• No results found

Publieke(n)verbeelding

In document Publieke(n)verbeelding in de slimme stad (pagina 90-106)

8. De Amsterdamse Smart City

9.1 Publieke(n)verbeelding

In het conceptuele kader konden we op basis van Dewey zien dat er niet één public is maar dat we, afhankelijk van de verschillende consequenties van handelen, dienen te differentiëren tussen verschillende publics. Tevens hebben we kunnen vaststellen dat er een bijzondere rol is weggelegd voor (disruptieve) technologieën, infrastructuren en issues in het in leven roepen van bepaalde publieken en het veranderen van de collectieven/associaties en de object ecology waar zij in verkeren, met alle onto- politieke gevolgen van dien. Vervolgens hebben we vastgesteld dat de verhouding tussen staat en de publieken in de afgelopen decennia drastisch is veranderd: niet alleen zijn publieken verder gefragmenteerd, ook zijn de staat en haar functies gedecentraliseerd en geprivatiseerd met een verspreiding van het politieke en alle verander(en)de verhoudingen tussen publiek, privaat en staat tot gevolg. Tenslotte hebben we laten zien dat ook juist de verbeelding en het visuele aspect van politiek, concreet in de vorm van sociotechnical imaginaries, een belangrijke rol spelen in hoe de staat zich tot burgers en publieken verhoudt en hoe machtsrelaties zichtbaar of onzichtbaar hun gestalte krijgen. We concludeerden vervolgens dat we juist daarom dienen te kijken naar de concrete praktijken van implementatie van slimme technologie, de verbeelding hiervan en de sociaal-technologische netwerken waarin dit gebeurt, om de status en participatie van het publiek in de Amsterdamse smart city te kunnen ontdekken en duiden.

In het eerste deel van de analyse hebben we beschreven hoe er tot nu toe in de algemene literatuur over smart cities is geschreven over de slimme stad als sociotechnical imaginary en over de bijzondere rol die daarbij is weggelegd voor corporate storytelling. We hebben laten zien dat deze imaginary een potentieel machtige uitwerking op de vormgeving van het stedelijk beleid heeft en tegelijkertijd

op visueel politieke wijze ook een bepaalde technisch solutionistische, technocratische, gedepolitiseerde werkelijkheid in het leven roept met een bijzondere rol voor zakelijke actoren. Tenslotte hebben we ons specifieker gericht op hoe publieken wel of niet hun articulatie vinden in de huidige ontwikkelingen rondom de smart city. Daarbij hebben we kunnen zien dat met name service-user- en entrepreneurial publicness, of een projectie van een meer economische imagined public, kan voorkomen dat andere publieken en issues hun articulatie vinden. We eindigden het eerste deel van de analyse dan ook met de vraag hoe het gesteld zou zijn met de status en participatie van verschillende publieken specifiek in Amsterdam.

Het vorige hoofdstuk en laatste deel van de analyse stelt ons in staat om deze vraag te beantwoorden. Op basis hiervan kunnen we vaststellen dat er een verschil lijkt te zijn tussen publics waarvan we kunnen verwachten dat ze door maatschappelijke/milieu-issues worden getroffen, de door smart city technologies getroffen publics, de imaginary publics die een centrale rol spelen in de Amsterdamse smart city imaginary, en de publics die wel actief participeren in het opstellen van imaginaries en het daadwerkelijk vormgeven van de smart city.

In de sociotechnical imaginaries/corporate stories van de gemeentelijke actoren en bedrijven/organisaties die de belangrijke strategische partners zijn binnen het ASC-platform, wordt volop gesteld dat (participatie van) de burgers centraal zou (moeten) staan in de vormgeving en implementatie van de smart city in Amsterdam. Burgers maken daarbij integraal onderdeel uit van de imagined publics, zij het als eindgebruiker, zij het als initiator of hoeksteen van de projecten. Wel stellen al de strategische actoren dat er een centrale rol voor de private sector is weggelegd: de bedrijven vanuit hun corporate stories en de presentatie van zichzelf als obligatory passage point en de gemeentelijke overheid vanuit de gedachte dat daar de innovatie vandaan dient te komen. Bovenal delen ze allen de solutionistische en deterministische overtuiging dat slimme technologie onontbeerlijk is voor de goede vormgeving van de toekomstige stad.

