• No results found

Analyse van het huidige beheer

Particuliere landgoedeigenaren

5.2 Analyse van het huidige beheer

nal ys e v an h et h u idi ge b eh ee r

1

2

9

5.1.3 Samenwerking en toekomst

Iedereen is het over eens dat het te danken is aan de landgoedeigenaren in het verleden, dat we tegenwoordig kunnen genieten van de prachtige terreinen. Juist door het eigenwijze karakter van landgoedeigenaren is er een brede diversiteit ontstaan. Terreinbeherende organisaties hebben op het moment dat particulieren het beheer van hun bezit niet meer konden volbrengen (of bijvoorbeeld bij verervingen) de taak van het beheer op zich genomen. Ook aan hen is het te danken dat nog altijd landgoederen bewaard gebleven zijn. Behoudens deze eensgezindheid zijn er wel verschillen te zien in de ideeën over de invulling van het beheer in de toekomst.

Terreinbeherende organisaties hechten waarde aan het beheer door verschillende beheerpartijen. Dit resulteert namelijk in een verscheidenheid in zowel beeld als in beheerkeuzen. Deze verscheidenheid kan resulteren in landgoederen die nauwkeurig onderhouden worden en naar een bepaald tijdsbeeld worden beheerd tot landgoederen die juist de gelaagdheid tonen. Bovendien zien terreinbeherende organisaties als voordeel dat wanneer landgoederen ook beheerd worden door deze organisaties een generatiewisseling van eigenaren niet leidt tot de verandering of verdwijning van zaken, zoals dat bij particuliere eigenaren wel het geval kan zijn. Uiteindelijk resulteert deze diversiteit in beheer ook in een divers beeld. Bovendien kan hierdoor de pluriformiteit van het beheer worden getoond.

Particuliere landgoedeigenaren hechten eveneens waarde aan het pluriforme beeld dat ontstaat als gevolg van diverse beheerders. Ze waken er wel voor dat al het beheer in de handen komt van één organisatie. Dit is in hun optiek namelijk funest voor het unieke landschappelijk beeld van elk landgoed. De typische inbreng van de eigenaren zal in dat geval verdwijnen en plaatsmaken voor het beeld van een eigenaar, de algemene organisatie.

Particuliere landgoedeigenaren zijn verder van mening dat landgoederen heel goed beheerd kunnen worden door particulieren. Dit betekent dat wanneer er vanuit particulieren belangstelling is om een landgoed te verwerven, hier serieus op ingegaan moet worden. Vanuit de waarde en de historie van de landgoederen wordt het belangrijk geacht dat terreinbeherende organisaties uiteindelijk afstand doen van hun bezittingen ten voorkeur van geïnteresseerde particulieren. Huidige particuliere landgoedeigenaren zien de taak van terreinbeherende organisaties eerder in het beheren van moeilijk te beheren natuurterreinen zoals de Wadden, heidevelden of andere terreinen. Landgoederen en kleinschalige terreinen kunnen goed aan particulieren overgelaten worden, wanneer die hierin geïnteresseerd zijn. Voor terreinbeherende organisaties speelt dit niet. Landgoederen hebben voor deze organisaties namelijk niet alleen een belangrijke natuurlijke, culturele en maatschappelijke betekenis, maar hebben ook binnen het totaal aan bezittingen een betekenis. Binnen deze ketting aan verbindingen vormen landgoederen de kralen.

5.2 Analyse van het huidige beheer

De hoofdstukken 3 en 4 en ook paragraaf 5.1 zijn een weergave van de gesprekken die ik gevoerd heb met landgoedeigenaren en beheerders, zonder een analyse of vergelijking van de uitkomsten. In dit komende deel staat juist de analyse centraal. De basisinformatie is afkomstig uit de gesprekken. Gesprekken met mensen van Staatsbosbeheer, de stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe en van het rentmeesterkantoor ‟t Schoutenhuis b.v. hebben een ondersteunende rol.

