• No results found

Vermeerderingsbedrijf Vleesvarkensbedrijf

8.3 Prijsvorming pluimveevlees

Pluimveevlees is als productgroep door de supermarkten zeker ingezet in de prijzenoor- log. Met name kipfilet wordt aangemerkt als belangrijke 'traffic generator'. De verschil- lende supermarkten voeren sinds september 2003 zeer regelmatig acties met pluimvee- vlees. De consumentenprijzen van pluimveevlees zijn over de hele linie gedaald met zo'n 5 procent, sinds het uitbreken van de prijzenslag. Lagen de prijzen in de periode januari 2003 tot en met september 2003 op gemiddeld 111 procent van het gemiddelde van het jaar 2000, in december 2004 is de consumentenprijsindex gedaald tot 105 procent van het gemiddelde van 2000. Een medewerker van een grote pluimveeslachterij beves- tigt dat de winkelprijzen van pluimveevlees, vooral kipfilet, zijn gedaald. Maar tegelij- kertijd is het verkoopvolume zodanig gestegen dat de omzet in kipfilet gelijk is geble- ven.

figuur 8.2 Consumentenprijsindex, industrieprijsindex, en producentenprijsindex van pluimveevlees (2000=100); Prijzen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie

80 85 90 95 100 105 110 115 120 125 jan- 00 apr- 00 jul- 00 okt- 00 jan- 01 apr- 01 jul- 01 okt- 01 jan- 02 apr- 02 jul- 02 okt- 02 jan- 03 apr- 03 jul- 03 okt- 03 jan- 04 apr- 04 jul- 04 okt- 04

Pluimveevlees CPI PPI-industrie PPI-boer

Uit figuur 8.2 blijkt dat de inkoopprijzen in eerste instantie na oktober 2003 met de winkelprijzen mee naar beneden zijn gegaan (houd ook hier rekening met niveauver- schillen tussen de consumentenprijs en de prijs op andere niveaus in de keten). Na ver- loop van tijd echter is deze trend gekeerd. Zowel de index van de industrieprijs van pluimveevlees (CBS) als de af-boerderijprijs is gestegen vanaf maart 2004.

Desondanks lijkt dit beeld niet helemaal te kloppen met betrekking tot de prijzen die Nederlandse supermarkten betalen voor het ingekochte pluimveevlees. Twee grote pluimveeslachterijen laten weten dat de supermarkten in de onderhandelingen met de slachterij lagere prijzen hebben bedongen. Daarbij is het argument van de prijzenoorlog expliciet genoemd. Voor de Nederlandse slachterijen komt daar bij dat de prijzen in de belangrijke afzetmarkt Duitsland ook onder druk staan. Door het grote aandeel van de discounters in Duitsland zijn de detailhandelsprijzen daar relatief laag. Een efficiëntie- slag bij de slachterijen is noodzakelijk. Als reactie op verlaging van de verkoopprijzen is door ten minste één slachterij het aanvoergewicht van de vleeskuikens verhoogd, waar- door de prijs per kilogram iets wordt verlaagd.1

Dergelijke efficiëntieslagen leiden tot

1

minder kosten in 'handling', verpakking en logistiek. Vooralsnog heeft de prijzenoorlog

an sich echter geen groot effect gehad op de inkomens van pluimveehouders. In de

pluimveevleessector is al enkele jaren sprake van een overaanbod (het jaar 2003 buiten beschouwing gelaten), waardoor de opbrengstprijzen van vleeskuikens laag zijn. Daar komt bij dat de kosten van de productie, met name de veevoerkosten, in 2004 sterk stegen. Het totale gezinsinkomen voor de vleeskuikenbedrijven komt daardoor in 2004 waarschijnlijk uit op 28.000 euro negatief. Wanneer de gezinsbestedingen daar nog bij worden opgeteld betekent dat een forse ontsparing per bedrijf (De Bont en Van der Knijff, 2004). Ook de pluimveeslachterijen gaat het niet voor de wind: een aantal slach- terijen maakt verlies.