Dat de ‘gewone’ burgers een centrale rol (moeten) spelen in de vormgeving van de smart city – actief dienen te participeren hierin - lijkt logisch vanuit de Deweyaanse gedachte dat het ook juist de ‘gewone’ burgers zijn waarvan verwacht mag worden dat ze direct worden getroffen door de toekomstige urbanisering en klimaatverandering. Zij vormen het grootste deel van de publieken die direct druk op hun leefomgeving mogen verwachten door deze ingrijpende veranderingen – die

direct door deze issues worden getroffen - en zouden daarom de aangewezen partij zijn om daar iets in te veranderen.

Daarnaast kunnen we op basis van Winner, Verbeek, Dewey, Marres, Dijstelbloem, Jenkins et al., Latour en Shelton et al. concluderen dat alle publieken die in aanraking komen met de smart city-technologieën –wederom voor het grootste deel de burgers die wonen, werken en bewegen in Amsterdam - de consequenties van de technologieën het meest direct zullen voelen. Hun object ecology zal per technologie wijzigen doordat de technologieën waarmee ze in aanraking komen hun verhouding tot de wereld en elkaar in mindere of meerdere mate zullen wijzigen/mediëren. Van de smart grid in Nieuw-West tot de slimme lantaarnpalen in Zuid-Oost: deze technologieën veranderen het sociaal-technologische netwerk waar burgers zich in bevinden met alle onto-politieke consequenties van dien. Niet geheel onbelangrijk preconfigureren deze netwerken welke specifieke issues er wel en niet hun articulatie vinden.30

Vanuit democratisch perspectief lijkt het niet meer dan logisch dat de getroffen publics hier invloed op uit kunnen oefenen. Op basis van een Deweyaanse, pragmatische visie op democratie kunnen we stellen dat pas als de vormgeving van het smart city-project zelf democratisch is, het doel van een democratischere stad bereikt kan worden. Tevens kunnen we vanuit het pragmatisme beargumenteren dat de stad pas slimmer wordt als de community of inquiry rondom de smart city- projecten zo divers en uitgebreid mogelijk is en alle getroffenen een plaats hebben. Alleen dan is Amsterdam als smart city het best mogelijk voorbereid op de toekomstige contingente werkelijkheden die gepaard zullen gaan met de urbanisering, klimaatverandering en de grootschalige implementatie van disruptieve technologie in de stad.

In de imaginary van de smart city wordt ook verkondigd dat dit het geval is; dat er een grote diversiteit aan stedelijke publieken kan participeren in de vormgeving en beeldvorming in de Amsterdamse smart city. Doordat belangrijke

30 Door bijvoorbeeld elektriciteitsgebruik via een smart meter te meten, wordt het issue van individueel energiegebruik centraal gesteld en passen gebruikers hun gedrag daarop aan. Door gebruik van licht in combinatie met algoritmen worden bepaalde gedragingen tot issue gereduceerd en groepen mensen in de openbare ruimte in een bepaalde richting ge-nudged. Door data over burgers te verzamelen, kan een profiel worden opgebouwd, kunnen door de data gepreconfigureerde issues worden gedefinieerd met bijbehorende specifieke publieken en kunnen interventies worden gepleegd die specifiek hierdoor worden ingegeven.

strategische actoren in het sociaal-technologische netwerk dit naar buiten toe uitdragen lijkt onto-politieke exercitie van het op grote schaal implementeren van nieuwe technologieën ook volledig gelegitimeerd. Enerzijds ontleent deze politiek haar legitimatie aan het verwijzen naar wereldse en technologische ontwikkelingen en die als apolitiek en deterministisch te bestempelen. Anderzijds worden deze praktijken gelegitimeerd door te benadrukken dat het belang van burgers hier niet alleen mee gediend is, maar dat burgers hier ook zelf veel in te zeggen hebben.

Door te stellen dat een diversiteit aan publieken de mogelijkheid heeft om hun issues te agenderen en te lijf te gaan met de juiste technologie, spelen strategische actoren binnen het sociaal-technologische netwerk, zoals bedrijven en de gemeentelijke organisaties, een visueel politiek spel dat maskeert welke issue- articulaties en publieken daadwerkelijk een belangrijke rol spelen in de beeldvorming en vormgeving van de Amsterdamse smart city. Dit visueel politieke spel, dat wordt gespeeld met behulp van sociotechnical imaginaries van een nabije toekomst en corporate stories over de rol van slimme technologie hierin, verhult dat bepaalde publieken of delen van het stedelijke publiek helemaal niet deelnemen aan de vormgeving van de Amsterdamse smart city, terwijl bepaalde meer zakelijke publieken juist bovengemiddeld participeren. De solutionistische en gedepolitiseerde visie op technologie versterkt deze visuele politiek alleen maar. Deze acties en de eruit volgende sociaal-technologische configuraties hoeven niet intentioneel te zijn om wel hetzelfde, mogelijk blijvende effect te sorteren.

