• No results found

De overtuigingskracht van emoties berust op hun functie bij de informatieverwerving en -verwerking

De overtuigingskracht van emoties volgens de cognitieve emotietheorie

3. De overtuigingskracht van emoties berust op hun functie bij de informatieverwerving en -verwerking

De verklaring voor de overtuigingskracht van emoties kan kennelijk niet gevonden worden in wat emoties zijn. Daarom nu aandacht voor wat emoties

doen. In de complexe cognitieve emotietheorie blijken emoties

overtuigings-kracht te hebben omdat ze functioneel zijn. Een van de belangrijke functies van emoties is dat ze het subject informatie over de wereld verschaffen, net als het denken of de zintuiglijke waarneming, en dat ze het subject klaar maken om naar die kennis te handelen. Welke informatie ze opleveren, is minder duidelijk. Hier wreekt zich het feit dat er (nog?) geen algemene cog-nitieve emotietheorie is, maar dat elke schrijver zijn eigen theorie ontwikkelt die een klein beetje afwijkt van de mening van een andere auteur. Omdat de verschillen vaak erg subtiel zijn en de discussie, waarin de subtiliteiten relevant zijn, meestal erg specialistisch is, concentreer ik me zo veel mogelijk op de hoofdlijnen die ik in de cognitieve emotieliteratuur heb kunnen vinden.

Bij mijn zoektocht naar de informatie die we aan een emotionele beleving ontlenen, heeft als uitgangspunt gediend de suggestie van De Sousa dat ‘(…) the emotions present us with an entire information processing system on its own, a parallel representational system for understanding the world’.65 In de geciteerde zin spreekt De Sousa van een ‘parallel representational system’ en achter het woord ‘representational’ schuilt een hele discussie over de aard van waarnemingen, waar ik verder buiten wil blijven. Toch is dit citaat voor dit onderzoek belangrijk geweest omdat het mij op het idee bracht dat emoties kennis van een eigen aard opleveren naast de andere bronnen van kennis (waarneming en denken).

De informatieverwervende functie van emoties blijkt uiteen te vallen in de epistemologische en de empathische functie. Deze rollen worden in het vervolg van dit hoofdstuk nader verkend. Naast de informatieverwervende functie blijken emoties een schijnwerper- en een beslisfunctie te vervullen. Ook deze functies worden nader onderzocht in deze paragraaf. Vervolgens zal ik in Hoofdstuk 5 de vraag onderzoeken op welke manier deze emotionele informatie relevant is bij de (rechterlijke) oordeelsvorming. Dan zal blijken dat emoties nog een vijfde functie vervullen: de brugfunctie.

3.1 Aard van emotionele kennis

Net als de consensus ontbreekt over het concept emoties, zo is er geen kennistheorie van de emotionele beleving. Men spreekt over het verstand en de waarneming als bronnen van kennis; men spreekt over rationele en

empirische kennis; over talenkennis, wetenschappelijke kennis, vakkennis, voorkennis, zelfkennis; maar men spreekt niet over emotionele kennis of over emoties als bron van kennis. Het is onmogelijk om in verband met dit onderzoek dit hele kennisdomein in kaart te brengen. Toch wil ik proberen de aard van emotionele kennis te typeren, om enig zicht te krijgen op wat emotionele kennis uniek maakt.

Laat ik eerst emotionele kennis proberen te onderscheiden van enerzijds theoretische kennis en anderzijds praktische kennis. Onder theoretische kennis versta ik het geheel van betekenissen, begrippen en methoden die men juist acht en die richting geven aan het handelen. Onder praktische kennis versta ik het vermogen om te handelen met de theoretische kennis. Om de verschillen duidelijk te maken tussen theoretische, praktische en emotionele kennis, maak ik gebruik van twee andere onderscheidingen die ik eerst kort zal introduceren.

