• No results found

Landgoederen en hun omgeving

Terreinbeherende organisaties

Hoofdstuk 5 Een analyse van landgoederenbeheer door particulieren en terreinbeherende organisaties

2. Landgoederen en landgoedbeheer in historisch perspectief

2.4 Landgoederen en hun omgeving

dg oeder en e n h un om gevi ng

4

8

2.4 Landgoederen en hun omgeving

Al dertig jaar geleden werd gezegd dat het landgoed als cultuurhistorisch fenomeen in een restsituatie gekomen is.141 Het omliggende landelijk gebied is in de twintigste eeuw door ontwikkelingen als mechanisatie, rationalisatie en schaalvergroting dusdanig veranderd, dat deze aanname op zijn plaats lijkt te zijn. Steeds vaker specialiseerden landbouwbedrijven zich, waardoor diverse onderdelen van boerenbedrijven kwamen te vervallen, en waardoor het omliggende land gewijzigd moest worden. Vergelijkbare veranderingen en ontwikkelingen vinden veel trager plaats bij landbouwbedrijven behorende tot landgoederen, waardoor ze in de zogenoemde restsituatie zijn beland. Landgoederen vormen - uitgaande van deze aanname - eilandjes in een veranderende wereld. De consequentie is dat niet alleen de relatie tussen het landgoed en de omliggende omgeving verandert, maar dat ook de positie van het landgoed verandert. Veel landgoederen vertegenwoordigen tegenwoordig bijzondere cultuur- en natuurwaarden, die alleen maar in betekenis toenemen doordat het omliggende gebied telkens in sterkere mate verstedelijkt.142

In de afgelopen dertig jaar hebben ontwikkelingen en veranderingen in het boerenbedrijf en in het landelijke gebied ook niet stilgestaan. Er mag daarom verwacht worden dat landgoederen nu meer dan ooit te voren in de genoemde restsituatie bevinden. De ontwikkelingen in de landbouw en de toenemende rationalisatie zijn overigens niet de enige factoren in het landelijk gebied die consequenties hebben voor de veranderende verschijningsvorm van het gebied en de veranderende positie van landgoederen hierin. Ook het natuurbeheer en de wisselende ideeën over de uitvoering van dit beheer hebben invloed op het voorkomen van landelijk gebied.143

Om de huidige relatie tussen het landgoed en de omgeving te bepalen is het belangrijk te onderzoeken wat voor betekenis het landgoed voor de omgeving heeft gehad en omgekeerd de omgeving voor het landgoed. Daarnaast is het belangrijk het begrip omgeving niet te verengen tot de ruimtelijke omgeving, maar gezien het sociale aspect van een landgoed ook aandacht te schenken aan de sociale omgeving van het landgoed.

2.4.1 De ruimtelijke omgeving: het landschappelijke karakter

Het is belangrijk te weten waar we het landgoed in het landschap moeten plaatsen. H. van der Wijck ziet historische buitenplaatsen als verlengstuk van natuurgebieden.144 Het zijn volgens hem elementen die in het midden tussen de natuur en mens staan. Van landgoederen kan gezegd worden dat ze in het landschap tussen landbouw- en natuurgebieden geplaatst kunnen worden. Daarmee is de relatie tot de omgeving bovendien niet alleen beperkt tot de ruimtelijke component, maar hoort hier ook de sociale omgeving bij. De ruimtelijke component is echter wel bepalend geweest voor de oprichting en ontwikkeling van landgoederen. Over het algemeen kan gesteld worden dat landgoederen ontwikkeld werden op gradiëntrijke gebieden.145 Met name overgangsgebieden van hoge droge gronden naar lagere nattere gronden boden goede vestigingsmogelijkheden.146 Door de combinatie van omstandigheden en condities komen hier diverse en bijzondere organismen voor. In deze gebieden werden soms meerdere landgoederen ontwikkeld, waardoor een

