten zien hoe het verzet tegen het samenvoegen van de gemeentes op Goeree-Overflakkee werd verbonden met het bestaan van eeuwenoude fysieke grenzen tussen de twee oude eilanden Goeree en Flakkee. Dit is een mooie illustratie van hoe verzetsidentiteiten de lokale identiteit verdikken. Hierbij wordt niet alleen zoals uit de twee bovenstaande citaten blijkt de territoriale vorm benadrukt, maar ook de

symbolische vorm en de identiteitsverschillen werden benadrukt.

“Ik denk dat ze op het eiland Goeree, van origine, veel behoudender zijn dan op Flakkee. En dat klinkt misschien vervelend, maar ik denk wel dat als je naar de politiek kijkt, voor de gemeentelijke herindeling, was de gemeente Goedereede altijd een hele rijke gemeente, dus heel spaarzaam. Spaarzaam volk dus wel. Hier op het eiland Flakkee gingen ze het misschien eerder uitgeven en op het eiland Goeree gingen ze eerst sparen en dan pas uitgeven.” (bewoner)

“De kop van het eiland, van Goeree dat zal nog eens een keer hetzelfde worden als Renesse. En dat moet je niet willen.” (bewoner)

De algemene aspecten van het ontstaan van zich verdikkende verzetsidentiteiten hebben we in hoofdstuk 2 al besproken. Ook op de Kop van Goeree zien we dat de angst voor

oncontroleerbare en opgedrongen veranderingen van buiten die niet bij de lokale identiteit passen, belangrijk was voor de tegenstanders van het samengaan van de gemeentes op het eiland. Vele geïnterviewden benadrukken de rol van emoties in het verzet, met name toen

we in de interviews het beeld lieten zien van een bord dat tegenstanders langs de provinciale weg hadden geplaats (zie hiernaast). Die

emoties worden als iets negatiefs gezien en niet passend bij de identiteit van de lokale

gemeenschap die, zoals we al eerder zagen, toch heel sterk op verbondenheid en het respectvol omgaan met elkaars opvattingen is gebaseerd. Tegenstanders van het samengaan van de gemeentes richtten zich dan vooral op de primaire lokale identiteit van het anders zijn.

Dit botst dan met de secundaire identiteit van hoe men respectvol met elkaar en verschillen omgaat binnen de hele lokale gemeenschap.

“Ik denk dat dit gewoon heel emotioneel is, tegen beter weten in is. En eigenlijk als ik nu kijk, dan schaam ik me eigenlijk... voor zulke emotionele uitspraken. Je kan tegen zijn, ik bedoel dat mag nog, maar op een gegeven moment moet je je er ook bij neerleggen, en dan vind ik zulke emotionele uitingen wel wat ver gaan.” (publieke sector)

“Dan komt er een fusie, maar als je dan echt het christelijke bolwerk bent dat

iedereen zegt dat je bent en je kijkt dan naar: hoe ga je met elkaar om en wat er in de Bijbel staat over dingen delen met elkaar als de een meer heeft dan de ander. Dat vond ik zo interessant, hoe gaan mensen daar dan mee om.” (bestuurder)

88

Het comité Herindeling Nee richtte zich heel sterk op zakelijke argumenten. Ze gebruikten zoveel mogelijk rationele argumenten om het verwijt te vermijden dat ze op basis van emotionele op identiteit gebaseerde bezwaren tegen waren. Ze verweten de provincie Zuid-Holland juist dat deze geen rationele argumenten had en alleen om emotionele redenen tegen kleine gemeentes was.

“Nou, de onderbouwing was er niet, dat was puur emotie. Politiek Den Haag was: ja, wij willen al die kleine gemeenten bij elkaar vegen, dat moet gewoon omdat het beter is. Maar wat is dan het bewijs dat het beter is? Er was geen bewijs, er was gewoon vanuit de Commissaris van de Koningin destijds; ja, dat moet, omdat ik zeg dat het moet. En ik kan er slecht tegen, vooral politiek, als het niet gewoon goed zakelijk verantwoord is.” (ondernemer)

De tegenstanders tegen het samengaan van de gemeenten op Goeree-Overflakkee kwamen vooral uit de gemeente Goedereede en dan vooral de plaatsen Goedereede en Ouddorp.

Hierbij werden verschillende argumenten gebruikt. Voor de bevolking als geheel was het behoud van de lokale identiteit doorslaggevend (Jeekel et al, 2013). Bij onze geïnterviewden wordt dit onderwerp vooral indirect aangesneden. Vooral degenen die nog steeds in de lokale gemeenschap actief zijn lijken zich aan te passen.

