• No results found

Provincie Noord-Brabant, directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving Postbus 90151, 5200 MC ’s-Hertogenbosch

In document Nota van zienswijzen (pagina 79-85)

Zienswijze Standpunt gemeente

Er zijn 4 ruimtelijke thema’s (ruimtelijke kwaliteit, natuur, land- en tuinbouw, toerisme en recreatie) waar de regeling in het ontwerp

bestemmingsplan zich op onderdelen niet met de provinciale belangen en de daarmee

samenhangende doelen verdraagt, dan wel waar de provinciale belangen in het plan onvoldoende geborgd worden.

Thema Ruimtelijke Kwaliteit

► Door middel van de algemene

ontheffingsmogelijkheid zoals opgenomen in artikel 23.4 van de regels, biedt het plan de mogelijkheid binnen elke bestemming buiten het bouwvlak bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten. Het provinciaal beleid gaat in principe uit van concentratie van bebouwing binnen het bouwblok om verspreide verstening van concentratie van het buitengebied, vanwege zuinig ruimtegebruik tegen te gaan. De provincie is van mening dat de genoemde ontheffing in deze vorm niet bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

►Binnen het plangebied zijn 47 beëindigde agrarische bedrijfslocaties die tot voor kort in

► Betreffende ontheffing komt voort uit het vigerend bestemmingsplan en is enkel van toepassing op ondergeschikte bouwwerken, zoals ooievaarsnest etc. e.e.a. zal in de

toelichting nader worden gemotiveerd. Daarnaast zal in de regels worden toegevoegd dat

betreffende bouwwerken binnen een afstand van maximaal 50 meter van een bestaand

bestemmingsvlak opgericht dienen te worden teneinde een bepaalde concentratie van bebouwing te realiseren.

► De gemeente zal nogmaals kritisch de voorgestane functie wijzigingen naar

gebruik waren voor de agrarische bedrijfsvoering, maar waarbij de voormalige agrarische

bedrijfswoning thans gebruikt wordt als burgerwoning. De betreffende locaties zijn bestemd als ‘woning’, waarbij de overtollige bedrijfsgebouwen impliciet onder het overgangsrecht zijn gebracht.

Het ontwerp-bestemmingsplan bevat echter geen regeling die inzicht geeft in de instrumenten die de gemeente bij deze sloop wil inzetten,

waarmee een generaal pardon wordt gegeven tot omzetting van agrarische naar

woonbestemmingen, zonder dat dit gepaard gaat met de vereiste sloop. Dit gaat ten koste van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

►Het ontwerp-bestemmingsplan kent de mogelijkheid om per afzonderlijk agrarisch bedrijf ondergeschikte detailhandel toe te staan als nevenactiviteit tot een maximaal

verkoopvloeroppervlak van 100 m2. Deze regeling vraagt een groter ruimtebeslag dan de 100 m2 bedrijfsvloeroppervlakte, die in zijn algemeenheid als uitgangspunt wordt genomen.

Nu de keuze niet is gemotiveerd is het onbepaald hoe groot het oppervlak van deze nevenactiviteit mag zijn.

►De regels in het ontwerp-bestemmingsplan met betrekking tot het toestaan van het plaatsen van voorzieningen voor tijdelijke huisvesting zonder de mogelijkheid deze te verwijderen acht reclamant niet in overeenstemming met de opgenomen beleidslijn uit de Paraplunota.

►In het plan wordt niet gegarandeerd dat de voorzieningen niet aangewend worden voor permanente bewoning, zonder dat deze beleidskeuze onderbouwd wordt.

woonbestemmingen bekijken en daarnaast alle voormalige agrarische bedrijfslocaties op de plankaart voorzien van een specifieke VAB-aanduiding. Middels deze VAB aanduiding wordt aan betreffende locaties expliciet het VAB-beleid van de provincie en het gemeentelijke

sloopbonus beleid van toepassing verklaard, waarmee sloop van de onbenutte voormalige agrarische bedrijfsgebouwen zoveel mogelijk gestimuleerd wordt. Daarnaast zal de gemeente streng handhavend (blijven) optreden tegen geconstateerd strijdig gebruik.

