• No results found

Afsluitend Deel

Annex 3: Overzicht resultaten van het onderzoek per casestudy

4. Ontwerprichtlijn Consumentenrechten

1) Primaat van de wetgever onder druk ja of nee? Dit in combinatie met beleidsvrijheid EU-wetgeving of uitvoeringsregelgeving

Het primaat van de wetgever staat niet onder druk. De Richtlijn consumentenrechten zal niet uitvoerig gewijzigd worden door lagere EU wetgeving nu de delegatiebepaling t.b.v. de Europese ‘grijze’ en ‘ zwarte’ lijsten waarschijnlijk wordt geschrapt.

2) Elementen in de EU-wetgeving problematisch vanwege delegatiebeperking van NL, namelijk dat hoofdelementen in de wet zelf moeten?

Nee, de hoofdregel in art 107 GW (‘de wet regelt het burgerlijk recht’) staat niet onder druk als gevolg van de richtlijn.

3) Was het creëren adequate van delegatiegrondslagen lastig?

Nee. Wel zou kunnen overwogen worden voor bepaalde overeenkomsten de informatieplichten te regelen via AMVB zoals dat nu ook al gebeurt in het BW voor sommige overeenkomsten.

4) Rol maatschappelijk middenveld tijdens onderhandelingen en implementatie?

Advisering door de SER, uitgebreide consultaties met ‘stakeholders’ als de Consumentenbond, VNO-NCW en een wetenschappelijk symposium.

5) Aanpassingen aan administratief/civiel- of strafprocesrecht als gevolg van EU-wetgeving?

Mogelijk zijn er gevolgen voor de ambtshalve toepassing door de civiele rechter die verplicht aan het implementatierecht moet toetsen, gezien rechtspraak HvJ over ‘ voorloper’ richtlijn m.b.t. oneerlijke contractsbepalingen (‘het de consument attenderen op oneerlijk beding’).

6) Gevolgen bestuurlijke autonomie?

Niet van toepassing.

7) Afwijking/herziening gevestigde wetssystematiek? Voorzien/onvoorzien?

Ja, voor zover deze voortvloeien uit het volledige harmonisatie-karakter van de richtlijn.

8) Poogt EU-wetgeving samenhang te bewerkstelligen die zich niet verdraagt met reeds bestaande samenhang NL’se wetgeving?

De Nederlandse wetgeving gaat uit van de hoogste bescherming voor de niet-professionele contractspartij in een B-C situatie. Bij één - op - één omzetting van de richtlijn zou dat principe moeten worden losgelaten (want dan: betere bescherming niet-professionele contractspartij).

Ook kan het zijn dat verdergaande bescherming in sectorspecifieke wetgeving (vb Elektriciteitswet) moet worden teruggebracht naar het niveau van de richtlijn.

De mogelijkheid tot vervangende schadevergoeding is mogelijkerwijs ‘ weggeharmoniseerd’ door de richtlijn, zie p. 104.

9) Incorporatie of vertaling van Europese begrippen? Leidde incorporatie tot horizontale consequenties? Onvoorzien/voorzien?

Voor zover termen gelijk zijn aan termen uit eerdere, door deze richtlijn gecodificeerde, richtlijnen is er geen probleem (die werden reeds ‘vertaald’). Voor zover dat niet het geval is wordt vermoedelijk juist gekozen voor ‘incorporatie’ om de EU-origine van termen te benadrukken.

10) Moeilijkheid EU-begrippen omdat deze nog nader moesten worden uitgewerkt?

Nee. Een aantal termen uit voorloperwetgeving was al verduidelijkt in jurisprudentie HvJ. Verder zijn er geen termen afhankelijk van nadere EU regelgeving.

11) Spontane harmonisatie ja of nee? Indien niet, waarom niet?

Overwogen zou kunnen worden uitbreiding van de werking van de richtlijn naar koopovereenkomst tussen twee professionele partijen (‘B-B’), naar overeenkomsten tussen twee niet- professionele partijen (‘C-C’) en naar overeenkom-sten voor woningen dit alles i.v.m. interne coherentie NL contractenrecht, zie p. 96 en 104. Middenweg: uitbreiding naar ZZP’ers.

12) Goldplating ja of nee en wat waren consequenties?

