• No results found

Oplijsting sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen

In document Wortel Kolonie (pagina 99-102)

3.2 SWOT fauna & flora

3.2.2 Oplijsting sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen

4. Kwesties: de kwesties zijn de combinaties tussen de interne en externe elementen en kun-nen ofwel positief ofwel negatief zijn.

5. Strategieën: de volgende stap is de omzetting van de belangrijkste kwesties naar strategi-sche vragen. Dit wordt meegenomen in het volgende hoofdstuk ‘Visie en doelstellingen’. Op basis hiervan worden er prioritaire inspanningen en beheermaatregelen uitgewerkt.

Figuur 3.35: de klassieke basisstructuur van een sterktezwakte-analyse

3.2.2 Oplijsting sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen

De verschillende elementen zijn weergegeven in de confrontatiematrix op p. 103. Hierna wordt een bondige beschrijving gegeven van de verschillende sterktes, zwaktes, kansen en bedrei-gingen voor fauna en flora in het plangebied van Wortel Kolonie.

3.2.2.1 Sterktes

Grensoverschrijdend natuurgebied:

Het bos- en natuurgebied van Wortel Kolonie is meer dan 500 ha groot en sluit direct aan bij het honderden hectaren groot gebied van de Castelreesche Heide en de vallei van het Merkske dat op Nederlands en Belgisch grondgebied is gelegen. In de Castelreesche Heide en in de overgang naar het vrij goed bewaarde valleigebied van het Merkske wordt er op vrij korte termijn een natuurgebied van meer dan 1.000 ha ontwikkeld. Harde barrières in dit uitgestrekte gebied zijn er nagenoeg niet.

Hoge biodiversiteit:

Er zijn heel wat verschillende biotopen in het gebied zoals schrale graslanden, nate en dro-ge heide, vennen, drodro-ge en natte loofbossen, naaldhout, poelen, dreven, … Ook door een natuurgericht beheer van verschillende zones is er een bijzonder hoge biodiversiteit aanwe-zig met het voorkomen van heel wat op Vlaams niveau zeldzame soorten.

Vrij goed herstelbare ecosystemen:

vooral in het deelgebied Bootjesven zijn er ecosystemen die gedegradeerd waren en die vrij goed werden hersteld door uitgevoerde beheermaatregelen zoals plaggen rond vennen en kap van naaldbos ten behoeve van heideherstel. Hierdoor hebben de relicten van habitats of soorten een hoog potentieel voor de ontwikkeling van een meer verzadigde levensge-meenschap met duurzamere toekomstkansen of de ontwikkeling van een voldoende grote populatie. In deelgebied Kolonie is dit potentieel beperkter door het intensiever voormalig landbouwgebruik.

Bossen met een groot aandeel inheemse bomen:

Hoewel de aanwezige bossen in bostermen nog relatief jong (minder dan 150 jaar) en vrij homogeen zijn, is de uitgangssituatie voor de ontwikkeling naar gemengde en structuurrijke bossen door het hoog aandeel inheemse bomen gunstig.

Uitgebreid netwerk van dreven:

Eén van de typerende elementen van Wortel Kolonie is de aanwezigheid van talrijke ven. In het gebied komen meer dan 30 km dreven voor. Deze meer dan 100 jaar oude dre-ven vormen een ecologisch netwerk dat over het volledige gebied loopt. De dreefbomen zijn ook belangrijk als verblijfplaats voor holenbroeders en vleermuizen en als gastheer voor zeldzamere paddenstoelen.

Beschermd landschap:

Het volledige gebied van Wortel Kolonie is afgebakend als beschermd landschap. Onder meer hierdoor kan de landschappelijke eigenheid van het gebied op langere termijn behou-den blijven. In 2013 wordt de opmaak van een landschapsbeheerplan opgestart.

3.2.2.2 Zwaktes

Geen oud bos:

De aanwezige bossen zijn vrij jong en hebben nog maar in beperkte mate een typerende bosvegetatie ontwikkeld, die op dergelijke armere zandgronden sowieso weinig soortenrijk is. Slechts langs enkele bosranden en grachten zijn er soorten terug te vinden die gebon-den zijn aan ouder bos. Wel komt Blauwe bosbes, met een affiniteit voor lichtrijke bossen, zeker in het zuidelijke deel vrij massaal voor.

Conflict behoud dreefbomen en veiligheid recreanten:

De meeste recreatieve paden zijn afgezoomd met dreefbomen. Zeker in de dreven met Am.

eik dienen de dreefbomen regelmatig te worden gecontroleerd op dode takken, etc. Bijge-volg is langs de drukkere recreatieve assen het behoud van oude(re) bomen in de dreven niet evident.

Kleine oppervlaktes heide:

De huidige heidezones, nagenoeg enkel aanwezig in Bootjesven, zijn veelal beperkt in op-pervlakte en zijn nog versnipperd zodat het functioneren als volwaardig habitat niet optimaal is.

Zwak ontwikkelde habitats:

Buiten de zones die recent werden ingericht (bvb. heidezone in 15a) zijn een groot deel van de habitats zwak tot matig ontwikkeld. Zo zijn de heidezones in belangrijke mate vergrast met Pijpenstrootje, hebben de meeste open plekken en recent beboste percelen een vrij in-tensief landbouwgebruik gekend, zijn vengebonden vegetatie en soorten in het Bootjesven nagenoeg afwezig, bosgerelateerde vegetaties nagenoeg niet aanwezig, etc.

