• No results found

Resultaten expertinterview ontwerphypothese

In deze bijlage heb ik de resultaten van de expertinterviews verwerkt. Ik heb vier docenten Nederlands geïnterviewd en zal de verschillende personen van verschillende bullets voorzien. Alle docenten blijven anoniem en daarom zal ik hun namen niet vermelden. De ronde bullit is de docent Nederlands van de andere school. De vierkante bullit en de pijlbullit zijn experts uit mijn sectie en het vinkje is de vakdidacticus.

Onderwerp 1 : theorie

1. Welke onderdelen vond je verrassend, welke niet?

● We doen blijkbaar de goede dingen op school, we maken veelvuldig gebruik van GLS. Verrassend was de theorie taal- en zaakvakken.

■ Mooi dat er uit de theorie blijkt dat de combinatie tussen lezen en schrijven belangrijk is en dat het veel meer body krijgt. Dit probeer ik zelf in de lessen ook duidelijk te maken. Je moet de koppeling maken.

➢ Wat ik interessant vond, is dat goede lezers denken dat een tekst met veel signaalwoorden makkelijk te lezen is en dat ze dan meer scannend lezen. Maar begrijpen ze het dan ook beter?

✓ Connectieven zijn belangrijk en ik vind het leuk dat je de verkaveling behandelt. Ook wist ik niet dat leerlingen beter presteren op toetsen als ze achteraf over een

geschreven tekst iets schrijven, dus dat is interessant. 2. Ben je het ergens niet mee eens?

● Nee ■ Nee ➢ Nee

✓ Ik begrijp één verband die je maakt in hoofdstuk 3.3 niet, namelijk dat het vermoeden wordt gewekt dat het schrijven van tekstverbanden kan helpen bij het herkennen van tekstverbanden, doordat bijvoorbeeld sterke schrijvers beter zijn in het lezen van literaire tekst. Na je uitleg blijkt dat duidelijk te zijn, maar dit zou je aan kunnen passen ter verheldering.

✓ SLO zijn leuke plaatjes, maar liggen voor de hand. Wat ga je daar specifiek mee doen? Na je uitleg is het duidelijk.

● Ik wist al veel hierover. Signaalwoorden blijken wederom heel belangrijk te zijn en er moet aandacht aan besteed worden, maar dit doe ik al uitvoerig.

■ Ik maak al gebruik van de combinatie lezen en schrijven, zo heb ik straks een les waarbij we samen een artikel gaan lezen en eruit halen wat je zou kunnen gebruiken om zelf een artikel te schrijven, zoals een inleiding, middenstuk en slot. Daarna gaan ze het zelf schrijven.

➢ De combinatie tussen lezen en schrijven doe je eigenlijk automatisch dus dat gebeurt al in mijn lessen. Je ontkomt er niet aan, je maakt de koppeling sowieso. Ik leg bijvoorbeeld de nadruk op welke teksten fijn lezen en waar dat dan aan ligt en hoe je dat zelf kunt toepassen tijdens het schrijven.

✓ Zie 1.

Onderwerp 2: ontwerphypothese 4. Goede punten:

● Koppeling tussen schrijven en lezen is heel goed, gebeurt op weinig scholen terwijl het wel erg belangrijk is. Verder vind ik het moeilijk om hier iets over te zeggen. ■ Ontwerphypothese lijkt me in principe goed

➢ Ik denk dat het goed is. ✓ Goed.

5. Ontwikkelpunten: ● Geen.

■ Ik denk dat y1 lastig te toetsen is. Hoe kom je erachter of ze het belang inzien? Je kunt bijvoorbeeld twee teksten vergelijken waarbij de ene tekst meer signaalwoorden heeft en de ander minder en dan hopen dat ze inzien dat die tekst met duidelijke

signaalwoorden overzichtelijker is en welke makkelijker leest en waar de informatie makkelijker uit te halen is.

➢ Je zou als extra y toe kunnen voegen dat niet iedere tekst gestructureerd is met signaalwoorden, terwijl er wel een goede structuur in zit. Zeker bij beschouwingen is het zo genuanceerd, dan hou je alleen maar signaalwoorden op zinsniveau over omdat niet alles tegenover elkaar staat. Het zijn vaak de teksten met een mengvorm die een heel andere hiërarchie aanhouden.

✓ Zeven x’en zijn wel veel. Moeten ze niet ingevuld worden met grotere dingen zoals activerend leren? Volgens mij is je ontwerphypothese namelijk in essentie iets anders. Daar zou je nog even naar moeten kijken. Ik heb namelijk nog nooit zoveel x’en gezien in de ontwerphypothese.

6. Koppeling theorie:

● Je poogt schrijven en lezen aan elkaar te koppelen in de ontwerphypothese en uit de theorie blijkt dat deze aanpak goed werkt om lezen te verbeteren, dus dat is goed. ■ Ik denk dat de ontwerphypothese overeenkomt met de theorie.

➢ Volgens mij komt alles van de theorie in de ontwerphypothese voor en andersom. ✓ Lijkt goed.