Het resultaat is dat, ondanks de retoriek van inclusiviteit en participatie, voor het grootste deel associaties tussen (semi-)publieke organisaties, private actoren en de door hen gepropageerde technologische oplossingen configureren welke issues en publics hun articulatie vinden. Deze blijken voornamelijk een overschot aan service- user- en entrepreneurial publicness - of een projectie van economische imagined publics - te genereren. Dit blokkeert alternatieve articulaties van niet-zakelijke stedelijke publieken en hun issues – zoals angst voor de dataficatie van de Amsterdamse publieke ruimte en de ondoorzichtige macht van een publiek-privaat conglomeraat. Ook geeft het geen articulatie aan de angst voor een afnemende rol van burgers temidden van de digitalisering en de wens om daar a la Winner nee tegen te kunnen zeggen. Echte participatie van een grote diversiteit aan publieken vindt met andere woorden niet plaats waar dit vanuit democratisch oogpunt, gezien de potentieel verregaande consequenties, wel wenselijk is.

Voorlopig kunnen we concluderen dat de status van een groot deel van het stedelijke publiek uiterst precair is: de speelruimte van een groot gedeelte van de niet-zakelijke publieken onder de Amsterdamse burgers lijkt inderdaad verkleind en van de huidige associaties mag men niets verwachten. Het Amsterdamse publiek lijkt zichzelf, door de verspreiding van het politieke in het sociaal-technologische netwerk, de fragmentatie van het publieke en de zeer specifieke publiekenverbeelding in de sturende imaginaries, niet te kunnen vinden. Dit is, zoals we hebben gezien, niet alleen onwenselijk vanuit normatief democratisch oogpunt, maar draagt ook niet bij aan het slimmer maken van de stedelijke democratische politiek en daarmee niet bij aan een weerbaardere stad of diversere slimmere oplossingen voor de contingente problemen van de werkelijkheid van morgen. 9.2 Mogelijkheden voor participatie

Is dit onoverkomelijk en zijn andere niet-zakelijke publieken veroordeeld tot een lijdzame vorm van waakzaamheid of zijn er desondanks nog mogelijkheden voor een publiekere vorm van smart city-politiek? Zijn er mogelijkheden voor nieuwe vormen van participatie voorbij de procedurele democratie waarbij de publieke verbeelding een centrale rol speelt en waarbij counternarratives een grotere plaats opeisen binnen de Amsterdamse smart city imaginary? Is het Amsterdamse stedelijke publiek met andere woorden nog in staat om zichzelf a la Baron Von Münchhausen te bootstrappen?.Voor een verkennend antwoord op deze vraag kunnen we teruggrijpen op Dewey. Zoals we in het tweede hoofdstuk hebben kunnen lezen zag Dewey al in 1927 dat onderwijs en communicatie met behulp van kunst, een noodzakelijke voorwaarde vormen voor publieken om zichzelf als zodanig te herkennen.

Een eerste optie om de smart city publieker te maken is dan ook het actief gebruiken van verbeelding en kunst en dit te verspreiden middels onderwijs en communicatie (via digitale en analoge weg) om diversere stedelijke publieken op de hoogte te stellen van de toekomstige issues van klimaatverandering, urbanisering en de grootschalige implementatie van slimme technologie in de stad. Publieken zullen zichzelf in potentie eerder als zodanig herkennen en op basis daarvan potentieel geëngageerder raken met de smart city en eventuele perverse uitwerkingen willen voorkomen. Er bestaat al onderzoek naar de rol van kunst en design bij het in het leven roepen van publieken (DiSalvo 2009; DiSalvo et al. 2014; Le Dantec 2016) en

het zou interessant en in potentie maatschappelijk zeer relevant zijn om hier actief mee te experimenteren in de Amsterdamse context.

Een tweede, aansluitende manier om de Amsterdamse smart city issue articulations te ‘openen’ voor het publiek is door actief diversere publieken te betrekken bij het opstellen van imaginaries van de Amsterdamse smart city. Deze diversere publieken worden zo in de gelegenheid gesteld om hun eigen alternatieve issue articulations en bijbehorende (non)technologische oplossingsrichtingen te berde brengen, zoals het onderzoek van Taylor en anderen al liet zien . Zo wordt de smart city zelf ook meer een uitkomst van de publieke verbeelding van de gehele stad dan dat deze voornamelijk drijft op publiekenverbeelding door enkele specifieke (zakelijke) publieken binnen en buiten de stad. Ook hier zou het interessant zijn om te kijken wat er gebeurt als meer diverse publieken imaginaries van een toekomstige stad mogen vormgeven.