Gezien de aard van de ontwerp-richtlijn is deze vraag niet van toepassing. Het voorstel voorziet in totale harmonisatie die strengere bescherming niet toestaat.

13) Gevolgen EU-wetgeving voor zelfregulering ja of nee?

De richtlijn biedt daar weinig ruimte voor. Zelfregulering i.v.m. collectieve acties blijft echter mogelijk, zie p. 94.

5. Dienstenrichtlijn

1) Primaat van de wetgever onder druk ja of nee? Dit in combinatie met beleidsvrijheid EU-wetgeving of uitvoeringsregelgeving

Er is een spanningspunt m.b.t. de niet-omzetting van de kernbepalingen van de Dienstenrichtlijn i.v.m. het feit dat deze ook de formele wetgever adresseren.

2) Elementen in de EU-wetgeving problematisch vanwege delegatiebeperking van NL, namelijk dat hoofdelementen in de wet zelf moeten?

Dit leverde bij de omzetting van de Dienstenrichtlijn geen bijzondere knelpunten op.

3) Was het creëren van adequate delegatiegrondslagen lastig?

Dit leverde bij de omzetting van de Dienstenrichtlijn geen bijzondere knelpunten op. Belangrijkste implementatie instrument was de nieuwe Dienstenwet.

4) Rol maatschappelijk middenveld tijdens onderhandelingen en implementatie?

Deze was vooral nuttig in de fase van totstandkoming van de richtlijn. Minder nuttig in de fase van omzetting van de richtlijn.

5) Aanpassingen aan administratief/civiel- of strafprocesrecht als gevolg van EU-wetgeving?

De invoering van de lex silencio was een belangrijke aanpassing van bestuursprocesrecht (maar deels al gepland uit autonome overwegingen). Vooral de internationale uitwisseling over opgelegde strafrechtelijke sancties is een typisch Nederlands knelpunt.

6) Gevolgen bestuurlijke autonomie?

De Dienstenrichtlijn heeft een grote impact op de decentrale overheden, getuige bijv. het feit dat deze de ‘lex silencio’ pas hoeven in te voeren in 2012. De verplichte erkenning van regionaal afgegeven vergunningen in het hele territoir lijkt niet te hoeven worden ingevoerd.

7) Afwijking/herziening gevestigde wetssystematiek? Voorzien/onvoorzien?

Nederlandse wetsystematiek kent geen strak onderscheid tussen vestiging en dienstverlening zoals de richtlijn dat voorstaat.

Het Nederlandse bestuursprocesrecht werkte ook niet met een ‘ vergunning’ begrip. Dit maakte bijv. de invoering van de

‘lex silencio’ in de AwB lastig (maar niet onmogelijk).

8) Poogt EU-wetgeving samenhang te bewerkstelligen die zich niet verdraagt met reeds bestaande samenhang NL’se wetgeving?

In sommige opzichten was zelfs de AwB-term ‘ besluit’ te beperkt (bijv. bij de inrichting van het één loket).

9) Incorporatie of vertaling van Europese begrippen? Leidde incorporatie tot horizontale consequenties? Onvoorzien/voorzien?

Ja, termen als ‘dienst’ , ‘dienstverrichter’ en ‘dwingende reden van algemeen belang’ zijn voorbeelden van (dynamische)

‘copy-in’ technieken. Dit was voorzien omdat bekend was dat de richtlijn veel terminologie hanteert die rechtsreeks uit het primaire recht afkomstig is. Een voordeel van ‘incorporatie’ kan zijn dat de EU-origine van termen wordt benadrukt.

10) Moeilijkheid EU-begrippen omdat deze nog nader moesten worden uitgewerkt?

Veel Begrippen in de richtlijn zijn parallel aan verdragsbegrippen. Uitwerking vindt dus jurisprudentieel plaats (en niet via de EU-wetgever).

11) Spontane harmonisatie ja of nee? Indien niet, waarom niet?

Voor zover de richtlijn niet tevens de interne situatie beslaat (is discussie over mogelijk) heeft de NL wetgever er in ieder geval voor gekozen deze situatie wel ‘mee te harmoniseren’.

Het van toepassing verklaren van de Dienstenwet p milieuvergunningen (ook als deze niet dienstengerelateerd zijn).