PM aanvullen PC

► De regeling ten aanzien van ondergeschikte detailhandel zal in artikel 3.2.2, artikel 4.2.2 en artikel 5.2.2 worden aangepast, waarbij het toegestane verkoopvloeroppervlak wordt verkleind tot maximaal 50 m2.

► De regeling in artikel 3.5.10, artikel 4.5.9 en artikel 5.5.6 zal zodanig worden geredigeerd dat tevens verwijdering van de toegestane

voorzieningen wordt gerealiseerd indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijke grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is.

Daarnaast zal aan de regeling worden toegevoegd dat AAB advies ingewonnen kan worden, teneinde de noodzakelijkheid aan te tonen.

De specifieke regeling voor huisvesting van seizoensarbeiders in concentratiegebied glastuinbouw (artikel 3.5.9) wordt alsnog

geschrapt, aangezien deze regeling onvoldoende aansluit bij het door de gemeente gewenste beleid.

►In de bijbehorende criteria in artikel 3.5.10, artikel 4.5.9 en artikel 5.5.6 wordt onder e als randvoorwaarde gesteld dat de huisvesting maximaal 6 maanden mag bedragen. De gemeente zal hier ook nadrukkelijk op

►Het ontwerp-bestemmingsplan bevat, binnen diverse bestemmingen via een

ontheffingsbevoegdheid, de mogelijkheid om bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg te gebruiken. Daarbij is geen verplichting opgenomen voor het gemeentebestuur om de ontheffing in te trekken, indien de behoefte aan mantelzorg niet meer aanwezig is. Op die manier wordt voorkomen dat deze bebouwing

aangewend wordt als permanente huisvesting.

► Het loskoppelen van een gekoppeld agrarisch bouwblok wordt beschouwd als nieuwvestiging van een agrarisch bouwblok met separate uitbreidingsmogelijkheden, wat in strijd wordt geacht met het provinciaal belang.

Het ontwerp-bestemmingsplan voorziet in het ontkoppelen van het agrarisch bouwblok aan de Merelweg 18 van het oorspronkelijk drievoudig gekoppeld agrarisch bouwblok met de

Korhoenweg 1 en 5.

► Verder maakt het plan op het perceel Brand 16 een gekoppeld bouwblok mogelijk. Een nieuw gekoppeld bouwblok op afstand draagt het risico met zich mee dat het bouwblok op termijn ontkoppeld kan worden.

Natuur

Reclamant is van mening dat de aanwezige gebiedswaarden in de volgende gebieden onvoldoende beschermd worden:

Blad 2

► Een plangedeelte met de bestemmingen

‘Agrarische-landschappelijke waarden’ en de

‘Agrarische-landschappelijke natuurwaarden’ ten westen van de Heusdensestraat. Daarbij ontbreekt een bescherming van de binnen het bestemmingsvlak aanwezige GHS (GHS-Natuur, overige bos- en natuurgebieden) en

EHS-handhaven.

► De regeling in artikel 3.5.8, artikel 4.5.8 en artikel 5.5.4 wordt zodanig geredigeerd, dat de bevoegdheid van Burgemeester en wethouders tot intrekking van de verleende ontheffing voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte verplicht wordt gesteld.

► Dit betreft een voorheen gezamenlijk (drievoudig gekoppeld) bouwblok van twee broers. Het bestaat nu uit twee afzonderlijke, volwaardig zelfstandige bedrijven (ieder met één bestaande bedrijfswoning), wat bevestigd wordt door een positief advies Adviescommissie Agrarische bouwaanvragen. Ter plekke is niet sprake van een nieuwvestiging, maar van een bestemming conform de feitelijk bestaande situatie, waarbij geen nieuwe bedrijfswoningen kunnen worden opgericht. Deze zijn immers reeds ter plaatse aanwezig.

►Ter plekke is een gemengd agrarisch bedrijf gevestigd. De intensieve veehouderij tak is via de RBV-regeling beëindigd, maar de akkerbouwtak wordt voortgezet. Aangezien de (gesloopte) IV- stallen op het centrale deel van het bouwblok gesitueerd waren en het akkerbouwgedeelte op het westelijk gedeelte van het bouwblok plaats vindt is derhalve een koppeling gelegd tussen de bedrijfswoning en de bestaande opstallen, die worden benut voor de akkerbouw activiteiten.

