• No results found

Zwaktes van de vragenlijst 1. peilt niet naar incidentie

2. enkel geschikt voor kinderen/jongeren boven de 12 jaar

3. een heel brede invulling van de term victimisatie: er is slechts 1 module die zich specifiek focust op de verschillende vormen van kindermishandeling, waardoor er slechts een beperkt aantal vragen effectief peilen naar de verschillende vormen van mishandeling.

4. geen zicht op de omvang van de verschillende vormen van victimisatie per context (geen onderscheid tussen thuiscontext, schoolcontext)

7.1.4. International Child Abuse Screening Tool - Child Home/Child Institution (ICAST-CH/ICAST-CI)

De ICAST vragenlijst (IPSCAN, 2007) werd ontwikkeld door IPSCAN op aanvraag van de VN secretaris met ondersteuning van ‘Unicef’ en de ‘OAK foundation'. Het doel van het verzoek was een instrument te ontwikkelen dat de aard en de ernst van direct geweld ten opzichte van kinderen en jongeren in kaart brengt, om via een zelfrapporterende vragenlijst zicht te krijgen op de omvang van het geweld tegen kinderen en jongeren over de hele wereld. Meer dan 130 experts afkomstig uit 43 verschillende landen participeerden mee aan de ontwikkeling en de review van de vragenlijst.

De vragenlijst werd ontwikkeld voor drie verschillende leeftijdsgroepen. De zelfrapporterende ICAST-C vragenlijst is bedoeld voor kinderen en jongeren vanaf de leeftijd van 11 jaar. De vragenlijst is opgesplitst in een thuis versie en een institutieversie (school en werk). De eerste peilt naar ervaringen van kinderen en jongeren met geweld in hun thuisomgeving en de tweede naar ervaringen van kinderen en jongeren met geweld in de school, werk of instellingscontext. De ICAST-R richt zich op jong volwassenen (18-24 jaar) die via retrospectieve zelfrapportage terugblikken op situaties van geweld in hun kindertijd en jeugd tot en met de leeftijd van 18 jaar. Een laatste vragenlijst versie is de ICAST-P, deze vragenlijst is ontwikkeld als leidraad bij het interviewen van ouders. Er wordt tijdens het interview aan ouders gevraagd of in welke mate ze harde disciplinerende straffen gebruiken in de opvoeding en of er al één of verschillende vormen van misbruik binnen het gezin zijn voorgekomen.

Omdat we specifiek op zoek zijn naar een basisvragenlijst die zelfrapportering van kinderen mogelijk maakt, focussen we ons hier enkel op beide vragenlijstversie ICAST-C.

De thuisversie omvat 52 vragen, telkens gevolgd door een aantal follow-up vragen. De School- en werkversie omvat 58 vragen, eveneens gevolgd door een aantal follow-up vragen.

Beide vragenlijsten behandelen volgende thema’s - sociaaldemografische factoren

- emotioneel misbruik - fysiek misbruik - seksueel misbruik

- andere pijnlijke of angstwekkende gebeurtenissen.

De ICAST-CH bevat nog een aantal vragen over verwaarlozing en over het getuige zijn van huiselijk geweld.

Via de follow-up vragen wordt de ernst van het misbruik alsook de dader van het misbruik in kaart gebracht.

Sterktes van de vragenlijst

1. uitermate geschikt voor gebruik in diverse contexten en culturen

2. ontwikkeld in opdracht van de VN en wordt nu wereldwijd verspreid: vergelijking van de cijfers tussen verschillende landen wordt mogelijk

3. verschillende contexten waarin kindermishandeling kan voorkomen

4. informatie over de dader (zowel volwassenen als leeftijdsgenoten) en de frequentie van de mishandeling of verwaarlozing

5. verschillende vormen van kindermishandeling

6. goed ingeleid, en vragen over de verschillende vormen van mishandeling uitgebreid gekaderd:

versterking veiligheid van de vragenlijst 7. incidentie en prevalentie

8. voor kinderen vanaf de leeftijd van 11 jaar: dit is uniek 9. veel aandacht voor een aantal ethische voorwaarden.

10. De ontwikkelaars van de vragenlijst geven expliciet aan dat er extra vragen aan de vragenlijsten toegevoegd mogen worden. Dit stelt ons in staat om de vragenlijst aan te passen aan de Vlaamse context.

Zwaktes van de vragenlijst

1. Het invullen van beide versies van de vragenlijst (zowel thuis als school/werk), door eenzelfde kind/jongere is te zwaar. De lijst is te lang.

2. Door de gedetailleerde beschrijving van acties, kan de vragenlijst voor sommige kinderen/jongeren als erg confronterend overkomen.

3. De vragenlijst is heel recent ontwikkeld, waardoor de vragenlijst nog maar weinig is gebruikt door andere onderzoekers.