8.4 Conclusies

Prijsdaling

Op consumentenniveau is sprake van een prijsdaling van ten minste 5 procent sinds het uitbreken van de prijzenoorlog. De dalende trend is zichtbaar gedurende heel 2004 en lijkt nog niet op zijn dieptepunt. De laatste cijfers voor januari en februari 2005 duiden niet op herstel.

Op producentenniveau heeft de prijzenoorlog echter geen grote invloed gehad. Niet alleen komt dit beeld naar voren uit het verloop van de producentenprijsindex, het wordt ook bevestigd door verschillende personen vanuit zowel industrie als handel.

Doorwerking p rijzenoo rlog

De prijzen op detailhandelsniveau hebben slechts een beperkte relatie met de op- brengstprijzen van slachtkuikens in Nederland. Dat wordt veroorzaakt door enerzijds het feit dat een groot deel van de Nederlandse productie van pluimveevlees wordt uit- gevoerd, en anderzijds doordat de prijsdalingen op consumentenniveau vooralsnog worden 'gefinancierd' door kostenbesparingen bij retailers en verwerkers. Ook blijkt dat de prijsverlagingen de vraag naar kipfilet hebben verhoogd. Dat heeft een positief ef- fect op de prijs van de producent.

Wanneer we ons simpele model loslaten op de pluimveevleesketen en analyseren wat de gevolgen van een prijsdaling op consumentenniveau ceteris paribus zijn voor de op- brengstprijzen van slachterijen/boeren, dan blijkt dat de doorwerking vergelijkbaar is met die in de varkensvleeskolom (zie paragraaf 2.5). Een prijsdaling van 5,7 procent leidt tot een maximale gemiddelde prijsdaling voor de Nederlandse boer van tussen 0,9 en 1,8 procent. Vooralsnog zijn andere invloeden echter dominant en zijn de prijzen van producenten niet gedaald maar gestegen.

9 Conclusies

In dit onderzoek stond de vraag centraal of de prijzenoorlog in de supermarkt een ne- gatieve invloed uitoefent op de opbrengstprijzen van Nederlandse boeren en tuinders. Zes productgroepen zijn onderzocht, die gezamenlijk een beeld geven van de effecten van de prijzenoorlog voor het grootste deel van de Nederlandse landbouw en voedings- tuinbouw. Alleen de prijsvorming van akkerbouwproducten is buiten beschouwing gela- ten.

Bij de beantwoording van de gestelde vraag hebben wij gekeken naar de opbouw van de productie- en distributiekolom van de verschillende productgroepen en deze gerela- teerd aan de geobserveerde prijsvorming in de afgelopen vijf jaar. Bij de structuur van de productie- en distributiekolom spelen ook vragen rondom marktmacht een rol. Het is echter niet eenvoudig om marktstructuren en concentratiegraden op verschillende ni- veaus in de keten te relateren aan marktmacht of prijsvorming. De conclusies ten dien aanzien dienen dan ook voorzichtig te worden geïnterpreteerd. Om onze conclusies te toetsen zijn telefonische interviews gehouden met verschillende mensen die werkzaam zijn in de verschillende ketens, of anderszins betrokken zijn bij het onderwerp. Deze in- terviews hebben ons inzicht verruimd, maar niet geleid tot wezenlijke aanpassingen van onze conclusies.

De conclusies van het onderzoek kunnen wij als volgt samenvatten:

1 De prijzenoorlog, nu 11 'slagen' oud, heeft over de hele linie geleid tot prijsdalin- gen in de supermarkten. De betrokken producten zijn voornamelijk merkproducten en houdbare kruidenierswaren geweest. Echter ook verse zuivelproducten, pluim- veevleesproducten, champignons, groenten en fruit zijn zeker in meer of mindere mate ingezet in de prijzenoorlog. De indruk bestaat dat de productgroepen zuivel (met name yoghurt, room en desserts) en pluimveevlees het meest in prijs verlaagd zijn, terwijl varkensvleesproducten redelijk zijn ontzien. Prijsdalingen van groenten en fruit zijn aanzienlijk, maar hier spelen seizoenafhankelijke vraag- en aanbodver- houdingen een grote rol naast de prijzenoorlog.

