• No results found

Mussert bezoekt Hitler

In document 1939-1945 D E E L 4 (pagina 103-106)

Op zaterdag 2 1 september, tien dagen na Peter Tons begrafenis, ontving Mussert de lang-verbeide, heugelijke tijding dat hij over twee dagen, op maandag 23, samen met plaatsvervangend leider van Geelkerken door Hitler ontvangen zou worden; Seyss-Inquart en Schmidt zouden hen ver­ gezellen.

Het eerste wat Mussert deed, was Mussolini een brief sturen waarin liij hem ‘als oudste vriend mijner Beweging’ schreef, ‘dat wij ons geestelijk volkomen één gevoelen met Duitsland en Italië in de strijd voor het nieuwe Europa en het betreuren, daaraan niet te kunnen deelnemen’2; dat hij zich uitdrukkelijk achter Hitler geschaard had, werd door Mussert verzwegen.

Een half uur vóór het vastgestelde vertrekuur arriveerde de leider der N S B des zondags op ‘ Clingendael’ ; het buiten was kort tevoren voor Seyss- Inquart gereedgekomen. Van Geelkerken was er al aangekomen maar Mussert zag er tot zijn stomme verbazing ook R ost van Tonningen staan. W at had die daar te doen? Van Geelkerken kon die vraag beantwoorden: hij verzocht zijn leider om ‘een gesprek onder vier ogen’ en daarin vertelde hij, aldus Mussert v ijf jaar later,

‘dat de Rijkscommissaris vond dat het niet mogelijk was te gaan zonder Rost van Tonningen en dat het nu de moeilijkheid was, in welke hoedanigheid Rost zou gaan, want hij had geen officiële functie in de Beweging. Schmidt kon niet anders dan voorstellen dat Rost, in plaats van van Geelkerken, plaatsvervangend leider zou worden en van Geelkerken de titel van stafchef zou krijgen. Van 1 C sg: Notulen, 18 sept. 1940. * Nederlands concept: N S B , 15 a.

M U S S E R T BIJ H I T L E R

Geelkerken had zich bereid verklaard, dat offer te brengen, maar de beslissing lag natuurlijk bij mij. Ik heb dit voorstel afgewezen’ 1

-dat wil zeggen: Seyss-Inquart en Schmidt kregen in wezen hun zin want toen Rost in de trein naar Berlijn stapte, bezat hij de ter plaatse bedachte titel en functie van ‘tweede plaatsvervangend leider’.

Daarmee had Mussert alle desiderata die aan Duitse kant zes, zeven weken tevoren geformuleerd waren, ingewilligd.

Bij het gesprek met Hitler dat op maandag 23 september in de pompeuze Neue Reichskanzlei te Berlijn plaats vond, was von Ribbentrop, de Duitse minister van buitenlandse zaken, tot Musserts ergernis niet aanwezig: kennelijk gold Nederland niet meer als ‘ buitenland’. Het gesprek viel in een officieel en een niet-officieel gedeelte uiteen. In het officiële gedeelte dat v ijf kwartier duurde, paste Hitler de tactiek toe waarin hij al jaren bedreven was - een tactiek die hij in januari '45, toen hij Musserts Noorse collega ontvangen moest, karakteriseerde met de cynische woorden: ‘Ich muss den Quisling heute noch hypnotisieren ?

Nadat Mussert eerst zijn betuiging van onvoorwaardelijke trouw monde­ ling herhaald had, stak Hitler van wal. Hij bedolf zijn gehoor onder woor­ den; hij sprak een vol uur lang. Hij zei dat hij begrip had voor ‘de zware beslissing die Mussert genomen had’ ; het Nederlandse volk was nu eenmaal ‘sinds eeuwen een eigen weg gegaan.’3 Hij gunde zich de tijd om dat alles breedvoerig te schetsen: van ‘ Herman de Cherusker’ (iste eeuw na Christus) kwam hij via koning Gustaaf A d o lf van Zweden (17de eeuw) bij de Neder­ landse zeehelden terecht, speciaal weer bij admiraal de Ruyter. Hij betoogde dat ‘wenn diese Manner die germanischen Völker hinter sich gehabt hdtten, das germanische Grossreich schon damals bis an den Ural sich erstreckt hatte. Er, der Führer, sehe nur zwei Kraftepole in Europa’ : Hitler en Mussolini. ‘Einzig wirklich bestehende Grenze sei die zwischen Italien und Deutschland’4 - anders gezegd: de grens tussen Nederland en Duitsland was geen ‘echte’ grens.