7.2. Selectie van twee vragenlijsten: ICAST en VVNG

7.2.1. Verantwoording selectie

De vier verschillende vragenlijsten peilend naar verschillende vormen van kindermishandeling en -verwaarlozing en andere vormen van victimisaties hebben elk hun voor- en nadelen. Wanneer we tijdens een overleg met de opdrachtgevers de verschillende lijsten naast elkaar legden, ontstond er een voorkeur om twee vragenlijsten aan verdere analyse te onderwerpen, met als doel één vragenlijst over te houden als onze basisvragenlijst voor de Vlaamse versie.

We selecteerden de Nederlandse VVNG en beide versies van de internationale ICAST-C.

Een belangrijk argument om deze vragenlijsten te selecteren, was de manier waarop ze vragenlijsten de verschillende vormen van mishandeling erg gedetailleerd operationaliseren. Beide vragenlijsten omvatten veel verschillende vragen over alle verschillende vormen van kindermishandeling en –verwaarlozing, wat ons in staat stelt om een uitgebreid beeld te krijgen van de omvang van mishandeling in Vlaanderen.

Bovendien hebben beide vragenlijsten expliciet veel aandacht voor de ethische omkadering bij het afnemen van de vragenlijst. Men is bewust van de mogelijke indringendheid van de vragen voor sommige kinderen en jongeren. Daarom besteden ze in hun vragenlijsthandleiding veel aandacht aan een aantal ethische aanbevelingen bij het afnemen van de vragenlijst. Ook wordt in het begin van beide vragenlijsten het doel van het onderzoek duidelijk omschreven en worden vragen over een nieuw thema voorzien van een duidelijke introductie. Deze omkadering van de vragen verhoogt de veiligheid van de vragenlijst. Een criterium dat voor ons erg belangrijk is. De vragenlijst moet mogelijke negatieve gevolgen voor kinderen/

jongeren zo minimaal mogelijk houden.

Andere belangrijke argumenten voor het kiezen van de ICAST en de VVNG waren: beide vragenlijsten peilen zowel naar incidentie als naar prevalentie, de vragenlijsten omvatten veel sociaaldemografische factoren en verwaarlozing en het getuige zijn van huiselijk geweld wordt expliciet in de vragenlijst opgenomen.

Naast een aantal gemeenschappelijke voordelen hebben beide vragenlijsten nog een aantal individuele sterktes.

Een belangrijke sterkte van de VVNG voor de opmaak van onze Vlaamse vragenlijst is de Nederlandstalige formulering van de vragen. Hierdoor kunnen eventuele vertaalproblemen voorkomen worden. Toch zal de vragenlijst qua taal aangepast dienen te worden aan de Vlaamse context, gezien sommige formuleringen en het woordgebruik soms een erg ‘Hollandse’ bijklank hebben.

Doordat deze vragenlijst naast het opnemen van de vragen over de verschillende vormen van mishandeling, ook belang hecht aan het opnemen van andere vormen van victimisatie, creëert men de mogelijkheid om verbanden te leggen tussen de uiteenlopende vormen van victimisatie. Deze bredere invulling maakt de lijst ook minder beladen, wat dan weer de veiligheid van de vragenlijst lijkt ten goede te komen.

De ICAST heeft op zijn beurt ook een aantal erg belangrijke voordelen. Doordat de vragenlijst opgesteld is in opdracht van de VN met als doel de omvang van geweld ten aanzien van kinderen en jongeren over de hele wereld in kaart te brengen, is de lijst absoluut geschikt voor het gebruik in verschillende contexten en culturen. De lijst kan met andere woorden eenvoudig overgenomen worden in een Vlaamse context;

Bovendien kan het cijfermateriaal afkomstig van de afname van de ICAST-vragenlijsten internationaal vergeleken worden met een groot aantal andere landen. Dit creëert de mogelijkheid om de omvang van kindermishandeling en -verwaarlozing in Vlaanderen af te toetsen ten opzichte van andere landen.

Een ander voordeel van de ICAST in de nadruk op verschillende contexten waarin mishandeling kan plaatsvinden. Door het invullen van zowel de thuis- als de school/werkversie kan er duidelijk zicht gekregen worden op de omvang van mishandeling binnen diverse contexten.

Een groot nadeel van beide vragenlijsten is hun lengte. Door het opnemen van de vele vragen over de verschillende vormen van mishandeling, kunnen de vragenlijsten door kinderen en jongeren als erg belastend en moeilijk ervaren worden.

7.2.2. Samenvatting evaluatie ICAST en VVNG

 Zie in bijlage de oorspronkelijke vragenlijsten ICAST-CH, ICAST-CI en de VVNG

Beide vragenlijsten door de onderzoekers geanalyseerd en door externe adviseurs geëvalueerd: de Stuurgroep, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel, de experts uit Gent en door kinderen en jongeren.

De vragenlijsten werden beiden geëvalueerd op:

1. veiligheid

2. taalniveau en woordgebruik 3. antwoordmogelijkheden 4. bevraagde thema's

5. ontbrekende thema's of vragen 6. algemene opmerkingen

In onderstaande tabel wordt de analyse en evaluatie schematisch voorgesteld. De opmerkingen van de kinderen en jongeren worden apart weergegeven.