• No results found

39 Tabel 2.1 Onderzoeksvragen en methoden

D. Kosten en baten herstelrecht

2.3.1 Onderdelen vragenlijsten slachtoffer

De motieven voor, verwachtingen over en ervaringen met deelname aan mediation zijn gebaseerd op eerder onderzoek naar herstelrecht en slachtofferervaringen. Voor de slachtofferlijsten is hiervoor voornamelijk geput uit het onderzoek van Laxminarayan, Lens en Pemberton (2013) naar de slachtoffer-dadergesprekken en het onderzoek van Lens, Pemberton en Groenhuijsen (2010) naar het spreekrecht. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het de vergelijking met deze onderzoeken vergemakkelijkt. Voor de psychologische constructen is gebruikgemaakt van bestaande psychometrische schalen, die in een aantal gevallen aangepast zijn aan de situatie van dit onderzoek. Verschillende hiervan zijn ook gemeten in het onderzoek naar het spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring (zie Lens, Pemberton & Groenhuijsen, 2010). Waar mogelijk vergelijken we de resultaten van het huidige onderzoek met de uitkomsten van deze studie (zie kader 2.1). De volgende zaken zijn gemeten in beide onderzoeken:

Perceptie van controle over het herstelproces. Eén van de subschalen van de Rape Attribution Questionnaire (RAQ) (Frazier, 2003) is gebruikt om perceptie van controle over

43

het herstelproces te meten (zie ook Lens et al., 2010). Vijf (self-report) items worden beantwoord op een 5-punts Likert-schaal, variërend van 1 (geheel oneens) tot 5 (geheel eens). Itemscores worden bij elkaar opgeteld en omgerekend naar een totaalscore, waarna ook het berekenen van een gemiddelde score tot de mogelijkheden behoort. In het onderzoek naar het spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring werd bij deelnemers een gemiddelde waarde van 13,6 gevonden en bij niet deelnemers 16,0. De Cronbach’s alpha voor deze schaal bedroeg in het huidige onderzoek 0,38, wat onvoldoende is om de schaal als zodanig te hanteren. Er zijn daarom twee items (‘Ik heb het gevoel dat ik niet veel kan doen om mezelf beter te voelen’) en (‘De invloed van het misdrijf/conflict zal me lange tijd beïnvloeden, maar er zijn dingen die ik kan doen om het effect hiervan te beperken’) verwijderd. Na verwijdering hiervan resteert een 3-item schaal met een Cronbach’s alpha van 0,72.

Posttraumatische stressklachten. De Trauma Screening Questionnaire (TSQ; Brewin et al., 2002) is gebruikt om posttraumatische stressklachten te meten. De TSQ bestaat uit tien (self-report) items en is afgeleid van de PTSD Symptom Scale-Self Report version (PSS-SR; Foa, Riggs & Dancu, 1993). De items hebben betrekking op gevoelens van herbeleving en prikkelbaarheid en worden gescoord met ‘ja’ (de afgelopen week twee of meer keer beleefd) of ‘nee’ (de afgelopen week minder dan twee keer beleefd). Itemscores (ja = 1, nee = 0) worden bij elkaar opgeteld en omgerekend naar een totaalscore. Totaalscores variëren van 0 (laag) tot 10 (hoog). Een score van vijf punten of meer is een indicatie van een mogelijk aanwezige posttraumatische stressstoornis. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,87.

Woedegevoelens. Gemeten met de Dimensions of Anger Reactions Scale (DAR; Novaco, 1975). De DAR bestaat uit zeven (self-report) items betreffende dispositionele woedereacties. Voor dit onderzoek zijn de originele Engelstalige items vertaald naar het Nederlands. Items worden gescoord op een 9-punts Likert-schaal (waarbij 0=klopt helemaal niet en 8=klopt helemaal). Totaalscores lopen van 0 tot 56, waarbij een lage score een indicatie geeft voor het ontbreken van woedegevoelens en een hoge score een indicatie geeft voor extreme woedegevoelens. Aangezien de originele DAR dispositionele woedegevoelens meet, wordt in dit onderzoek respondenten gevraagd bij invulling van de schaal een tijdsperiode van ‘de afgelopen twee weken’ in ogenschouw te nemen. Dit om mogelijke toe- of afnamen in woede door deelname aan de mediation in kaart te brengen. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,87.