► Het betreffende plangedeelte ten westen van de Heusdensestraat zal conform de feitelijke situatie als bosgebied worden bestemd in plaats van de huidige aanduiding landschapselement.

waarden;

► Een plangedeelte met de bestemming

‘Landgoed-Kasteel’. Daarbij ontbreekt een bescherming van de binnen het

bestemmingsvlak aanwezige GHS/EHS-waarden.

Blad 3

► a) Een plangedeelte met de bestemming

‘Agrarisch-landschappelijke waarden ten noorden van de Roerdomp. Voor een deel ontbreekt de aanduiding, die gelet op de RNLE-aanduiding op de naastgelegen percelen binnen de bestemming ‘Agrarisch-landschappelijke waarden’ qua systematiek wel voor de hand had gelegen;

► b) voor een deel ontbreekt de bescherming voor de GHS-Landbouw, subzone leefgebied kwetsbare soorten.

Blad 5

►Een plangedeelte aan de oostgrens van het plangebied met de bestemming ‘Agrarisch-landschappelijke waarden’. Daarbij ontbreekt een bescherming van de binnen het

bestemmingsvlak aanwezige GHS-Landbouw (GHS-Natuur, leefgebied kwetsbare soorten).

► Reclamant is in zijn algemeenheid van mening dat het niet beschermen van natuurwaarden binnen de bestemmingsvlakken van de

►Voor het landgoed-kasteel (artikel 9) zal de bestemmingsregeling worden aangevuld teneinde de ghs waarden te beschermen.

► Op basis van de herbegrenzing van het RNLE in het kader van het Reconstructieplan dienen betreffende gronden te worden aangeduid met een RNLE-aanduiding. Betreffende aanduiding zal alsnog op de plankaart worden opgenomen.

► Voor de toekenning van de

gebiedsbestemmingen is getracht de provinciale ghs-zonering zo goed mogelijk op

perceelsniveau door te vertalen. Hierbij is evenwel zoveel mogelijk uitgegaan van logische begrenzingen. Genoemde begrenzing van de GHS (landbouw) loopt dwars door een veldperceel, waar in de feitelijke situatie geen onderscheid is te maken tussen ligging binnen de GHS of niet. Derhalve is gekozen om de

Roerdompweg als grens te hanteren voor de GHS-landbouw ter plekke.

► Voor de toekenning van de

gebiedsbestemmingen is getracht de provinciale ghs-zonering zo goed mogelijk op

perceelsniveau door te vertalen. Hierbij is evenwel zoveel mogelijk uitgegaan van logische begrenzingen. Genoemde begrenzing van de GHS (landbouw) loopt dwars door diverse percelen en een tweetal bestaand

glastuinbouwbedrijven met deels bestaande en deels vergunde glasopstanden, waar in de feitelijke situatie geen onderscheid is te maken tussen ligging binnen de GHS of niet. Derhalve is gekozen om de gemeente grens als grens te hanteren voor de GHS-landbouw ter plekke.

►Betreffende aanwezige natuurwaarden worden wel degelijk door de gemeente onderkend. In het

bestemming ‘Recreatie’ op de locaties waar sprake is van EHS/GHS de provinciale belangen op het gebied van natuur raakt. Als voorbeeld noemt reclamant op blad 1 een plangedeelte met de bestemming ‘Recreatie’. Ten oosten van de Kranenvenweg en op blad 4 plangedeelten met de bestemming ‘Recreatie’ ter plaatse van Witte Bergen.

►Reclamant merkt op, dat de algemene ontheffingsregel (artikel 23.5), betreffende onder meer het gebruik van gronden voor zendmasten, zich niet verdraagt met de hierboven genoemde belangen voorzover sprake is van EHS/GHS.

►De provincie maakt bezwaar tegen het ontbreken aanlegvergunningenstelsel voor beschermingszone natte natuurparels in de artikelen 6, 7, 8, 10, 11, 12, 14 en 15. In de betreffende doeleindenomschrijving zijn ook geen bepalingen opgenomen die zich richten op de bescherming van de natte natuurparels.

►Binnen het plangebied zijn een aantal percelen binnen de bestemmingen ‘Agrarisch’ en

‘Agrarisch-landschappelijke’ waarden die binnen de planperiode zullen worden aangewend als ecologische verbindingszone. Deze

bestemmingen bevatten geen

wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming

‘Natuur’. De provincie maakt hiertegen bezwaar omdat haar belang van een snelle realisering van de EHS hierdoor wordt geschaad.

