• No results found

Hoofdstuk 5: Analyse en vergelijking: niveau 2

5.2 Relaties

Beide auteurs kiezen niet voor één dominante actor. Ze zien beiden in dat de natiestaat gebaseerd op het principe van soevereiniteit en zelfbeschikking niet meer voldoet, maar schrijven de natiestaat niet volledig af. Beide auteurs zien de gemeenschap als de actor in het internationale speelveld. Een gemeenschap met organische krachten die niet te elimineren zijn maar wel in belang afnemen door globalisering en transnationale verwikkeling en daardoor wellicht steeds meer versmelten tot een wereldgemeenschap.

5.2 Relaties

De natiestaat blijft dus van belang in de internationale betrekkingen. In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de staten zich ten opzichte van elkaar verhouden en hoe Niebuhr en Etzioni verwachten dat deze verhoudingen zullen veranderen. De visie van de auteurs op de relaties binnen de internationale politieke orde is tijdgevoelig. Etzioni schrijft over de huidige relaties maar Niebuhrs visie heeft betrekking op de relaties van veertig jaar geleden. Dit tijdsverschil in visie betekent niet dat een vergelijking op dit niveau niet mogelijk is. In deze paragraaf wordt daarom voornamelijk gekeken naar de achterliggende factoren van de relaties en de rol die Amerika hierin speelt.

In de paragraaf hierboven is uiteengezet dat er volgens Niebuhr nog geen internationale politieke orde is die machtig genoeg is om de relaties van staten te reguleren en de interesses te bundelen. In 1959 schrijft Niebuhr in Nations and Empires dat de wereld verdeeld is tussen twee tegengestelde allianties van staten elk onder aanvoering van de hegemonie van Amerika of Rusland. Deze hegemonieën hadden de economische en militaire macht om onafhankelijk van elkaar beleid te bepalen. Het leiderschap van de hegemonieën was gedeeltelijk ideologisch. De loyaliteit was grotendeels gebaseerd op het communisme of juist op het uitbannen van het communisme. De groep van naties die onder leiding van Amerika tegen het communisme waren bestond uit vele verschillende staten en niet alleen uit westerse democratieën. Rusland en Amerika konden deze positie innemen omdat zij alleen de capaciteit hadden om een grote continentale economie te organiseren, die de economische mogelijkheden van andere naties overtroffen. De ironische overeenkomst volgens Niebuhr tussen de twee hegemonieën was dat

Niveau 2: Actoren

Overeenkomsten Verschillen

Beide auteurs zien het belang van de natiestaat in de internationale orde afnemen en geven grote prioriteit aan het belang van de gemeenschap als actor.

60

ze beide de wereld wilden ontdoen van imperialisme terwijl ze zelf steeds meer landen in hun invloedsfeer probeerden te brengen.188

Volgens Niebuhr was de relatie van Amerika met het continent Europa, met name Groot Brittannië, van groot belang. Niebuhr zag de Anglo-Amerikaanse relatie als een “sine qua non for the preservation of Western civilization… the world is being held together by American power, frequently deflected, though not always guided, by the wider experience and greater political maturity of British statecraft”.189 De sterke relatie tussen Amerika en Groot Brittannië komt volgens Niebuhr voort uit de overeenkomst van organische factoren van beide staten zoals een gezamenlijke taal, culturele tradities en democratische idealen. Maar hij zag ook dat de relatie onder steeds grotere druk kwam te staan. De autoriteit van Amerika is voornamelijk gebaseerd op economische macht, dat van Groot Brittannië op politieke macht. Deze politieke macht van Groot Brittannië was gestoeld op het imperiale systeem van de Commonwealth, welke tanende was. De economische productie in Amerika was echter nog sterk aan het groeien, wat betekende dat de Amerikaanse macht ook steeds meer toenam met het gevolg dat de Britten meer en meer afhankelijk werden van Amerika. “The British own more castles than we (America); we, increasingly, own the mortgages to these castles.”190 Wat Niebuhr bewonderde aan Groot Brittannië was hun kennis van de internationale betrekkingen en hun realistische buitenlands beleid. In 1957 schrijft Niebuhr, “the reality is that we are the most powerful nation in the alliance of free nations and that Britain is quite content to play second fiddle to us, provided that we understand that the Anglo-Saxon alliance is the core of authority in the free world and that the two nations working tighter have more authority than one nation, however powerful, working alone.”191 De kracht van de Anglo-Amerikaanse relatie was niet de combinatie van macht maar de mix van Brits realisme en Amerikaans liberalisme.192

Niebuhr heeft het einde van de Koude Oorlog niet mee gemaakt maar hij heeft er wel over geschreven inclusief de relationele veranderingen. De opties waarin de Koude Oorlog kon eindigen was volgens Niebuhr een totale oorlog of een langdurige geweldloze machtsstrijd die mogelijk zou kunnen leiden tot een vredevolle co-existentie van de twee staten.193 Niebuhr voorspelde dat de internationale politiek de komende decennia gedomineerd zou worden door grootmachten die steeds meer kleine staten aan zich zullen binden. Moeite zullen evenwel deze grootmachten hebben om de vrede te bewaren tussen deze staten omdat ze niet genoeg autoriteit hebben om de interesses van deze staten te laten samensmelten. De grootmachten zullen wel machtig genoeg zijn om een systeem van unilaterale veiligheid te creëren die

188

Niebuhr, Nation and Empires, 10-12. 189

David, Niebuhr on Politics, 302-303. 190 Ibidem, 304.

