• No results found

Geen rijdende melkontvangst

In document CZ Venray te Venray MAP II (pagina 73-76)

Het heeft er alle schijn van dat de rijdende melkontvangst, waar mede in mei a.s. de Coöp. Zui-velfabriek Venray wil starten, niet door kan gaan in de Vredepeel en Ysselsteyn-noord. De reden hiervan is dat de leden-veehouders bij nader inzien de te maken kosten voor de opslag en de koe-ling van de melk te hoog vinden in vergelijking met de zgn. spoelcent, die de Zuivelfabriek zijn leden wil uitkeren als pleister op de wond, omdat de boeren thans zelf weer de melkbussen zullen moeten reinigen of speciale tanks moeten aanschaffen voor het bewaren van de melk tot de tank-wagens deze leeg komen zuigen.

Vooral in Ysselsteyn is men nogal tegen en een handtekening-aktie tegen een melkontvangst, zo-als de Zuivelfabriek die voorstelt, heeft meer dan 300 tegen-stemmers opgeleverd. Niet bepaald een opwekkend beeld, waar juist in deze contreien de grootste melk-leveranciers wonen.

Intussen heeft de zuivelfabriek via het Rijksveeteeltconsulentschap voor de betrokken leden eens duidelijk uit laten rekenen wat de verschillende koelmethoden wel gaan kosten, waaruit blijkt dat zelfs de meest eenvoudige methode bij 75.000 kg melk per jaar toch nog extra kosten met zich brengt van f 0,27 per 100 kg. melk, een bedrag dat bij aanschaf van een melkkoeltank oploopt tot nog eens extra f 1,92 per 100 kg melk.

En de zuivelfabriek is sportief genoeg om mee te delen, dat deze cijfers in de praktijk wel hoger zullen komen liggen.

De vraag is wat er nu gebeuren gaat. Terwijl van de ene kant de Zuivelfabriek tankwagens voor het ophalen van melk onontkomelijk en ook economisch verantwoord acht, vertikken het van de andere kant de leden zonder meer grote investeringen te doen, zonder financiële hulp van de fa-briek. Er zal nog lang en breed overlegd moeten worden wil men uit de impasse komen, waarin men thans - vrij onverwacht - in gekomen is.

Peel en Maas, 06-05-1966; p. 6/14

Weg met de rijdende melkontvangst...

Onze zuivelfabriek is een schoon bedrijf, zoals men dat zegt. Ruim 850 leden van deze fabriek zorgden dat hun (bijna 7000) koeien zo’n slordige 25 miljoen kilogram melk per jaar opbrengen, die in deze fabriek verwerkt worden....

Het bedrijf kent een gelukkige, groei en binnenkort worden weer, nieuwe stukken, als teken van deze groei, aan de bestaande fabriek aan gebouwd.

Maar deze overvloed van melk brengt toch ook zijn problemen met zich. De capaciteit om al deze melk te ontvangen is in de bestaande fabriek aan de krappe kant en men stond en staat dus voor de opgave die te vergroten of zodanig te veranderen, dat al die overvloed toch in de juiste banen terecht komt.

Men koos na lange overwegingen voor een tweede systeem als tot heden gebruikelijk was, name-lijk ‘n rijdende melkontvangst, wat dan een tankauto is, die bij de boeren op hun bedrijf of aan de weiden de melkbussen leeg komt zuigen, automatisch bemonstert en weegt, dan naar de fabriek vervoert. De fabriek heeft dan niets meer te doen met de bussen, die uitgeladen, omgeschud, ge-reinigd...

... rijdende melkontvangst goede ervaringen op gedaan en het schijnt wel dat in de toekomst heel wat meer fabrieken gedeeltelijk of geheel op dit systeem zullen overstappen. Men besloot tot de inzet van een dergelijke tankauto in de Vredepeel (40 bedrijven) en op een 40 bedrijven in Ys-selsteyn-noord, waar de bedrijven liggen, die veel aan stalmelken doen, de grootste melkop-brengst hebben en waar dus een dergelijke wagen het meest rendabel gemaakt zou kunnen wor-den. Men is dan vanuit de fabriek met deze 80 „uitverkorenen” gaan praten. Want er moest ge-praat worden. Zagen de meeste veehouders wel in dat een dergelijke gang van zaken veel renda-beler zou worden voor de fabriek en dus voor hun eigen portemonnee, er zat een maartje aan.

De bussen, die men anders schoon en wel van de fabriek thuis gebracht kreeg, blijven nu leegge-zogen aan de kant van de weg staan en de veehouder moet maar zien dat hij die dingen schoon krijgt. Op de fabriek gaat dat lekker machinaal, maar thuis moet moeder de vrouw er met de bor-stel aan en gezien het vele werk, wat deze toch al heeft, was ze daar helemaal niet happy op.

