• No results found

5. ONDERZOEK

5.5. RISICOANALYSE

5.5.2. R ESULTATEN RISICOANALYSE

De volledige analyse is terug te vinden in bijlage nrs 6 tot 9.

De resultaten die hier besproken worden zijn de uiteindelijke resultaten na het volledige plan van aanpak te hebben doorlopen. Tijdens het bespreken met de werkgroep, het overlopen van de risicoanalyse met de directie en het uitvoeren van de eindredactie op dit document konden sommige risico’s geclusterd worden (en dubbeltjes werden eruit gehaald) en risico’s met zowel een psychosociaal als niet-psychosociaal risico werden opgesplitst.

5.5.2.1. Inventarisatie

Over de verschillende bronnen van inventarisatie werden 53 risico’s geïnventariseerd.

Hieronder wordt beknopt weergegeven in welke categorieën die vielen:

Op basis van Inventarisatiemethode bestaande RIE voor schoonmaakpersoneel

16

MUOPO 27

Taakanalyse 7

Arbeidsgeneesheer 1

7 domeinen 2

Niveau Individu 4

Werkpost/functie 38

Organisatie 11

MUOPO Mens 7

Uitrusting 15

Omgeving 10

Product 2

Organisatie 19

Kracht, energie, agens of kenmerk

Biologisch agens 2 Chemisch agens 5 Elektrische energie 4 Fysisch agens 2

Mechanische energie 2 Menselijke kracht 9 Mentale kracht 15 Taakomschrijving 3 Thermische energie 4 Zwaartekracht 7 Psychosociaal of niet Niet-psychosociaal 35

Psychosociaal 18

Tabel 4. Samenvatting van het aantal geïnventariseerde risico’s volgens de verschillende categorieën.

Bij de categorie van bron van inventarisatie moet opgemerkt worden dat deze bronnen ook zo achtereenvolgens werden aangeboord en dus het cijfer altijd het aanvullend aantal risico’s is dat nog niet in een vorige bron werd ontdekt. Hierbij is het op zijn minst belangrijk vast te stellen dat er na 44 risico’s te hebben gevonden, uit de participatieve taakanalyse nog eens 7 konden worden toegevoegd. Dit bewijst al de meerwaarde van de participatieve inventarisatiemethode.

Aangezien de wetgever verplicht is om op de drie niveaus (individu, werkpost/functie en organisatie) de risicoanalyse te maken, koos ik om ook in deze analyse de indeling te maken, om te borgen dat de drie niveaus waren afgedekt. Er werd geen onderscheid gemaakt in de inschatting of evaluatie op basis van dit verschil, omdat dit geen meerwaarde bood.

Gezien de spreiding van deze risico’s op basis van de verschillende categorieën lijkt het mij aannemelijk dat we het merendeel van de risico’s meegenomen hebben in de inventarisatie.

Belangrijk blijft voor mij hierbij dat ook de conciërge zelf het gevoel heeft dat wat zij gevaarlijk of risicovol vindt, is meegenomen. Gezien de toevoeging van risico’s uit de participatieve methode, kan ik hier zeker van zijn.

5.5.2.2. Evaluatie

De evaluatie werd verschillend uitgevoerd voor niet-psychosociale risico’s en psychosociale risico’s. Beide worden dan ook apart overlopen.

Bij de niet-psychosociale risico’s was het resultaat:

Cijfer Aantal Toelichting

 Breuk na het vallen van een ladder tijdens het afgezonderd werken bij werken op hoogte. houding bij het werken (sloten tegen de vloer, bukken, …)

Deze risico’s hebben voornamelijk een grote blootstelling (> 3) en worden eerder niet aanvaard (> 2) aanvaard worden door het personeelslid zelf (bv. blikseminslag, kortsluiting in goed onderhouden en gekeurde laagspanning).

1, geen

maatregelen nodig

12 (34%) Bij deze risico’s is zowel de blootstelling als de schade vaak erg klein en deze risico’s worden goed aanvaard door het personeelslid.

Slechts één risico heeft een zeer kleine kans op aanzienlijke schade, nl. rookinademing van een brand die zou ontstaan aan de andere kant van het gebouw waar een klein aantal licht ontvlambare producten aanwezig zijn, in brandwerende veiligheidskasten.

Tabel 5. Samenvatting van het risicocijfer van de niet-psychosociale risico’s, opgesplitst volgens risicocijfer

Bij de psychosociale risico’s was het resultaat: onduidelijkheid in verloning, vervanging, verlof (gevaar).11 Dit risico scoort hoog omdat de blootstelling hoog is en de conciërge zelf een hoog cijfer gaf op aanvaarding (dus weinig aanvaard). De schade is eerder middelmatig.

