• No results found

Concentratie in de zuivel ?

In document CZ Venray te Venray MAP II (pagina 86-90)

Niet gevonden wanner de eerste koeltank in het gebied is geplaats!

Peel Maas, 51-09-1967;p.13/18

Concentratie in de zuivel ?

De voorzitter van de Coöperatieve Zuidnederlandse Zuivelbond (de CZNZ), de heer Loonen uit Oostrum, heeft vorige week het rapport bekend gemaakt dat een speciale studiecommissie in op-dracht van de CZNZ heeft opgesteld over de toekomst van de zuivel in het gebied, dat de provin-cie Limburg en de provinprovin-cie Noord-Brabant (ten oosten van de lijn Tilburg-Den Bosch-Oss) om-sluit.

Dit rapport komt tot de conclusie dat de vorming van één grote coöperatieve zuivelvereniging voor dat hele gebied noodzakelijk wordt.

De technische en commerciële samenwerking die reeds bestaat, wordt dan ook op het organisato-risch en bestuurlijk vlak mogelijk. Dit alles zal de verwerking en de afzet van de melk alleen maar ten goede komen, omdat daardoor een meer rationele werkwijze kan worden gevolgd, dat de door de veehouders gewonnen melk tot de hoogste waarde zal brengen.

▲ zuivelhistorienederland.nl © Peel en Maas86

Indien deze reorganisatieplannen werkelijkheid worden zullen alle Limburgse en Oostbrabantse veehouders samen één vereniging vormen. Daarin wordt dan ook opgenomen het bestaande appa-raat van de Coöperatieve Zuivelindustrie of regionale zuivelfabrieken en melkinrichtingen in bei-de provincies, alsmebei-de 2 centrale melkproduktenfabrieken te Bergeyk en Veghel en het centrale verkoop- en dienstenapparaat van de CZNZ te Roermond. Bij deze fabrieken wordt momenteel 650 miljoen kilo melk per jaar aangevoerd, waarvan circa 25 pct. wordt aangewend voor directe consumptiedoeleinden.

Het ligt in de bedoeling om de lokale besturen en via deze ook de aangesloten leden met klem en argumenten aan te tonen, dat het opgaan van alle bestaande coöperaties in een groot verband een logische zaak is. De keuze werd aan de plaatselijke coöperaties gelaten, waarbij men er rekening mee houdt, dat het proces geleidelijk zal verlopen. Men acht het reëel, dat de nieuwe vereniging geleidelijk groeit, totdat zoveel afdelingen zich hebben aangesloten, dat de bestaande structuur overbodig wordt en ook de CZNZ als zodanig tot de grote coöperatie kan toetreden.

GEVOLGEN VOOR VENRAY

We hebben directeur A. de Kroon van de Venrayse Zuivelfabriek gevraagd wat de consequenties zijn van dit rapport voor de Zuivelfabriek Venray. Het bleek dat het rapport ook eerst onlangs in zijn handen is terecht gekomen en dat noch het bestuur, noch de raad van Toezicht, noch de leden tijd gehad hebben dit te bestuderen en van eventuele op- en aanmerkingen te voorzien. Overigens was veel van wat in het rapport staat hem al bekend.

„Men ontkomt in deze tijd van schaalvergroting op ieder terrein en zeker op dat terrein van de levensmiddelenbranche niet aan samenwerking....", aldus de heer de Kroon, die stelde dat de CZNZ in 1947 al gekomen is tot samenwerking in groter verband. Er werden afspraken gemaakt over verkoop- en melkwinningsgebieden, bepaalde produktierichtingen aanbevolen of bevroren, terwijl de overmelk door de CZNZ werd overgenomen en verkocht. Mede door haar hadden con-centraties plaats en fusies, die allemaal te doen hadden met een rationelere melkverwerking.

De autonomie van de bedrijven, die in de CZNZ samenwerkten, was er theoretisch nog wel, doch praktisch gebeurde niets zonder de adviezen van deze bond. Nu komt men tot een verdere stap.

Nodig zijn uitgebreider marktonderzoek, er zullen sales managers moeten komen, grotere labora-toria, andere verwerkingsmogelijkheden, dat kost geld.... geld dat in de huidige constellatie van de CZNZ er slechts moeilijk komen kan.