De bredere invoering van de’ lex silencio’ is te danken aan ‘ gelukkige samenloop’ van EU en NL beleidsvoornemens 12) Goldplating ja of nee en wat waren consequenties?

Nee. De richtlijn bood daar weinig ruimte toe.

13) Gevolgen EU-wetgeving voor zelfregulering ja of nee?

Ja, door de definitie van ‘bevoegde instantie’ en ‘eis’ als richtlijnbegrippen (regels van beroepsorden, professionele verenigingen etc.). Gezien de oudere rechtspraak van het HvJ over de vrije vestiging en het vrij verkeer van diensten was dit te voorzien.

Annex 4: Bibliografie

Adviescommissie Water (AcW) en de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW), Bruggen bouwen. Nederlands waterbeheer in Europees en grensoverschrijdend perspectief, November 2007, p. 21-28, te downloaden van www.cawsw.nl.

Aerts, M., en Putter,de, P., Zijn de nieuwe generatie waterplannen in een goede toestand?, MenR, 2009, nr. 9, p. 560-567.

Backes, Ch. W., Internationale vergelijking implementatie EU-richtlijnen luchtkwaliteit

Backes, Ch. W., Naar internationale waterschappen en grensoverschrijdende omgevingsplannen?

Enkele opmerkingen over de (on)mogelijke gevolgen van de nieuwe Kaderrichtlijn Water, in: A. v.

Hall, T. G. Drupsteen en H. J. M. Havekes (red.), De staat van water. Opstellen over juridische, techni-sche, financiële en politiek-bestuurlijke aspecten van waterbeheer, Koninklijke Vermande, Den Haag 1999.

Backes, Ch. W., Suum Cuique, enkele opmerkingen over de rechtsmachtverdeling tussen bestuurs-rechter en burgerlijke bestuurs-rechter, oratie van 14 november 2008 te Maastricht, Boom Juridische Uitgevers, 2009.

Backes, Ch. W., Much ado about nothing, of het begin van een nieuwe bestuurscultuur?, De omzet-ting van de Dienstenrichtlijn, NTB 2009, 307

Barents, B., en Brinkhorst, L.J., Grondlijnen van Europees recht, Deventer: Kluwer, 12e druk, 2006.

Barnard, C., Unravelling the Service Directive, CMLRev 2008, p. 323.

Battjes, H., Administratiefrechtelijke beslissingen, 2008, nº 375.

Besselink, L.F.M., Kummeling, H.R.B.M., Lange, R. de, and Mendelts, P., De Nederlandse Grondwet en de Europese Unie, Europa Law Publishing, Groningen, 2002.

Bolt van der, F.J.E., e.a., Aquarein; Gevolgen van de Europese Kaderrichtlijn Water voor landbouw, natuur, recreatie en visserij, Alterra-rapport, 835, Wageningen, 2003.

Botman, M.R., De Dienstenwet, dekt de vlag de lading?, NtEr 2010, p. 109.

Brink, van den, A., Van rechtsinstrumenten naar rechtshandelingen, ‘Lissabon’ en de introductie van een Europees primaat van de wetgever, in: Ooik, van, R.H. en Wessel, R. (reds), De Europese Unie na het Verdrag van Lissabon, Kluwer, Deventer, 2009.

Broek, van den, J.H.G., Nijmeijer, A.G.A., van Rijswick, H.F.M.W., Kan de bouw bouwen op de AMvB Doelstellingen?, TBR 2008/152, p. 778-779.

Cauffman, C., Faure M. en T. Hartlief, Harmonisatie van het consumentencontractenrecht in Europa:

consequenties voor Nederland, WODC 2009.

Davies, G., The Services Directive, Extending the country of origin principle and reforming public administration, ELR, 2007, p. 241Duijkersloot, A.P.W. en Widdershoven, R.J.G.M., ‘De dienstenrichtlijn en het algemeen bestuursrecht’, RegelMaat, 2007, p. 190

Eijsbouts, W.T. et al, Europees Recht, Algemeen Deel, 3e druk, Europa Law Publishing, Groningen, 2010.

Gronden, van de, J.W., Hervormingen in een Dienstbaar Europa, ‘Europa in Beeld’, Kluwer, Deventer, 2008.