191

Ibid, 305. 192 Ibid.

61

adequaat genoeg zal zijn voor eigen bescherming maar niet voor het behoud van wereldvrede. De grootmachten waar Niebuhr in eerste instantie op doelde waren de Sovjet-Unie, Amerika en Groot Brittannië. Groot Brittannië werd door Niebuhr toegevoegd omdat hij bang was dat de Amerikanen en Sovjets zich weer als onvoorspelbare giganten zouden gedragen. Later heeft hij Groot Brittannië uit zijn rijtje van grootmachten gehaald en deze vervangen door China.194

Niebuhr zag de wereld vooral als bipolair. Etzioni daarentegen ziet de wereld unipolair. In de huidige wereldorde heeft Amerika als supermacht de leiding. Amerika is volgens Etzioni een semi-empire. Het bindt wel staten aan zich, maar bezet deze territoriaal niet. De opkomst van het semi-emipre Amerika vindt al een lange tijd plaats maar is versneld door de aanslagen van 9/11. Amerika heeft door haar anti terrorisme campagne vele staten aan zich kunnen binden. Het heeft zijn (semi)militaire aanwezigheid kunnen vergroten tot in 170 landen en de zeven zeeën. Met de antiterrorismecoalitie heeft Amerika de nationale interesses van andere landen kunnen samenbrengen. Binnen deze coalitie zijn alle partners gelijk maar de leiding ligt wel bij Amerika, Rusland en Groot Brittannië, afhankelijke van de situatie aangevuld met een variëteit aan partners zoals Japan en China.195

Behalve het bovenstaande gaat Etzioni in zijn boeken niet echt in op de huidige relaties die er zijn binnen de internationale betrekkingen. Hij hekelt het beleid van Amerika aangaande Rusland, waar alleen maar wordt ingezet op democratiseren en te weinig op deprolifiratie, maar gaat verder niet inhoudelijk in op de relatie tussen de twee landen.196 Opmerkelijk is ook dat hij weinig over de rol van China schrijft dat in de laatste decennia een supermacht van grote betekenis is geworden. Wel gaat hij uitgebreid in op de relaties die er in de toekomst zullen komen tussen de verschillende ‘bouwstenen’ van zijn globale natie. Zoals in hoofdstuk drie al is uiteengezet spreekt hij over verschillende globale autoriteiten, naties, intergouvernementele organisaties, transcommunitaristische organen, regionale gemeenschapen en instituten en de VN. Deze bouwstenen en hun relaties tot elkaar zijn verder uitgewerkt in paragraaf 5.5.1. Het is hier van belang te beseffen dat de belangrijkste relaties binnen de internationale betrekkingen volgens Etzioni niet meer de relaties tussen staten zullen zijn, maar tussen verschillende (regionale)organen.

Aangaande de relaties binnen de internationale betrekkingen kan er geconcludeerd worden dat beide auteurs Amerika als een supermacht zien die ook in de toekomst zijn internationale leiderschapspositie zal behouden. Het verschil in tijd waarin Niebuhr en Etzioni schrijven zorgt dat beiden een andere kijk hebben op de relaties binnen de internationale

194

Niebuhr schrijft deze voorspelling in Childeren of Light and Childeren of Darness, dit boek is in 1944 geschreven voor de koude oorlog begon. In 1960 is het boek heruitgegeven met een nieuw voorwoord van Niebuhr stelt hij dat zijn visie voor de toekomst gelezen moeten worden in het licht van de koude oorlog. Nieburh, Childeren of Light, 171, viii-x; Ulrich, Balancing Democracy, 8-9.

195 Etzioni From Empire, 95-96, 105, 107, 112. 196 Etzioni Security First, 15-19.

62

betrekkingen. Niebuhr stelt dat er een bipolair machtsevenwicht is. Etzioni stelt dat de wereld vandaag unipolair geleid wordt maar dat het zal veranderen tot een multipolair

machtsevenwicht van verschillende actoren. Ondanks het tijdsverschil benoemen beide auteurs wel de zelfde grootmachten die een leidende rol zullen blijven spelen. Verrassend hierbij is dat Niebuhr veertig jaar geleden wel de (opkomende) macht van China voorspelde en dat Etzioni heden ten dage China amper in zijn theorie betrekt.