“Het gekke is, na die datum van 1 januari 2013 heb ik er echt nooit iemand meer over gehoord. En dat had ik niet verwacht. Toen ik hier begon dacht ik: ik weet niet hoe het hier nou verder moet. Vanaf het begin, iedereen werkt mee.” (bestuurder)

Verschillende organisatoren van het verzet tegen het verdwijnen van de gemeente Goedereede zijn nu heel actief om hun lokale belangen via de nieuwe gemeente Goeree-Overflakkee te behartigen. Zij lijken niet meer zo graag terug te kijken. Ze richten zich nu vooral op hoe de nieuwe gemeente met een in de buitenwereld herkenbare identiteit ook hun lokale belangen kan behartigen. Ze proberen hun specifieke belangen en lokale identiteit nu zo goed mogelijk in de nieuwe situatie vorm te geven en kijken meer hoopvol vooruit, dan terug in wrok. Er is na de vorming van de nieuwe gemeente een nieuwe dynamiek ontstaan waarin enigszins besmuikt wordt teruggekeken naar de periode voorafgaand aan de vorming van de nieuwe gemeente. Soms lijken mensen zich bijna te schamen voor de verhalen van toen, waarbij de lokale identiteit na het samengaan zou gaan verdwijnen. De voorstanders van toen voelen zich gesteund in hun opvatting dat het verzet vooral door emotie en irrationele angsten voor hogere lokale lasten werd gevoed. Iedereen wil deze onaangename periode eigenlijk achter zich laten.

“De tegenstand was hier heel sterk, maar ik denk dat op de Kop van het eiland ook wel zo’n tendens is van: en nu gaan we er ook voor! Het is nu één, we moeten de strijdbijl begraven en we moeten niet meer denken aan... want het is nu eenmaal zo en ja, het is nu één. En ja, misschien is dat ook wel iets dat met identiteit te maken heeft. (...) Toen die herindeling er opeens was, wilde ook iedereen er een graantje van meepikken en proberen ook daar het beste van te maken. Dat vind ik ook wel mooi en bijzonder.” (publieke sector)

89

“Men was tegen de herindeling hier. Er is een enquête geweest en 90% was tegen de herindeling van de mensen die het ingestuurd hadden, maar nu die herindeling er is, is men ook wel weer gezagsgetrouw. Dat typeert denk ik ook wel weer de identiteit die hier is. En wil men ook wel loyaal meewerken aan de nieuwe gemeente. Want het heeft geen zin om achteruit te kijken, zo was het, maar zo krijgen we het toch niet meer. Dus dan maar het beste er uit halen wat er weer van te maken is.” (bestuurder) Door het lokale verzet tegen gemeentelijke herindelingen kunnen bestaande lokale

identiteiten verdikken tot verzetsidentiteiten. Ook in het buitenland zijn soortgelijke processen zichtbaar (zie box 10.1).

Box 10.1 Fins verzet tegen gemeentelijke herindeling

Ook in Finland vindt de regering dat vanwege efficiëntie, effectiviteit en

concurrentiekracht kleine gemeentes geen toekomst hebben. In de laatste jaren is het aantal gemeentes in Finland daarom verminderd van 436 tot 342. Dit leidde vaak tot fel lokaal protest. In het westen van Finland verzette bijvoorbeeld de meerderheid van de bewoners van Nurmo zich tegen het samengaan met Seinäjoki, een provinciale

hoofdstad. Het bestuur van Seinäjoki had het initiatief genomen om samen te gaan met de rurale gemeente Ylistaro en de sub-urbane gemeente Nurmo waarvan vele inwoners in het op enkele kilometers afstand gelegen Seinäjoki werken. Een eerdere poging was in 1992 mislukt door verzet uit Nurmo. In reactie op deze nieuwe poging tot samenvoeging werd in 2006 de actiegroep ProNurmo opgericht. Deze bestond vooral uit burgers die zich niet eerder met lokale politiek hadden beziggehouden. Door het organiseren van bijeenkomsten en vooral door het communiceren van hun standpunt via hun eigen website, krant en contacten met de lokale media, probeerden ze het idee dat deze fusie onvermijdelijk was te weerleggen. Zo wisten ze de lokale politieke partijen te overtuigen om een referendum te houden. Ondanks dat hierbij 63,1% van de bevolking voor

onafhankelijkheid stemde, besloot op 21 mei 2007 de gemeenteraad van Nurmo met één stem verschil om samen te gaan met Seinäjoki en Ylistaro (Zimmerbauer, Suutari &

Saartenoja, 2012; Zimmerbauer & Paasi, 2013).

