• No results found

Mogelijke effecten van een verbod op verkoop beneden de inkoopprijs

3.2 'Relatieve sterkte' van beschermende regelgeving

4 Effect van een verbod op verkoop beneden de inkoopprijs voor de opbrengsten van boeren

4.3 Mogelijke effecten van een verbod op verkoop beneden de inkoopprijs

Zoals hierboven naar voren is gekomen, zijn de gevolgen van de prijzenoorlog tot nu toe niet of slechts in beperkte mate afgewenteld op de boeren en tuinders. Het is ech- ter niet onwaarschijnlijk dat als de prijzenoorlog doorgaat dit effect gaat hebben op de af-boerderij/af-tuinderijprijzen. De mogelijkheden tot bezuinigingen bij de supermarkten en verwerkers zijn als gevolg van de huidige prijzenoorlog waarschijnlijk al redelijk be- nut en de marges zullen al zijn beperkt. De gevolgen van verdere prijsverlagingen zullen dus ergens anders in de keten neergelegd moeten worden i.c. een verdere prijzenoorlog zal de druk op de af-boerderij/af-tuinderij doen toenemen. De supermarkten en verwer- kers zullen de gevolgen van een verdergaande prijzenoorlog mogelijk afwentelen op de boeren en tuinders. In deze paragraaf zal worden besproken in hoeverre een verbod op verkoop beneden de inkoopprijs deze prijsdruk zal kunnen beïnvloeden.

Verbod o p V BI b ij verse producten

Veel producten uit de land- en tuinbouw hebben een beperkte houdbaarheid. Dit bete- kent dat na een bepaalde tijd de kwaliteit van het product afneemt. Voor de super- markt betekent dit dat óf het product voor een lagere prijs moet worden verkocht (dan ontvangt men nog iets) óf dat het product moet worden weggegooid. Momenteel zal veelal voor het eerste alternatief worden gekozen, verkopen tegen een lagere prijs. Dit kan echter wel betekenen dat het product wordt verkocht voor een prijs lager dan de inkoopprijs. Dit is ook gerechtvaardigd aangezien de waarde van het product minder is geworden (lagere kwaliteit).

Indien er echter een algeheel verbod op VBI zonder uitzonderingsgevallen is, dan zou dit niet meer mogen. Zo'n verbod heeft voor verse producten dan ook vergaande ge- volgen. Het kan er namelijk toe leiden dat supermarkten minder producten inkopen, zodat ze er zeker van zijn dat alles verkocht wordt voordat de kwaliteit van het product afneemt. Dit kan tot gevolg hebben dat ze vaker nee zullen verkopen aan de consu- ment. De kosten van af en toe nee-verkopen zullen worden afgezet tegen de kosten van het weggooien. Een andere mogelijkheid is dat supermarkten dezelfde hoeveelheid producten zullen inkopen maar een hogere verkoopprijs zullen vragen. In deze hogere verkoopprijs zit namelijk ook een percentage voor de extra weggegooide producten. In beide situaties zal dit leiden tot een lagere afzet van land- en tuinbouwproducten (in de eerste situatie door de beperktere inkoop, in de tweede situatie door een hogere prijs). Door deze verandering op het detailhandelsniveau zal ook de aanbodstructuur ingrij- pend veranderd moeten worden.

Omdat zo'n vergaand verbod op VBI voor verse producten het hierboven geschetste bij- effect heeft, is in verschillende landen met een verbod op VBI een uitzondering ge- maakt voor verse producten.

Verbod op VBI stimul eert afwenteling in de keten en legt druk op in- koopprijzen

Indien er een verbod op VBI is, hebben supermarkten een extra prikkel om in een perio- de van een prijzenoorlog extra te letten op de inkoopprijzen. Een supermarkt die beter in staat is om lagere inkoopprijzen te realiseren, creëert voor zichzelf meer ruimte om de verkoopprijzen te verlagen.

Een supermarkt kan, als het verbod aanwezig is, niet meer een product sterk in prijs verlagen en het gehele verlies voor zijn rekening nemen. De supermarkt zal de leveran- ciers onder druk moeten zetten om de inkoopprijs te verlagen. Een verbod op VBI kan er in een periode van prijzenoorlog toe leiden dat de afwenteling van de gevolgen steeds sterker wordt.

Exportmarkt als buffer

Zoals uit de ketenbeschrijvingen naar voren is gekomen, worden veel producten uit de land- en tuinbouw afgezet op de internationale markt. De prijsvorming wordt dan ook vooral bepaald op basis van de internationale vraag en aanbod. Een eventueel verbod op VBI heeft hierdoor slechts in beperkte mate invloed op de prijs die de boeren en tuinders ontvangen. Voor bepaalde producten die met name voor de nationale markt worden geproduceerd zou een verbod op VBI mogelijk wel effect hebben. De effectivi- teit van een verbod op VBI om de gemiddelde af-boerderij/af-tuinderijprijs te beïnvloe- den is echter beperkt.

Verkoop onder de inkoopprijs vergroot afzet

Soms is verkoop beneden de inkoopprijs ook interessant voor boeren en tuinders, zeker als het verkochte product als klantentrekker wordt gebruikt. Door de lagere prijs wordt er meer afgezet. De grotere vraag heeft een positief effect op de prijs die de

boer/tuinder ontvangt. Aangezien een supermarkt zo'n product als klantentrekker inzet, zal de supermarkt genoegen nemen met een bepaalde mate van verlies of een zeer lage marge. Dit wordt namelijk goedgemaakt met de winst die de supermarkt maakt met de verkoop van andere producten aan de consument. Indien de supermarkt het product niet in zou zetten als klantentrekker, zou de verkoopprijs hoger liggen waardoor er minder verkocht zou worden.

Concluderend

Op basis van bovenstaande argumenten is het niet te verwachten dat een verbod op VBI een positief effect heeft op de gemiddelde af-boerderij/af-tuinderijprijzen. De land- en tuinbouwprijzen worden in belangrijke mate bepaald door de prijzen op de interna- tionale markt en alle ontwikkelingen die daar plaatsvinden. De prijzen die gehanteerd worden bij de Nederlandse detailhandel werken slechts in zeer beperkte mate door in de af-boerderij/af-tuinderijprijzen. Alleen bij Elstar-appels en zuivel (in het bijzonder melk en yoghurt en desserts) is dit internationale effect in mindere mate van belang.

5

Samenvatting

5.1

Inleiding