Gier, de, H.G. en Vos., C. (1995), Europese en Nederlandse arboregelgeving, Lemma: Utrecht Groothuijse, F.A.G., Water weren, het publiekrechtelijke instrumentarium voor de aanpassing en bescherming van watersystemen ter voorkoming van wateroverlast en overstromingen (diss. Utrecht), IBR, ’s-Gravenhage 2009.

Handgraaf, S., De Waterwet, MenR, 2009, nr. 8, p. 489-496.

Havekes, H.J.M., De Waterwet: innovatie van het waterrecht, TO, 2009, nr. 4, p. 156-163.

Hesselink, M., The Ideal of Codification, European Law Journal, 2006, p. 279-305.

Hesselink, M.W., Naar een scherper onderscheid tussen b2b en b2c? Over consumenten-, handels- en algemeen overeenkomstenrecht na invoering van de voorgestelde EG-richtlijn consumentenrechten’, in: Hesselink, M.W. en. Loos, M.B.M., (red.), Het voorstel voor een Europese richtlijn consumenten-rechten. Een Nederlands perspectief, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2009, p. 76.

Jans, J.H. Harmonization of National Procedural Law via de Back Door? Preliminary Comments on the ECJ’s Judgment in Janecek in a Comparative Context, in: Views of European Law from the Mountain;

Liber Amicorum for Piet Jan Slot, via http://ssrn.com.

Jans, J.H. De Lange, R., Prechal, S., Widdershoven, R.J.G.M., Europeanization of Public Law, Europa Law Publishing, 2007.

Kaeding, M., In Search of Better Quality of EU Regulations for Prompt Transposition, The Brussels Perspective, European Law Journal, 2008, p. 583.

Klip, A.H., European Criminal Law, An Integrative Approach, Intersentia, Antwerpen, 2009.

Koeck, H.S.en Karollus, M., The New Services Directive of the European Union, FIDE XXIII Congres Linz, 2008, Nomos, Baden-Baden, 2008.

Koeman, N.S.J. Het Besluit luchtkwaliteit: hoe nu verder?, BR 2005, nr. 6, p. 50 en Schutte-Postma, E.T., De Nederlandse worsteling met de Europese richtlijnen voor de luchtkwaliteit, NTER 2005, nr. 6, p. 134-139.

Loos, M.B.M., Spontane harmonisatie in het contracten- en consumentenrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2006, p. 6.

Loos, M.B.M., Herziening van het consumentenrecht: een teleurstellend richtlijn-voorstel, Tijdschrift voor Consumentenrecht en handelspraktijken 2008/5, p. 174.

Loos, M.B.M., De koopregeling in het voorstel voor een richtlijn consumentenrechten, Studiekring

‘Prof. mr. J. Offerhaus’, Deventer: Kluwer, 2009.

Loos, M.B.M., Consumer sales law in the proposal for a Consumer rights directive, European Review of Private Law 2010/1, p. 27.

Meerten, van, H. (et al), The New Services Directive of the European Union, Hopes and Expectations from the Angle of a further Completion of the Internal Market - National Report from The

Netherlands, in: Koeck, H.F., and Karollus, M.M., The New Services Directive of the European Union, FIDE XXIII Congress Linz, 2008, Vienna 2008, p. 381.

Ministerie van Justitie, 101 Praktijkvragen over de implementatie van EG-besluiten, Sdu Uitgevers, Derde druk, Den Haag, 2001.

Ministerie van Justitie, Handleiding Wetgeving en Europa, de voorbereiding, totstandkoming van nationale implementatie van Europese regelgeving, maart 2009.

Ooik, van, R.H., en Vandamme, T.A.J.A. Zaak C-176/03, Commissie t. Raad, SEW 2006, p. 78-85.

Popma, J.R., Arbo in de CAO, OR-Informatie, 16 december 1998, p. 26.

Popma, J.R., Verprivaatrechtelijking van arbeidsomstandigheden? In: P.F. van der Heijden, R.H. van het Kaar en A.C.J.M. Wilthagen (red.), Naar een nieuwe rechtsorde van de arbeid?, SDU/HSI, Den Haag, 1999.

Popma, J.R., Het Arbo-effect van medezeggenschap (proefschrift Universiteit Maastricht), Kluwer, Alphen a/d Rijn, 2003.