141 Booy, R.E. (e.a.), (1981), p. 11, 32

142 Tromp, H., Henry-Buitenhuis, T., (red.), (1991), p. 20

143 Windt, van der, H., (1992), p. 3

144 Wijck, van der, H.M.W., (1982), p. 519

145 Tromp, H., Henry-Buitenhuis, T., (red.), (1991), p. 20

2.4 Lan dg oeder en e n h un om gevi ng

4

9

landgoederenstructuur ontstond, waarin over het kleinschalige cultuurlandschap een structuur van buitenplaatsen (huis en tuin) werd gelegd.147

De bewuste keuze voor een bepaalde plek zorgde in het verleden al voor een onderscheid met de omgeving, in de huidige tijd is dit onderscheid extra versterkt. Een gevolg van de bijzondere ligging is de aanwezigheid van zeldzame organismen. Hiermee onderscheidt een landgoed zich zeker in de huidige tijd van de omliggende omgeving. Bepalend voor het behoud van deze zeldzame organismen is het tempo en de ruimte waarin veranderingen zich voltrekken. Landgoederen wijken in beide af van het omringende landschap.148 De ruimte en de tijd waarin organismen zich kunnen ontwikkelen wordt hier amper beperkt. Bovendien bepalen en bevestigen niet alleen de in het landgoed voorkomende organismen de bijzondere waarde van het landgoed, maar zeker ook de zeldzaamheid van deze organismen in het omliggende gebied.149 Op deze manier bestaat er een soort wisselwerking tussen het landgoed en het omliggende gebied in de bevestiging van het onderscheidende karakter. Behalve de ligging hebben ook bewuste ingrepen in het landgoed bijgedragen aan het onderscheidende karakter. Met de aanleg van tuinen in de landschappelijke stijl en de aanplant van bijzondere bomengroepen zijn waardevolle landschappelijke elementen en omstandigheden gecreëerd. Dat deze nog altijd aanwezig kunnen zijn binnen de landgoederen heeft te maken met het lage tempo waarin veranderingen in ruimte en beheer hebben plaatsgevonden.

Dit tempo waarin ruimtelijke veranderingen en ingrepen plaatsvinden, biedt een belangrijke verklaring voor het verschil tussen landgoed en omliggende omgeving in de huidige tijd. Dit onderscheid in tempo is echter geen constant gegeven; het tempo van veranderingen is in de laatste vijftig jaar in ons land bijvoorbeeld enorm versneld. Om deze reden zegt het weinig over de relatie tussen het landgoed en de omgeving in het verleden. We zouden zelfs zover kunnen gaan en stellen dat de veranderingen en het tempo waarin dit gebeurde tot in de negentiende eeuw omgekeerd plaatsvonden; dat het landgoed in sneller tempo ontwikkelde en dat er in het omliggende gebied maar weinig gebeurde.

Een landgoed kan gezien worden als een vorm van landinrichting: ontginning, inpoldering, en herinrichting zijn allemaal belangrijke motieven geweest voor de ontwikkeling van landgoederen.150

Ontginningsmotieven domineerden en hadden een grote invloed op de ontwikkeling van het landschap; woeste gronden werden in cultuur gebracht.151 Deze ingrepen veranderden het landschap - behorende tot het landgoed - in dusdanige mate dat niet alleen het aanzicht, maar ook de functie van het landschap veranderde, en daarmee ook de mogelijkheden voor de bevolking. Behalve in de drijvende kracht achter bijvoorbeeld ontginningen en inpolderingen speelden landgoederen ook een belangrijke rol in andere ontwikkelingen die het landschap deden veranderen; bijvoorbeeld in de aanplant van grote oppervlakten bosgebieden. Het gaat om ingrepen die de mogelijkheden van landgebruik en de efficiëntie hierin enorm hebben doen toenemen. Deze ingrepen hebben geleid tot verschillen tussen de effectieve en modern ingerichte gronden behorende bij het landgoed en de omliggende – veelal woeste en onontgonnen – omgeving.