Zelfs de extra cent per liter die de fabriek de eerste vijf jaren wilde uitbetalen als „poetsgeld” bo-den te weinig soelaas om die „ouderwetse” karwei weer te beginnen. Maar de fabriek bood een andere oplossing. In plaats van de bekende melkbussen zijn er ook tanks in de handel, die ieder 200 liter melk kunnen bevatten, gekoeld en vertransporteerd kunnen worden. Het schoonmaken van dergelijke tanks vraagt niet zoveel moeite en de kosten van een en ander komen er wel uit als men wat melk levert en verzekerd is van die poetscent....

Na al dat gepraat meende het bestuur dat het grootste deel van deze 80 „uitverkorenen” akkoord kon gaan met de aanschaf van een rijdende melkontvangst en de tankauto werd besteld. Toen na verloop van tijd dat ding voor de deur kwam staan en besloten werd dat op 1 mei met deze rijden-de melkontvangst begonnen zou worrijden-den, bleek dat zeker voor rijden-de bedrijven in Ysselsteyn-noord

▲ zuivelhistorienederland.nl © Peel en Maas74

de fabriek misschien te optimistisch is geweest. Want uit die hoek begonnen protesten te komen, vond men de voorlichting onjuist, meende men dat het te veel geld zou gaan kosten, kortom wil-de men eerst nog wel eens praten, voordat ze die wagen voor wil-de wil-deur wilwil-de hebben. Er is weer gepraat, er zijn weer berekeningen opgesteld, maar het enige resultaat was, dat op een gegeven ogenblik het bestuur van de fabriek 18 lijsten voor de neus kreeg met in totaal de namen van 335 leden om een algemene vergadering over dit probleem.

De buitenstaander zal zich dan verbaasd afvragen, wat in ‘s hemels naam nu wel 335 leden hier-mede te doen hebben, terwijl het toch in feite om 80 bedrijven gaat. Maar het is nu eenmaal nodig dat 1/5 deel der leden tekent voor een algemene vergadering en men is dus met lijsten rond ge-gaan met bovengenoemd resultaat.

Ja op die vergadering in Leunen is donderdagavond weer lang en breed gepraat. Gepraat over de economische voordelen voor de fabriek, gepraat over de nieuwe tijd, de nieuwe methode eist, ge-praat over de kosten voor de veehouder, die door de ene partij als te zwaar, door de andere partij op grond van verschillende financiële rapporten als dragelijk en reëel beschouwd worden, temeer waar ook de fabriek voorschotten tegen 6 pct. rente wil geven. De veehouders uit de Vredepeel, zo bleek op deze vergadering, gingen akkoord met de rijdende melkontvangs Enkelen veehouders uit Ysselsteyn-noord, ook, maar anderen niet. Toen kreeg men de voor de buitenstaander weder-om vreemde figuur dat 380 leden uit gingen maken of al dan niet in Ysselsteyn-noord de rijdende melkontvangst zou komen Eerst wilden die dat ook nog voor de Vredepeel, maar die 40 veehou-ders zeiden terecht dat niemand over hen te oordelen had, voor, daar waren ze zelfs mans genoeg Dat gaf wel enige strubbeling in de vergadering, maar uiteindelijk legde men zich hierbij neer.

Maar dat gebeurde niet voor Ysselsteyn-noord. De vergadering achtte het bij stemming noodza-kelijk dat over de rijdende melkontvangst in Ysselsteyn-noord gestemd zou worden. En men stemde dus. 380 mensen stemden of bij 40 veehouders in Ysselsteyn-noord de tankwagen moest komen, ja dan neen.... Dat er bij deze 380 mensen zaten, die kilometers van Ysselsteyn-noord af zitten en die waarschijnlijk nooit ‘n tankwagen voor hun bedrijf zullen krijgen, mocht allemaal de pet niet drukken. De vergadering sprak en stemde met 173 stemmen tegen een slagboom op voor de tankwagen in Ysselsteyn-noord. Men had zijn zin. En van de veehouders in datzelfde Yssel-steyn-noord, die wel de rijdende melkontvangst willen, daar trok zich niemand iets van aan.8 De buitenstaander vraagt zich alleen maar af, of dit nog iets met gezonde democratie te maken heeft. Als in de toekomst - om maar een voorbeeld te stellen - de fabriek overeen komt met een groep veehouders in Oostrum om daar de tankwagen voor te laten rijden, dan heeft het toch geen zin dat hierover 850 leden van de zuivelfabriek hun oordeel geven. Dat mag misschien niet alle-maal in statuten en reglementen vastliggen, voor de buitenstaander is en blijft deze hele geschie-denis, zoals ze tot heden gelopen is, een vrij dwaze vertoning, die men beslist niet verwacht had van mensen, die in voorbije jaren, onder dikwijls zware financiële offers, getoond hebben samen op te kunnen bouwen....

Peel en Maas, 13-05-1966; p. 13/16

INGEZONDEN

In document CZ Venray te Venray MAP II (pagina 73-76)