• No results found

cl u si es

1

3

6

tegenwoordig beheer vanuit de cultuurhistorie plaats. Buiten deze kern wordt het beheer vaak op een andere wijze ingevuld, waardoor ook andere waarden vertegenwoordigd blijven. Ook dit beheer wordt bepaald door het doel dat de eigenaar heeft met zijn bezit en de waarde die het gebied of het onderdeel in de ogen van de eigenaar vertegenwoordigt. Wanneer we hier dieper op inzoomen kan de tweede onderzoeksvraag worden beantwoord.

Onderzoeksvraag II

Het belangrijkste verschil tussen het beheer van landgoederen door particuliere landgoedeigenaren en de grote terreinbeherende organisaties wordt gevormd door een verschil in betekenis van het begrip landgoed. Dit staat in essentie aan de basis van zo ongeveer alle verschillen in het beheer tussen terreinbeherende organisaties en particuliere landgoedeigenaren. Particuliere landgoedeigenaren beschouwen een landgoed als economische en cultuurhistorische eenheid in het buitengebied. In het beheer gaan ze uit van deze eenheid, waarbij de economische mogelijkheden de randvoorwaarden vormen. Uiteindelijk is het niet de cultuurhistorie die aan de basis staat van het beheer, maar het voortbestaan van het landgoed als eenheid. Alle onderdelen gezamenlijk vormen deze eenheid. Voor het beheer heeft dit als gevolg dat alle onderdelen de ruimte moeten krijgen en behouden moeten blijven.

Terreinbeherende organisaties beschouwen landgoederen ook wel als een geheel in het buitengebied, maar dan als een geheel dat hoofdzakelijk een combinatie is van cultuurhistorische waarden (het huis, de tuin, het park, en het parkbos) en natuurwaarden (die te vinden zijn in de natuurterreinen binnen dit geheel). In het beheer gaan zij dan ook uit van de cultuurhistorische en natuurwaarden. Dit betekent bijvoorbeeld dat het onderdeel landbouw een dusdanige ondergeschikte rol krijgt dat de eenheid van het landgoed en in het bijzonder de economische eenheid komt te vervallen.

Vanwege deze verschillende betekenissen (of invullingen) van het begrip landgoed, bestaat er ook een verschil in economische uitgangssituatie. Dit wordt nog eens versterkt doordat terreinbeherende organisaties, aanvullende inkomstenbronnen hebben, waardoor de noodzaak van het economische systeem ook wegvalt. Dit heeft als consequentie dat de ruimte die anders voor bijvoorbeeld de landbouw zou worden gebruikt, nu ingevuld wordt vanuit een natuurlijk beheer. Hierdoor hebben terreinbeherende organisaties de mogelijkheid bepaalde natuurwaarden te behouden, terwijl aan de andere kant het onderdeel landbouw verloren gaat. Bij particuliere landgoedeigenaren speelt juist de landbouw een belangrijke rol als bron van inkomsten, van waaruit overige beheerkosten betaald moeten worden. De landbouw behoudt hier ruimte, ook als dit als gevolg heeft dat natuurwaarden verloren kunnen gaan.

Wanneer aan beide beheerpartijen gevraagd wordt wat het grootste verschil is tussen het beheer van landgoederen door terreinbeherende organisaties en particuliere landgoedeigenaren, wordt overigens ook de rol van de landbouw genoemd.

Onderzoeksvraag III

Bij onderzoeksvraag I is al kort aangestipt dat het doel dat de landgoedeigenaar heeft met zijn bezit uiteindelijk de keuzes van het beheer bepaalt. Dit doel kan zowel afhankelijk zijn van de afzonderlijke situatie van het landgoed (bijvoorbeeld de aanwezigheid van unieke stijlkenmerken) als van de voorkeuren van de eigenaar. Om deze reden is het moeilijk iets in de algemeenheid te concluderen over het doel van het landgoedbeheer. Wel bestaat er globaal genomen een verschil in het doel tussen

1

3

7

particuliere landgoedeigenaren en terreinbeherende organisaties. Aan de basis hiervan staan de historisch gegroeide beheertradities en uitgangspunten.