Een derde, onderscheiden manier om de dominante Amsterdamse smart city sociotechnical imaginary te doorbreken is door, in lijn met Dijstelbloem, de stap te zetten naar een notie van burgerschap als detectivewerk waarin burgers hun eigen verbeelding gebruiken om controle uit te oefenen op de staat en nieuwe perspectieven op groepen en problemen in te brengen (2016: 192). Deze strategie van participatie kan met name vruchtbaar blijken wanneer de actoren binnen de publiek-private samenwerking van de Amsterdamse smart city niet ontvankelijk blijken voor een meer publieke smart city.31 Tenslotte kan het zelfs voorkomen dat het smart city- project in Amsterdam op dezelfde voet doorgaat als nu, zonder rekenschap te geven van de diversiteit van publieken. In dat uiterste geval kunnen de technologieën in de Amsterdamse smart city worden gezien als mogelijk platform om te appropriëren door de verschillende publieken. Het onderzoeksproject van The Hackable City (Ampatzidou et al. 2014) is een noemenswaardig voorbeeld van deze benadering.

Het zou zeer interessant zijn om in vervolgonderzoek te kijken naar deze verschillende mogelijke vormen van participatie van diversere publieken en hun verbeelding in de Amsterdamse smart city. Geheel in de geest van het pragmatisme zou dit moeten gebeuren door actieve experimentatie, met behulp van de community of inquiry en met oog voor de concrete, lokale Amsterdamse context. De lessen die

31 Een bijzondere rol kan daarbij worden gespeeld door counter-imaginaries als wapens van de zwakkeren (Scott 1985).

hieruit getrokken zullen worden kunnen dan mogelijk, net als de lessen in dit onderzoek, als input dienen voor discussies over het publieke karakter van de smart city in steden over de hele wereld. De hoop is dat Amsterdam en andere smart cities dan daadwerkelijk smart worden. Daarbij kan men allicht inspiratie putten uit een prachtige verbeelde toekomst die Dewey negentig (!) jaar geleden al voor ogen had:

Whatever the future may have in store, one thing is certain. Unless local communal life can be restored, the public cannot adequately resolve its most urgent problem: to find and identify itself. But if it be re-established, it will manifest a fullness, variety and freedom of possession and enjoyment of meanings and goods unknown in the contiguous associations of the past. For it will be alive and flexible as well as stable, responsive to the complex and worldwide scene in which it is enmeshed. While local, it will not be isolated. Its larger relationships will provide an inexhaustible and flowing fund of meanings upon which to draw, with assurance that its drafts will be honoured. Territorial and political boundaries will persist; but they will not be barriers which impoverish experience by cutting man off from his fellows […]. Competition will continue, but it will be less rivalry for acquisition of material goods, and more an emulation of local groups to enrich direct experience with appreciatively enjoyed intellectual and artistic wealth.

Bibliografie

Albino, V., Berardi, U. & Dangelico, R. (2015). “Smart Cities: Definitions, Dimensions, Performance, and Initiatives”. Journal of Urban Technology, 22(1), pp.3-21.

Ampatzidou, C., Bouw, M., van de Klundert, F., de Lange, M., & Waal, B. G. M. (2014). The Hackable City: A Research Manifesto and Design Toolkit. Amsterdam: Knowledge Mile. [online] Beschikbaar via: https://www.publishinglab.nl/blog/publication/the-hackable-city-a- research-manifesto-and-design-toolkit/ [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Economic Board. (2016). Smart Light op het Hoekenrodeplein gerealiseerd - Amsterdam Economic Board. [online] Beschikbaar via:

https://www.amsterdameconomicboard.com/nieuws/smart-light-op- het-hoekenrodeplein-gerealiseerd [Geraadpleegd op 23 okt. 2017]. Amsterdam Economic Board (2017a) Resultaten 2016 & Vooruitblik 2017. [online]

Amsterdam: Amsterdam Economic Board. [online] Beschikbaar via: https://www.amsterdameconomicboard.com/app/uploads/2017/02/Resu ltaten-2016-Vooruitblik-2017-20172802.pdf [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Economic Board. (2017b). Wie we zijn - Amsterdam Economic Board.

