• No results found

Eind juni werd de lage respons van scholen ‘definitief’, omdat het schooljaar over was en er geen extra scholen meer zouden deelnemen. We zijn de data-verzameling gestopt met het uitzetten van 2299 vragenlijsten26. Omdat we meer dan 2100 ingevulde vragenlijsten hadden verzameld, besloten we de dataverzameling niet door te laten lopen in het nieuwe schooljaar. De verde-ling van leerverde-lingen over de verschillende stadsgroottes is weergegeven in tabel 2.727. De tabel laat zien dat we er niet in geslaagd zijn om 800 leerlin-gen in de grote stad te enquêteren, we komen er 161 tekort. Het was helaas bijzonder moeilijk scholen in de grote steden te bewegen om mee te werken aan het onderzoek, omdat onderzoekers bij uitstek geïnteresseerd zijn in deze populatie en zij daarom nog vaker worden benaderd voor onderzoek dan andere scholen.

26De steden waar we geen data verzameld hebben als gevolg van non-respons zijn niet opgenomen in deze tabel.

27De steden waar we geen data verzameld hebben als gevolg van non-response zijn niet opgenomen in deze tabel.

Tabel 2.7 Aantal geënquêteerde leerlingen in de geselecteerde plaatsen

Doel Aantal geënquêteerde Aantal deelnemende

leerlingen scholen

Grote stad

Amsterdam (363) 400 390 9

Den Haag (518) 400 249 5

Totaal voor de grote stad 800 639 14

Middelgrote steden

Arnhem (202) 133 79 1

Eindhoven (772) 133 310 5

Groningen (014) 133 192 3

Amersfoort (307) 133 98 2

Den Bosch (796) 133 67 1

Haarlem (392) 133 96 2

Totaal voor de middelgrote

steden 800 842 14

Kleine steden

Culemborg (216) 89 72 1

Hilversum (402) 89 146 2

Kampen (166) 89 137 2

Nieuwegein (356) 89 127 2

Vlaardingen (622) 89 90 2

Drachten (090) 89 29 1

Harderwijk (243) 89 79 1

Heerhugowaard (398) 89 71 1

Woerden (632) 89 76 1

Totaal voor de kleine steden 800 827 13

De verdeling van leerlingen over de verschillende schooltypes en schooljaren is weergegeven in tabel 2.8. De verdeling is niet geheel conform de verwach-ting, maar er is geen enkel schooljaar of schooltype dat sterk afwijkt. We zijn er echter niet in geslaagd om 800 leerlingen te enquêteren in het tweede en derde leerjaar. Dit is het gevolg van de veelal kleinere klassen in deze leerja-ren (met name in de middelgrote en kleine steden, zoals afgeleid kan worden uit tabel 2.7). Problemen die enquêteurs ondervonden tijdens de afnamen en het zoeken naar een vervangende klas, heeft er ook voor gezorgd dat de ver-deling niet geheel gelijk is. Soms was een klas bijvoorbeeld niet aanwezig op het moment dat de afname gepland was en het was niet altijd mogelijk om een nieuwe datum af te spreken. In één school was de enquêteur niet aanwe-zig op het geplande tijdstip. Daarom hebben er uiteindelijk 40 en geen 41 scholen meegedaan.

In tabel 2.9 geven we een overzicht van het aantal scholen dat we benaderd hebben en van de respons. Het percentage weigeringen is erg hoog. De reden hiervoor was in bijna 50% van de gevallen onderzoeksmoeheid. Het is niet uit-zonderlijk dat een school meerdere keren per week wordt gevraagd deel te nemen aan een onderzoek. De directeuren hebben het gevoel dat ze een grens moeten trekken, de school is er om leerlingen op te leiden, niet om hen vragenlijsten in te laten vullen. De tweede belangrijke reden was dat scholen het idee hadden dat het moeilijk zou zijn om de enquête te organiseren en dat het belastend zou zijn voor docenten en leerlingen. Andere redenen zijn de aard van de vragenlijst, het gevoel dat de school en leerlingen zelf geen baat hebben bij deelname,28slechte ervaringen tijdens andere onderzoeken;

soms wilde men geen specifieke reden noemen.

28Scholen zagen geen meerwaarde in schoolrapportages of lesmateriaal voor bijvoorbeeld maat-schappijleerlessen, omdat deze ook tijd en energie vragen van de school.

