• No results found

Resultaten leerlingenvragenlijst vooronderzoek

1. Welke drie functies zijn achtereenvolgens toe te kennen aan deze alinea? A: 0

B: 4 C: 4 D: 13

2. Hoe ben je tot dit antwoord gekomen?

B: Conclusie is ‘Nederlands onderwijsbeleid vol van cynisme’, de aanbeveling is ‘dat de overmatige subsidies verminderd moeten worden’; antwoorden met de tekst vergelijken; aanbeveling op het eind.

C: In de eerste paar zinnen staat vooral het probleem uitgewerkt hierna zie je een zin

terugkomen die uitlegt hoe je het probleem kunt oplossen, dit wordt later samengevat in een concluderende zin; Als eerst wordt de situatie beschreven zoals die nu is (probleem) en dan wat je eraan kan doen (‘verminder daarom’) → conclusie; Omdat ik aan het einde een conclusie herken en c het enige antwoord is met als laatst een conclusie, deze conclusie herkende ik door het signaalwoord ‘daarom’

D: De auteur geeft kort weer wat het probleem is, daarna zegt hij waartoe dit leidt bv ‘het cultureel erfgoed verkwanseld’ en hij adviseert dan om overmatige subsidies te verminderen; Door na te denken over wat er wordt gezegd, eerst wordt gezegd wat er aan de hand is en daarna wat er daardoor gebeurt, als laatste wordt gezegd wat je het beste kan doen, is advies; Eerst leggen ze uit wat er aan de hand is, vervolgens zeggen ze wat er daardoor gebeurt en tot slot geven ze een advies; ‘Verminder’ en ‘stop’ geven een advies aan en stellen een oplossing voor, in het middenstuk zie je woorden als ‘als’ en ‘dan’ die gevolgen aangeven.

3. ​Onderstreep​ nu zelf al de ​signaalwoorden​ in de tekst ‘minder economie, meer

filosofie’ en kijk nog eens naar je antwoord bij vraag 1. ​De dikgedrukte woorden zijn geen signaalwoorden. Inmiddels​: 2 Maar: 15 Als: 20 Dan: 21 En: 4 En: 1 Daarom: 20 Op​: 1 En: 13 Met​: 1 Stop​: 1

Maar: 17

4. Zou je nu een ander antwoord kiezen? Waarom?

Nee: 19: Heb al naar verbindingswoorden gekeken; Nee, want de tekst heeft nog steeds dezelfde functie; Nee, want ‘als’ en ‘dan’ geven een gevolg aan, daarom zorgt het voor een advies; Ik zou geen ander antwoord kiezen, want ‘als’ geeft een stelling/probleem aan, ‘dan’ geeft een gevolg aan en ‘daarom’ geeft een advies/conclusie aan.

Ja: 2: D, er staat als...dan dus dat geeft een gevolg aan (advies is “verminder daarom”); Ja, ik zou eerder C gekozen hebben gekozen in plaats van D, de type signaalwoorden verbinden namelijk meer een probleemstelling en oplossing en hangen er meer mee samen; Ja, B want die lijkt op basis van de signaalwoorden logischer.

5. Zie je jezelf als een sterke, gemiddelde of zwakke lezer? Sterk: 1

Gemiddeld:19 Zwak: 1

6. Gebruik je een bepaalde leesstrategie als je voor een toets een tekst moet lezen en vragen moet beantwoorden.

Leesdoel: 1

Tekstsoort vaststellen: 1 Auteur: 2

Scannen titel etc.: 12 Vragen stellen: 1 Belangrijke info: 7 Signaalwoorden: 2 Voorspellen: 3

Onbekende woorden en concepten:6

7. Zijn signaalwoorden volgens jou belangrijk voor het begrijpen van een tekst? Ja: 21: Ja, je kunt hierdoor beter bepalen wat de structuur van de tekst is en wat voor soort tekst het is; Ik leg er geen nadruk op als ik een tekst lees, maar zonder signaalwoorden is een tekst wel lastiger volgens mij; Ja, want die geven aan hoe de zinnen met elkaar verbonden zijn; Ja, want ze geven een bepaald verband aan, zonder signaalwoorden kunnen zinnen iets heel anders betekenen, het is met name heel belangrijk voor toetsen; Ja, want ze geven verbanden aan tussen tekstdelen; Ja, zo zie je sneller waar je informatie kan vinden die je zoekt.

Nee: 0

8. Gebruik je signaalwoorden om de tekst beter te begrijpen en/of om antwoord te geven op een toetsvraag? Zo ja, hoe?

Ja: 16: Ja, vaak wordt er gevraagd wat twee alinea’s na elkaar voor verband hebben, om dat te bepalen gebruik ik signaalwoorden; Ja, je kan bv beter opsommingen en tegenstellingen aangeven of duidelijk teruglezen in een tekst; Ja, om aan te geven wat de argumentatie achter mijn antwoorden zijn; Ja, oorzaak-gevolg herkennen; Ja, want door signaalwoorden snap ik wat de tekst wil zeggen en dit is belangrijk om te weten bij het beantwoorden van een vraag. Nee: 4: Nee, zou ik wel moeten doen, want het helpt zeker om vragen beter te begrijpen Soms: 1: Ja, soms wel bv bij een vraag zoals vraag 1.

9. Heb je wel eens les gehad in de betekenis en het gebruik van signaalwoorden? Zo ja, op welke manier?

Ja: 18: Ja, uitleg wat ze betekenen en wat voor functie ze hebben, hier hebben we vervolgens (toets)opdrachten bij gemaakt; Ja, volgens mij wel, wel een tijd geleden, dat werd gedaan door te zeggen wat de signaalwoorden betekenen en welke functie ze hebben; Ja, volgens mij hebben we in het boek wel een pagina met verschillende soorten signaalwoorden staan en hebben we hier ook wel eens uitleg over gekregen; Ja, ik heb er veel mee geoefend bij argumentatie en bij examentrainingen; Ja, dan moesten we verbanden met de bijbehorende kenmerken uit ons hoofd leren; Ja, met formuleren soms een aantal signaalwoorden

behandeld; Ja, wat je ermee kan en wat het voor verbanden aangeeft; Ja, door voorbeelden, uitleg en opdrachten te maken; Ja, wanneer je welk signaalwoord gebruikt; Een beetje, dan zeggen de docenten welke verbanden er zijn en welke signaalwoorden daarbij horen; Ja, door teksten te lezen en teksten te schrijven;

Nee: 3

10. Maak je tijdens het schrijven van een stuk tekst wel eens gebruik van signaalwoorden? Zo ja, welke?

Ja: 21: Ja, vaak degenen die een opsomming, conclusie en tegenstelling aangeven; Alle voegwoorden zoals, daarom, omdat, zodat, wanneer, dus, bijvoorbeeld; Maar, daardoor, ook; Concluderend, eigenlijk allemaal wel; Bijvoorbeeld, dan, daarentegen, kortom, als, ten eerste; Samenvattende signaalwoorden en signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven; Of, daarbij, hierdoor; Vervolgens, en, tot slot.

Bijlage 5: Toets leesvaardigheid en argumentatie