7. In hoeverre praktisch realiseerbaar?

● Ik denk dat het realistisch is om in 4 lessen te halen (de y’s). Het lijkt veel, maar 5 vwo-leerlingen weten al veel over signaalwoorden. Je doet veel tegelijkertijd. ■ Ik denk dat het veel is om het in vier lessen te doen. Het zou net aan kunnen.

➢ Ik denk dat het vrij veel is, maar het zou kunnen. Als je elkaars teksten ook gaat laten lezen dan wordt het denk ik wel krap.

✓ Wel erg veel.

Onderwerp 3: ontwerpregels 8. Goede punten:

● Ik denk dat deze ontwerpregels een goede manier zijn om de ontwerphypothese te bewerkstelligen. Maar niets erbij doen, anders red je het niet.

■ De invuloefening in x2 lijkt me goed. Voor sommigen is het misschien te makkelijk, maar dat werkt alleen maar bevestigend, terwijl de leerlingen die er moeite mee hebben beseffen dat er nog werk aan de winkel is. Je hoeft niet bang te zijn dat het te kinderachtig is.

➢ Ik vind de opdrachten allemaal heel goed. ✓ De meeste regels lijken mij in orde. 9. Ontwikkelpunten:

■ Hoe ga je x6 ongeveer vormgeven? Want je moet ze wel gericht feedback laten geven, niet dat de tekst ‘leuk’ is. Je zou bijvoorbeeld de koppeling kunnen maken naar de theorie, dus hoe de opbouw van een tekst in elkaar zit en in hoeverre dat terug te zien is in deze tekst. Waar staan de kernzinnen, waar de structurerende zinnen, waar de signaalwoorden? Zo ja, welke zin is dat? Dus leerlingen die zinnen echt op laten schrijven.

■ X3 zou je nog aan kunnen passen als je je niet alleen wil richten op signaalwoorden, maar ook op de zinnen. Je zou het omgedraaid aan kunnen pakken, bijvoorbeeld ze een tekst aanbieden waarbij ze al de inhoudelijke woorden en zinnen wegstrepen. Zo zien ze wat er overblijft en dat dat dus signaalwoorden of -zinnen zijn.

➢ Ik vraag me af in hoeverre die invuloefening nodig is, ik zou het dan wel zonder voorkennis doen als introductie.

➢ Als je bij x5 als opdracht meegeeft dat ze twee argumenten moeten opschrijven, een tegenargument en een weerlegging, dan structureer je hun tekst eigenlijk al. Misschien kan je dat niet doen? Het kan wel, maar je hebt een grote kans dat ze

argumentatiestructuur braaf aanhouden, maar in hoeverre leren ze daar dan nog van? Je zou de vraag bij hen kunnen neerleggen: hoe zou je deze tekst aanpakken? Wat zou je opschrijven?

➢ Hoe kom je er bij x5 achter wat ze de moeilijkste verbanden vinden? Het is namelijk als leerling heel moeilijk om te zeggen wat moeilijk is. Je kan het ook zo formuleren: wat denk je dat de lastigste zijn? En dan kan je van alles een voorbeeld noemen. ✓ Waarom kies je in x2 voor een invuloefening? Ik denk namelijk dat het demotiveert,

ze zien namelijk het nut van de signaalwoorden niet in. Ik ben bang dat je de lessen gelijk stereotypeert als je met een invuloefening begint. Hoe ga je ze van dit naar schrijven brengen? Ook als je voorkennis wil activeren, waarschuw ik je dat signaalwoorden een negatieve connotatie hebben. Je motivatie om op deze manier spelenderwijs het gesprek op gang te brengen over signaalwoorden overtuigt me wel. ✓ Waarom doe je in x4 expliciet een vrije opdracht? Ik denk namelijk wel dat ze alleen

maar makkelijke signaalwoorden gaan gebruiken, maar dan zou je die woorden eruit kunnen halen en daar synoniemen voor kunnen laten zien.

✓ Hoe ga je in x6 de koppeling tussen lezen en schrijven maken? Ik denk namelijk dat je dat niet op deze manier voor elkaar krijgt. Kijk eens naar het onderzoek van Janssen & Van den Bergh (2010). Zij doet een oefening waarin ze een verhaal af moeten maken en dat verhaal bestaat en dat wordt vervolgens vergeleken. Dit blijkt te helpen om het verhaalbegrip te vergroten. Dit zou dus op vergelijkbare manier bij jou kunnen helpen. Zo heb je een duidelijke houvast voor de schrijfopdracht.

● Ja, alles wat je doet hebt opgeschreven in de ontwerphypothese komt terug in de ontwerpregels.

■ Ja. ➢ Ja.

✓ Ja, al zou ik dus nog even kijken of het op deze manier weergegeven moet worden. 11. Koppeling theorie:

● Ja, je ziet punten uit de theorie terug in de ontwerpregels. Ik zie alleen de

leesstrategieën niet terug in de ontwerpregels, maar ik denk dat het niet nodig is omdat de meeste leerlingen dit wel doen tijdens het lezen. Daar heb je daarnaast misschien te weinig tijd voor. Daarnaast laat je ook de onderwijsleercyclus terugkomen in de ontwerpregels en de lessenserie.

