• No results found

3.3.1 Proces en procedure

In de ontvangen zienswijzen zijn vragen gesteld over het gevolgde proces en merken

sommige indieners van zienswijzen op dat een processchema over de totstandkoming van de NOVI ontbreekt. Daarnaast vragen zij zich af of de NOVI een structuurvisie is en of er nog zienswijzerondes volgen. Tenslotte vragen indieners zich af of de NOVI wordt herzien na de

Luchtvaartnota.

Reactie

Het opnemen van een processchema over hoe tot de ontwerp-NOVI en de NOVI is gekomen zou een terugblik betreffen en is daarmee van beperkte waarde voor de NOVI. Tijdens het totstandkomingsproces is regelmatig met de Tweede Kamer gecommuniceerd in brieven en Algemeen Overleggen, waarin ook het proces aan de orde is gekomen. Hoe het cyclische proces eruitziet voor het actualiseren van de NOVI, kan gelezen worden in de

Uitvoeringsagenda bij de NOVI.

De NOVI zal vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet als structuurvisie worden vastgesteld onder de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt de NOVI als de verplichte Nationale Omgevingsvisie zoals bedoeld in de Omgevingswet. Bij het maken van de NOVI is gekozen voor een zorgvuldig

totstandkomingsproces, waaronder een terinzagelegging, een breed maatschappelijk debat en een politiek debat. Deze stappen zijn allemaal doorlopen, er volgen geen zienswijzerondes meer.

De hoofdlijnen van de Luchtvaartnota zijn meegenomen in de NOVI. Bij de vierjaarlijkse herziening van de NOVI kunnen toekomstige aanpassingen in het leefomgevingsbeleid worden meegenomen en dit geldt ook voor aanpassingen naar aanleiding van de Luchtvaartnota.

In hoofdstuk 8 van deze Nota van Antwoord gaan we verder in op het vervolgproces, inclusief de wijze waarop de NOVI wordt vastgesteld en welke mogelijkheden er zijn voor inspraak in het vervolg.

3.3.2 Participatie, communicatie en informatievoorziening

Indieners van verschillende zienswijzen spreken waardering uit voor het

totstandkomingsproces van de NOVI en de geboden participatiemogelijkheden. Verschillende andere indieners vragen zich af of er wel voldoende participatiemogelijkheden hebben plaatsgevonden en of deze participatie heeft voldaan aan de vereisten die hiervoor zijn opgenomen in de Omgevingswet. Sommige indieners menen dat de burger onvoldoende invloed heeft kunnen uitoefenen op de ruimtelijke planvorming en het ruimtelijk beleid van de ontwerp-NOVI, wat in strijd zou zijn met het Verdrag van Aarhus. Verder hebben verschillende indieners vragen gesteld over de informatievoorziening. Zo waren er bijvoorbeeld vragen of de NOVI wordt gedigitaliseerd en of de verschillende vastgestelde omgevingsvisies op een centrale plek beschikbaar zullen zijn.

Reactie

Het Kabinet is erkentelijk voor de positieve waardering die in verschillende zienswijzen wordt uitgesproken voor het gevolgde proces. Ook benadrukt het Kabinet dat - in lijn met de pro-cedurele vereisten - een intensief en open participatieproces is gevolgd bij de totstandko-ming van de NOVI. Het regelen van participatie, zoals onder de Omgevingswet en het Omge-vingsbesluit voor verschillende instrumenten is vastgelegd, is in lijn met de doelstellingen van het Verdrag van Aarhus. Dit verdrag heeft onder meer als doelstelling de verantwoording en transparantie van de besluitvorming te bevorderen en de publieke steun voor besluiten over het milieu te versterken.

Concreet hebben bij de voorbereiding van de ontwerp-NOVI door het hele land gebiedsdialo-gen plaatsgevonden. Hier hebben ook de decentrale overheden hun eigebiedsdialo-gen visies op opgaven en aanpak in de leefomgeving naar voren gebracht. De inzichten uit de gebiedsdialogen zijn meegewogen bij de totstandkoming van de ontwerp-NOVI. Om het burgerperspectief boven tafel te krijgen, is verder een publieksonderzoek uitgevoerd, waarbij naast een online en-quête (representatieve steekproef), tevens op verschillende plekken in Nederland in 2018 en 2019 focusgroepen zijn georganiseerd. Ook zijn specifiek de opvattingen van kinderen en jongeren gepeild. Verder zijn met bestuurlijke en maatschappelijke partijen diverse ‘bots-proeven’ georganiseerd, om te bezien waar de ingeslagen richting en nationale belangen kunnen conflicteren en welke oplossingen hiervoor mogelijk zijn.