Invasieve exoten:

Pagina 101 van 192 Canadese ganzen komen in grote aantallen pleisteren op de vennen. Het onder controle houden van deze exoten is noodzakelijk om habitats met een voldoende kwaliteit te kunnen behouden of ontwikkelen.

Beperkte afbakening van de SBZ en ruimtelijke bestemming:

De huidige SBZ-afbakening is beperkt tot het Bootjesven en heeft nog een aanzienlijk deel de bestemming agrarisch gebied. Ook de verbinding naar het valleigebied van de Mark in het zuiden bestaat uit agrarisch gebied waardoor de uitbouw van een meer robuuste land-schapsecologische verbinding moeilijker realiseerbaar is.

Normaliter zal door de (lopende) opmaak van een PRUP voor Wortel Kolonie een deel van de ruimtelijke bestemming worden afgestemd op de actuele toestand namelijk natuur- en bosgebied.

3.2.2.3 Kansen

Grotendeels in eigendom openbare besturen

Zowel in Vlaanderen als Nederland is het grensoverschrijdend gebied Wortel Kolonie – Castelreesche Heide grotendeels in handen van hogere overheden die natuurbeheer en na-tuurontwikkeling als taakstelling hebben, namelijk het Agentschap voor Natuur en Bos (400 ha) in Vlaanderen en Staatsbosbeheer (± 450 ha, incl. vallei van Merkske) in Nederland.

Natuurgericht beheer

Zowel in Vlaanderen als in Nederland wordt binnen de openbare eigendommen een beheer gevoerd dat gericht is op natuurontwikkeling en behoud van zeldzamere soorten.

Ruilverkaveling Zondereigen (en Rijkevorsel-Wortel)

Binnen de ruilverkaveling Zondereigen worden er belangrijke natuurontwikkelingswerken uigevoerd. In beheerblok Bootjesven wordt er meer dan 10 ha afgegraven met als doel het ontwikkelen van heidevegetaties. Er worden ook bijkomende dreefstroken voorzien, waar-door de dreven beter zullen worden gebufferd en hun corridorfunctie zal worden versterkt.

Binnen de nog op te starten Ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel wordt er bijkomende bebos-sing voorzien waardoor het boscomplex van Wortel Kolonie meer aaneengesloten zal wor-den.

Natuurontwikkeling Castelreesche Heide

In de Castelreesche Heide is de natuurontwikkeling volop aan de gang. Vroegere vennen zijn opnieuw hersteld, er is omvorming naar (hei)schrale graslanden, inrichting voor broed-vogels van open landschappen, etc. Direct aansluitend op het plangebied wordt er een meer dan 100 ha groot natuurgebied ontwikkeld. In totaal is er op Nederlands grondgebied 325 ha voorzien voor natuurontwikkeling.

3.2.2.4 Bedreigingen

Eutrofiëring en verzuring:

Alle kwetsbare habitats kennen inwaai of aanvoer van nutriënten vanuit het omgevend landbouwgebied. Vooral aan de randen komen vermestingseffecten voor zoals verruiging van de vegetatie. Het veelvuldig voorkomen van Grote brandnetel en verbraming is hiervoor indicatief.

Via de lucht komt bijkomend een grote stroom anorganische stikstof neer op bodem en wa-ter. Deze stikstofstroom is het gevolg van emissies van stikstofverbindingen (NOx en NH3) naar de lucht. Vooral de NOx-verbindingen verspreiden zich over lange afstanden, zodat in Vlaanderen ook emissies van buiten de Vlaamse grenzen afgezet worden op de bodem.

Door verzuring vergrast heide en wordt het bufferend vermogen in de bodem aangetast. In bossen leiden deposities tot verbraming (vooral in droge zure bostypes) en het verdwijnen van verzuringsgevoelige soorten in de rijkere bostypes (9160 en 91E0).

Door de tendens naar vergrassing en verruiging krijgt alle typische fauna en flora van laag-productieve habitats het moeilijk.

Figuur 3.36: spreiding vanvermestende depositie (N-depositie) over Vlaanderen in 2006 (bron: VMM)

Figuur 3.37: spreiding van de verzurende depositie over Vlaanderen in 2009 (bron: VMM)

Het ontwerp MINA-plan 4 (2011-2015) vermeldt een depositiedoelstelling voor 2015 van 1.695 Zeq/ha.j en een langetermijndoelstelling van 1.400 Zeq/ha.j tegen 2030. Voor het be-halen van beide doelstellingen zijn nog extra inspanningen nodig bovenop de reeds doorge-voerde emissiereducties van verzurende stoffen. Vooral in gebieden met intensieve land-bouw, zoals West-Vlaanderen en de Noorderkempen, is de verzurende depositie te hoog.

De kritische last voor een gunstige staat van instandhouding van het habitattype vochtige heide (4010) bedraagt bijv. ca. 2.200 Zeq/ha/j (De Saeger et al., 2009).

In document Wortel Kolonie (pagina 99-102)