• No results found

Niet uitgebrachte literatuur Frijhoff, W., email 23 mei 2016 Persoonlijke correspondentie Zie bijlage 6.

PROFIEL VAN DE ONDERZOEKSGROEP

Naam M/V Leeftijd Opleiding Beroep Geboorteplaats In U. gewoond?

Melle Man 21 Geschiedenis,

filosofie

Student Amersfoort Ja, 2013 – heden

Robert Man 23 Geschiedenis,

American Studies

Student Zwolle Ja, 2010 – heden

Sanne Vrouw 29 SPW Onderwijsassistent Steenwijk Nee

Monique Vrouw 30 Drukker Drukker Steenwijk Nee

Janneke Vrouw 31 Geneeskunde Huisarts in opleiding Kampen Ja, 2004 – 2013 Ileen Vrouw 32 Docentenopleiding

Frans, Remedial teaching

Remedial teacher, docent Frans

Nijeveen Ja

Joost Man 34 Bedrijfskunde Manager projecten Heerenveen Eén jaar in Bunnik gewoond

Esther Vrouw 42 Bedrijfskunde Huisvrouw,

receptioniste

Den Haag Nee

José Vrouw 54 HBO-V

wijkverpleging

Huisvrouw Rilland Bath Nee

Joke Vrouw 60 Sociaalpsychiatrische verpleegkunde, instellingskok

Sociaalpsychiatrisch verpleegkundige

Apeldoorn Nee

71

Hubert Man 61 Geologie,

pedagogische academie, elektrotechnisch installateur Huiswerkbegeleider, elektricien Eindhoven Nee

Gerda Vrouw 61 Sociale

dienstverlening

Geen Sint Pancras Nee

Marion Vrouw 61 MBO Kok Schiedam Nee

Ada Vrouw 67 Bibliothecaresse Gepensioneerd Den Haag Nee

Betty Vrouw 69 Kweekschool Gepensioneerd

leerkracht

Zeist Nee

Thea Vrouw 72 Typediploma,

Cambridge Engels Gepensioneerd administratief medewerker Rotterdam Nee

De vragenlijst

De vragenlijst bestaat uit drie delen. Om het onderzoek transparanter te maken is het eerste deel van de vragenlijst erop gericht een profiel van de respondenten te schetsen. Persoonlijke achtergrond en ervaringen hebben namelijk invloed op de antwoorden die gegeven worden. Het tweede deel heeft als doel de eerste associaties die Utrecht en haar geschiedenis oproepen in kaart te brengen.

Het derde deel van de vragenlijst is opgesteld volgens het SWOT-model. Dit model wordt veel gebruikt door bedrijven en organisaties om hun positie in de markt te analyseren. SWOT staat voor strengths,

weaknesses, opportunities en threats. De sterktes en zwaktes zijn eigenschappen van het product zelf. De

kansen en bedreigingen worden bepaald door externe factoren. Eigenschappen waarmee het product zich in positieve zin onderscheidt van concurrenten vormen een kans, eigenschappen waarmee de concurrent zich onderscheidt vormen een bedreiging. In dit onderzoek is de stad Utrecht het product. In eerdere stadia van dit onderzoek is overwogen om de SWOT-analyse deel uit te laten maken van het theoretisch kader. Later bleken andere theorieën passender te zijn. Het SWOT-model was echter een waardevol hulpmiddel bij het opstellen van de vragenlijst omdat ook citybranders op zoek zijn naar de sterke eigenschappen waarmee een stad zich kan onderscheiden van andere steden.

De vragen zijn abstract geformuleerd zodat ze niet overkomen als ‘kennisvragen’ die respondenten als bedreigend kunnen ervaren. Bovendien bieden abstracte vragen ruimte voor uiteenlopende antwoorden. Zo is gekozen voor de formulering: ‘wat zijn Utrechters voor mensen’ en niet voor: ‘noem drie eigenschappen die de inwoners van Utrecht typeren.’ Op de eerste vraag zijn meer verschillende antwoorden mogelijk en de respondent voelt zich minder voor het blok gezet. De volledige vragenlijst is als bijlage vier toegevoegd.

Interviewprocedure

De respondenten zijn door de auteur benaderd of ze deel wilden nemen aan de enquête. Voor aanvang van het interview kregen de respondenten te horen dat de vragenlijst geen kennistest is, maar dat het doel is een indruk te krijgen van het beeld dat mensen hebben bij Utrecht en haar geschiedenis. Om kennisuitwisseling tussen de respondenten te voorkomen mochten mensen die deel wilden nemen aan de enquête niet bij andere interviews aanwezig zijn. Eén gesprek heeft telefonisch plaatsgevonden, de andere zestien waren rechtstreekse gesprekken. De interviews duurden tussen de 12 en 70 minuten, afhankelijk van het denktempo en de hoeveelheid associaties van de respondenten. Ook zorgden praktische omstandigheden zoals ruziënde kinderen soms voor oponthoud. Tijdens het interview zijn aantekeningen gemaakt, maar de antwoordentabel is gebaseerd op de gemaakte audio-opnames. Relevante citaten zijn in de tabel getranscribeerd. De audio-opnames zijn op een USB-stick meegeleverd.

72

De beperkingen van het publieksonderzoek

Uit hoofdstuk één en twee blijkt dat de mogelijkheden voor citybranding beperkt worden door de associaties van het publiek omdat nieuwe elementen binnen het bestaande beeld moeten passen. Ook bij de selectie van historische elementen in hoofdstuk drie zijn de associaties van de respondenten leidend geweest. Omdat de onderzoeksgroep bestaat uit slechts 17 respondenten en niet in alle opzichten gevarieerd is samengesteld, maakten veel historische elementen geen schijn van kans. Het grootste deel van de onderzoeksgroep kent Utrecht van bezoeken aan de stad en associeert Utrecht vooral met de binnenstad en de geschiedenis die daar te zien is. Het is goed mogelijk dat bij een onderzoek onder Utrechtse inwoners andere elementen meer aandacht krijgen. Aan de rand van de stad zijn bijvoorbeeld nog sporen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te zien. De respondenten toonden zich onwetend van het bestaan ervan, maar Utrechtse inwoners noemen het wellicht vaker. Uitgebreider onderzoek is noodzakelijk, maar was binnen het kader van deze scriptie niet mogelijk. Toch zijn er ook in de antwoorden op de bescheiden enquête wel degelijk patronen te herkennen. Er is een reële kans dat die dominante trends in een omvangrijker onderzoek ook zichtbaar zullen zijn. Ook als 400 mensen geïnterviewd worden, komen de Dom en de werfkelders waarschijnlijk in veel antwoorden terug. Wel zullen de resultaten van een omvangrijker onderzoek genuanceerder en representatiever zijn en waarschijnlijk minder gecentreerd rond de binnenstad. Een uitgebreide enquête werpt wellicht nieuw licht op de vraag hoe geschiedenis kan worden ingezet voor de citybranding van Utrecht.

73

BIJLAGE 4: VRAGENLIJST

PUBLIEKSONDERZOEK

Vragenlijst

Profiel

Naam: Leeftijd: Beroep: Opleiding: Geboorteplaats:

 Hoe ken je Utrecht?

 Heb je wel eens in Utrecht gewoond? Van… tot …….

 Wat deed je toen? Indien respondent niet antwoordt: Student/ werk/ werkeloos/  Kom je wel eens in Utrecht?

 Wat is de reden om naar Utrecht te gaan? Indien respondent niet antwoordt: Winkelen / musea / concert / familiebezoek

 Ken je mensen in of uit Utrecht?

Observerende vragen