• No results found

De Nederlandse identiteit als ‘inclusive’ en ‘exclusive’: een kwalitatieve

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader

3. Methoden en technieken

4.5. De Nederlandse identiteit als ‘inclusive’ en ‘exclusive’: een kwalitatieve

Zoals uit Ahmet zijn verhaal naar voren komt, wordt er in de antwoorden niet alleen meegenomen wat zij zelf zien als de Nederlandse identiteit maar ook juist hoe “Hollanders” deze identiteit construeren. Hierdoor is het niet verwonderlijk dat mijn Turks Nederlandse respondenten zowel ‘inclusive’ als ‘exclusive’ componenten in de Nederlandse identiteit onderscheiden. Dat het door immigranten van belang wordt gevonden hoe het ontvangende land de nationale identiteit construeert komt ook in het artikel van Bakke (2000) naar voren, zij spreekt hierbij over het belang van wederzijdse erkenning bij lidmaatschap van een natie (Bakke 2000: 8). Het belang van deze

wederzijdse erkenning in het aanmeten van een nieuwe identiteit komt erg duidelijk naar voren in de reacties op de vraag of mijn respondenten zich Nederlands voelen.

De antwoorden op deze vraag waren grofweg te verdelen in twee groepen; de ene groep benadrukte met trots dat zij zich zowel Turks als Nederlands voelden, de andere groep stelt enigszins verdrietig datzelfde feit vast.

De respondenten in de trotse groep benadrukken stuk voor stuk de

keuzemogelijkheid om hun eigen identiteit op te maken uit het beste van beide culturen. Een kleine greep uit de reacties van mijn respondenten verheldert dit sentiment. Zo vertelt Cam mij: “Ik voel me ook een Nederlander, maar voel me ook hartstikke Turks! Ik denk dat het het belangrijkste is om gewoon jezelf te blijven, je moet met mate wel je

Toen de financiële crisis de bouwwereld bereikte, was Ahmet de eerste van zijn bedrijf die eruit lag.

Hij is door deze ervaring erg aan het worstelen met de vraag wat nu een echte Nederlander is. Zelf vindt hij dat het zo zou moeten zijn dat het hebben van Nederlands burgerschap, het je houden aan de regels en het spreken van de Nederlandse taal je maakt tot een echte Nederlander. Als de ‘Hollanders’ dit echter niet zo zien twijfelt hij of wat hij denkt echt waarde heeft. Hij kiest er uiteindelijk voor om zowel de ‘inclusive’ als de ‘exclusive’ elementen in de vragenlijst (redelijk) hoge scores te geven.

eigen gewoonten en tradities vasthouden maar je moet je ook blijven ontwikkelen, en ook aanpassen. Het kan gewoon beide”. Een andere respondent wist mij te vertellen dat hij zich honderd procent Nederlands en honderd procent Turks voelt. “Als ik bij Turken ben denk ik: hier hoor ik bij, maar datzelfde heb ik ook met Hollanders”. Weer een ander stelde dat “Ik denk dat als je echt beide bent [Nederlands en Turks] dat je dan heel krachtig bent, omdat je van beide culturen het beste hebt mee gekozen. Zoals mijn

dochters!”. De vijfendertigjarige Emel zei hierover: “Nationaliteit, in hoeverre moet je dit voelen? Je krijgt de normen en waarden van het land waar je woont wel mee, maar jij hebt de luxe om uit deze normen en waarden te kiezen. Als je slim bent doe je dat, hiermee is een identiteitscrisis te vermijden.” Anderen binnen deze groep leggen de nadruk op de flexibiliteit van het Nederlands en Turks voelen: “Ik voel me soms wel, soms niet Nederlander, wat het belangrijkst is dat ik me hier veilig voel, en dat ik mijn kinderen hier in vrede kan laten opgroeien”. Ook veelzeggend was de reactie van Elife “Ik voel mij zowel Turks als Nederlands, maar wel in de eerste plaats Turks. Maar soms voel ik mij wel een echte Nederlander. Als ik bijvoorbeeld onder de oudere generatie Turken ben, zoals mijn moeder. Dan hoor ik ze in de moskee elkaar ophitsen over dat je je man moet gehoorzamen en dan zeg ik ook echt van: dat jullie in deze onzin geloven zeg! Dan ben ik toch echt een nuchtere Nederlander, en ook erg vrij. Zeker ook qua meningsuiting!”

De andere groep benadrukt juist de grenzen aan de keuzemogelijkheid. Zo vertelt de veertigjarige Hanim mij: “Als ik naar mezelf kijk voel ik mij een Nederlander, ik eet kaas en bij Nederland tegen Brazilië [in het WK voetbal] juich ik hard voor Nederland mee. Maar in de politiek en de Nederlandse samenleving word je er elke dag aan

herinnerd dat jij ‘zij’ bent. Hierdoor voel je je toch minder thuis.” Anderen benadrukken ook deze beperkte acceptatie van Hollanders. Mehmet is van mening dat “[h]et zou zo moeten zijn dat als iemand zich netjes aan de wet houdt, belasting betaalt en Nederlands spreekt dat hij ook gewoon een Nederlander zou mogen worden. Ik ben net zo [goed] een Nederlander als jij! Maar dat is niet zo, je bent gewoon altijd ‘maar’ een Turk.” “Hoewel ik veel meer van Nederland weet dan ik ooit van Turkije zal weten; doordat ik hier op school heb gezeten, voel ik me half Turks [en] half Nederlands. [Ik] denk niet dat we ooit echte Nederlanders worden, heeft toch met ras te maken.” Anderen geven aan dat zij net

als Ahmet te maken hebben gehad met discriminatie en dat zij zich hierdoor minder Nederlander voelen dan voorheen. “Vroeger [als kind] voelde ik me wel echt een

Nederlander, ik wilde zelfs met een Hollander trouwen! Alleen toen gingen ze me pesten en toen dacht ik, ik hoor daar toch niet echt bij.” “Ik voelde me [enige tijd terug]

helemaal een Nederlander, had veel Nederlandse vrienden en kon het erg goed vinden met mijn collega’s. Totdat ik die promotie kreeg en plots de baas werd van mijn collega’s: dan willen ze niet naar je luisteren omdat je ‘maar’ een Turk bent.”