[online] Beschikbaar via:

https://www.amsterdameconomicboard.com/wie-zijn-we#board [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Economic Board. (2017c). Wat we doen - Amsterdam Economic Board.

[online] Beschikbaar via:

https://www.amsterdameconomicboard.com/wat-doen-we [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Economic Board. (2017d). Amsterdam uitgeroepen tot innovatiehoofdstad van Europa. [online] Beschikbaar via:

(https://www.amsterdameconomicboard.com/nieuws/amsterdam-

uitgeroepen-tot-innovatiehoofdstad-van-europa). [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam.nl. (2016). Amsterdam Smart City. [online] Beschikbaar via: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/innovatie- 0/european-capital/platforms-partners/amsterdam-smart-city/ [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017a). Projects. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/projects [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017b). Partnerships Amsterdam Smart City. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/p/become-a-partner [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017c). Program partners. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/program-partners [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017d). Amsterdam Smart City. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/network/amsterdam-smart-city

[Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017e). FAQ. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/p/faq [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017f). About. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/p/about [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Amsterdam Smart City. (2017g). City-zen. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/city-zen [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Anthopoulos L. (2017). “The Smart City Market”. In: L. Anthopoulos (red.), Understanding Smart Cities: A Tool for Smart Government or an Industrial Trick?. Public Administration and Information Technology, vol 22. Springer International.

Arcadis. (2015). Nieuwsbericht: Arcadis tekent als programmapartner van innovatieplatform Amsterdam Smart City. [online] Beschikbaar via:

https://www.arcadis.com/nl/nederland/nieuws/nieuwsberichten/2015/ni euwsbericht-arcadis-tekent-als-programmapartner-van-

innovatieplatform-amsterdam-smart-city/ [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Arcadis. (2017). Cities: survival of the resilient. Arcadis. [online] Beschikbaar via: https://www.arcadis.com/media/9/C/B/%7B9CBFEE45-60F1-471E- 93CD-DC8A1938907F%7DSurvival%20of%20the%20Resilient.pdf [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Artfromcode.com. (2010). Reaching Out 02. [online] Beschikbaar via:

http://www.artfromcode.com/?p=1210 [Geraadpleegd op 23 okt.

2017].

Ballo, I. (2015). “Imagining energy futures: Sociotechnical imaginaries of the future Smart Grid in Norway”. Energy Research & Social Science, 9, pp.9-20. Barnett, J., Cass, N., Burningham, K. and Walker, G. (2010). “Renewable Energy and Sociotechnical Change: Imagined Subjectivities of ‘the Public’ and Their Implications”. Environment and Planning A, 42(4), pp.931-947. Beelen, W. (2014). “CTO van Amsterdam ziet de stad als platform”. Computable.

[online] Beschikbaar via:

https://www.computable.nl/artikel/expertverslag/overheid/5201075/45 73232/cto-van-amsterdam-ziet-de-stad-als-platform.htm [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Bentham, J. and Bowring, J. (1995). The works of Jeremy Bentham. Bristol: Thoemmes Press.

Bernstein, R. (2010). “Dewey's vision of radical democracy”. In: M. Cochran (red.), The Cambridge Companion to Dewey. Cambridge: Cambridge University.

Bernstein, R. (2015). Pragmatic Encounters. New York: Routledge.

Boorsma, B. (2016). “The network paradigm and the city”. Perspectives from The Economist Intelligence Unit (EIU). [online] Beschikbaar via:

http://www.eiuperspectives.economist.com/economic-

development/vibrant-economy/blog/network-paradigm-and-city [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Bos, E. (2017). The community and its members: some interesting results!. Amsterdam Smart City. [online] Beschikbaar via: https://amsterdamsmartcity.com/posts/the-community-and-its-

members-some-interesting-re [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Callon, M. (1986). “The sociology of an actor-network: The case of the electric vehicle.” In: M. Callon, J. Law, A. Rip (red.) Mapping the dynamics of science and technology (pp. 19-34). London: Palgrave Macmillan UK. Cardullo, P., & Kitchin, R. (2017). Being a ‘citizen’ in the smart city: Up and down

the scaffold of smart citizen participation. [online] Beschikbaar via: osf.io/preprints/socarxiv/v24jn [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

City-zen. (2017). Objectives. [online] Beschikbaar via: http://www.cityzen- smartcity.eu/home/about-city-zen/objectives/ [Geraadpleegd op 23 okt. 2017].

Cowley, R., Joss, S. and Dayot, Y. (2017). “The smart city and its publics: insights

In document Publieke(n)verbeelding in de slimme stad (pagina 90-106)