• No results found

Publieke opinie

In document 1939-1945 D E E L 4 (pagina 108-112)

Het verloop van de Luchtslag om Engeland werd door de bevolking in bezet gebied in grote spanning gevolgd. Speciaal na Hitlers aankondiging

1 Tussen 10 ju li en 3 1 oktober '40 werden de Duitse verliezen door de Engelsen gemiddeld 55 % te hoog geschat, de Engelse verliezen door de Duitsers 234 % te hoog.

T W E E B E S L I S S E N D E M A A N D E N

van 4 september werd. door velen aangenomen dat er voor de Duitsers geen terug meer mogelijk w as: zij moesten op zijn minst trachten, het Kanaal over te steken. Elke dag verwachtte men het bericht dat de invasie ingezet was.

Het bleef uit.

Durfden de Duitsers niet doorzetten? Het radionieuws van de B B C waar dagelijks door honderdduizenden naar geluisterd werd1, toonde aan dat de Luftwaffe er geducht van langs kreeg: 185 toestellen op één dag neergescho­ ten! D e in de pers weergegeven Duitse berichten over de geweldige ver­ woestingen die de Luftwaffe in Londen aanrichtte, kregen een boemerang- effect: ondanks die verwoestingen vochten de Engelsen door! Dat wekte grote bewondering voor het eilandenvolk. Was niet al vaak gezegd dat zij in een oorlog alle veldslagen plachten te verliezen, behalve de laatste ? Men voelde zich met die dapperen aan de overzijde van de Noordzee verbonden - dc zee was hun element, maar ook het element dat Nederland vertrouwd was. Duitsers hadden daar geen verstand van: dat waren landrotten. Enge- lands overwinning in de lucht werd als een wraak gevoeld voor dc militaire nederlaag die men zelf geleden had en de volksspot deed steeds nieuwe vindingen om honend het falen van die Duitse pochers te onderstrepen. Men was er trouwens tevoren al van overtuigd geweest dat een landings­ poging in Engeland een debacle zou worden en menigeen nam aan dat het Derde R ijk bij die eerste nederlaag als een kaartenhuis in elkaar zou storten.

In juli maakte een pro-Duitse Nederlander, directeur van een technische firma, een zakenreis door het gehele land. Hij sprak er met vier-en-veertig fabrieksdirecteuren in Overijsel, Gelderland en Noord-Brabant; zij waren, zo rapporteerde hij aan Seyss-Inquarts secretaris,

‘alle 100% antideutsch. Ich hörte aber nur einmalig verkünden dass Deutschland eigentlich schon langst verloren hat, die anderen waren nur davon 100% überzeugt dass Deutschland seinem Untergang entgegen eilt falls es wirklich einen Grossangriff auf England durchführen sollte und man hofft darauf ohne Ausnahme . . . Man singt in diesen Gegenden das Engellandlied aber hinter jeder Strofe die zwei Wörter

'ploemps-1 O p zaterdagavond 2 'ploemps-1 september zond R ad io Oranje een bericht over het verblijf van prinses Juliana in Canada uit. Enkele dagen later betoogde een der hoogleraren van de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam , prof. mr. C . W . de Vries, tijdens een college dat de regering terecht Nederland verlaten had; in dat verband zei h ij: ‘ U hebt waarschijnlijk allen met mij jongstleden zaterdag naar de Engelse zender geluisterd.’ D ie uitlating w erd aan dc Sicherheitsdienstovergebriefd, niet door een der studenten maar door iemand die er van gehoord had. D e Vries w erd gevangen genomen en door het Landesgerichttot anderhalf jaar gevangenisstraf en f 3 000 boete veroordeeld.

A N T I - D U I T S E S T E M M I N G

ploetnps’ . . . Falls ich, ivo es tunlich ist, im Zug (2ter Klasse) reise,1 und wir passicren endlose Truppen- und Material-Zugtransporte, auch dann merkt jeder Reisende dabei auf: ‘Arme Kerls, die gehen singend in den Tod, das ist zwar bedauerlich, aber je eherje besser,je eher sind wir hier wiederganzfrei.’ Ich machte ende Ju li eine General- versammlung des Köiiiglichen Instituts von Ingenieuren in Rotterdam mit ivobei sechs- hundert Ingenieure anwesend waren. Ich sprach verschiedene prominente Ingenieure. Alle antideutsch. Niemand gibt Deutschland eine Chance im Englandkrieg.’ 2

Voor het feit dat de kuststrook begin september gedeeltelijk ontruimd werd, had de publieke opinie onmiddellijk een verklaring: een Duitse landingspoging in Engeland was mislukt en de bevolking mocht de duizen­ den lijken niet zien die waren komen aandrijven. Gezegd werd bovendien dat inmiddels ‘im Kanal bereits sechzigtausend deutsche Soldaten ertrunken seien.’3 Elke week deden nieuwe moppen de ronde die de een met intens plezier aan de ander doorgaf:

‘Een heer vraagt naar Engelse sigaretten in een sigarenwinkel. De winkelier heeft ze niet meer. Een Duitser mengt zich er in: ‘Ik zal wel een doosje voor u meebrengen.’ ‘Dank u, ik heb ze liever droog.’

Een Jordanertje loopt achter voorbijmarcherende Moffen aan. Z ’n moe schuift het raam open: ‘J antj e> boufe koume! M otje soms ouk versuipe?’