Het totale beleid in een hand zal een betere, efficiëntere en rationele oplossing brengen voor de vele vraagstukken, waarvoor ook de zuivel komt te staan in deze zich steeds veranderde wereld....

Wat er nu concreet met de Venrayse fabriek gebeuren gaat, is thans niet te zeggen. De leden zul-len ongetwijfeld alle kans krijgen zich over deze nieuwe ontwikkeling te oriënteren, maar het is beslist niet zo, dat ze vandaag of morgen al moeten beslissen. Daar gaat nog wel enige tijd over heen....

Wat de fabriek betreft, deze is de laatste tientallen jaren geweldig uitgebreid. Bij deze uitbreidin-gen is steeds dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van de CZNZ en deze Bond weet dus

Peel en Maas, 01-12-1967; p. 13/16

Coöp. Zuivelfabriek „Venray” - JAARVERSLAG 1966

Het jaarverslag van de Coöperatieve Zuivelfabriek Venray geeft in korte trekken de voornaamste gebeurtenissen weer over het voorbije jaar.

Op 3 januari 1966 werd voor de eerste maal in een jaar tijds de 25 miljoenste kilogram melk aan-gevoerd.

In 1966 kwam ook het nieuw ontgonnen gebied van de Dorperpeel bij het melkwinningsgebied van de Venrayse zuivelfabriek. Op 30 juni werd de eerste melk uit de Dorperpeel naar de Venray-se fabriek gebracht. 8 juni 1966 werd begonnen met de - zoveelste - uitbreiding van de fabriek, waardoor Venray voorlopig melk- en melkprodukten van Venlo kreeg.

Oktober 1966 ging het laatste paard dat gebruikt werd bij de melkbezorging met pensioen en daarmede sloot de fabriek voor goed met deze traditionele wijze van bezorging.

In december kocht de fabriek het landbouwbedrijf op van de familie Jenniskens, waardoor even-tuele uitbreidingen voor de toekomst verzekerd zijn. En lest best, in dat jaar werd ook een begin gemaakt met de rijdende melkontvangst, een gebeurtenis, waarover nu niet alle leden precies even enthousiast waren, er kwam zelfs een buitengewone algemene vergadering bij te pas.

TERUGGANG OP KOMST

Tegenover de 843 leden in het begin van 1966, waren er begin 1967 nog 805, waaruit ook nu weer blijkt een langzaam teruglopen van de leden. Het aantal koeien echter stijgt. Van 8,9 koe per lid in 1965 tot 9,4 in 1966, wat betekent dat in het melkwinningsgebied liefst 7153 koeien voor melk zorgen. Ook het aantal kg geleverde melk per koe neemt toe, namelijk van 3568 tot 3662 in 1966. Dat betekent dat gemiddeld ieder melkbedrijf meer dan 34000 kg melk leverde, wat in 1965 nog geen 32000 kg was. Dat ook de veestapels groter gaan worden, blijkt o.m. ook uit het aantal leden dat meer dan 50.000 kg melk per jaar levert. Was dat in 1965 nog 135, in 1966 steeg hun aantal tot 173.

Uit de verdere gegevens van dit jaarverslag blijkt dat de gemiddelde toename van het aantal kg melk in Venray inderdaad ver ligt boven dat van de Zuid Ned. Zuivelbond en het landelijk ge-middelde.

Steeg die in het afgelopen jaar in Venray met 3,17 pct., voor de bond was dat 1,6 en voor Neder-land 1,8 procent.

Maar het vetgehalte blijft nog altijd onder het landelijk gemiddelde, dat 3,815 pct. bedraagt. Ven-ray haalde in 1966 3,705 procent.

Het totaal kg. melk dat werd aangevoerd in 1966 was ruim 26 miljoen kg melk. T.o.v. 1960 een toename van bijna 10 mln. kg.

▲ zuivelhistorienederland.nl © Peel en Maas88

KWALITEIT

Over de kwaliteit van deze enorme melkplas blijkt men niet zo goed tevreden, al is 62 pct hiervan nog als klasse I gekeurd. Reinheidsproeven en de zgn. reductaseproeven tonen aan dat er minder zorg besteed wordt aan het melken en het melkgereedschap, iets wat zich ook in dit jaar duidelijk schijnt te openbaren. Het scheelt de betrokken veehouders nog al in de melkprijs, maar deson-danks blijkt het euvel eerder toe dan af te nemen. Dit jaaroverzicht besteedt daarom, naast andere publicaties, vooral aandacht aan deze ontwikkeling.