■ Ik heb niet het idee dat de theorie de regels tegenspreken. ➢ Ik denk dat de koppeling goed wordt gemaakt.

✓ Je zou het onderzoek van Janssen & Van den Bergh toe kunnen voegen aan de theorie als je er iets mee gaat doen. Verder denk ik dat je goed verantwoordt waarom je verschillende keuzes maken.

12. Koppeling y met x:

● Ik denk wel dat de y’s een logisch gevolg zijn van de x en dat ze er allemaal in terugkomen.

■ Lijkt me goed.

➢ Volgens mij komen ze aardig overeen. ✓ Geen opmerking.

13. In hoeverre praktisch realiseerbaar?

● Koppeling maken tussen lezen en schrijven is lastig (x6), maar ik denk dat deze ontwerpregel wel een goede regel is. Daarnaast denk ik dat het allemaal haalbaar is. ■ Zie vraag 7.

✓ Het ligt eraan hoe de opdrachten eruit zien dus daar moet ik de lessen voor zien. Je moet er wel voor zorgen dat je de schrijfopdrachten richt op je doel.

Onderwerp 4: algemeen gevoel 14. Interessante punten onderzoek:

● Ik merk dat het echt werkt als je schrijven en lezen combineert, dus als ze dat bij jou op school nog niet doen dan is dit echt top.

■ Ik vind het een leuk onderwerp en heel belangrijk. Het is goed om dit als docent goed uitgedacht te hebben, want zo kan je het goed aan leerlingen overbrengen en ben je alert op verschillen. Dat is het allerbelangrijkste. Je kiest de juiste opbouw.

➢ Het is goed op niveau en juist voor 5 vwo is het belangrijk om aandacht te besteden aan die structuur en dat je ze op deze manier goed meekrijgt.

✓ Wat ik het allerleukste vind, is het schrijven voorafgaand aan het lezen. Het is leuk, omdat het kan werken en omdat het vakonderdelen aan elkaar koppelt. Zo zien ze het nut van de verschillende onderdelen misschien beter in. Daarnaast zijn de

signaalwoorden een crime in het vak en het schiet zijn doel voorbij. Leerlingen krijgen er een hekel aan. Verbanden zijn vaak ook zo abstract voor ze en moeten ze dat

überhaupt wel weten? Ze gebruiken verbindingswoorden namelijk allemaal, maar wij vragen er heel expliciet naar in een toets. De vraag is of dat nodig is. Interessante materie.

15. Feedback onderzoek: ● Geen.

■ Je kan meer aandacht besteden aan structurerende zinnen, al is dat vrij

contextafhankelijk. Je zou structurerende zinnen echter wel kunnen vervangen door signaalwoorden en dit aan de leerlingen duidelijk kunnen maken. Structurerende zinnen zijn namelijk synoniemen voor signaalwoorden. Misschien kan je een tussenstap bedenken door leerlingen alternatieven voor signaalwoorden te laten bedenken, namelijk structurerende zinnen.

➢ Mijn enige bezwaar bij jouw onderzoek is dat je het erg ophangt aan signaalwoorden. Herkennen van signaalwoorden kunnen ze al in de onderbouw, ze weten welke het zijn en hoe ze het moeten gebruiken. Je wil echter dat ze beter structuur leren aanbrengen in hun geschreven tekst of de structuur van een tekst bij leesvaardigheid eerder herkennen en dat valt of staat niet bij het herkennen van signaalwoorden. Daar zit volgens mij weinig koppeling tussen lees- en schrijfvaardigheid, je kan namelijk ook een gestructureerde tekst schrijven zonder signaalwoorden.

➢ Pas op met zeggen dat er bijvoorbeeld te weinig signaalwoorden in de tekst staan, als leerlingen meer signaalwoorden gebruiken wordt de tekst niet per se meer

gestructureerd.

➢ Maak duidelijk dat er een onderscheid is tussen signaalwoorden/-zinnen op microniveau (zinsniveau) en macroniveau. Hier zou je een oefening bij kunnen

bedenken: welke signaalwoorden/-zinnen krijgen een functie in de zin, welke woorden helpen bij het structureren van een tekst. Zo krijgen ze meer inzicht in de verschillende opties. Dit kan je weer koppelen aan de plekken in de alinea’s.

✓ Zie vraag 9.

16. In hoeverre voldoet het aan de praktijkeisen?

● Het lijkt me sowieso betekenisvol. Misschien is de laatste tekst iets te makkelijk voor 5 vwo, maar dan zijn ze misschien iets sneller klaar, dat is ook niet erg. Daarnaast leuk onderwerp, studentenleven vinden ze sowieso leuk.

■ Zie vraag 13. ➢ Zie vraag 13.

✓ Ik denk dat het zeker op niveau is en daarnaast nuttig is voor leerlingen om op een andere manier te leren over signaalwoorden dan de manier waarop de methode het aanbiedt.

Bijlage 9: Opzet expertinterview prototype