5.2 A nal ys e v an h et h u idi ge b eh ee r

1

3

0

5.2.1 Vergelijking van de uitgangspunten van het beheer

Uit de gesprekken blijkt dat bij alle beheerpartijen de cultuurhistorie het uitgangspunt vormt van het beheer. Het belang van de cultuurhistorie wordt in het algemeen erkend en benoemd. Wel kan er geconcludeerd worden dat dit telkens vanuit verschillende invalshoeken wordt gemotiveerd. Bij landgoed Vilsteren moet het beheer vanuit de cultuurhistorie er voor zorgen dat het landgoed als economische eenheid en eenheid in beeld behouden blijft. Bij de Hof te Dieren moet het beheer vanuit de cultuurhistorie erin resulteren dat de gelaagdheid van het landgoed zichtbaar en behouden blijft. Bij landgoed Eerde wordt voor beheer vanuit de cultuurhistorie gekozen omdat op deze wijze het lokale verleden zichtbaar en beleefbaar wordt. Tenslotte moet de cultuurhistorie als uitgangspunt van het beheer op landgoed Voorstonden erin resulteren dat de unieke kwaliteiten van het parkbos zichtbaar worden en behouden blijven.

Hoewel de cultuurhistorie aan de basis staat van het beheer, wordt het begrip verder weinig ingevuld. Bij Vilsteren en de Hof te Dieren moet de cultuurhistorie er toe leiden dat „het beeld‟, of „het karakter‟ van het landgoed behouden blijft. Dit kan vervolgens het beste omschreven worden als de visuele eenheid van het landgoed die vanuit het verleden ontwikkeld is. De eenheid van het landgoed wordt gevonden in de combinatie van het huis en de tuin of het park, met landbouw- en bosgronden. Het historische aspect van de eenheid komt terug in de gelaagdheid van het landgoed. Hierdoor worden de ingrepen van opeenvolgende eigenaren getoond. Bij landgoed Eerde en Voorstonden wordt het begrip cultuurhistorie ingevuld als een vorm van beheer waarin teruggewezen wordt naar een bepaalde periode. Bij landgoed Eerde is dit de periode vanaf de invloed van de familie van Pallandt (vanaf de achttiende eeuw). In het beheer van landgoed Voorstonden wordt nadrukkelijker verwezen naar een expliciete periode, namelijk de negentiende eeuw: de periode van de parkaanleg in Hollandse landschapsstijl.

Wanneer we dit met elkaar vergelijken, wordt er een verschil duidelijk tussen de landgoederen die beheerd worden door Natuurmonumenten en de particuliere landgoederen. Vilsteren en de Hof te Dieren worden beheerd vanuit het nu. Nieuwe ontwikkelingen zijn er mogelijk, zolang ze passen binnen de visuele eenheid van het landgoed en ingegeven worden door de economische noodzakelijkheid. Daarbij worden de keuzes wel ingegeven door het beheer van landgoedeigenaren in het verleden, zonder dat hiervoor een bepaald beeld is vastgelegd. De wijze van beheer is een voortzetting van het beheer uit het verleden in zoverre dat er een eigenaar is die het beheer bepaald en dat ontwikkelingen mogelijk zijn, om het voortbestaan van het landgoed te verzekeren.358 Bij landgoed Eerde en landgoed Voorstonden is de wijze van het beheer daarentegen niet zo zeer ingegeven door het historische beheer, als wel door het beeld dat behouden moet worden. Voor een vereniging als Natuurmonumenten is het bovendien nauwelijks mogelijk om de historische wijze van het beheer voort te zetten, aangezien de specifieke historische verbinding ontbreekt en er andere en aanvullende doelstellingen met het te beheren landgoed bestaan. Deze landgoederen worden meer beheerd vanuit een of meerdere beelden van een bepaalde periode. Dat hier bewust voor gekozen wordt, blijkt uit de motivatie. Vanwege de maatschappelijke doelstelling die Natuurmonumenten heeft en zichzelf stelt, hecht ze er waarde aan om het lokale verleden, of een specifiek onderdeel van het verleden zichtbaar en beleefbaar te maken voor het grote publiek.

Wanneer er uitgebreider gekeken wordt naar de uitgangspunten van het beheer wordt duidelijk dat cultuurhistorie niet het enige uitgangspunt van het beheer van landgoederen vormt. Het beheer van landgoed Eerde en landgoed Voorstonden wordt behalve door cultuurhistorie ook bepaald door de natuurwaarden van het gebied. Dit kan gemotiveerd worden vanuit de doelstellingen die de

358Bij zowel landgoed Vilsteren als de Hof te Dieren is de eigenaar niet langer een persoon. Het bezit is in handen van meerdere personen, in de vorm van een stichtingsbestuur en aandeelhouders. Toch kunnen zij relatief gezien nog eenvoudig eigen keuzes maken, aangezien ze geen verantwoording aan een vereniging, leden of de overheid hoeven af te leggen.

