• No results found

3. Resultaten

3.1 Resultaten afgenomen interviews

3.1.2 Resultaten met betrekking tot informatiebehoeften

In dit deel van het verslag zal er worden gekeken naar de resultaten met betrekking tot deelvraag 2, welke behoeften bestaan er bij de studenten met een functiebeperking met betrekking tot de informatie die zij krijgen van studentenbegeleiding? Gedurende het onderzoek is hier op verschillende manieren tegenaan gekeken. Zo is er gekeken naar de directe behoeften die de studenten hebben gehad om zich te melden bij studentenbegeleiding, maar zo is er ook gekeken naar de informatie die ze op dit moment slecht vinden en niet vinden aansluiten bij hun behoeften. Ook is er op vraag van studentenbegeleiding gekeken naar verschillende terminologieën zoals de ‘Rode Balie’ en ‘studentenbegeleiding’ en is er gekeken naar de behoefte die de studenten aangaven met betrekking tot de manier waarop studentenbegeleiding communiceert. Alle antwoorden die de respondenten hebben gegeven, waar deze resultaten op gebaseerd zijn, zijn terug te vinden in de uitgetypte interviews welke zijn toegevoegd aan de bijlagen van dit verslag. Ook zijn alle antwoorden met betrekking tot informatiebehoeften per respondent verkort bij elkaar gezet. Dit documentje is ook terug te vinden in de bijlagen van dit verslag.

Allereerst zal er worden gekeken naar de behoeften die de ondervraagde studenten hebben met betrekking tot de terminologieën ‘Rode Balie’ en ‘studentenbegeleiding’. Daarna worden de resultaten beschreven met betrekking tot de behoeften die de studenten hebben wat betreft de thema’s waar studentenbegeleiding informatie over geeft. Tot slot zal worden beschreven welke behoeften de studenten hebben aangekaart wat betreft de manier waarop studentenbegeleiding communiceert. In tabel 5 is er alvast een overzicht opgesteld met daarin de onderwerpen waarin studenten aangeven bepaalde informatiebehoeften te hebben, deze informatiebehoeften worden in deze tabel ook al kort en krachtig benoemd. Daarnaast worden deze behoeften telkens geïllustreerd met een citaat van een respondent. Voor de volledige antwoorden die de respondenten hebben gegeven wordt men doorverwezen naar de bijlagen van dit onderzoeksverslag.

Terminologieën

Om te beginnen zal er worden gekeken naar de resultaten wat betreft de terminologieën. Studentenbegeleiding gebruikt tot op heden vaker het synoniem ‘Rode Balie’ voor

studentenbegeleiding, maar ze vragen zich af of dit wel zo verstandig is om te doen. Daarom is er in dit onderzoek gekeken naar hoe de ondervraagde respondenten hier tegenaan keken en of het

48 überhaupt wel duidelijk is voor de studenten dat ‘Rode Balie’ een synoniem is voor

studentenbegeleiding. Het antwoord hierop blijkt heel simpel. De ondervraagde studenten vinden

Onderwerp Informatiebehoefte Bijbehorend citaat

Terminologieën

‘Rode Balie’

‘Studentenbegeleiding’

Synoniem de ‘Rode Balie’ heeft geen meerwaarde en zorgt voor verwarring onder studenten. Er is behoefte naar een eenduidigere informatievoorziening. Studenten willen meer informatie over wat studentenbegeleiding is, wat het inhoudt, wat voor begeleiding er kan worden geboden, binnen welke onderwerpen, bij wie ze zich moeten melden en waar studentenbegeleiding te vinden is.

‘De Rode Balie? Ja ik weet een beetje wat het is, niet helemaal denk ik ook.’

- Respondent 15

‘Bij welke mensen moet ik iets melden. (…) En ook verder wat het precies inhoud, wat het betekend en waar je ze precies kunt vinden, dat is echt wel iets dat je even uit moet zoeken (…). Ik heb wel als nieuwe student geloof ik wel wat brieven en papieren gekregen daarover ook maar daar stond niet zo heel veel op. Daar stond alleen maar van zit je ergens mee dan kun je naar studentenbegeleiding, maar wat dan precies en waarmee je kunt zitten en waarmee zij jou mee kunnen helpen werd niet echt heel duidelijk uitgelegd, dus daar werd ik ook niet heel veel wijzer van.’ - Respondent 3

Informatiethema’s

Regelingen met betrekking tot Studievertraging

Regelingen met betrekking tot Financiën

Regelingen met betrekking tot BSA/Harde knip Studievaardigheden Studievoorzieningen/- faciliteiten

