• No results found

2 Prijsvorming in agrofoodketens

2 Prijsvorming in agrofoodketens

6.3 Prijsvorming zuivel

De figuren 6.5 en 6.6 geven de prijsveranderingen weer op zowel consumenten- als in- dustrieniveau voor melk en kaas, en voor yoghurt en room, sinds 2000.

figuur 6.5 Consumenten- en productenprijsindex van melk en kaas, waarbij Melk PPI de prijs is die de boer krijgt uitbetaald, en Kaas PPI betrekking heeft op de verkoopprijs van de verwerkende industrie

80,0 85,0 90,0 95,0 100,0 105,0 110,0 115,0 120,0 125,0 130,0 jan- 00 apr- 00 jul- 00 okt- 00 jan- 01 apr- 01 jul- 01 okt- 01 jan- 02 apr- 02 jul- 02 okt- 02 jan- 03 apr- 03 jul- 03 okt- 03 jan- 04 apr- 04 jul- 04 okt- 04

Melk CPI Melk PPI Kaas CPI Kaas PPI-afzet binnenland Kaas PPI-afzet buitenland

Bron: LEI, CBS (2000=100); Prijzen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie.

figuur 6.6 Consumentenprijsindex van yoghurt, en productenprijsindices van room en yoghurt (2000=100) 90 95 100 105 110 115 120 125 2000 2001 2002 2003 2004

Yoghurt, room en desserts CPI PPI-afzet binnenland van room PPI-afzet binnenland van yoghurt

De gemiddelde consumentenprijzen van kaas en melk zijn gedaald sinds het begin van de prijzenoorlog. De consumentenprijsindex van melk daalde met gemiddeld 3 tot 4 procent, terwijl de kaasprijzen daalden met 2,7 procent (jaar op jaar 2003-2004). De daling van de prijs van consumptiemelk is deels weer ongedaan gemaakt, terwijl de prijsdaling van kaas in de laatste maanden van 2004 sterker is geworden. De prijsindex voor kaas komt in december 2004 5 procentpunt lager uit dan het gemiddelde over 2003. Voor yoghurt, room en desserts was de prijsdaling nog groter dan voor melk en kaas. De consumentenprijsindex liet een daling zien van 4,7 procent in de periode ja- nuari tot en met september 2004, ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Wanneer we alleen naar de laatste twee maanden van 2004 kijken is de prijsindex zelfs met 7 procent gedaald ten opzichte van de periode januari-september 2003.

Voor de Nederlandse melkveehouders zijn met name de uitbetaalprijzen van de zuivel- fabrikanten in Nederland van belang (figuur 6.5 Melk PPI). In het onlangs gepubliceerde jaarverslag 2004 van Campina lezen we dat 'de melkprijzen onder druk [stonden] door

forse en aanhoudende prijsconcurrentie tussen de West-Europese supermarktketens, met name in Nederland'. Voorts meldt de zuivelonderneming dat 'de consumptie van basiszuivelproducten […] al geruime tijd [afneemt] met enkele procenten per jaar. De groep Campina Nederland ondervond verder aanzienlijke nadelen van de verhevigde concurrentie tussen de Nederlandse supermarkten'. De gemiddelde melkprijs die aan de

veehouders wordt uitbetaald over 2004 zal op basis van de nu beschikbare informatie iets minder dalen dan de melkpremie van 1,18 per 100 kg (tabel 6.7). De nadelige ef- fecten van het EU-zuivelbeleid worden derhalve in 2004 gecompenseerd door de melk- premie.1

Het jaar 2001 was een jaar met uitzonderlijk hoge melkprijzen (figuur 6.5). Dit werd veroorzaakt door zowel de hoogconjunctuur, de hoge dollarkoers in dat jaar, als een stagnerende wereldproductie. De prijsdaling van PPI Melk in figuur 6.5 is ietwat vertekend. Op jaarbasis heeft de melkprijs zich sinds 1995 als volgt ontwikkeld (tabel 6.7).

tabel 6.7 Producentenprijs melk, bij gemiddeld vet- en eiwitgehalte, eurocent per kilo incl. BTW

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004

34,36 33,48 33,84 35,91 33,42 33,84 36,2 34,49 33,07 32,00

Bron: LEI.