Popma, J.R., Decentralisering van arbeidsomstandigheden, Arbeid Integraal, 2006/2, p.5-15.

Prechal, S, en Roermund, van, B. (eds), the Coherence of EU Law, the Search for Unity in Divergent Concepts, OUP, Oxford, 2008, pp. 23. e.v.

Rijswick, van, H.F.M.W., De betekenis en vormgeving van waterkwaliteitseisen’, MenR, 2007, nr. 7, p.

395-407.

Rijswick, van, e.a., EG-recht en de praktijk van het waterbeheer, 2e druk, STOWA, Utrecht 2008, p. 405.

Rijswick, van, H.F.M.W. en Groothuijse, F.A.G. , Het wetsvoorstel Waterwet, Tijdschrift voor Agrarisch Recht, 2007, nr. 6, p. 238-248.

Schauer, M., Contract Law of the Services Directive, European Review of Contract Law, 2008.

Steyger, E., De implementatie van de dienstenrichtlijn in het algemeen bestuursrecht, NTB, 2008, p. 1.

Thijssen, M., en Woldendorp, H.E., Kaderrichtlijn Water; waterkwaliteitseisen waterdicht geregeld, MenR 2009, nr. 9, p. 554-559.

Tripartiete Werkgroep Arboconvenanten, Convenanten: maatwerk in Arbeidsomstandigheden (Evaluatie van het beleidsprogramma Arboconvenanten Nieuwe Stijl 1999-2007), Stichting van de Arbeid, 2007, Den Haag.

Vandamme, T.A.J.A. et al, Empirical Aspects of the Research Project Binding Unity and Divergent Concepts in EU Law - General Report on the Outcome of the Questionnaire, in: Prechal, S. and Roermund, van, B. (eds), The Coherence of EU Law. The Search for Unity in Divergent Concepts, Oxford University Press, Oxford, 2008.

Veerman, G.J., Over wetgeving, principes, paradoxen en praktische beschouwingen, SDU, Den Haag,

2007.

Villeneuve, de, C.H.V., De Kaderrichtlijn Water, een momentopname, in: Water: ontwikkelingen in (inter)nationale regelgeving en beleid (Vereniging voor Milieurecht 1998-2), Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, 1998, p.25-26.

Voermans, W. J. M., Concern about the Quality of EU Legislation: What Kind of Problem, by What Kind of Standards?, Erasmus Law Review, Vol. 2, No. 1, 2009. Available at SSRN: http://ssrn.com/

abstract=1272620.

Vogel, L., Prevention at the Workplace: An initial review of how the 1989 Community framework Directive is being implemented, Brussels, European Trade Union Bureau for Health and Safety Vogelezang-Stoute, E.M., Boeve, M.N., Grijp, van der, N.M., Groothuijse F.A.G., De Wet milieubeheer als kader voor implementatie van Europese wetgeving, STEM-publicatie december 2009, via www.

evaluatiemilieuwetgeving.nl.

Waele, de, Henri, The Transposition and enforcement of the Services Directive, A Challenge for the European and the National Legal Order, EPL, 2009, p. 523.

Walters, D., The Framework Directive, in: D. Walters (ed), Regulating Health and Safety Management in the European Union, a Study on the Dynamics of Change, P.I.E.-Peter Lang, Brussels.

Walters, D., en Jensen, P.J., The Discourses and Purposes behind the development of the EU Framework Directive 89/391, in: K. Frick et al (eds), Systematic Occupational Health and Safety Management, Pergamon, Amsterdam.

Wijk, van, H.D. et al, Hoofdstukken van Bestuursrecht, Elsevier, Den Haag, 2008

Wissink, M.H., Richtlijnconforme interpretatie van het burgerlijk recht, diss. Leiden, Deventer:

Kluwer, 2001, nr. 38

Wissink, M.H., Over volledige harmonisatie en herinrichting van het BW. Knelpunten bij de omzet-ting van de (voorgestelde) richtlijn consumentenrechten, VrA 2009/1, p. 58

Woldendorp, H.E., ‘De normstelling volgens de Kaderrichtlijn Water: Nederland op slot? (2)’, BR 2008/3, nr. 37, p. 185-186.