De in artikel 24.2 van de regels opgenomen algemene wijzigingsbevoegdheid voor gronden binnen 100 meter van de aanduiding ‘waterloop met ecologische waarden’ in de bestemming

‘Natuur’ ten behoeve van beekherstel acht de provincie niet voldoende, gelet op de

aanwezigheid van droge ecologische verbindingszones in het plangebied die niet onder de eerder genoemde aanduiding vallen.

►De dubbelbestemming ‘Natura 2000’ is niet op

ontwerp bestemmingsplan is hiertoe reeds de aanduiding landschapselement opgenomen.

Middels de aanduiding ‘natuurwaarden’ zal er een explicietere natuurbescherming aan worden gekoppeld.

► In de algemene ontheffingsregel zullen de gronden gelegen binnen de GHS/EHS worden uitgesloten. Dit betreft gronden met de bestemming ‘agrarisch – landschappelijke en natuurwaarden (artikel 5), bos (artikel 8) en natuur (artikel 11).

► Gelet op redelijkheid, doelmatigheid en uitvoerbaarheid acht de gemeente het niet juist voor kleinschalige detailbestemmingen in

afwijking van de agrarische bouwblokken wel een aanlegvergunningstelsel op te nemen, waarin voor elk individueel geval de mogelijke

aantasting op betreffende natte natuurgebieden onderzocht zou dienen te worden.

Voor detailbestemmingen met grotere

grondoppervlakken, waaronder ‘recreatie’ / ‘niet-agrarisch bedrijven’ zal alsnog een av-stelsel worden toegevoegd.

►In het bestemmingsplan zal een specifieke wijzigingsbevoegdheid voor

bestemmingswijziging van de agrarische gronden naar de bestemming natuur (artikel 11) en bos (artikel 8) binnen een zone van 2,5 ha per strekkende km ter weerszijden van de op plankaart 2 opgenomen aanduiding ‘ecologische verbindingszone’ worden opgenomen.

de plankaart aangebracht. In de legenda komt de dubbelbestemming wel voor. Verzoek om de dubbelbestemming ook op de plankaart aan te brengen.

►Reclamant maakt bezwaar tegen de

mogelijkheden om bestaande bedrijfsbebouwing in de GHS-Natuur tot een maximum van 1000 m² aan te wenden voor statische opslag, aangezien het provinciaal belang zich hier met name richt op de bescherming en versterking van

ecologische waarden en het saneren van storende bebouwing.

Land- en Tuinbouw

►In de regels bij de bestemmingen ‘agrarisch’ en

‘agrarisch-landschappelijke waarden’ wordt de oprichting van tunnelkassen buiten het agrarisch bouwblok mogelijk gemaakt via ontheffing.

Reclamant is enerzijds van mening dat de regels bij deze bestemmingen niet stroken met de begripsbepalingen. Daarnaast maakt reclamant bezwaar tegen de mogelijkheid om tunnelkassen buiten het agrarisch bouwblok toe te staan.

Recreatie en toerisme

►Reclamant constateert dat de ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden die recreatie mogelijk maken binnen de AHS-Landschap (artikel 4.6.8, 4.6.10 en 4.6.11) geen criteria bevatten die voorzien in advisering door voornoemde adviescommissie. De provinciale

AHS-Landschap valt voor een deel niet binnen door de gemeente met RNLE aangeduide gebieden.

►Abusievelijk is de aanduiding tbv Natura 2000 gebied niet (conform de legenda) als

dubbelbestemming op plankaart 1 opgenomen.

Dit zal bij de vaststelling alsnog gebeuren.

► Aan de betreffende regeling voor gebruik van opstallen voor statische opslag in de GHS (artikel 5.6.6) zal worden toegevoegd, dat gronden gelegen binnen de GHS-natuur (aangeduid als

‘tevens natuurparel’) van de regeling worden uitgezonderd.

►Betreffende regeling zal zodanig worden geredigeerd dat oprichting van tunnelkassen buiten het bouwblok niet mogelijk is. Hiertoe zal tunnelkas worden geschrapt uit de bepalingen in artikel 3.3.5 en 4.5.14.