Angstgevoelens. De respondenten is de angst-subschaal van de Hospital Anxiety and Depression Scale NL (HADS-NL; Snaith, 1992) voorgelegd. Deze bestaat uit zeven (self-report) items. Items worden gescoord op een 4-punts Likert-schaal, variërend van 0 tot 3. Totaalscores variëren van 0 tot 21, waarbij een totaalscore van 8 of meer een indicatie geeft van een psychiatrisch toestandsbeeld. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,91.

44

Vertrouwen in het rechtssysteem. Het vertrouwen in het strafrecht is gemeten met de Trust in the Law-schaal (Tyler & Huo, 2002). Deze schaal bestaat uit twee lijsten van vier items, waarvan één betrekking heeft op vertrouwen in de politie en één op vertrouwen in de rechterlijke macht. De items worden gemeten met 4-punts Likert-schalen, waarbij 1 het meest positieve oordeel weergeeft en 4 het meest negatieve oordeel. Itemscores worden bij elkaar opgeteld en omgerekend naar een totaalscore. De schaal loopt van 8 (veel vertrouwen) tot 32 (weinig vertrouwen). De gemiddelde score op deze lijst was in het onderzoek naar het spreekrecht/SSV 16 punten, waarbij er geen verschil was tussen de niet-deelnemers en de wel-deelnemers. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,86.

Daarnaast is er een aantal vragenlijsten afgenomen in het huidige onderzoek die niet of anders opgenomen waren in het onderzoek van Lens et al. (2010). Het gaat om de volgende constructen:

Zelf-effectiviteit. De 7-item (verkorte) Self-Efficacy Measure bestaat uit items waarbij respondenten hun perceptie van zelfredzaamheid scoren (Benight et al., 2004; Van Der Velden et al., 2014). De self-efficacy scores hebben een range van 7 (laagste self-efficacy) to 49 (hoogte self-efficacy). In een recente studie van Bosmans, Van der Knaap en Van der Velden (2015) bleken respondenten die in de twee jaar voorafgaand een potentieel traumatische gebeurtenis hadden meegemaakt een gemiddelde score van 40 op de lijst te rapporteren. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,94.

Geloof in een rechtvaardige wereld (Dalbert, Montada, & Schmitt, 1987). Deze schaal bestaat uit een zestal items die worden gescoord op een 6-punts Likert-schaal. Totaalscores variëren van 6 tot 36, waarbij een hoge score een sterk geloof in een rechtvaardige wereld weergeeft. In studies met studentensamples zijn op deze schaal gemiddelde waarden rond de 20 gevonden. Lipkus et al. (1996) vonden bijvoorbeeld in hun studie tot tweemaal toe een waarde van 19 op deze lijst. Cronbach’s alpha voor deze schaal bedraagt 0,83.

Wraak en vergevingsgezindheid. Vier representatieve items van de Transgression-Related Interpersonal Motivations Scale - 18-Item Form (TRIM-18) (McCullough et al., 1998) zijn gebruikt om gevoelens van wraak en vergeving gericht op de dader in kaart te brengen. Scores op elk van de items lopen van 1 tot 5. De ‘Spearman rank correlation’ voor de twee ‘wraak’-items bedraagt 0,25 (niet significant), voor de twee ‘vergeving’-items 0,48 (sign .001 level).

Groei als gevolg van de bemiddeling. Hiervoor is een aangepaste versie van de posttraumatische-groeischaal gebruikt (PTGS; Jaarsma, Pool, Sanderman, & Ranchor, 2006). Twee subschalen zijn gebruikt: ‘veranderingen in relaties met anderen’ (7 items) en ‘ervaren van persoonlijke kracht’ (4 items). De items worden gemeten met 6-punts

Likert-45

schalen, waarbij 0 het meest negatieve oordeel weergeeft en 5 het meest positieve oordeel. Itemscores worden bij elkaar opgeteld en omgerekend naar een totaalscore. In de studie van Jaarsma et al. (2006) werden gemiddelde scores op de eerste schaal van 18 gemeten, en een score van 8,9 op de tweede schaal. In plaats van naar het gevoel in het algemeen is specifiek gevraagd naar de groei als gevolg van de deelname aan de bemiddeling. Cronbach’s alpha voor de subschaal ‘veranderingen in relaties met anderen’ bedraagt 0,89, voor de subschaal ‘ervaren van persoonlijke kracht’ 0,86.