De ProNurmo activisten benadrukten dat de identiteit van Nurmo heel anders was dan die van Seinäjoki, maar ze konden in de interviews met de onderzoekers maar moeilijk uitleggen wat nu precies de lokale identiteit van Nurmo was. Hun vrij algemene en vrij vage verwijzingen naar de lokale identiteit waren ingebed in andere bezwaren tegen schaalvergroting in het algemeen en het samengaan met Seinäjoki in het bijzonder. Ze spiegelden de goede kenmerken van hun rurale lokale identiteit met die van de slechte kenmerken van de stad. Hun lokale identiteit was gebaseerd op een nostalgisch beeld van een hechte lokale gemeenschap, die zelf een lokale bestaansbasis had opgebouwd en een gemeenschappelijke geschiedenis had doorlopen. Dat werd gecontrasteerd met de gevreesde anonieme stedelijke toekomst waar het bestuur geen oog meer zou hebben voor hun specifieke wensen, waardoor ze geen greep meer zouden hebben op hun eigenleven. De voorstanders van herindeling vonden

daarentegen dat de tegenstanders teveel in het verleden leefden en argumenteerden op basis van emoties in plaats van rationele argumenten (Zimmerbauer et al, 2012;

Zimmerbauer & Paasi 2013).

90

Het ontstaan van verzetsidentiteiten bij het samenvoegen van gemeentes kan verklaard worden aan de hand van de verschillende fases van de institutionalisering van gebieden in combinatie met het verschil tussen dikke en dunne lokale en gebiedsidentiteiten (zie hoofdstuk 2). Met het verdwijnen van de gemeente verdwijnt het hart van de institutionele vorm en de functionele rol van een zelfstandige gemeente wordt gereduceerd tot een wijk of dorp. Door deze de-institutionalisering worden de territoriale vorm en de lokale identiteit belangrijker. Het verdwijnen van hun gemeentes kan dus de identiteit van een gemeenschap versterken. Lokale verzetsidentiteiten zijn daarom geen cultureel overblijfsel uit het

verleden, maar ontstaan juist als reactie op herindelingen. Deze verzetsidentiteiten hinderen het proces van herindeling doordat, gesteund door delen van de bevolking, actievoerders er soms in combinatie met lokale bestuurders in slagen om de lokale gemeenschap te

mobiliseren. Ook in het Duitse Leverkusen was dit proces zichtbaar (box 10.2).

Box 10.2 Leverkusen: identiteit ontstaat door verzet

Tijdens de gemeentelijke herindelingen in de jaren zeventig in West Duitsland was er ook het plan om het Keulse grondgebied flink uit te breiden met onder andere Leverkusen. Dit was de fabrieksstad van Bayer die door gemeentelijke herindelingen in 1930 en 1975 gevormd was, maar waar toch groot verzet was tegen het opgaan in het grote Keulen met zijn lange en rijke geschiedenis. Alhoewel Leverkusen als stad zonder geschiedenis werd gezien, groeide het aantal leden van lokale historische verenigingen in Leverkusen van net honderd in 1970 tot meer dan 250 in 1980. In het verzet tegen samengaan met Keulen werd een nieuwe jeugdige sportieve lokale identiteit van Leverkusen gepresenteerd. De bevolking nam massaal deel aan manifestaties met een sportief karakter, die

georganiseerd waren om deze eigen identiteit uit te dragen en om de onafhankelijkheid van Leverkusen te behouden. Dit verzet was mede gebaseerd op de angst dat de jeugdige gezinnen minder ondersteund zouden worden en dat er ook minder geld zou zijn voor vooral sportvoorzieningen, als Leverkusen een wijk in Keulen zou worden. In deze toekomstgerichte desired identiteit van de bevolking paste de ideal identiteit van het lokale bestuur van Leverkusen dat zelfstandig wilde blijven om door te kunnen groeien door onder andere zelf een eigen karakteristiek modern stadscentrum te bouwen. Door de lokale belastingen die het in Leverkusen gevestigde Bayer concern betaalde had

Leverkusen hiervoor relatief veel geld ter beschikking, maar dat zou het kwijtraken als het een deel van Keulen zou worden. Bayer steunde het lokale verzet niet alleen uit angst voor de hogere belastingen in Keulen, maar ze vreesde ook imago schade als Bayer niet meer in Leverkusen maar in Keulen gevestigd zou zijn (Mecking, 2012, pp. 110-120, 207-214, 330, 337).

Maar vaak is het lokaal verzet niet succesvol en wordt men toch onderdeel van een grotere gemeente. Omdat verzetsidentiteiten door het proces van herindeling ontstaan, kunnen ze uit het zicht verdwijnen als met de oude gemeente het debat over herindeling wordt

afgesloten. Hoewel hiermee het open conflict eindigt en de uitingen van verzetsidentiteit in de media wegebben, kan de verdikking van de lokale identiteiten nog grote - hoewel vaak niet zo zichtbare - gevolgen hebben voor het functioneren van de nieuwe gemeente. In hoofdstuk 11 en 12 komen we hier nog op terug. In de volgende paragraaf gaan we eerst in op de vraag waarom volgens sommigen het samengaan in een nieuwe gemeente de

bestaande identiteiten van de lokale gemeenschappen juist kan beschermen.

91

10.2 Eén nieuwe gemeente om gemeenschappelijk lokale identiteiten te