Ten eerste het onderscheid tussen expliciete, impliciete en stilzwijgende vormen van kennis.66 Expliciete kennis kan in woorden worden uitgedrukt, wordt bewust geleerd en is kritisch te bevragen. Impliciete kennis is expliciete kennis die routinematig wordt aangewend en die we alleen met moeite weer expliciet kunnen maken en in woorden uit kunnen drukken. Stilzwijgende kennis is de kennis die nodig is om ex- en impliciete kennis toe te passen en die we verwerven door het deelnemen aan concrete situaties. Het concept van de stilzwijgende kennis is geïntroduceerd door Polanyi. Hij beschrijft deze ‘tacit knowledge’ als de kennis die mensen vergaren door dingen te doen en te ervaren.67

When I am riding a bicycle (…) I do not know the particulars of my knowledge and therefore cannot tell what they are; when on the other hand I know the topography of a complex three-dimensional aggregate, I know and could describe its particulars, but cannot describe their spatial interrelations (…) We may say in general that by acquiring a skill, whether muscular or intellectual, we achieve an understanding which we cannot put into words (…).68

Het is niet-talige kennis en daardoor kennis waarover we niet of moeilijk kunnen reflecteren.

Het tweede onderscheid ontleen ik aan Ryle, die de inhoud van de kennis onderscheidt in weten wat en weten hoe. Om aan te tonen dat de scheiding tussen lichaam en geest absurd is, maakt hij onderscheid tussen weten wat en

66 Zie ook Hartendorp 2008, 152-156.

67 Polanyi 1959, 14. Andere vertalingen van ‘tacit knowledge’ zijn onbewuste kennis of ontast-bare kennis. Mijn voorkeur gaat uit naar de meer letterlijke vertaling omdat deze zichtbaar maakt dat het om niet-talige kennis gaat.

weten hoe.69 In de door Ryle bestreden traditionele opvatting heeft de geest de taak om kennis te verwerven en te verwerken (weten dat of weten wat)70 en het lichaam de taak om te handelen (weten hoe). Rationeel handelen zou dan steeds vooraf gaan door rijp intern beraad in de geest over de toepasselijke voorschriften en daarna zou het lichaam deze voorschriften uitvoeren. Hij noemt dit schamper de mythe van ‘the Ghost in the Machine’.71 Ryle stelt dat bij deze voorstelling van zaken onder meer de vraag rijst hoe lichaam en geest met elkaar communiceren. Zijn conclusie is dan ook dat lichaam en geest niet gescheiden kunnen worden en dat mensen voor intelligent gedrag zowel moeten weten wat ze moeten doen (welke maatstaven moeten ze in acht nemen) als weten hoe ze dat moeten doen. Aangezien er geen scheiding is van lichaam en geest, is geen van beide vormen van kennis het exclusieve domein van het lichaam of van de geest. Weten wat en weten hoe kunnen we dus wel onderscheiden, maar niet scheiden.

Het onderscheid tussen theoretische kennis en praktische kennis valt niet samen met het onderscheid weten wat en weten hoe. Praktische kennis omvat beide. Scruton voegt hier nog aan toe dat praktische wijsheid meer omvat dan

weten wat en weten hoe. Hij vraagt zich af wat mensen bedoelen als ze zeggen:

‘ik weet wat me te doen staat.’ Dit wordt niet gedekt door weten wat want je kunt alles over een situatie weten en toch niet weten wat je te doen staat, toch niet weten hoe je moet handelen en welke handeling je moet uitvoeren. Wanneer Jan moet beslissen welk huis hij koopt, kan hij lijsten maken met de eisen waaraan het ideale nieuwe huis moet voldoen en vervolgens lijsten maken van alle voor- en nadelen van elk huis, en toch nog steeds niet weten welk huis te kopen. Het wordt ook niet gedekt door weten hoe. Jan kan nog zo vaardig zijn in het opsporen van aantrekkelijke huizen en in het beoorde-len van de voor- en nadebeoorde-len van een huis en toch nog steeds niet weten wat te doen. Scruton oppert dat er sprake is van weten waartoe: hij bedoelt dat iemand kennis heeft van het doel wat hij wil bereiken en de middelen die hij daartoe het beste in kan zetten.72 Pas met de kennis over welke eigenschap-pen van het huis voor zijn doelen van belang zijn, kan Jan bepalen wat hem te doen staat. Kan hij bepalen welk huis hij koopt. Volgens Scruton omvat praktische wijsheid weten wat, weten hoe en weten waartoe.