4, bijkomende maatregelen nodig

2 (11%) Namelijk:

 De stress (schade) door het ervaren van spanning (risico) omdat je voortdurend beschikbaar moet zijn. Dit risico scoort hoog door grote blootstelling en weinig aanvaarding, de schade is eerder beperkt.

 Het trauma (schade) dat je kan oplopen als je contact hebt (risico) met een agressieve indringer buiten de kantooruren (gevaar). Dit risico scoort de job (voornamelijk de blootstelling erg hoog, schade erg beperkt).

2 8 (44%) Risico’s waarbij de blootstelling wel hoog is (bij één zelfs 4, nl. vaste werkuren), maar de schade eerder beperkt of die wel aanvaard worden door de conciërge zelf.

1 6 (33%) Deze risico’s hadden een beperkte blootstelling of schade en werden allemaal zeer goed aanvaard door de conciërge (cijfer 1).

Tabel 6. Samenvatting van het risicocijfer van de psychosociale risico’s, opgesplitst volgens risicocijfer

11 Ter verduidelijking: de conciërge mag 35 dagen per jaar verlof nemen, maar hierbij moet zij zelf vervanging zoeken. Het is echter onduidelijk hoeveel loon deze vervanger ontvangt voor deze periode (afh van reeds tewerkgesteld in het bestuur of niet), vanaf welk uur “een dag” begint te tellen (enkel avonddienst doen is al een hele dag). Bovendien krijgt haar vervanger een vergoeding voor iets waar zij geen vergoeding voor krijgt, integendeel, zij betaalt personenbelastingen op haar voordelen in natura (water, licht, vuur), zelfs tijdens haar verlof.

Aan deze evaluatie wil ik graag vier conclusies koppelen:

 het uitvoeren van de evaluatie van de psychosociale risico’s op basis van de aangepaste Sarier-o-graaf is volgens mij gelukt. Meer nog, bij het overlopen van deze schalen in de werkgroep bleek dat dezelfde risicocijfers bekomen werden, wat mij het vertrouwen geeft dat deze evaluatie goed gedaan is.

 Een goede focus tijdens de evaluatie is belangrijk. Voor je aan de evaluatie begint, heb je namelijk een idee over bepaalde risico’s die hoger of lager zullen scoren. Na het uitvoeren van deze evaluatie blijkt dit niet altijd bevestigd te worden in de cijfers.

In mijn geval was het cijfer vaak lager dan ik had verwacht. Hierbij moet wel opgelet worden dat bij de dimensies altijd de juiste vraag wordt gesteld.

 Er werden naar mijn mening veel risico’s opgelijst in de inventarisatie, voornamelijk om volledig te zijn. Na de evaluatie bleek dat 83% (44 van de 53 risico’s) van een aanvaardbaar niveau zijn. Dat kan betekenen dat het PVI al erg goed bezig is.

Aangezien een aantal risico’s reeds uit een bestaande risicoanalyse komen, is het te vermoeden dat hiervoor ook reeds maatregelen zijn genomen. Het kan ook nogmaals ondersteunen dat de inventarisatie grondig gedaan is en niet werd overwogen om bepaalde risico’s niet mee te nemen in de veronderstelling dat ze ‘toch een aanvaardbaar’ niveau zouden opleveren. Dat is iets wat je pas na de evaluatie kan besluiten.

 De dimensie ‘aanvaarding’ had een herschikkend effect, waarbij toch voornamelijk risico’s verlaagd werden (11 x lagere inschatting, 5 x hogere inschatting, 35 x zelfde risicocijfer). Ik vond het goed dat deze dimensie op het laatste werd toegevoegd. Dit zorgt er namelijk voor dat je de blootstelling, omstandigheden en schade kan objectiveren. Door de toevoeging van de dimensie aanvaarding breng je de werkelijkheid terug in de risicoanalyse, wat volgens mij enkel voordelen oplevert.

Zeker bij de psychosociale risico’s waarbij de aanvaarding duidelijk een verlaging van het risicocijfer opleverde, is dit volgens mij een voordeel. Het kan moeilijker blijven deze in te schatten en deze dimensie staat je toe die erg persoonlijke kant van de schade of het risico mee te nemen in de evaluatie.

5.5.3. Preventieve en corrigerende maatregelen en herinschatten van