Doorstroom naar de master Doorstroom naar de arbeidsmarkt Aanvullende informatiebehoeften

Meer informatie m.b.t. studievertraging Meer informatie m.b.t. financiën Meer informatie m.b.t. BSA/Harde knip Veel meer informatie m.b.t.

studievaardigheden Veel meer informatie m.b.t. studievoorzieningen/-faciliteiten

Veel meer informatie over de doorstroom naar de master

Veel meer informatie over de doorstroom naar de arbeidsmarkt

Studenten willen informatie over de regelingen rondom het nieuwe Twentse onderwijsmodel

Studenten willen informatie over regelingen in het buitenland m.b.t. studeren met een functiebeperking

‘(…) dingen als de doorstroom naar de master en de arbeidsmarkt, ben ik niet tegengekomen of is niet blijven hangen dat ik dat een keer ben tegengekomen. Ik zou dat echt, nee dat ik daarvoor naar studentenbegeleiding kon dat wist ik niet.’ - Respondent 3

‘Ja, nou ja, dat Twentse

onderwijsmodel, dat is voor mij wel, hoe dat nou geregeld moet worden. (…) Dat zijn, ja dat is op dit moment in ieder geval wel het belangrijkste punt naar waar ik wel benieuwd in ben.’ -

Respondent 6

Manier van communiceren Studenten willen op een pro-actievere manier worden benaderd door studentenbegeleiding

‘(…), ik denk dat ze wel wat pro-actiever mogen zijn in wat ze doen en wie ze zijn. Dat is wel, inderdaad het struikelblok.’ - Respondent 5

Tabel 5: Overzicht informatiebehoeften onder studenten met een functiebeperking

het absoluut geen meerwaarde hebben om ‘Rode Balie’ als synoniem te gebruiken voor studentenbegeleiding. Voor veel studenten zorgt dit voor erg veel verwarring en is totaal niet duidelijk dat dit als synoniem gebruikt wordt. Hierbij speelt vaak ook een grote rol dat niet geheel duidelijk is wat studentenbegeleiding inhoudt. Dit komt ook vaak terug in de informatie die zij aankaarten als slechte of gebrekkige informatie. Hier wordt zo meteen op teruggekomen. Van de zestien respondenten die hebben meegewerkt aan dit onderzoek is er een respondent geweest die gelijk een duidelijk beeld had van wat de ‘Rode Balie’ inhoudt, en niks heeft gezegd over dat hij het synoniem geen meerwaarde vond hebben. Alle overige studenten vonden het synoniem geen

49 meerwaarde hebben of vonden dat het synoniem voor veel verwarring zorgde. Iets wat

onderstaande citaten ook duidelijk maken:

‘(…) Dat ik wist waar ik naar toe moest. Maar ik weet verder niet zo veel wat er aan de Rode Balie precies toegevoegd is. Geen idee eigenlijk.’ - Respondent 7

‘(…), ja de Rode Balie. Ja, waar dat is weet ik wel maar waar dat echt voor staat weet ik niet. Ja, maar het is wel een hele wazige naam voor wat het is. (…) Maar het is wel een heel erg onduidelijke naam.’ - Respondent 14

Zoals al eerder aangekaart, is gedurende het onderzoek ook gebleken dat voor de ondervraagde studenten vaak helemaal niet duidelijk was wat studentenbegeleiding nou precies inhoudt en wat daaronder valt. Veel studenten kaarten dit aan en geven aan wel de behoefte te hebben een duidelijk beeld te verkrijgen van wat studentenbegeleiding nou eigenlijk is en wat het nou precies inhoudt. Deze behoefte is ook naar voren gekomen in deel 3.1.1.1 van dit verslag, waarin drempels werden beschreven die studenten kunnen ervaren om zich te melden bij studentenbegeleiding. Doordat studenten geen duidelijk beeld hebben van wat studentenbegeleiding precies is durven zij zich ook niet te melden in de veronderstelling dat zij misschien niet goed op hun plaats zijn bij studentenbegeleiding. In de verkregen data komt duidelijk naar voren dat de ondervraagde studenten een grote behoefte hebben naar meer informatie over wat studentenbegeleiding is en wat het inhoudt. Veertien van de zestien respondenten geven aan dat het fenomeen

studentenbegeleiding niet duidelijk was voordat zij in aanmerking kwamen met de begeleiding, of dat het zelfs nu ze begeleiding hebben (gehad) nog altijd niet duidelijk voor ze is.