tabel 9.1 Prijsdalingen op detailhandelsniveau

Gemiddelde prijsindex (2000=100) 2003 2004 jan-sep 2003 jan-sep 2004 Prijsindex nov-dec 2004 Verschil 03-04 Verse groenten 114,2 104,9 116,1 104,8 - -9,3 Vers fruit 122,6 117,1 124,4 120,1 - -5,5 Yoghurt, room 113,4 108,6 113,8 109,1 106,8 -4,8 Melk 122,2 119,0 122,7 118,6 120,2 -3,2 Pluimveevlees 111,2 108,0 111,4 108,7 105,6 -3,2 Kaas 111,9 109,2 111,8 109,9 106,9 -2,7 Champignons (2001=100) 101,2 99,1 101,8 99,1 99,2 -2,1 Varkensvlees 111,7 111,6 111,4 111,4 111,6 -0,1

2 Prijsdalingen op consumentenniveau worden over het algemeen ten dele doorgere- kend in de inkoopprijs van de supermarkt. Het effect op de gemiddelde af-boerderij of af-tuinderijprijs is grotendeels afhankelijk van het belang van de buitenlandse af- zet, en het belang van de andere afzetkanalen dan de detailhandel.

3 Supermarkten en toeleveranciers onderhandelen op regelmatige basis over de in- koopprijzen. Als gevolg van de prijzenoorlog is prijsdruk ontstaan in alle sectoren. De mate waarin dit leidt tot inkoopprijsdalingen is deels afhankelijk van de markt- macht die beide partijen bezitten. In eerder onderzoek (Bunte et al. 2003) is voor een aantal productketens vastgesteld dat prijstransmissie in de ketens niet duidt op significante marktmacht van één van de ketenpartijen. Prijsdalingen worden over het algemeen zowel door de supermarkt als door de toeleveranciers gedragen. Dit beeld wordt bevestigd door de gesprekken die wij hebben gevoerd met vertegen- woordigers van de verwerkende industrie. Bij verse groenten en pluimveevlees is de positie van de leveranciers waarschijnlijk minder sterk, doordat de supermarkten meer uitwijkmogelijkheden hebben en de gevolgen van een inkoopstop voor de le- veranciers groter zijn dan voor de supermarkt.

4 De afzetorganisaties en verwerkende industrie vangen een deel van prijsdruk als gevolg van de supermarktoorlog op. Door kostenbesparingen en margeverlagingen wordt een deel van de prijsdalingen door deze ketenschakels gerealiseerd. Het feit dat de industrie nu als buffer fungeert voor prijsdalingen, kan op termijn ook de boeren en tuinders schaden als het rendement en de innovatiekracht van de ver- werkende industrie worden uitgehold. De verwerkende industrie en de primaire producenten zijn grotendeels van elkaar afhankelijk. De nabijheid van een afzetor- ganisatie of verwerker is cruciaal voor de boeren en tuinders.

5 Bedrijven in de handel en verwerkende industrie worden niet alle in gelijke mate door de prijzenoorlog getroffen. Hoe groter het aandeel van de Nederlandse detail- handel in de afzet van het bedrijf, hoe groter de invloed van de prijsdalingen op consumentenniveau. De champignonconservensector wordt slechts minimaal beïn- vloed, terwijl de invloed voor de melkproducenten groter is. Ook de afzetorganisa- ties van groenten en fruit leveren bepaalde producten, waaronder witlof en prei, voornamelijk aan de Nederlandse detailhandel.

6 Deze redenering gaat ook op voor de relatie tussen boeren en afzetorganisaties. In de vleesvarkenshouderij zijn de uitwijkmogelijkheden (naar het buitenland) groter dan in de pluimveevleessector, alwaar het grootste deel van de kuikens 'op con- tract' wordt gehouden. Ook melkveehouders zijn vaak niet in staat gemakkelijk van afnemer te veranderen. Omdat melkveehouders vrijwel uitsluitend leveren aan coö- peratieve afzetorganisaties, waarvan zij zelf deels eigenaar zijn, heeft een lagere marge voor de zuivelfabrikant direct gevolgen voor de vermogenspositie van de boeren.

