• No results found

Alcohol en drugsgebruik van jongeren en achtergrond- achtergrond-variabelen

5 Alcohol en drugsgebruik onder jongeren

5.3 Alcohol en drugsgebruik van jongeren en achtergrond- achtergrond-variabelen

Gekeken is naar de combinatie van het gebruik van alcohol en drugs door jon-geren. Hierbij is het vooral interessant om te kijken naar alcohol- en canna-bisgebruik van de laatste vier weken. Meer dan de helft van de jongeren heeft de afgelopen vier weken geen alcohol of cannabis gebruikt. Een kwart van de jongeren heeft alleen lichtalcoholische drank genuttigd de afgelopen vier weken. Een op de tien jongeren heeft zowel lichte als sterke drank gedronken. En 1% van de jongeren heeft alleen sterke drank gedronken.

Eenzelfde percentage van de jongeren gebruikt alleen hasj (1%). Meestal heb-ben de jongeren die blowen de afgelopen periode ook alcohol gebruikt (7%).

Er is geen verschil tussen meisjes en jongens in het gebruik. Duidelijk is dat jongeren naarmate ze ouder worden meer gaan drinken of blowen. Het aantal jongeren dat nooit iets gebruikt heeft, neemt met de helft af als leerlingen ouder worden. Het gebruik van sterke drank neemt echter toe.

Het aantal jongeren dat harddrugs gebruikt is zo gering dat het om enkelin-gen gaat, meestal hebben deze jongeren ook gedronken of andere enkelin- genotsmid-delen gebruikt.

Tabel 5.4 Aantal jongeren dat ooit of de laatste vier weken harddrugs heeft gebruikt in %

ooit Laatste 4 weken

xtc/speed 1.2 0.4

lsd/heroïne/cocaïne 0.5 0.3

Tabel 5.5 Prevalentie middelengebruik door jongeren in %

laatste vier weken Geen 58.5

Lichte alcoholische drank 23.5

Alleen sterke drank 9.9

Combinatie lichte en sterke drank 10.9

Alleen cannabis 1.1

Cannabis in combinatie met alcohol 6.5

Harddrugs in combinatie met iets anders 0.6

Figuur 5.1 Prevalentie middelengebruik laatste maand naar leeftijd in %

Het middelengebruik onder Nederlandse jongeren is vergelijkbaar met dat van jonge migranten uit westerse landen (zie tabel 5.6). Nederlandse jonge-ren gebruiken iets meer lichtalcoholische dranken en westerse jongejonge-ren gebruiken meer cannabis, al dan niet in combinatie met alcohol. Er is echter een significant verschil tussen de jongeren van niet-westerse afkomst en Nederlandse jongeren (p<.000). De Marokkaanse jongeren springen er over-duidelijk uit. Een grote meerderheid (95%) zegt nog nooit alcohol te hebben gedronken en maar een procent zegt de afgelopen maand wat gedronken te hebben. Het zeer matige alcoholgebruik onder Turkse en Marokkaanse jonge-ren geldt eigenlijk voor alle allochtone jongejonge-ren met een niet-westerse ach-tergrond. Een mogelijke verklaring voor het beduidend minder drinken dan hun Hollandse/westerse leeftijdgenoten is de moslimachtergrond van deze jongeren. Als moslim is het immers verboden alcohol te drinken. Daar staat tegenover dat 30% van de jongeren uit landen in Afrika en het Midden-Oosten zegt wel te drinken.

Opvallend is dat hoe hoger het onderwijsniveau is, hoe meer de voorkeur uitgaat naar bier en wijn (P<.000). Jongeren van het avo/havo/vwo drinken meer licht alcoholisch dranken, terwijl jongeren van het vmbo vaker sterke drank drinken en blowen. Jongeren van het praktijkonderwijs drinken duide-lijk minder dan alle andere leerlingen, maar gebruiken vaker harddrugs.

Hierbij moeten we opmerken dat het wel om kleine aantallen gaat.

Leerlingen van de protestants-christelijke scholen blijken het minste alco-hol of drugs te gebruiken. Tussen het openbaar onderwijs en de rooms-katho-lieke scholen is geen verschil. De interconfessionele of oecumenische scholen zitten er wat middelengebruik betreft tussenin.

In ons onderzoek blijken de jongeren in de kleine steden het meeste te drin-ken. Dit ondanks het feit dat er in die steden meer oudere leerlingen zitten.

Ze gebruiken echter minder cannabis. Ook in de middelgrote steden wordt meer alcohol gedronken dan in de grote steden. Het gebruik van cannabis in

0

13 jaar 14 jaar 15 jaar en ouder

de grote en middelgrote steden is ongeveer gelijk. Een mogelijke verklaring is het aantal allochtone jongeren in de grote steden, die beduidend minder drinken.

Wat betreft het gevonden verschil in achtergrondvariabelen wat betreft het gebruik door jongeren in de laatste maand zien we dezelfde resultaten als bij het gebruik ooit. Ook daar treden verschillen in middelengebruik op al naar gelang de leeftijd, etniciteit, het schooltype, onderwijsniveau en stedelijk gebied (zie bijlage tabel 5.1).