En juist bij dit laatste aspect van praktische kennis spelen emoties een hoofdrol. Immers door de emotionele beleving wordt verband gelegd tussen de wereld om ons heen en het eigen belang, de eigen waarden en motieven van het subject. Vooral emotionele kennis biedt inzicht in de motieven en

69 Ryle (1949)1971, 32-33.

70 Knowing that wordt meestal vertaald met weten dat. Mijn voorkeur heeft de wat vrijere vertaling weten wat omdat deze duidelijker aangeeft dat het om inhoudelijke kennis gaat. 71 Ryle (1949)1971, 20.

waarden van onszelf en van anderen. Er is dan ook geen praktische kennis zonder emotionele kennis.73 Praktische kennis omvat weten wat en weten hoe, en emotionele kennis voegt hier weten waartoe aan toe.

De andere verschillen tussen theoretische, praktische en emotionele kennis blijken uit het onderstaande schema. Niet alleen de vorm en de inhoud van de kennis lopen uiteen, maar de kennis is gericht op een ander object en met een ander doel, en wordt op een andere manier verworven.

Theoretische kennis Praktische kennis Emotionele kennis

Object materiële wereld handeling inschatting van een situatie

Doel gerechtvaardigde opvatting waardevolle toepassing verband leggen met persoonlijk(e)

belangen/ waarden

Bron taal (observatie van) handelen persoonlijke geschiedenis

Vorm expliciete kennis ex- en impliciete kennis stilzwijgende kennis

Inhoud weten wat weten wat & hoe weten waartoe

Vergelijking verschillende kennissoorten

Tussen de kennissoorten staan geen lijnen omdat het onderscheid niet strikt is. De verschillende kennissoorten bestaan niet los van elkaar. Praktische kennis is mede gebaseerd op theoretische kennis en op emotionele kennis, en alle kennissoorten voeden elkaar. Ook de wetenschapsfilosoof McAllister suggereert in zijn inleiding bij de bundel over dilemma’s in de wetenschap dat emotionele kennis iets toevoegt aan de andere kennissoorten:

Work on emotions over the last twenty years has undermined the view that emo-tions are merely the antagonists of cognition and rationality. Instead, the view has gained ground that reliance on emotional responses is a necessary condi-tion for making sound interferences and decisions in many circum stances. The contribution of the emotion system is most important for interferences and decisions of a practical nature where the relevant values and information are not complete or not consistent (…)74

De verschillende kennissoorten vullen elkaar aan. Uit het voorbeeld van Irene de ijskoningin (§2.2.4) is al gebleken dat door een emotionele beleving theoretische kennis wordt verrijkt met informatie die Irene opdoet door het beleven van de emotionerende gebeurtenis. Ná haar val denkt Irene anders over de gevaren van het ijs; ze denkt er nu aan met gevoelens van angst. Er is verband gelegd tussen het gevaar van het ijs en haar belang om veilig weg te komen. Door de emotionele beleving kan ze voortaan met gevoel denken aan de gevaren van ijs. Het theoretische, onpersoonlijke perspectief is vervangen

73 Zie ook Bailey 1983, 24. 74 McAllister 2007, 22.

door een persoonlijk, beleefd perspectief. Hoe zij deze gebeurtenis beleeft is onder meer afhankelijk van de persoonlijke geschiedenis van Irene. Welke angstige ervaringen heeft ze eerder gehad, hoe is in het verleden gereageerd op haar angst, hoe gaat men in haar cultuur met angst om; al dit soort elementen bepalen mede hoe Irene haar emotie ervaart. Door de emotionele beleving wordt de theoretische kennis beleefd en gekleurd door de persoon-lijke geschiedenis, de persoonpersoon-lijke belangen en waarden.

Een emotionele beleving voegt aan de theoretische en praktische kennis, emotionele kennis waardoor er een verband wordt gelegd met de eigen be langen en waarden. Het maakt een oordeel over een situatie tot een

betrok-ken oordeel (zie voor betrokbetrok-ken oordeelsvorming Hoofdstuk 6 §2). 3.2 Epistemologische functie van emoties

Emoties leveren het subject dus specifieke kennis op over de belangen en de waarden die bij de situatie betrokken zijn en over wat het is om in een situatie een emotie te beleven en tot welke gedragsneiging dat leidt. In deze paragraaf wil ik deze vormen van emotionele kennis verder verkennen.