De ontwerp-NOVI is samen met het PlanMER zowel online (www.ontwerpnovi.nl en www.planmernovi.nl) als fysiek (op alle provinciehuizen) ter inzage gelegd. Na publicatie heeft publiekscommunicatie op verschillende manieren plaatsgevonden. Een formele aankon-diging van de terinzagelegging is geplaatst in landelijke dagbladen en in alle relevante lokale media. De ontwerp-NOVI en het PlanMER zijn ook in buurlanden ter inzage gelegd, om ook belanghebbenden in buurlanden in de gelegenheid te stellen om zienswijzen kenbaar te ma-ken. Aanvullend aan de formele terinzagelegging heeft in elke provincie een informatiebij-eenkomst plaatsgevonden die openbaar toegankelijk was. Daarnaast is een online publieks-campagne ingezet. Via een mediapublieks-campagne hebben alle relevante lokale media een week voorafgaand aan de informatieavond in de provincie aan extra berichtgeving gedaan, van on-line en offon-line-communicatie tot aan radio en lokale televisie. Daarnaast is een maatschappe-lijk debat georganiseerd rondom de prioriteiten, heeft een specifieke bijeenkomst plaatsvonden over de Uitvoeringsagenda door en met jongeren en zijn een aantal werksessies ge-houden met maatschappelijke partijen. Tevens is het gedachtegoed van de NOVI toegelicht en besproken tijdens tal van congressen en conferenties.

De dialoog met de samenleving stopt niet bij het verschijnen van de NOVI. Met name op re-gionaal en lokaal niveau kunnen burgers participeren in omgevingsprocessen die door meenten, regio en provincies in gang worden gezet. Op nationaal niveau zal dit vooral ge-beuren door middel van betrokkenheid van maatschappelijke organisaties in diverse gremia.

Via de websites www.denationaleomgevingsvisie.nl en www.ontwerpnovi.nl is blijvend informatie vindbaar en bieden wij ook de mogelijkheid tot reactie via de forumpagina. Via twitter @NOVI_BZK berichten wij met regelmaat en verwijzen we ook naar onze

publieksinformatie.

Zowel de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), als de omgevingsvisies die door provincies (POVI’s) en gemeenten (GOVI’s) worden gemaakt, zullen vindbaar en zichtbaar worden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Op die manier kunnen de verschillende omgevingsvisies ook in samenhang met elkaar bekeken worden en zo helpen bij een integrale afweging en aanpak.

Verder wordt benadrukt dat de stukken die worden genoemd in de voetnoten in de ontwerp-NOVI openbaar toegankelijk zijn.

In hoofdstuk 8 van deze Nota van Antwoord gaan we nader in op participatie in het vervolg en de democratische legitimiteit.

3.3.3 Gebruik van internationale ervaringen

Sommige indieners vragen hoe internationale ervaringen zijn meegenomen bij de totstandkoming van de ontwerp-NOVI.

Reactie

De betrokken ministeries kijken niet alleen bij het opstellen van de NOVI naar Nederland, maar zeker ook hoe ervaringen uit andere landen kunnen worden aangewend voor Nederland. In de NOVI en in de daaraan gerelateerde programma’s vertalen we relevante internationale regels en afspraken door. Veel vraagstukken vragen een grensoverschrijdende aanpak. Afspraken over bijvoorbeeld vliegen en varen worden al langer in Europees verband gemaakt en wereldwijd aan internationale tafels (zoals International Civil Aviation

Organization (ICAO) en International Maritime Organization (IMO)). Ook over

riviermanagement worden al langer afspraken gemaakt met België, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland en Luxemburg voor bijvoorbeeld het gehele stroomgebied van de Rijn en de Maas.

Specifiek als het gaat om ruimtelijk beleid zijn er diverse bilaterale relaties. Daarnaast zijn er ambtelijke overleggen tussen de lidstaten op het gebied van territoriale cohesie, waar kennis wordt uitgewisseld en waar in programma’s en concrete projecten gestimuleerd wordt om grensoverschrijdende kennisuitwisseling mogelijk te maken. Specifiek gericht op de NOVI is er een uitwisseling geweest tussen de Noordwest-Europese landen over het opstellen van strategische visies op het gebied van ruimtelijke ordening.

3.3.4 Hoe is omgegaan met inzichten uit de milieueffectrapportage

Een aantal indieners van zienswijzen hebben vragen gesteld over de wijze waarop de resultaten uit het PlanMER een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de ontwerp-NOVI.