Nu we over ontwikkeling spreken, blijkt ook genoemd verslag dat de mechanisatie zich steeds verder doorzet. De rijdende melkontvangst gaat behalve naar de Vredepeel al naar de Dorperpeel en een deel van Ysselsteyn en daarmede krijgen we ook te maken met een heel andere opslag van de melk. Steeds meer tanks doen hun intrede op de veebedrijven. Behalve de tanks zijn ook de melkleidingsinstallaties in aantocht, die, mits goed toegepast, alleen maar kwaliteitsverbeterend kunnen werken.

WAT GEBEURDE ER MET DIE 26 MILJOEN KG MELK?

Daar bleek men nog niet voldoende aan te hebben, want de fabriek kocht voor bijna 8 ton aan melk- en melkprodukten bij. Maar ook de li monade - en bierhandel blijkt goed te lopen, want niet alleen werden er 283.000 flessen van dit spul ingekocht, maar ook nog eens meer dan 190.000 van verkocht, voor meer dan een ton.

Meer dan 24 miljoen kg melk werd geleverd aan de Zuivelbond in Roermond, wat het lieve be-drag opbracht van 7,6 miljoen guldens. 2.5 miljoen kg kwam via de slijters terecht bij het Ven-rayse publiek, dat hiervoor ruim 2 miljoen guldens op tafel legde.

Hier enige cijfers:

Tenslotte werd bijna ½ miljoen kg melk teruggeleverd aan de melkleveranciers zelf. Deze hele melkplas bracht uiteindelijk bijna 10 miljoen gulden in de kas van de zuivelfabriek, die daarmede haar omzet tegenover 1965 met 16,1 procent zag stijgen. Tegenover een onkostenstijging van 7,8 pct. tot 1,3 miljoen gulden geen slechte beurt.

1965. Maar er staat nog ongeveer een half miljoen aan onverdeelde melkgelden en dat kan de zaak weer recht trekken want dat betekent f 1,283 per 100 kg geleverde melk in 1966.

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de nieuwbouw, die thans gereed is tegen de 1 miljoen gul-dens aan ligt. De melkopslagcapaciteit moest met deze enorme melkplas ook uitgebreid worden en wel met 120.000 liter, wat f 78.000,- extra kostte. Inclusief dit bedrag is er bijna 2 ton geinves-teerd aan machines en inventaris, terwijl f 76.000,- in nieuwe transportmiddelen zijn gestoken.

VERGADERING

In de heden vrijdag te houden vergadering zullen de leden de balans over 1966 dienen goed te keuren en zal precies uit de doeken worden gedaan wat er met het onverdeeld melkgeld gaat ge-beuren.

J. Aerts uit Blitterswijck, L. van Asten uit Ysselsteyn en H. v. Rijswijck uit Veulen zijn herkies-baar als leden van het bestuur, terwijl J. Janssen, Vredepeel, aftreedt omdat hij verhuisd is. Als zijn opvolger wordt voorgesteld J. Bruysten. In de Raad van Toezicht is J. Janssen uit Ysselsteyn aftredend, doch herkiesbaar.

Aan de orde komt ook weer de uitbreiding van de rijdende melkontvangst en de daarmede ver-band houdende financiering van de melkdiep-koel-tanks.

Tenslotte zal een overzicht gegeven worden van de stand van zaken bij de uitbreiding van de fa-briek en werkzaamheden aan het fafa-brieksterrein en over aankoop van machines.

Twaalf veehouders, die het hele jaar door voor eerste klas melk gezorgd hebben krijgen een oor-konde aangeboden.

Op deze vergadering zal de heer Loonen een uiteenzetting geven over de zuivelsituatie, de situa-tie in de landbouw, de EEG en over het rapport van de studiecommissie van de CZNZ.

Peel en Maas, 08-12-1967; p. 2/12

In document CZ Venray te Venray MAP II (pagina 86-90)