Met betrekking tot de door ons onderzochte ketens concluderen wij het volgende: 7 De forse prijsdalingen van verse groenten en fruit komen niet of nauwelijks tot uit-

drukking in de af-tuinderijprijzen. In potentie is de invloed van de prijzenoorlog op de prijsvorming van sommige verse groenten en ook appels wel aanwezig. Echter, hier is meer uitgebreid onderzoek nodig om de invloed van seizoenaanbod en vraag, buitenlandse handel en prijsvormingmechanismen te scheiden.

8 Onze bevindingen ten aanzien van de prijsvorming van verse champignons laten zien dat het effect van de prijzenoorlog op deze markt gering is. Met name het feit dat maar liefst tachtig procent van de verse champignons wordt uitgevoerd bete- kent een minimale invloed van de prijzenoorlog op de gemiddelde kwekersprijs. Te- vens is een groot percentage van de Nederlandse champignons bestemd voor het foodservice-afzetkanaal in plaats van de detailhandel.

tabel 9.2 Prijsdalingen op industrie- en af-boerderij/af-tuinderijniveau

Prijsdaling ge- constateerd

Prijsdaling '03-'04 %

Inschatting van door- werking prijzenoorlog Zie bijlage I

Appelteler Nee - Mogelijk groot

Champignonskweker Ja -3,4 tot -4,6% Zeer beperkt

Witlofteler Nee - Matig

Preiteler Nee - Matig

Spruitenteler Ja nb Beperkt

Melkboer Ja -3% (gecompenseerd

door melkpremie)

Mogelijk groot

Kaasindustrie Nauwelijks -1% (met name export

prijsdaling)

Matig

Yoghurtindustrie Nee - Mogelijk groot

Varkensvleesindustrie Nee - Beperkt

Varkensvleesboer Nee -

Pluimveevleesindustrie Ja -2 % Beperkt

Pluimveevleesboer Nee -

Nb: Nog niet te bepalen wegens gebrek aan data voor hele seizoen 2004-2005.

9 De daling van de consumentenprijs van zuivel met enkele procenten (5 procent voor kaas aan het einde van 2004 ten opzichte van de periode voor de prijzenoor- log, ruim 3 procent voor melk en 7 procent voor toetjes en room), wordt door de supermarkten gebruikt om de leveranciersvoorwaarden te heronderhandelen. In eerste instantie werden de prijsdalingen voornamelijk bekostigd uit margeverlaging en kostenbesparing bij de supermarkten. De verwerkers bevestigen echter dat in- middels prijsdruk is ontstaan als gevolg van de prijzenoorlog. Vooralsnog werken deze prijsdalingen echter slechts mondjesmaat door op de uitbetaalprijzen voor melkveehouders. Het laat zich aanzien dat de zuivelondernemingen en de detail- handel de lagere prijzen gezamenlijk voor hun rekening nemen.

10 Als de prijzenoorlog ten aanzien van varkensvlees al effect heeft op de prijs die var- kenshouders ontvangen, is dat ten eerste verdund (maximaal factor 0,2) en boven- dien niet uit feitelijke prijsontwikkelingen af te leiden vanwege andere invloeden die een prijsstijging tot gevolg hebben gehad.

11 Voor pluimveevlees hebben de prijzen op detailhandelsniveau slechts een beperkte relatie met de opbrengstprijzen van slachtkuikens in Nederland. Dat wordt veroor- zaakt door enerzijds het feit dat een groot deel van de Nederlandse productie van pluimveevlees wordt uitgevoerd, en anderzijds doordat de prijsdalingen op consu- mentenniveau vooralsnog worden 'gefinancierd' door kostenbesparingen bij retai- lers en verwerkers.

Literatuurstudie LEI

Akker, Anneke van, Product-Info Witlof 2002/2003. Rapport 2003/41, Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2003.

Allain, M.L. en C. Chambolle, Forbidding Resale at a Loss: a Strategic Inflationary Me-

chanism. (Very preliminary draft), February 2004.