Wanneer het over studentenbegeleiding gaat zijn er een aantal factoren niet helemaal helder voor de studenten. De eerste factor is wat studentenbegeleiding precies inhoudt. De vraag ‘wat is studentenbegeleiding en wat doen zij?’ staat hierbij centraal. De vormen van begeleiding die studentenbegeleiding aanbiedt zijn ook niet helemaal duidelijk voor de studenten. Zo kan men bijvoorbeeld een training volgen bij studentenbegeleiding (bijvoorbeeld een self-management cursus) of kan men bijvoorbeeld één op één met een decaan of een psycholoog praten. Studenten hebben vaak wel in de gaten dat er meerdere vormen van begeleiding mogelijk zijn, maar zij missen het overzicht van welke vormen precies. Ook de thema’s waar studentenbegeleiding begeleiding in biedt zijn niet allemaal helder voor de studenten. Hier wordt later in dit deel op teruggekomen. Een ander probleem dat de studenten ervaren is dat het vaak niet duidelijk genoeg is bij wie men voor die begeleiding moet zijn. Dit komt omdat de verschillende partijen waar studentenbegeleiding uit bestaat, veel verwarring opwekt bij de studenten. Zo zijn er studieadviseurs, studentendecanen, studentenpsychologen en misschien nog wel het een en ander. De studenten hebben vaak geen idee wat er allemaal is, en bij wie ze zich voor welke begeleiding kunnen melden. De studenten missen echt een duidelijk overzicht van wat studentenbegeleiding is, welke begeleiding er is, en voor welke begeleiding ze zich bij wie moeten en/of kunnen melden.

Er is de studenten gedurende het onderzoek gevraagd een beschrijving te geven van

studentenbegeleiding. Deze beschrijvingen zijn van alle respondenten onder elkaar gezet en zijn terug te vinden in de bijlagen. Uit deze beschrijvingen blijkt dat veel studenten wel ongeveer weten wat studentenbegeleiding is, maar dat ze er zelf ontzettend onzeker over zijn omdat er door studentenbegeleiding gewoon nooit echt goed gecommuniceerd wordt over hoe

studentenbegeleiding nu precies in elkaar zit en wat ze precies allemaal doen. Zij hebben de duidelijke behoefte om hier beter over geïnformeerd te worden.

Informatiebehoeften met betrekking tot verschillende thema’s

Zoals hierboven al even kort is aangekaart is het voor de studenten niet altijd even duidelijk waar begeleiding in wordt gegeven door studentenbegeleiding. Dit bleek ook toen er werd gekeken naar

50 de kennis wat betreft de thema’s waar studentenbegeleiding begeleiding in kan bieden. Bij het ontwerpen van het onderzoek is er een lijst opgesteld met thema’s waar studentenbegeleiding op dit moment informatie over geeft en begeleiding in biedt. Deze lijst was opgesteld om te kijken of dit allen ook thema’s waren waar de ondervraagde studenten wel behoefte aan hadden om informatie over te krijgen. Toen hiernaar gevraagd werd bleek dat de informatiebehoeften van de studenten uiteenlopend waren. Deze behoeften hadden veel te maken met de fase waarin zij verkeren wat betreft hun studie. Alle thema’s waar studentenbegeleiding op dit moment informatie over geeft werden dus ook wel bestempeld als thema’s waar de studenten behoeften aan hadden om informatie over te krijgen, uiteraard wel afhankelijk van de fase waarin de student verkeert wat betreft zijn of haar studie en de problemen waar men tegen aan loopt wanneer het gaat om de functiebeperking.

Het was echter niet voor alle studenten bekend dat er over al die thema’s informatie werd gegeven door studentenbegeleiding en dat binnen die thema’s begeleiding wordt aangeboden door

studentenbegeleiding. Slechts veertien respondenten hebben hier een uitspraak over gedaan. Van twee respondenten is het dus niet bekend of zij bekend waren met de thema’s. Van de veertien respondenten waar wel van bekend is of zij bekend zijn met de thema’s geeft er maar eentje aan van alle thema’s te weten dat er begeleiding in wordt gegeven door studentenbegeleiding. De overige dertien respondenten wisten dit niet van alle thema’s. De zeven thema’s waar het hier over gaat en waar studentenbegeleiding momenteel al informatie over geeft en begeleiding in biedt zijn