3.2.1 Normatieve kennis

Een emotionele beleving geeft aan wat de waarden, belangen zijn van het subject en geeft aan wat de waarde is van een object. Deze epistemologische relatie tussen emoties en waarden wordt breed erkend in de cognitieve emo-tietheorieën. Stocker75 stelt dat emoties en waarden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en Nussbaum laat emoties zelfs samenvallen met waarde-oordelen.76 Ook minder ‘strenge’ cognitieve emotietheoretici erkennen dat emoties kennis opleveren over de waarde die een object heeft voor de doelen van het subject.77

Een emotionele beleving levert de geëmotioneerde dus informatie over twee zaken, namelijk over de waarde van het object en de waarden van het subject. Kennis over de waarde die een object voor de geëmotioneerde heeft. Dit hangt samen met de intentionaliteit van emoties. Emoties gaan

75 Stocker 2002, 65.

76 Vooral Nussbaum en Solomon stellen emoties aanvankelijk gelijk met waardeoordelen. Volgens Nussbaum is oordelen het aanvaarden of verwerpen van een propositie (Nuss-baum 2001, 19-88). Nuss(Nuss-baum rekt in de loop van haar verhandeling het begrip oordelen echter zo op, dat het verschil met de complexe emotietheorie niet meer zo groot is: oor-delen hoeven niet talig te zijn, maar omvatten cognitieve activiteiten in allerlei vormen waarmee het belang van een object wordt vastgesteld (Nussbaum 2001, 127-129, 230-235). Solomon nam aanvankelijk ook een streng standpunt in, maar heeft dit later genuanceerd door – net als Nussbaum – het begrip oordelen te verbreden: ‘Thus the judgments that I claim are constitutive of emotion may be nonpropositional and bodily as well as proposi-tional and articulate’ (Solomon 2004, 88).

immers over de waardering van iets dat buiten het subject ligt. Piet is niet teleurgesteld in iemand die hij niet respecteert, niet verdrietig wanneer een waardeloos horloge is gestolen, niet trots op de prestaties van iemand die hij onbelangrijk vindt. Zijn teleurstelling, verdriet en trots tonen de waarden die hij hecht aan het object.

Tegelijkertijd tonen deze voorbeelden aan dat een emotie kennis oplevert over de waarden van het subject. Piets verdriet over het gestolen horloge laat bijvoorbeeld zien hoe belangrijk hij materieel bezit vindt, of hoe belangrijk hij de herinnering aan zijn vader vindt die dit horloge tot zijn dood droeg. Met de normatieve kennis die een emotie oplevert, wordt dus niet alleen bedoeld dat de emotie aangeeft welke waarde een object voor een subject heeft,78 maar ook dat de waarden die een subject huldigt, bepalen welke emoties hij zal beleven en wat het betekent om deze emotie te beleven. Deze wisselwerking is een gevolg van de intentionaliteit van emoties en de onverbrekelijke band die daardoor ontstaat tussen het subject, zijn persoonlijke geschiedenis en het object van de emotie.79

Emoties hangen dus samen met de waarden die het subject hanteert. Dit zijn niet alleen morele waarden, maar alle waarden80 ook esthetische, economische of juridische. Een belangrijke groep waarden waar ik nog even apart de aandacht op wil vestigen is de groep van sociale waarden. Dit zijn waarden die – zoals Scruton omschrijft – voortkomen uit de common culture.81