Berg, Wilco van den, en Wim Cadel, Product-Info Spruiten 2002/03. PT 2003-02, Pro- ductschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2003.

Berg, Wilco van den, Marktdata verse groenten en fruit in Nederland; van teelt tot con-

sument. Rapport 2003-87, Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2003.

Berg, Wilco van den en Wim Cadel, Product-Info Champignon 2003. Rapport PT 2003/22. Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2003.

Bijman, J., B. Pronk en R. de Graaff, Wie voedt Nederland? Consumenten en aanbieders

van voedingsmiddelen 2003. LEI, Den Haag, 2003.

Bont, C.J.A.M. de en A. van der Knijff (red.), Actuele ontwikkeling van bedrijfsresulta-

ten en inkomens in 2004. Rapport 1.04.05. LEI, Den Haag, 2004.

Bont, C.J.A.M. de, W.H. van Everdingen, J.H. de Jager, H.H.W.J.M. Sengers en J.J. de Vlieger, De melkprijs in beweging; Gevolgen van Europese zuivelhervorming voor de

melkveehouderij. Rapport 6.03.14. LEI, Den Haag, 2003.

Bont, C.J.A.M. de (red.), J. Bolhuis, F.H.J. Bunte en M.G.A. van Leeuwen, Prijzenswaar-

dig; Prijzen en prijsopbouw in de agrokolom. Rapport 3.00.01. LEI, Den Haag, 2000.

Boston, Cynthia D., 2003. Analysis of the Dutch Pork Industry, to generate competitive

strategies. Wageningen, Farm Management Group Wageningen University.

Bunte, F.H.J., W.E. Kuiper, M.A. van Galen en S. Goddijn, Macht en Prijsvorming in Agrofood-

ketens. Rapport 5.03.01. LEI, Den Haag, 2003.

Cadel, Wim en Wilco van den Berg, Product-Info Champignon 2004. Rapport PT 2004/86, Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2004.

CBI (Centre for the Promotion of Imports from Developing Countries), Fresh Fruit and vegetables, EU Market Survey 2004. September 2004.

Dijk, H. van, 2004. Citaat in: Supermarkten vinden Nederlands varkensvlees te duur. Agrarisch Dagblad, 24 juni 2004.

Fredrix, F., Markt, marges en macht op het congres 'Markt, marges en macht', 4 de- cember 2003, Zeist.

Hamilton, S.F., 'Slotting Allowances as a facilitating practice by food processors in who- lesale grocery markets: profitability and welfare effects'. In: Amer. J. Agr. Econ. 85(4) (November 2003).

Hoste, R., G.B.C. Backus, J. Bolhuis, F.H.J. Bunte en M.A. van Galen (2003). Ontwikke-

ling Integrale Varkensnotering. Een haalbaarheidsstudie naar een halfwekelijkse prijsno- tering voor varkens. LEI-rapport voor Nederlandse Vakbond Varkenshouders.

Hoste, R., N. Bondt, P. Ingenbleek (2004). Visie op de varkenskolom. Wageningen, We- tenschapswinkel Wageningen UR, Rapport 207.

Productschap Tuinbouw, Marktfocus groenten & fruit; Editie AGF totaal. PT 2003-66, Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2003.

PT. Marktfocus groenten & fruit; Editie AGF totaal. PT 2003-66, Productschap Tuin- bouw, Zoetermeer, 2003.

PVE, 2004a. Statistisch Jaarrapport uitgave 2004. Rapport 0409. PVE, 2004b. Vee, Vlees en Eieren in Nederland 2004.

Salm, Peter van der en Wim Cadel, Product-Info Appel 2003/2004. PT 2004-81, Pro- ductschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2004.

Salm, Peter van der en Wim Cadel. Product-Info Appel 2003/2004. PT 2004-81, Pro- ductschap Tuinbouw, Zoetermeer, 2004.

USDA, Gain Report, Belgium-Luxembourg Agricultural Situation; The Benelux Horticul- ture Market 2005, Report BE5001. 2005.

Vlakveld, Suzanne. Product-Info Prei. Rapport 2004/96, Productschap Tuinbouw, Zoe- termeer, 2004.