Reactie

In het werkproces hebben op gezette tijden reflectiemomenten plaatsgevonden om

informatie vanuit het PlanMER af te tappen voor de voorbereiding van de ontwerp-NOVI. In het PlanMER zijn deze reflectiemomenten beschreven en is aangegeven welke bijdrage zo is geleverd aan de ontwerp-NOVI. Op deze wijze hebben risico’s - die ook in de zienswijzen zijn benoemd - expliciet aandacht gekregen bij de beleidsontwikkeling. In aanvulling hierop zal de Uitvoeringsagenda bij de NOVI aandachtspunten vanuit het PlanMER expliciet meegeven aan vervolgbesluiten (zoals programma’s en de Omgevingsagenda’s); hier wordt in

hoofdstuk 8 van deze Nota van Antwoord verder op ingegaan.

Verder vraagt een indiener van een zienswijze of een in het ‘Achtergronddocument alterna-tieve beleidsopties’ (bij het PlanMER) benoemd risico kan leiden tot een dwingend kader voor bedrijven en burgers. Het betreffende achtergronddocument is opgesteld ter voorbereiding van de NOVI. De hier geschetste opties zijn ter verkenning onderzocht; het inzicht in kansen en risico’s is meegewogen bij het formuleren van de beleidskeuzes in de NOVI. De in het der van het PlanMER beschreven kansen en risico’s leiden dan ook niet tot een dwingend ka-der voor bedrijven en burgers. Wel vormt het inzicht in kansen en risico’s een aandachtspunt voor nog te nemen vervolgbesluiten.

In deel 3 van deze Nota van Antwoord gaan we nader in op de zienswijzen die betrekking hebben op het PlanMER.

3.3.5 Gebruik van kaarten en redactie Gebruik van kaarten

Verschillende indieners hebben verzocht aanpassingen dan wel aanvullingen door te voeren in kaarten die zijn opgenomen in de ontwerp-NOVI. Zo wordt bijvoorbeeld in verschillende zienswijzen verzocht om specifieke infrastructurele verbindingen op te nemen in de kaarten en wordt in verschillende andere zienswijzen verzocht om specifieke verbindingen juist weg te laten.

Reactie

De zienswijzen zijn meegewogen bij de voorbereiding van de kaarten voor de definitieve NOVI. In algemene zin nemen we verbetervoorstellen voor kaarten over voor zover deze relevant zijn voor de reikwijdte en het schaal- en abstractieniveau van de NOVI. In een aantal gevallen maken we keuzes:

‐ in de definitieve NOVI voegen we het Trans-European Transport Comprehensive Network (naast het Core Network) als hoofdverbinding aan de kaarten toe;

‐ het indicatieve tracé voor een buisleidingstrook Laarbeek-Echt/Susteren - waar verschil-lende indieners vragen over hebben – hebben we geschrapt uit de kaarten (dit is nader toegelicht in hoofdstuk 4 van deze Nota van Antwoord);

‐ in de kaarten worden vliegvelden weergegeven op basis van het jaarlijkse aantal passa-giers; hierbij hanteren we voor kaarten op internationale schaal een ondergrens van 1 miljoen passagiers en voor kaarten op nationale schaal een ondergrens van 0,2 miljoen passagiers;

‐ in de kaarten worden havens weergegeven op basis van de jaarlijkse hoeveelheid goede-renoverslag. De ondergrens die we hierbij hanteren bedraagt 10 miljoen ton;

‐ in de definitieve NOVI komt een kaart van de Nationale Hoofdstructuur Leefomgeving (op land). Hierin geven we grote ruimtelijke structuren weer waar het Rijk resultaat- of sys-teemverantwoordelijk voor is. Dit wordt één kaart waarin structuren vanuit verschillende thema’s dan wel nationale belangen worden gecombineerd. Hiermee willigen we een groot deel van de verzoeken voor ‘combinatiekaarten’ in;

‐ we verduidelijken het onderscheid tussen kaarten van de huidige situatie, beleid dan wel analyse;

‐ we geven de internationale context zoveel mogelijk weer op kaart, voor zover mogelijk met de beschikbare gegevens;

‐ voor de kaart "Bestaand stedelijk gebied en OV-knooppunten" is het nog te vroeg om de potentie van e-bikes aan te houden als algemene potentie voor de fiets. Het opnemen van de snelfietsroutes in de invloedsgebieden is goed om in de regionale uitwerkingen te doen. Op nationale schaal laten we dit nog buiten beschouwing;

‐ aan de kaart ‘Een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen, sporten, spelen en ontmoeten’

voegen we het landelijke Basisrecreatietoervaarnet (BRTN) toe;

‐ we nemen in het Toekomstperspectief een visiekaart op;

‐ Genk-Hasselt is in kaarten aangeduid als ‘Economisch kerngebied’. Dit is voldoende voor Belgisch Noord-Limburg.

Redactioneel

Verschillende indieners hebben voorstellen gedaan die tekstueel en redactioneel van aard zijn.

Reactie

Het Kabinet dankt de indieners voor de vele tekstuele en redactionele suggesties. Bij het opstellen van de definitieve NOVI maken we hier gebruik van.