Tabel 2.8 Aantal geïnterviewde leerlingen (2299) naar schooltype en schooljaar Eerste leerjaar Tweede leerjaar Derde leerjaar Doel Gereali- Doel Gereali- Doel

Gereali-seerd seerd seerd

praktijkonderwijs (1) 32 36 24 37 24 28

vmbo (2) 392 381 424 400 74

vmbo theoretische

leerweg (3) 152 106

vmbo praktische

leerweg (4) 288 204

avo (5) 376 382 352 297 8 55

havo (6) 152 194

vwo (7) 160 105

Totaal aantal leerlingen 800 799 800 734 800 766

Totaal aantal klassen 40 39 40 36 40 39

In sommige steden is het percentage scholen dat we niet hebben bereikt of dat nog geen beslissing over deelname had genomen wat hoger. Dit komt doordat we deze scholen pas hebben benaderd toen duidelijk werd dat de deelname niet groot genoeg was. De tijd die we hadden om scholen te bena-deren of voor scholen om te reageren, was in dat geval korter. Het was erg moeilijk om scholen te bereiken. De ene keer omdat we de schooldirecteur benaderden die ons vaak doorverwees naar een ander persoon die net zo drukbezet was29, de andere keer omdat het telefoonnummer niet klopte, de school gefuseerd was of in zijn geheel niet meer bestond. Daarom is in som-mige gevallen het aantal benaderde scholen groter dan het aantal scholen in de stad en andersom.

29Er waren gemiddeld vier telefoontjes of e-mailtjes nodig om in contact te komen met de juiste persoon en vaak konden zij ons niet direct uitsluitsel geven over deelname aan het onderzoek en de praktische realisatie daarvan.

Tabel 2.9 Respons van scholen

Aantal Aantal Percentage Percentage Percentage scholen in scholen scholen dat scholen dat niet bereikte

de stad benaderd deelnam weigerde scholen

Grote stad

Amsterdam (363) 56 47 19 68 13

Den Haag (518) 38 37 14 62 24

Utrecht (344) 17 6 0 100 0

Middelgrote steden

Arnhem (202) 16 11 9 82 9

Eindhoven (772) 20 18 28 67 6

Groningen (014) 18 17 18 71 12

Amersfoort (307) 19 19 11 53 37

Den Bosch (796) 9 10 10 30 60

Haarlem (392) 17 17 12 35 53

Kleine steden

Culemborg (216) 4 4 25 75 0

Hilversum (402) 10 9 22 56 22

Kampen (166) 4 3 66 33 0

Nieuwegein (356) 5 4 50 50 0

Vlaardingen (622) 5 5 40 60 0

Drachten (090) 9 9 11 55 33

Harderwijk (243) 4 4 25 50 25

Heerhugowaard (398) 4 4 25 75 0

Woerden (632) 5 4 25 50 25

Oss (828) 7 7 0 86 14

Veenendaal (345) 5 5 0 60 40

De Bilt (310) 2 1 0 100 0

Gouda (513) 13 5 0 60 40

Maarssen (333) 3 1 0 100 0

Zeist (355) 8 6 0 67 33

De respons van leerlingen was erg hoog, slechts zeven leerlingen weigerden de vragenlijst in de te vullen. Tabel 2.10 laat zien dat 7,5% van de leerlingen niet aanwezig was tijdens de dataverzameling. We zijn teruggegaan op een ander moment om deze leerlingen opnieuw te enquêteren.30

Concluderend kunnen we vaststellen dat de steekproef een redelijke benade-ring is van de populatie en dat er geen aanleiding is te denken dat de non-respons van scholen gecorreleerd is met onze afhankelijke variabele (delin-quentie).

2.3.4 De dataset

Uit de vergelijking van de dataset met Nederlandse jongeren van 12 tot 16 jaar blijkt dat de dataset in verhouding veel allochtone jongeren telt (derde-generatie allochtonen vallen onder de categorie Nederlands) en dat de data-set een urbane steekproef is. In de zeer kleine steden in Nederland zijn geen data verzameld, simpelweg omdat er geen scholen zijn.

30Afwezige leerlingen kunnen afwezig zijn vanwege spijbelen.