‘W eetje wel datje nu ook al niet meer trouwen kunt?’ ‘Waarom niet?’ ‘Alle huwelijksbootjes zijn gevorderd.’

‘Zeg, de Duitsers zijn nu al op drie plaatsen in Engeland!’ ‘Wat zegje daar?’ ‘Jawel: in ziekenhuizen, in gekkenhuizen en op kerkhoven.’

Een haai zwemt met haar jong achter zich aan door het Kanaal: ‘Wees maar stil, jonkie, straks krijg je nog een lekker stukje Mof.’ ‘Hè bah, alweer Mof.’

‘Het standbeeld van Michiel de Ruyter is kapot!’ ‘Hoe zo?’ ‘Hij is gebarsten van het lachen toen hij de Moffen zag varen.’4

‘Duizend kleine Duitsertjes die zwommen in de zee, ze namen hun geweertjes en rubberbootjes mee.

1 D e Nederlandse Spoorwegen kenden in die tijd personenwagons iste, 2de en 3de klasse; de 3de was de eenvoudigste. 2 D oc I-674, b - l . 3 ‘Meldungen aus den

Niederlanden’, 14 (23 sept. 1940), p. 1. 4 Vrij naar T . E. N . O zinga: ‘Bundel o

T W E E B E S L I S S E N D E M A A N D E N Ze zwommen op liun buikjes, ze zwommen op hun rug, ze doken kopje-onder en ze kwamen nooit terug.’ 1

D e geruchten over een katastrofaal mislukte invasie waren niet de enige die zich als een lopend vuur verspreidden. In augustus werd rondverteld dat zich in Duitsland een enorme ramp voorgedaan had: ‘fabriek van gifgas ontploft? Hess gedood?’2 ‘ Sommigen willen weten van een vliegtuig vol hoge pieten waaronder Hitler en Hess dat bij ongeluk door het eigen Duitse afweergeschut neergeschoten zou zijn.’3 Er werd beweerd dat al tientallen Duitse soldaten in Amsterdam vermist werden 'en zo nu en dan halen ze er eens één uit de gracht op met een paar messteken.’4 Andere geruchten hielden zich met de koninklijke familie bezig. Begin oktober werd in het gehele land rondverteld dat er een prins geboren was: Willem Boudewijn. ‘Bei zahlreichen Kindern und Erwachsenen konnten’, aldus de Sicherheitsdienst, ‘ Oranjeblumen und -Schleifen beobachtet werden.’5 In tal van gezinnen werd feest gevierd. Drie Leidse hoogleraren hieven er met hun familie ten huize van één hunner waar een Duitser ingekwartierd was, de glazen champagne bij ter ere van de jonggeborene; ‘boven wisten wij in het huis de Duitser te zitten: eenzaam, alleen, geminacht, verwenst, koud! Het was niet christelijk; maar het deed toch goed.’6 In diezelfde dagen werden postzegels gehamsterd die het portret van de koningin toonden: ‘De postambtenaar had aan Dientje die er honderd kocht, gezegd dat hij de hele dag niets anders deed dan zeven-en-een-halve-cents-postzegels verkopen. Een juffrouw die vóór haar stond, kocht er voor zich en haar familie duizend!’7

O ok anti-Duitse woordspelingen werden graag doorgegeven: ‘De Hagenaar zucht dat er een mijn ontploft is; maar dat het beter zou zijn als het Plein ontmoft is.’8

‘Wat is het verschil tussen dag en nacht? ’s Nachts hoor je vliegtuigen en overdag zie je tuig vliegen.’9

Inderdaad hoorde men de Engelse vliegtuigen meest des nachts. In septem­

1 Geuzenliedboek 19 4 0 -19 4 5, p. 249. 2 H. Mees: M ijn oorlogsdagboek, p. 63 (25 aug. 1940). 8 R . P. Cleveringa: ‘Dagboek’, p. 149 (23 aug. 1940). 4 Brief, 19 sept. 1940, van H. S. Jr. aan W. Heubel (Doc I-1539, a-2). 6 ‘Meldungen aus den Nieder­ landen’, 16 (8 okt. 1940), p. 1. 6 R . P. Cleveringa: ‘Dagboek’, p. 222 (3 okt. 1940). 7 A.v., p. 219 (1 okt. 1940). 8 A.v., p. 227 (3 okt. 1940). • A.v., p. 252 (13 okt. 1940).

A N T I - D U I T S E S T E M M I N G

ber trokken er alles bij elkaar des nachts bijna 1400 toestellen over Nederland. Bommen eisten hier en daar slachtoffers; dat had zich ook al eerder voorge­ daan. In Haarlem vielen in de nacht van 2 op 3 oktober vij f-en-twintig doden; vrij algemeen was men er, overigens ten onrechte, van overtuigd dat dit een Duits, niet een Engels bombardement geweest was.1

Zo groeide langzamerhand een geest van weerbarstigheid die zich ook uitte in talrijke verzetsrijmpjes welke getypt de ronde gingen doen en die menigeen zomaar in zijn brievenbus vond:

‘Kun je liegen, lieg dan mee! - De leus van ’t huidige AN P.’

‘Dit moeten we allen heel goed weten: nooit mogen we Rotterdam vergeten!’ ‘Wat ook gebeurt en kan verkeren: hier zal geen N SB regeren.’ 2

Mussert aan de macht? Het wekte slechts gevoelens van afgrijzen.

In document 1939-1945 D E E L 4 (pagina 108-112)