regelingen met betrekking tot studievertraging, regelingen met betrekking tot financiën, regelingen met betrekking tot BSA/harde knip, studievaardigheden, studievoorzieningen/-faciliteiten,

doorstroom van de master en doorstroom naar de arbeidsmarkt. Al deze thema’s zijn door de respondenten minimaal een of twee keer genoemd als thema’s waar zij niet vanaf wisten dat studentenbegeleiding daar informatie over geeft en begeleiding in biedt. De twee thema’s waar de grootste onzekerheid over heerst en waar de minste studenten van wisten dat studentenbegeleiding daar ook iets mee doet is doorstroom naar de arbeidsmarkt en doorstroom naar de master. Ook de thema’s studievoorzieningen en studievaardigheden waren niet helemaal bekend bij de studenten. Van deze twee thema’s werd veelal gedacht dat andere partijen dan studentenbegeleiding zich daarmee bezighielden op de UT. Ook de antwoorden die de respondenten gaven met betrekking tot de kennis die de studenten hadden over de thema’s waar studentenbegeleiding momenteel al informatie over geeft en begeleiding in biedt zijn terug te vinden in de bijlagen van dit verslag. Buiten het feit dat de studenten behoeften hebben aan de informatie waar studentenbegeleiding zich momenteel al mee bezighoudt, zijn er een aantal studenten geweest die nog

informatiebehoeften hebben aangekaart waar studentenbegeleiding zich op dit moment minder of niet mee bezighoudt. Zo is er de laatste tijd vaak sprake van veranderingen in het onderwijs, het Twentse onderwijsmodel is hier een goed voorbeeld van. Verschillende studenten geven aan veel behoefte te hebben naar actuele informatie over dit onderwerp met betrekking tot studeren met een functiebeperking. Naar hun mening worden ze hier te weinig over geïnformeerd terwijl ze hier wel erg veel behoefte naar hebben. Hetgeen waar ze dan vooral in geïnteresseerd zijn, zijn de uitzonderingsregelingen die zullen worden getroffen voor studenten met een functiebeperking. Een ander thema dat is aangesneden door een student is studeren in het buitenland met een

functiebeperking. Uit haar ervaring is gebleken dat de regels rondom studeren met een

functiebeperking in het buitenland anders kunnen zijn dan in Nederland. Zij had het prettig gevonden als studentenbegeleiding hier van te voren meer informatie over had kunnen geven zodat zij hier beter op voorbereid was. De antwoorden die de respondenten gedurende de interviews hebben gegeven met betrekking tot de informatiebehoeften die zij hebben gehad zijn ook terug te vinden in de bijlagen van dit verslag.

51

Weg naar studentenbegeleiding

Uit de interviews die zijn afgenomen is gebleken dat veel van de ondervraagde studenten via via bij studentenbegeleiding terecht zijn gekomen, omdat bijvoorbeeld een vriend of vriendin hier ook al begeleiding had en de ondervraagde student doorverwees. Twaalf van de zestien respondenten hebben verteld hoe zij bij studentenbegeleiding terecht zijn gekomen, hiervan hebben er zes aangegeven dat ze erachter kwamen met hun probleem bij studentenbegeleiding terecht te kunnen doordat een bekende ze hierop attendeerde. De overige zes respondenten zijn doorverwezen door hun studieadviseur. Respondenten gaven hier in een aantal gevallen bij aan dat wanneer ze eerder hadden geweten bij studentenbegeleiding terecht te kunnen met hun probleem, dat ze daar ook eerder aan de bel hadden getrokken. Wanneer er werd gevraagd aan de respondenten wat er kon worden verbeterd aan de informatievoorziening van studentenbegeleiding, dan werd er wederom vrijwel altijd geantwoord met dat ze beter geïnformeerd hadden willen worden over wat

studentenbegeleiding is, wat ze doen, en waar ze te vinden zijn, iets wat telkens terugkeerde bij vrijwel elke respondent. Dit is iets wat ook al eerder terugkwam bij de drempels die de studenten hebben ervaren, en bij de terminologieën die hierboven beschreven staan. Daarnaast gaven respondenten in veel gevallen aan dat ze de behoefte voelen om meer actief opgezocht te worden door studentenbegeleiding, onder het motto van ‘als je niet weet dat het bestaat zoek je er ook niet naar’. Met andere woorden, als de studenten actief worden opgezocht en van het bestaan van studentenbegeleiding af weten zijn ze ook eerder geneigd er zelf naar op zoek te gaan wanneer studentenbegeleiding ze hulp kan bieden.