• No results found

Globale doelstellingen

In document Wortel Kolonie (pagina 109-112)

De verschillende functies en de beheervisie voor het plangebied zijn gebaseerd op een aantal basisprincipes en criteria:

4.1.1 Criteria duurzaam bosbeheer en beheervisie openbare bossen

In het Bosdecreet wordt uitgegaan van multifunctioneel bosbeheer waarbij de diverse functies die een bos tegenwoordig vervult (economische, ecologische, recreatieve, milieubeschermende, ...) zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd zonder de draagkracht van het bosecosysteem te overschrijden. In 2003 werd dit verder concreet vertaald door het vaststellen van de criteria voor duurzaam bosbeheer11 die gelden voor alle openbare bossen en de private bosgebieden in het VEN. Door de Vlaamse Overheid (Afdeling Bos&Groen, 2001) werd daarnaast een beheervisie voor duurzaam bosbeheer uitgewerkt die in alle Vlaamse openbare bossen van toepassing is.

Een groot deel van het openbaar bos (359 ha bos van in totaal 409 ha plangebied) voldoet reeds aan de meeste criteria. In Tabel 4.33 worden de belangrijkste elementen uit de visie rond duurzaam bosbeheer opgesomd in relatie tot het plangebied Wortel Kolonie.

Tabel 4.33: belangrijke elementen uit de beheervisie rond duurzaam bosbeheer in openbare bossen en de criteria voor duurzaam bosbeheer

Doelstelling - criteria Actuele toestand in plangebied Mogelijke maatregelen Selectieve en variabele hoogdunning i.f.v. een structuurrijk en gevarieerd bosbeeld

Aandacht voor toekomstbomen, voorrang voor inheemse soorten.

Ongeveer de helft van het bos bestaat uit homogene bestanden met inheems naaldhout en bestaat uit ongeveer 10%

jonge aanplanten

 aanduiden en vrijstellen van toe-komstbomen in aanplanten

 groepenkap in homogene Grove denbestanden

Schade door bosexploitatie beperken Schade aan bomen beperken, vaste rui-mingstracés gebruiken, niet exploiteren in kwetsbare boszones, aangepaste schoon-tijd, erkende bosexploitanten, lastenboek, milieuvriendelijke oliën en brandstoffen, …

Het grootste deel van de bosbestanden zijn weinig gevoelig aan exploitatie

 vaste ruimingspistes

 beperken exploitatie in natte zo-nes (Bootjesven) en gebruik licht materiaal

Natuurlijke processen als uitgangspunt Ten minste 20% van de totale bosop-pervlakte moet bestaan uit of in omvor-ming zijn naar gemengde bestanden12 o.b.v. inheemse en standplaatsgeschik-te boomsoorstandplaatsgeschik-ten

Meer dan 80% van de bosoppervlakte bestaat uit inheemse bestanden, een groot deel hiervan (170 ha) zijn echter vrij homogeen

 groepenkappen om tot versnelde omvorming van de homogene be-standen te komen

Omvorming homogene exotenbestan- 5% van alle bosbestanden bestaat uit  groepenkap in homogene

11 B.Vl.R. 27/6/2003 tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse Ge-west.

12 gemengde bestanden = bestaan uit min. 2 boomsoorten en de hoofdboomsoort neemt max. 80% van het grondvlak in (dus min. 20% inheemse boomsoorten) of minder (of 80% van totale stamtal voor bestanden jonger dan 30 jaar)

Doelstelling - criteria Actuele toestand in plangebied Mogelijke maatregelen den tot gemengde bestanden met min.

30% van de bedekkingsgraad of het grondvlak uit inheemse loofboomsoorten.

homogene exotenbestanden bestanden

 omvorming homogene exotenbe-standen naar halfopen zone

Verhogen van het aandeel open plek-ken in bossen: een oppervlakte van 5-15% van de totale oppervlakte van het bosdomein (indiv. opp. max. 3 ha).

De oppervlakte permanent open plek-ken bedraagt momenteel 10,3% (42 ha) inclusief de 14 ha akkers en ven-nen. Het aandeel open plekken in de bossfeer zelf is erg gering (<1%).

 uitbreiding van bestaande open zones in bos

 creëren van zoom-mantel-vegetaties en interne bosranden

 ontwikkelen van halfopen zones Minimum een aantal oude bomen

behou-den in bestanbehou-den13.

Er zijn in de dreven heel wat oudere Zomereiken en ook Am. eiken aanwe-zig.

 in oudere bosbestanden is er een extensief kapbeheer

 Zomereiken in de dreven worden op lange termijn behouden Het totale houtvolume als dood hout

(staand + liggend) moet voldoende hoog zijn (richtcijfer min. 4%).

Het aandeel staand dood hout is in het volledige plangebied 2,5%.

 beschadigde of dode bomen in niet toegankelijke dreven laten staan;

 dood hout niet verwijderen uit moeilijke exploiteerbare of kwetsbare zones;

 actief verhogen aandeel dood door laten liggen van deel gekapte bomen

Maximaal natuurlijke verjonging stimu-leren.