5.2 A nal ys e v an h et h u idi ge b eh ee r

1

3

1

vereniging Natuurmonumenten heeft. Natuurmonumenten wil natuur, landschap en de daarmee samenhangende cultuurhistorie veiligstellen voor de volgende generaties.359 Het tonen van het lokale verleden is daarmee niet de enige doelstelling die de beheerder in dit gebied heeft. Het beheer van landgoed Vilsteren en de Hof te Dieren wordt daarentegen behalve door cultuurhistorie ook bepaald door de economie. De economische mogelijkheden vormen de randvoorwaarden van het beheer van deze landgoederen. Om de landgoederen te behouden is het essentieel dat het economische systeem op het landgoed in balans is. Dit betekent dat ingrepen ook altijd vanuit de economische mogelijkheden worden gemotiveerd. De wijze waarop een ingreep vervolgens wordt uitgevoerd, wordt bepaald door het beeld of het karakter van het landgoed. Dit gebeurt op een manier waardoor de visuele eenheid in stand blijft en het passend is binnen het landschap van het landgoed. Aangezien Natuurmonumenten een andere economische uitgangssituatie heeft, spelen de economische mogelijkheden hier een andere rol, zoals ook in het vervolg zal blijken.

5.2.2 Vergelijking van de consequenties en gevolgen van het gekozen beheer

Na inzicht te hebben in de uitgangspunten van het beheer is het vervolgens de vraag hoe en waar we de gevolgen van het beheer in de praktijk terug kunnen zien. Bij alle landgoederen vormt de cultuurhistorie het uitgangspunt van beheer. Op de landgoederen zelf kan dit hoofdzakelijk teruggevonden worden in het kerngebied. Dit gebied is bijvoorbeeld het huis en de tuin, het park, het parkbos of een combinatie van deze onderdelen. In deze kern wordt er een nauwkeurig beheer toegepast waarbinnen de cultuurhistorie het uitgangspunt vormt. Dit betekent een regelmatig beheer, waarbij niet de natuurwaarden vooropstaan, maar de esthetiek. Het beheer van deze kern heeft financiële consequenties, aangezien het een dure én continu terugkerende vorm van beheer betreft. Met name in het geval van particuliere eigenaren betekent dit dat in een ander gebied of onderdeel van het landgoed deze kosten terugverdiend moeten worden.

Alle gesproken personen dichten landgoederen diverse waarden en kwaliteiten toe: van cultuurhistorische, esthetische, natuurlijke, ecologische, economische tot recreatieve waarden. Deze waarden zijn in meer of minder mate te vinden binnen het terrein van de landgoederen. Dit heeft als consequentie dat het gekozen beheer kan leiden tot knelpunten in de gebieden waar verschillende waarden door elkaar bestaan. Op deze plekken kunnen we de belangrijkste uitgangspunten van het beheer terugzien, waardoor de eventuele verschillen tussen beheerpartijen én de landschappelijke gevolgen eveneens waarneembaar kunnen zijn.

De aanwezige natuurwaarden hebben voor Natuurmonumenten een belangrijke betekenis binnen hun bezit. Het behouden en beheren van natuurwaarden botst echter met het beheren vanuit de cultuurhistorie. Om deze reden wordt in de praktijk regelmatig voor een compromis gekozen. In bepaalde onderdelen - zoals het huis of het park - wordt het beheer vanuit de cultuurhistorie ingevuld. Dit kan consequenties hebben voor de natuurwaarden. Oude vervallen bomen in een parkaanleg zullen gekapt moeten worden, waardoor natuurwaarden verloren kunnen gaan. In andere gebieden buiten de kern krijgen natuurwaarden een belangrijkere rol in het beheer. Dit kan in de praktijk neerkomen op het behouden van bepaalde elementen die onder cultuurhistorisch beheer al lang verwijderd zouden zijn. De keuze van het beheer wordt echter niet alleen bepaald door de plek, maar ook door de betekenis en uitstraling van de plek. In een parkaanleg in Engelse landschapsstijl kan door de kenmerken van deze stijl langer een beheer plaatsvinden waarbij aandacht is voor zowel de cultuurhistorische waarden, als de natuurwaarden.