Deze belangrijke passage, hier in een samenvatting van Schmidts verslag 1 Mussert: ‘D e N S B in oorlogstijd’, p. 15 . 2 Hitlers Lagebesprechungen. Die Proto-kolljragmente seiner militarischen Konferenze 1942-1945 (1962), p. 862. 8 C . van Geelkerken: ‘Verslag van het gesprek met Hitler op 23 sept. 1940’ (N SB , map ‘D agboek van Mussert’). D it verslag is op de 23ste o f kort nadien geschreven. 4 ‘Bericht über die Dienstbesprechung bei G K Schmidt’, 26sept. 1940, p. 1.

T W E E B E S L I S S E N D E M A A N D E N

weergegeven, werd door van Geelkerken aldus vastgelegd: ‘Daarna gaf de Führer een uiteenzetting van de dwingende noodzaak en dc vanzelf­ sprekendheid dat het Duitse rijk in Europa tot de historische Alpengrens zijn w il aan dat Europa zal opleggen.’ Dat kwam op hetzelfde neer. Het was een omineuze aankondiging.

Hitler verplichtte zich dan ook, strikt genomen, tot niets toen hij met waardering over Musserts denkbeeld van de Bond van Germaanse volken sprak; hij noemde het Nederlandse volk ‘ een parel onder de Germaanse volkeren. Volgens zijn rassengeleerden werden in Nederland en in N oor­ wegen de allerbeste vertegenwoordigers gevonden van het Germaanse ras’ (verslag van van Geelkerken); ‘Für die Niederlande bleibe, so erklarte der Führer, die Selbstandigkeit im grossen gertnanischen Staatenbund gewahrt’ (verslag van Schmidt) - de vraag hoe ver die ‘zelfstandigheid’ zou gaan, werd opengelaten.

Uitvoerig sprak Hitler over de oorlog met Engeland. Dat het tot die oorlog gekomen was, was de schuld van minister Eden (die ruim anderhalf jaar vóór het uitbreken van de oorlog afgetreden was!). Eden was ‘ hoogstens geschikt als leider van een eerste klas friseurszaak in een grote stad.’ Wilde Engeland doorvechten? ‘Als ik wil’ , zei Hitler dreigend, ‘maak ik van Enge­ land een krater en ik kan dit doen als het moet en zal niet nalaten het te doen ook’ (verslag van van Geelkerken1). ‘ Itifolgedessen lehnte der Führer auch das Angebot Musserts, wenn auch mit geringen Kraften sich am Kriege gegen England zu beteiligen, ab’ (verslag van Schmidt).

W at Nederland betreft (de Verenigde Staten en Japan waren toen ook al uitgebreid aan de orde geweest), zei Hitler dat hij over het Huis van Oranje niet wilde spreken; w él maakte hij enkele spottende opmerkingen over prins Bernhard. De gehechtheid van het Nederlandse volk aan het Oranjehuis zou, dacht Hitler, wel uitslijten - dat was een kwestie van ‘enkele jaren’ (verslag van van Geelkerken). Het nationaal-socialisme was ook voor Neder­ land het stelsel van de toekomst. Mussert moest dus met Seyss-Inquart goed samenwerken; ‘die N S B iverde in den Niederlanden in dem Verhaltnis zur Macht kommen’ (voorlopig dus niet), ‘wie sie im Volk an Vertrauen und Achtung gewinne, also: Zug um Zug’ (verslag van Schmidt2); ‘bauen Sie die Strasse von den Niederlanden nach dem deutschen Reich so breit wie möglich’ , zei Hitler aan het slot.3

1 PO D -U trech t, p.v. C . van Geelkerken (29 dec. 1945), p. 18 (Doc I-5 10 , a-2). 2 ‘Bericht über die Dienstbesprechung bei C K Schmidt’, 25 sept. 1940, p.2 3 Him m ler haalde deze uitlating anderhalf jaar later in een b rief aan R auter aan (brief, I I maart 1942, B D C , 542)

M U S S E R T BIJ H I T L E R

Met uitzondering van zijn aanbod ten aanzien van de oorlog met Enge­ land, waagde Mussert het niet, Hitlers woordenstroom met eigen denk­ beelden te onderbreken. Hij was, aldus van Geelkerken, ‘slechts in staat, nu en dan iets te beamen o f te onderstrepen.’1 Over ‘Groot-Nederland’ zweeg hij in alle talen en alleen in het onofficiële gedeelte dat ruim een kwartier duurde (er werd iets gedronken), bracht hij de positie van het door Japan bedreigde Nederlands-Indië ter sprake. Hitler beloofde dat ‘hij zou doen wat hij kon.’ ‘ Het geheel’ , aldus Mussert, ‘maakte deze indruk: Hitler een man die het beste met ons voorhad.’2

De hypnotiseur had wèl succes gehad! Met Mussert meer dan met de Engelsen.

In document 1939-1945 D E E L 4 (pagina 103-106)