Vanwege de ingrepen in het landschap hebben landgoederen van oudsher invloed gehad op de (ontwikkeling van de) omgeving. Deze invloed komt mede door het dynamische karakter van landgoederen. Landgoederen zijn van oudsher dynamische verschijnselen, waarvan het grondoppervlakte groeide en kromp afhankelijk van persoonlijke (bijvoorbeeld vererving),

147 Ibidem. In deze landschappen domineerden kleinschaligheid en variatie.

148 Tromp, H., Henry-Buitenhuis, T., (red.), (1991), p. 20

149 Ibidem, zeldzame soorten dragen meer bij aan de natuurwaarde van een terrein dan algemene soorten. Tegelijkertijd zijn de meeste van deze zeldzame soorten juist zeldzaam geworden doordat ze alleen in heel uitzonderlijke

omstandigheden voorkomen.

150 Booy, R.E. (e.a.), (1981), p. 14

2.4 Lan dg oeder en e n h un om gevi ng

5

0

economische of landschappelijke omstandigheden. 152 Dit betekent dat landgoederen meer grondoppervlakte in het bezit hebben gehad dan we kunnen aannemen aan de hand van een kaartbeeld uit een bepaalde periode. De invloed van landgoederen op de omgeving kan hierdoor ook veel groter geweest zijn dan in eerste instantie doet vermoeden. 153 Landgoederen waren landinrichtingsvormen, die niet stilstonden, maar voortdurend verder ontwikkelden.154 Concreet betekent dit dat landgoederen regelmatig stukken grond aankochten, maar bijvoorbeeld ook gebieden opnieuw invulden door het aanleggen van (productie)bossen.

Het opgaande hout en de grootschalige bosaanleg uit de negentiende eeuw tonen eveneens verschillen tussen het landgoed en het omliggende gebied. Tot aan de negentiende eeuw was Nederland weinig bebost, en ook het grondoppervlak bos bij landgoederen was klein. Landgoederen hadden echter al wel een structuur van houtwallen en parkbossen. Deze houtopstanden in het overige kale landschap zorgden voor een grote zichtbaarheid in een ruime omgeving. Tot in de negentiende eeuw vervulden landgoederen - met bijvoorbeeld grootschalige ontginningen van woeste gronden en de aanplanting van bosgebieden - een voortrekkersrol wat betreft ontwikkelingen en ingrepen in het landschap. Daarnaast onderscheidden landgoederen zich van de omliggende omgeving door de puur op uiterlijke verschijningsvorm vormgegeven gronden. Behalve de tuinen en parken bij buitenplaatsen en kastelen bestonden er geen andere gronden die alleen voor het genot, de ontspanning en het esthetisch genoegen van de eigenaar waren ingericht.

Gedurende de negentiende en twintigste eeuw werden landgoederen steeds minder de drijvende kracht achter nieuwe ontwikkelingen en verloren ze hun voorbeeldfuncties in de landelijke gebieden.155 Landgoedeigenaren waren (als je al van een groep kunt spreken) ook in deze periode niet tegen nieuwe ontwikkelingen en voerden daadwerkelijk nieuwe methoden en veranderingen door.156

Hier trokken ze bovendien het omliggende gebied in mee. Dit veranderde echter aan het begin van de twintigste eeuw op het moment dat er steeds meer en grootschaligere ontwikkelingen vanuit het omliggende landschap zelf plaatsvonden. Veranderingen in de maatschappelijke verhoudingen en de emancipatie van de arbeider kunnen hiervoor als belangrijke voorwaarde beschouwd worden. Het tempo en de ruimte waarin ingrepen in de omgeving plaatsvonden, werd in een relatief korte periode gelijkgetrokken, waarna al snel het omliggende gebied het landgoed inhaalde wat betreft het tempo van ingrepen in het landschap. Hiermee is in de twintigste en eenentwintigste eeuw de verhouding tussen het landgoed en de ruimtelijke omgeving compleet veranderd.

152 Cruyningen, van, P. J., (2004), p. 37

153 ibidem

154 Booy, R.E. (e.a.), (1981), p. 14

155 Booy, R.E. (e.a.), (1981), p. 16

2.4 Lan dg oeder en e n h un om gevi ng

5

1

Afb. 2.16 Een van de recent geconstrueerde bosvakken van het parkbos bij landgoed Eerde. In eerste instantie had deze aanleg een esthetische functie, maar meer naar het midden van de vakken werden houtopstanden

aangeplant die gebruikt of verkocht werden.