Tabel 2.10 Respons van studenten

% van 1 % van 3 % van 5 1 Aantal leerlingen in de klas volgens de

schooladministratie 2.554 100

2 Aantal leerlingen (van 1) dat afwezig is

tijdens de dataverzameling 191 7,5

3 Aantal leerlingen (van 1) dat aanwezig is

tijdens de dataverzameling 2.363 92,6 100

4 Aantal leerlingen (van 3) dat weigerde

om deel te nemen 7 0,3

5 Aantal leerlingen (van 3) dat de

vragenlijst heeft ingevuld 2.359 99,8 100

6 Aantal leerlingen (van 5) dat de

vragenlijst correct heeft ingevuld 2.348 99,5

2.4 Leeswijzer

Het Nederlandse deel van het ISRD-2 onderzoek is uitgevoerd met een stede-lijke steekproef (een grote stad, enkele middelgrote steden en een aantal kleine stadjes). In deze steden is een representatieve steekproef van scholen voor het voortgezet onderwijs gehouden, gevolgd door een representatieve steekproef onder leerlingen van de 1ste, 2de en 3de klas (12 t/m 15 jaar). Dit resulteerde in een uiteindelijke steekproef van 2295 scholieren, aan wie we vervolgens een vragenlijst voorlegden.

31De gegevens voor regio beslaan het jaar 2005 voor Nederland als geheel.

32De criteria voor urbanisatie zijn als volgt: extreem geürbaniseerd (>2.500 adressen per vierkante kilometer), zeer geürbaniseerd (1.500 – 2.500 adressen per vierkante kilometer), geürbaniseerd (1.000 – 1.500 adressen per vierkante kilometer), enigszins geürbaniseerd (500 – 1.000 adressen per vierkante kilometer) and niet geürbaniseerd (<500 adressen per vierkante kilometer).

Tabel 2.11 Verdeling van de achtergrondvariabelen in de steekproef, afgezet tegen jongeren in Nederland in de leeftijd 12 tot 16 jaar op 1 januari 200631

Dataset Nederland

N % N %

Leeftijd

11 jaar 7 0

12 jaar 194 9 199.107 20

13 jaar 656 29 201.332 20

14 jaar 699 31 204.187 20

15 jaar 573 25 204.774 20

16 jaar 147 6 197.082 20

17 jaar 14 1

18 jaar 1 0

Sekse

Jongens 1.168 51 514.674 51

Meisjes 1.122 49 491.808 49

Etniciteit

Nederlands 1.491 65 785.733 78

Westers 153 7 65.710 7

Turks 141 6 35.938 4

Marokkaans 117 5 31.269 3

Surinaams 131 6 27.740 3

Antilliaans 43 2 11.976 1

Niet-westers 216 9 48.116 5

Generatie

Nederlands 1.489 65 785.733 78

Eerste generatie allochtonen 84 4 55.632 6

Tweede generatie allochtonen 707 31 165.117 16

Verstedelijkingsgraad32

Extreem geürbaniseerd 1.016 44 3.124.880 19

Zeer geürbaniseerd 820 36 3.682.010 23

Geürbaniseerd 459 20 2.932.480 18

Enigszins geürbaniseerd 3.188.480 20

Niet geürbaniseerd 3.377.670 21

In de volgende twee hoofdstukken beschrijven we delinquent gedrag en middelengebruik van de jongeren. In de daarop volgende hoofdstukken wor-den de gevonwor-den resultaten verklaard aan de hand van gangbare criminologi-sche theorieën.

De in de volgende hoofdstukken gepresenteerde tabellen en cijfers zijn gebaseerd op een N van 2295, tenzij er meer dan 3% missende cases zijn. In dat geval wordt de N bij de tabel vermeld. Significantieniveaus geven we aan door middel van asterisken.

3. De respondentengroep

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we de operationalisatie van de achtergrondkenmer-ken. Beschreven wordt wat voor jongeren hebben deelgenomen aan dit onder-zoek. In de vragenlijst zijn een aantal achtergrondkenmerken opgenomen waar-over de jongeren hebben gerapporteerd. Het gaat om sekse, leeftijd, herkomst van de jongeren en beide ouders, gezinssituatie en sociaaleconomische situatie.

Opleidingsniveau en verstedelijkingsgraad zijn verkregen door het formu-lier dat de interviewer invulden. Voor een aantal variabelen is nagegaan of onze respondentengroep afwijkt van de landelijke cijfers, onder andere voor etniciteit of gezinssamenstelling.