► Middels 4.6.8 onder o, 4.6.10 onder n. wordt voorzien in advisering door de adviescommisie.

In 4.6.11 onder b wordt oprichting van een camping binnen de AHS-landschap uitgesloten.

Gevolgen voor het bestemmingsplan

In art 23.4 van de regels zal worden toegevoegd dat oprichting van betreffende aan het buitengebied gebonden bouwwerken buiten het bestemmingsvlak binnen een afstand van maximaal 50 meter van een bestaand bestemmingsvlak opgericht dienen te worden teneinde een bepaalde concentratie van bebouwing te realiseren.

De regeling ten aanzien van ondergeschikte detailhandel bij agrarische bedrijven zal in artikel 3.2.2, artikel 4.2.2 en artikel 5.2.2 worden aangepast, waarbij het toegestane verkoopvloeroppervlak wordt verkleind tot maximaal 50 m2.

De regeling in artikel 3.5.10, artikel 4.5.9 en artikel 5.5.6 zal zodanig worden geredigeerd dat tevens verwijdering van de tijdelijke toegestane (huisvesting)voorzieningen wordt gerealiseerd indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijke grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is.

De specifieke regeling voor huisvesting van seizoensarbeiders in concentratiegebied glastuinbouw (artikel 3.5.9) wordt alsnog geschrapt, aangezien deze regeling onvoldoende aansluit bij het door de gemeente gewenste beleid.

De regeling in artikel 3.5.8, artikel 4.5.8 en artikel 5.5.4 wordt zodanig geredigeerd, dat de

bevoegdheid van Burgemeester en wethouders tot intrekking van de verleende ontheffing voor het

gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte verplicht wordt gesteld.

Voor het landgoed-kasteel (artikel 9) zal de bestemmingsregeling worden aangevuld teneinde de aanwezige ghs/ehs waarden afdoende te beschermen.

Middels de aanduiding ‘natuurwaarden’ zal er een explicietere natuurbescherming voor gronden binnen de bestemming recreatie worden opgenomen.

In de algemene ontheffingsregel (23.5) zullen de gronden gelegen binnen de GHS/EHS worden uitgesloten. Dit betreft gronden met de bestemming ‘agrarisch – landschappelijke en natuurwaarden (artikel 5), bos (artikel 8) en natuur (artikel 11).

Aanlegvergunningstelsel voor beschermingszone natte natuurparel voor recreatie en bedrijfsbestemmingen

Er zal een specifieke wijzigingsbevoegdheid voor bestemmingswijziging van de agrarische gronden naar de bestemming natuur (artikel 11) en de bestemming bos (artikel 8) binnen een zone van 2,5 ha? per strekkende km ter weerszijden van de op plankaart 2 opgenomen aanduiding ‘ecologische verbindingszone’ worden opgenomen.

Aan de betreffende regeling voor gebruik van opstallen voor statische opslag in de GHS (artikel 5.6.6) zal worden toegevoegd, dat gronden gelegen binnen de GHS-natuur (aangeduid als ‘tevens

natuurparel’) van de regeling worden uitgezonderd.

Betreffende regeling zal zodanig worden geredigeerd dat oprichting van tunnelkassen buiten het bouwblok niet mogelijk is. Hiertoe zal het begrip ‘tunnelkas’ worden geschrapt uit de bepalingen in artikel 3.3.5 en 4.5.14.

Middels deze VAB aanduiding wordt aan betreffende locaties expliciet het VAB-beleid van de provincie en het gemeentelijke sloopbonus beleid van toepassing verklaard, waarmee sloop van de onbenutte voormalige agrarische bedrijfsgebouwen zoveel mogelijk gestimuleerd wordt.

Het betreffende plangedeelte ten westen van de Heusdensestraat zal conform de feitelijke situatie als bosgebied worden bestemd in plaats van de huidige aanduiding landschapselement.

Op basis van de herbegrenzing van het RNLE in het kader van het Reconstructieplan dienen betreffende gronden te worden aangeduid met een RNLE-aanduiding. Betreffende aanduiding zal alsnog op de plankaart worden opgenomen.

Het Natura 2000 gebied zal alsnog als dubbelbestemming (conform de legenda) op plankaart 1 worden opgenomen.

In document Nota van zienswijzen (pagina 79-85)