5.2 A nal ys e v an h et h u idi ge b eh ee r

1

3

2

Ook natuurwaarden en recreatieve waarden vormen duidelijke knelpunten. Dat Natuurmonumenten op bepaalde plekken bewust kiest voor natuurwaarden blijkt uit de invulling van de toegankelijkheid van het hele terrein. In bepaalde gebieden wordt de routing zo aangelegd dat het publiek niet in de nabije omgeving van (kwetsbare) natuur kan komen. Natuurwaarden botsen naast recreatieve waarden ook met economische waarden. Om deze reden kiest Natuurmonumenten binnen de landgoederen er bewust voor om weinig ruimte te geven aan de landbouw. De landbouw die nog wel aanwezig is binnen de landgoederen heeft bovendien niet zozeer een economische functie, als wel een maatschappelijke of visuele functie. De aanwezigheid van de landbouw toont de bezoekers van het landgoed welke rol de landbouw in het verleden had. Daarnaast ondersteunt Natuurmonumenten boerenbedrijven die op een andere manier (bijvoorbeeld duurzaam, of biologisch) produceren. Op landgoed Eerde stimuleert Natuurmonumenten bijvoorbeeld de pachters van boerderij de Meulenhorst, die een biologische melkveehouderij, ijsboerderij en streekwinkel willen combineren met een bierbrouwerij.360 Het landschappelijke gevolg van de keuze om weinig ruimte te geven aan de landbouw, is dat het binnen het geheel van het landgoed een ondergeschikte rol heeft gekregen.

De grootste knelpunten binnen particuliere landgoederen worden gevormd op plekken waar cultuurhistorische waarden botsen met (noodzakelijke) economische activiteiten. Net als bij Natuurmonumenten wordt voor de keuze van het beheer in eerste instantie gekeken naar de plek en naar de invulling die deze plek in het verleden heeft gehad. Wanneer deze plek in het verleden een esthetische invulling heeft gehad, wordt in het huidige beheer vaak voor gekozen om dit voort te zetten. Echter, uiteindelijk geldt wel de randvoorwaarde dat het geheel economisch in balans moet zijn. Onderdelen of gebieden die in het verleden een economische functie hebben gehad, maar door het historische beheer tegenwoordig ook een cultuurhistorische waarde hebben, kunnen om deze reden toch een economische invulling krijgen.

In het landschap is dit vooral te zien aan de rol van de landbouw in het geheel van het landgoed. De betekenis van de landbouw is groot, omdat dit voor een belangrijk deel de economie van het landgoed voedt. Hoewel er wel een aantal restricties wordt opgelegd aan boerenbedrijven die landbouwgronden van het landgoed pachten, en het gebied zelf vaak een aantal belemmeringen kent (met name wat betreft de verkaveling) krijgt de landbouw wel de ruimte. Landbouw voor de wereldmarkt is niet mogelijk op percelen die binnen het terrein van landgoederen liggen. Om de landbouw als economische activiteit wel binnen het landgoed een toekomst te bieden, stimuleren landgoedeigenaren boeren om iets extra‟s toe te voegen aan hun productie, waardoor bijvoorbeeld duurzame of streekgebonden producten worden ontwikkeld. Dit stimuleren vindt plaats door middel van het scheppen van de juiste randvoorwaarden, of het bieden van bepaalde informatie. Verder kan deze stimulans niet gaan. Uiteindelijk hebben de boerenbedrijven op het landgoed een eigen verantwoordelijkheid.

Het verschil in de rol van de landbouw op landgoederen van particuliere eigenaren en terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten resulteert in het grootste landschappelijke onderscheid. Aan de basis van de andere rol die de landbouw op de landgoederen speelt, staat een financieel verhaal, zoals in de volgende paragraaf duidelijk wordt.

360Programma Eerde, (2010), p. 8

5.2 A nal ys e v an h et h u idi ge b eh ee r

1

3

3

5.2.3 Vergelijking van de economische en maatschappelijke activiteiten binnen het

landgoed