Tabel 5.6 Prevalentie van het totale middelengebruik in de laatste maand naar achtergrondvariabelen in %

Geen Lichte Lichte en Cannabis Harddrugs alcohol sterke en alcohol in

alcohol combinatie

Totaal 58.5 23.5 10.9 6.5 0.6

Sekse

Vrouw 60.9 22.1 10.6 5.8 0.6

Man 56.1 24.9 11.2 7.1 0.6

Leeftijd***

11-12 jaar 80.2 16.2 2.5 1.5 0.5

13 jaar 70.0 21.2 5.8 2.7 0.3

14 jaar 57.5 26.7 11.1 4.7 0.0

15 jaar en ouder 43.2 24.6 17.6 13.0 1.6

Klasniveau ***

praktijkschool 76.3 9.2 5.3 6.6 2.6

vmbo 60.1 18.7 12.5 8.0 0.7

avo/ havo/vwo 55.4 29.7 9.7 4.8 0.4

Schooltype***

Openbaar onderwijs 53.9 26.2 12.0 7.2 0.7

(rooms-)katholiek 57.6 22.2 12.0 7.5 0.8

Interconfessioneel

of oecumenisch 52.8 29.6 11.9 4.9 0.8

(protestants-)christelijk 78.6 10.3 5.7 5.4 0.0

Stedelijkheid***

Grote gemeente 68.7 14.7 7.7 8.4 0.5

Middelgrote gemeente 56.8 23.5 11.6 7.5 0.5

Kleine gemeenten 52.1 30.5 12.7 3.8 0.9

*** p<.000

5.3.1 Overmatig drankgebruik en achtergrondkenmerken

Een verontrustende trend is dat jongeren vooral veel drinken als ze uitgaan.

Er staan steeds vaker berichten in de krant over ‘grand slamping’: jongeren die enorme hoeveelheden drank tot zich nemen om dronken te worden. Een op de vijf jongeren is wel eens dronken geweest (22%). Meestal zijn de jonge-ren eenmaal (7%) of tweemaal dronken geweest (5%), maar tien procent van de jongeren is meerdere keren dronken geweest. Dat betekent dat meer dan de helft van de jongeren die wel eens dronken waren, dit vaker is geweest.

Net zoveel meisjes (33%) als jongens (34%) zijn wel eens dronken geweest.

Hoe ouder de jongeren zijn hoe vaker ze dronken zijn geweest. De jongeren van twaalf jaar en jonger zijn niet vaker dan een of tweemaal dronken geweest. De leeftijd waarop de jongeren voor de eerste keer bier of wijn hebben gedronken, blijkt wel van invloed te zijn op het dronken zijn. Hoe later de jongeren voor hun eerste alcohol nuttigden, hoe minder vaak ze dronken zijn geweest.

Om na te gaan hoevéél de jongeren drinken is gevraagd hoeveel glazen ze dronken bij hun laatste alcoholgebruik. Een op de vijf jongeren blijkt meer dan vijf glazen drank genuttigd hebben. Als je alleen kijkt naar de jongeren die gedronken hebben, dan is er in meer dan de helft van de gevallen sprake van binge drinking (gedefinieerd als meer dan vijf glazen op een avond (Van Laar e.a., 2006). Er is geen verschil in binging tussen meisjes en jongens.

Relateren we overmatig alcoholgebruik aan de achtergrondkenmerken, dan zien we de volgende verschillen. Ten eerste weer het leeftijdsaspect: hoe ouder hoe vaker en hoe meer er gedronken wordt. Een op de drie jongeren van vijftien jaar en ouder heeft de laatste keer dat hij of zij heeft gedronken meer dan vijf glazen alcohol gebruikt.

Daarnaast valt op dat het aantal Afrikaanse, Aziatische of Antilliaanse jon-geren dat aan binge drinking heeft gedaan, niet zoveel afwijkt van de wester-se allochtone of Nederlandwester-se jongeren, hoewel zij over het algemeen minder drinken dan Nederlandse jongeren. Alleen de Turkse en vooral de

Marokkaanse jongeren dronken zeer incidenteel meer dan vijf glazen de laat-ste keer dat ze alcohol nuttigden.

Tabel 5.7 Aantal jongeren dat de laatste keer meer dan vijf glazen lichtalcoholische of sterke drank of een combinatie daarvan heeft gedronken in %

Licht alcoholisch Sterke drank Licht en sterk

Niet gedronken 43.0 69.1 45.1

Gedronken geen binging 39.0 25.4 34.7

Binging 18.1 5.5 20.3

Wordt er over het algemeen meer door jongeren op het havo/vwo gedronken, overmatig drinken blijkt weer vaker op het vmbo en de praktijkscholen voor te komen. We kunnen concluderen dat jongeren op het vmbo en het praktijk-onderwijs weliswaar minder drinken dan de anderen, maar wel vaker teveel.