In aanzienlijk wat bestanden is de struiklaag weinig ontwikkeld

 een deel van de te bebossen zones spontaan laten ontwikkelen

 door lichtrijker maken van de bosbestanden

Aanplantingen met plantsoen van lokale autochtone herkomst 14.

Gebruik van erkende zaadbestanden voor meer algemene bossoorten.

Niet alle recente aanplantingen werden uitgevoerd met inheemse soorten en materiaal van gekende origine.

 bij de aanplant van bosranden bij voorkeur enkel gebruik maken van plantgoed van autochtone herkomst

Aandacht voor bosdifferentiërende ele-menten (dreven, poelen, open plekken, rand- en overgangsituaties):

Vooral dreven zijn aanwezig maar ook bosranden en poelen zijn aanwezig maar kunnen door specifiek beheer in kwaliteit en oppervlakte toenemen.

 opmaak drevenbeheerplan

 aangepast beheer voor specifieke biotopen

 aanleg en onderhoud van poelen en bosranden

13 Richtinggevend: 1 groep van 500 m² in bestanden tot 2 ha, 1 groep van 1.000 m² in bestanden van 2-4 ha. Min. 10 bomen/ha.

Pagina 111 van 192

4.1.2 Algemene visie

De globale visie voor het bos- en natuurgebied van Wortel Kolonie kan in een aantal basisprin-cipes worden samengevat. Deze leggen de link tussen de verschillende functies, de criteria voor duurzaam bosbeheer en de gebiedspecifieke instandhoudingsdoelstellingen in kader van de Habitatrichtlijn.

Het betreft volgende basisprincipes:

1. Verhogen van de globale ecologische waarde van het bos- en natuurgebied door herstel van heidebiotopen, aandacht voor dood hout en licht in het bos en een gericht beheer rond open plaatsen, dreven en bosranden. Door beperkte bosuitbreiding zal de boskern worden versterkt en door de aanleg van natuurstroken zal de ecologische verbinding worden verbeterd.

2. Een streven naar een duurzame houtoogst met aandacht voor inheems kwaliteitshout.

3. Een maximale maar duurzame invulling van de maatschappelijke vraag naar recreatief en educatief medegebruik van het bos- en natuurcomplex.

4. Behoud van de specifieke schermfunctie die het bos- en natuurcomplex vervult.

5. De instandhouding van de verschillende habitattypes en soorten van de Speciale Beschermingzone waarin een deel van het plangebied is gelegen.

6. Behoud en herstel van het drevenpatroon en dreefbomen met de aanleg van bufferstroken.

In het bos- en natuurgebied van Wortel Kolonie worden de verschillende functies maximaal ge-combineerd en wordt het multifunctionele karakter beklemtoond. De ecologische en recreatieve functie zijn de belangrijkste functies, de economische functie is ondergeschikt. De cultuurhisto-rische functie (drevenstructuur) in het plangebied is belangrijk, deze wordt deels uitgewerkt in het drevenbeheerplan en in het op te stellen landschapsbeheerplan voor het volledige be-schermd landschap Wortel Kolonie.

Op de kaart 3.1 is de gebiedsvisie voor het plangebied weergegeven. Per deelgebied komt dit neer op:

SCHOOTSE HOEK:

In dit deelgebied van 41 ha gelegen op Nederlands grondgebied wordt het bosareaal behouden en is er geleidelijke omvorming naar meer gemengde bestanden. In de zuid- en oostrand wor-den brede bosranwor-den ontwikkeld en in het bosgebied zelf worwor-den brede interne bosranwor-den aangelegd. Het bos blijft recreatief goed ontsloten voor wandelaars en fietsers.

BOOTJESVEN:

In dit deelgebied van 78 ha ligt de nadruk op behoud van zeldzamere soorten en heideherstel.

Er heeft er een belangrijke afgraving plaatsgegrepen in kader van ontwikkeling van natte heide.

Het groot begrazingsblok blijft behouden en wordt het bosbeheer beperkt tot afzetten van hak-hout en eventueel beperkt dunnen. De enkele aanwezige oudere dreven gaan op in het struc-tuurrijk landschap. Het deelgebied is beperkt toegankelijk maar het Bootjesven blijft één van de belangrijkste recreatieve aantrekkingspool in Wortel Kolonie.

DE KOLONIE:

In dit deelgebied van 290 ha is er bijzondere aandacht voor het behoud van de typerende dre-venstructuur en wordt zeker in het centrale deel het drevenpatroon versterkt. Langs alle dreven worden dreefstroken voorzien die de landschappelijke en ecologische waarde zullen verhogen.

Een aanzienlijk deel van de homogene naaldhoutbestanden worden omgevormd naar structuur-rijke gemengde loofhoutbestanden. In de verschillende voorziene natuurstroken worden poelen aangelegd en worden de poelen in bos landschappelijk verbonden met deze stroken.

In kader van de ruilverkaveling Zondereigen en ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel zal er binnen Wortel Kolonie een overdracht zijn van ongeveer 42 ha gronden naar ANB. Deze gronden zul-len deels worden ingericht als bos (7,6 ha), dreefstrook (22,4 ha) en grasland of natuurakker (12,5 ha). Hierdoor zal de totale oppervlakte van in eigendom van ANB toenemen tot 451 ha.

In document Wortel Kolonie (pagina 109-112)