Het verloop van de producentenprijzen laat een ander beeld zien dan dat van de con- sumentenprijsindex. Met uitzondering van de daling van de producentenprijsindex van melk (waarvan wij geconstateerd hebben dat die gecompenseerd is door een stijging van de melkpremie) zijn de producentenprijzen van de zuivelproducten op verwerkers- niveau niet gedaald. Integendeel, voor met name room en yoghurt hebben de zuivelfa- brikanten hogere prijzen bedongen dan in eerdere jaren. De kaasprijs is niet of nauwe- lijks veranderd. Als er al een daling van de kaasprijs geconstateerd wordt, dan heeft die daling betrekking op de afzet in het buitenland, in plaats van op levering aan de bin- nenlandse afnemers. De afzetprijs van kaas in het buitenland (de exportprijs) heeft ech- ter wel een grote invloed op de prestatieprijzen van een aantal (grote) Nederlandse zui- velbedrijven. Een daling in die prijs heeft (op termijn) ongetwijfeld een effect op de uit- betaalprijs die de zuivelcoöperatie aan de boeren kan betalen.

De uitbetaalde prijs aan de boer wordt vanwege het grote aandeel van de kaasproduc- tie bij de verwerking van melk echter voor een belangrijk deel bepaald door de prijs- ontwikkelingen op de kaasmarkt. Aangezien een aanzienlijk deel van de Nederlandse kaasproductie wordt geëxporteerd, speelt de prijzenslag hier een minder dominante rol. Hoewel de prijsontwikkeling op de kaasmarkt voor 2005 als redelijk positief wordt be- oordeeld, zal door de komende verlagingen van de interventieprijzen van boter en ma- gere melkpoeder wellicht een verschuiving binnen de EU optreden naar een hogere kaasproductie, wat een prijsdrukkend effect op de kaasmarkt in de EU tot gevolg zal

1

Het seizoenpatroon in de melkprijs wordt veroorzaakt door het verschil in wintermelk en zomermelk. In de zomermaanden hanteren de zuivelfabrieken een prijskorting, in de wintermaanden een prijs- toeslag, om de aanvoer van melk zo constant mogelijk te houden.

hebben. De afzet van zuivelproducten buiten de EU zal door de lage dollarkoers een negatieve invloed blijven uitoefenen op de prijsontwikkeling.

6.4 Conclusies

Prijsdalin g

Het is waarschijnlijk dat de consumentenprijzen van zuivel en zuivelproducten zijn ge- daald als gevolg van de supermarktoorlog. De daling is met name groot bij de produc- ten met veel toegevoegde waarde: yoghurt en desserts. Ook de prijzen van consump- tiemelk en kaas zijn verlaagd. De twee grootste zuivelondernemingen in ons land ver- wijzen in de toelichting over de jaarcijfers van 2004 regelmatig naar de prijzenslag in de supermarkten die de marges van een aantal zuivelproducten onder druk zetten.

Marktmacht

Zowel zuivelondernemingen als supermarkten erkennen dat prijsdruk is ontstaan. De supermarkten hebben de mogelijkheid om een product uit het assortiment te halen als dwangmiddel. De gevolgen daarvan voor de zuivelonderneming zijn groter dan voor de supermarkt. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van zowel zuivelondernemingen als detailhandel blijkt echter ook dat beide een deel van de prijsverlagingen hebben be- taald.