Een voorbeeld om dit concept toe te lichten. Wanneer Odysseus – na een jarenlang verblijf bij Circe op het eiland Aia – de onderwereld bezoekt, is de eerste dode die hij daar ontmoet de schim van zijn oude strijdmakker Elpe-nor. Eerst vertelt deze hoe hij in het huis van Hades terecht is gekomen. Toen Odysseus Circe’s paleis verliet om de onderwereld te bezoeken had hij elk van zijn mannen bemoedigend toegesproken behalve Elpenor, omdat deze dronken op het dak van het paleis in slaap was gevallen. In de hectiek van het vertrek lieten ze hem daar achter. Wakker geworden door het lawaai van de vertrekkende mannen wilde Elpenor hen achterna gaan, maar hij vergat de ladder te nemen, stortte van het dak naar beneden en brak zijn nek, zonder dat iemand het merkte. Na dit droevige verhaal richt de schim van Elpenor de volgende smeekbede tot Odysseus:

78 Deze functie van emoties is door Hume al beschreven (Hume (1748)1975, 209):

If I have no vanity, I take no delight in praise; if I be void of ambition, power gives me no enjoyment; if I be not angry, the punishment of an adversary is totally indifferent to me. In all these cases there is a passion which points immediately to the object, and constitutes it our good or happiness.

En wordt nu weer door velen onderschreven o.a. Stocker & Hegeman 1996; Sousa 2001, 120.

79 Zie hierboven in §2.2.2: Sartre. 80 Zie ook Sousa 2004, 70. 81 Scruton 1980, 528-530.

Maar bij de achtergebleven, hier niet aanwezige mensen, bij uw vrouw en uw vader, die u als jongetje grootbracht, en bij uw enige zoon, die u thuis hebt achtergelaten – want ik weet zeker, dat hier vandaan, uit de woning van Hades, u weer uw goedgebouwd schip naar het eiland Aia zult sturen – bid en smeek ik u, vorst, als u daar bent, mij niet te vergeten en me niet zonder een graf en onbeweend achter te laten bij uw vertrek, dat ik niet de wraak van de hemelse goden over u breng; maar laat me met al mijn wapens verbranden en op het strand van de loodgrijze zee een grafheuvel werpen, waar ook het komende geslacht een rampzalig man door zal kennen. Doe dit voor mij en plaats in de grafterp de roeispaan waarmee ik toen ik nog leefde, tezaam met mijn scheeps-kameraden, geroeid heb.82

Odysseus heeft geen afscheid van Elpenor genomen, laat staan om zijn dood gerouwd, noch de bij een begrafenis noodzakelijke rituelen verricht. Wanneer de nabestaanden deze rituelen niet in acht nemen, roepen ze de wraak van de goden over zich af. Er is dus maar één manier om dit recht te zetten. Terug-gaan naar het eiland van Circe om het lichaam van Elpenor te verbranden en een monument voor hem op te richten en zodoende de plicht te vervullen om de dode de laatste eer te brengen.

Deze manier van afscheid nemen maakt deel uit van de common culture. De plicht om te rouwen en de doden eer te bewijzen hangt samen met de liefde en trouw die leden van de gemeenschap aan elkaar verschuldigd zijn. Daarom begint Elpenor zijn smeekbede met het aanroepen van Odysseus’ familieleden en herinnert hem aan zijn gevoelens van liefde en verbonden-heid met degenen die hem na staan, aan de verplichtingen die aan deze rela-ties kleven en aan de sancrela-ties op het niet naleven van deze verplichtingen. Dit alles is vervat in hun common culture, in de gemeenschappelijke cultuur die de bron vormt van de gevoelens van verbondenheid en van de verplichtingen die daaruit voortvloeien en tegelijkertijd manieren biedt om deze verbonden-heid vorm te geven. Telkens wanneer de leden van de gemeenschap hun ver-bondenheid op de voorgeschreven wijze vormgeven wordt de gemeenschap-pelijke cultuur weer nieuw leven ingeblazen. De complexiteit van het verband tussen gevoelens, verwachtingen, verplichtingen en praktijken – die blijkt uit de smeekbede van Elpenor – geeft in ieder geval aan dat er een hechte band bestaat tussen weten wat van waarde is in deze situatie, weten hoe het is als deze waarden betrokken zijn en daardoor weten waartoe. Emoties geven onder meer inzicht in en ontlenen hun inhoud aan sociale waarden: de waarden die mensen delen die in dezelfde cultuur leven.

Het behoeft nauwelijks betoog dat de normatieve kennis die het subject door een emotionele beleving verwerft relevant is bij de oordeelsvorming