Particuliere landgoedeigenaren hebben een eeuwenlange beheertraditie. Afhankelijk van de ouderdom van het bezit kunnen de landgoederen al eeuwenlang in het bezit zijn binnen een familie. Dit heeft consequenties voor het huidige bezit en beheer. De belangrijkste doelstelling van het beheer is het doorgeven van de historisch gegroeide eenheid van het landgoed aan de volgende generatie. Het particuliere landgoedbezit is in principe het belangrijkste doel. Dit betekent echter niet dat de huidige particuliere landgoedeigenaren zich vanuit een dwangmatigheid vast dienen te houden aan het historische beeld van het landgoed. De huidige particuliere eigenaren hebben als doel de eenheid van het landgoed te behouden en het geheel door te geven aan de volgende generaties. Juist om hieraan te voldoen kunnen nieuwe ingrepen van essentieel belang zijn om het landgoed levendig te houden. Het beheer wordt dan wel ingevuld vanuit de historisch gegroeide beheertradities, maar toch ook deels tot grotendeels aangepast aan de nieuwe economische, maatschappelijke en landschappelijke context.

Terreinbeherende organisaties vormen in vergelijking tot particuliere landgoedeigenaren een veel jongere beheerpartij. Deze organisaties kennen een beleids- en beheertraditie van maximaal een eeuw oud. Door maatschappelijke invloeden zijn bepaalde aspecten bovendien gewijzigd of zelfs recentelijk toegevoegd. Aan de basis van deze beheertraditie staat nog altijd het doel natuurwaarden te behouden. In de tweede helft van de twintigste eeuw is hier ook het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden bijgekomen. Recentelijk is de belevingswaarde toegevoegd. De belangrijkste doelstellingen van het beheer van landgoederen door terreinbeherende organisaties wordt gevormd door het behoud van deze waarden. In eerste instantie zijn dit de natuurwaarden, maar gezien het terrein en de historie van het terrein vormt het behoud van de cultuurwaarden eveneens een zeer belangrijk doel. Dit wordt bovendien versterkt door de positie die landgoederen binnen het geheel aan bezittingen van terreinbeherende organisaties innemen. Het zichtbaar maken en behouden van belevingswaarden is als laatste doelstelling erbij gekomen. Dit staat nog grotendeels in de kinderschoenen en kan nog weinig getoetst worden.

6.2 Aanbevelingen

Dit onderzoek is van beperkte schaal en is bovendien grotendeels gebaseerd op gesprekken met landgoedeigenaren, -beheerders en andere betrokken personen. Het is om deze reden interessant om een vervolgstudie te verrichten naar de landschappelijke consequenties van het gekozen beheer. In dit onderzoek heb ik de landschappelijke consequenties alleen als zijtak meegenomen in de gesprekken. Concrete voorbeelden kwamen hier echter niet uit. Deze aanpak kan ook omgedraaid worden. Vanuit landschappelijke verschillen - die niet het gevolg zijn van verschillende landschappelijke condities – kan onderzoek verricht worden naar verschillen in beheer. De landschappelijke consequentie moeten in kaart gebracht worden, om ze te kunnen analyseren vanuit de vraag wat voor betekenis dit heeft voor het landelijk gebied en ons perceptie op en behoud van het erfgoed.

Een andere aanbeveling is om onderzoek te verrichten dat zich richt op een geheel ander aspect van het beheer van landgoederen. In deze studie heb ik mij gericht op het beheer van landgoederen in Nederland. Interessant zal het zijn om een vervolgstudie te verrichten waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen het huidige landgoedbeheer in Nederland (door zowel de terreinbeherende organisaties en particuliere landgoedeigenaren) met de wijze waarop landgoederen in Groot-Brittannië worden beheerd en de rol die de National Trust hierin speelt. Het beheer van landgoederen in Groot-Brittannië verschilt in zoverre van de Nederlandse situatie dat de grootste kostenpost

6.2 A an bevel in ge n

1

3

8

namelijk het huis in het beheer van de National Trust komt. De landbouwgronden blijven in eigen beheer. Daarnaast wordt er een regeling getroffen waardoor de eigenaar nog in (een gedeelte van) het huis kan blijven wonen. Mijns inziens is het interessant en belangrijk voor de huidige status van en de omgang met ons erfgoed om de landschappelijke consequenties en de betekenis van dit erfgoed te analyseren en te vergelijken met de situatie in Nederland.

Tenslotte is het wenselijk om onderzoek te verrichten naar de toekomstmogelijkheden van het beheer in het buitengebied waarbij het beheer van landgoederen door particuliere landgoedeigenaren als uitgangspunt wordt genomen. Op een landgoed komen veel verschillende zaken bijeen. Particuliere landgoedeigenaren hebben een manier gevonden om dit in eenheid te beheren. Het buitengebied heeft net als landgoederen te maken met veel verschillende en soms tegenstrijdige waarden. Voor de kwaliteit van het buitengebied is het essentieel dat het beheer vanuit een brede interdisciplinaire benadering wordt uitgevoerd.

6.2 A an bevel in ge n

1

3

9