Voor dagverse melk zijn voor de detailhandel slechts een aantal aanbieders interessant. Echter, de positie van de toeleveranciers van deze basisproducten is niet sterk, omdat het product van de ene leverancier makkelijk uitwisselbaar is voor dat van de ander. De opkomst van de huismerken heeft dit nog eens versterkt. Voor meer verwerkte produc- ten als toetjes en kaas is de markt veel meer internationaal. De onderhandelingspositie van de toeleveranciers is dan ook sterker bij de merkproducten met meer toegevoegde waarde.

D oorwerking van de prij zenoorlo g

De daling van de consumentenprijs met enkele procenten (5 procent voor kaas, 3,2 procent voor melk en 7 procent voor toetjes en room) vormt onderdeel van de onder- handelingen tussen supermarkt en leveranciers. Volgens een woordvoerder van een grote zuivelonderneming zijn: 'de prijsverlagingen in eerste instantie ten koste gegaan van de marges van de supermarkten. In een later stadium hebben de supermarkten er bij de leveranciers op aangedrongen ook mee te betalen in de prijzenslag'. De zuivelon- dernemingen doen dit voornamelijk door kosten te besparen, door bijvoorbeeld verpak- kingskosten te verlagen en efficiënter te werken. Uit een telefonisch interview blijkt ook dat de prijzenoorlog (volgens de zuivelonderneming) ten koste gaat van innovatie in nieuwe producten. Uit de prijsindexcijfers van het CBS blijkt echter geen prijsdaling op producentenniveau (verwerkende industrie).

Berekeningen met behulp van een gesimplificeerd model laten zien hoe de melkprijzen die de verwerkers kunnen betalen aan de boeren ten dele worden beïnvloed door de consumentenprijs in Nederland en de daarvan afgeleide vraag door de detailhandel (pa- ragraaf 2.5). Na een consumentenprijsdaling van 3,2 en 5 procent voor respectievelijk melk en kaas, dalen de gemiddelde prijzen van de betrokken verwerkers met circa 1,5 tot 3,0 procent voor consumptiemelk, en tussen 1,1 en 2,3 procent voor kaas. Een prijsdaling van 7 procent van de prijs van yoghurt, room en toetjes in de Nederlandse detailhandel leidt ceteris paribus tot een prijsdaling van 2,4 tot 4,9 procent van de ge- middelde opbrengstprijs voor leveranciers. Hoewel consumptiemelk slechts een klein deel (10-12%) uitmaakt van de totale Nederlandse zuivelproductie is de doorwerking

van de prijzenslag voor dit product relatief groot, omdat dit product vrijwel uitsluitend in de Nederlandse detailhandel wordt afgezet.

Omdat de prestatieprijs van de verwerkende industrie een optelsom is van de prijzen van een hele reeks producten, waaronder consumptiemelk, is de uitbetaalprijs voor de boer afhankelijk van de doorwerking van de prijzenoorlog op de afzonderlijke produc- ten. In het algemeen kunnen we stellen dat het grootste deel van de zuivelproducten wordt geëxporteerd (in de vorm van kaas, melkpoeder of toetjes, room) en dat dus de exportprijsontwikkelingen een grotere rol spelen dan de prijzenoorlog. Bedrijven die zich meer op de export (van kaas) richten hebben te maken met dalende exportprijzen (figuur 6.5), terwijl bedrijven die zich voornamelijk richten op de binnenlandse markt te maken krijgen met de prijsdruk als gevolg van de prijzenoorlog.

7 Varkensvlees

7.1 Inleiding

Van alle vleessoorten wordt varkensvlees in Nederland het meest gegeten. Nederland is het op zes na grootste varkensvleesproducerende land van de Europese Unie. Grootste producenten zijn Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen en Denemarken. De laatste jaren neemt het aantal varkenshouders in Nederland af, van 29.211 in 1990 tot 10.730 in 2003 (PVE, 2004). De aantallen gehouden varkens en slachtingen nemen echter veel minder snel af, wat duidt op schaalvergroting.