• No results found

Natuur Spigel van Vrede en Oorlog ontleend van de Vorst des Vredes / Miroir naturel de Paix et de Guerre, selon le Prince de la Paix

44 4.14 Het Vloeybaar Vrede Goud / L'Or Coulant Pacifique

4.16 Natuur Spigel van Vrede en Oorlog ontleend van de Vorst des Vredes / Miroir naturel de Paix et de Guerre, selon le Prince de la Paix

Deze grote ets, 315 x 405 mm, getiteld Natuur Spigel van Vrede en Oorlog ontleend van de Vorst des Vredes, [afbeelding 69], bestaat uit 10 kleinere prenten die in twee rijen onder elkaar zijn geplaatst. Behalve de teksten in de afzonderlijke afbeeldingen, staat onder elke voorstelling een zesregelig gedicht in het

Nederlands en het Frans, in aparte kaders geplaatst. Het gaat om zinneprenten die een bijbelse voorstelling combineren met een politieke gebeurtenis of figuur. In sommige gevallen is er alleen een tekstuele

verwijzing naar een dergelijke eigentijdse gebeurtenis. De hele prent is een pleidooi voor een rechtvaardige vrede. Alle prentjes bevatten een verwijzing naar de betreffende Bijbeltekst.

De eerste prent stelt een Transfiguratie of Verheerlijking op de berg voor, waarbij rechts een figuur te zien is die door Van Rijn wordt aangeduid als keizer Karel VI van het Rooms-Duitse Rijk [afbeelding 70]177 In zijn achttiende-eeuwse uitrusting steekt de keizer wat merkwaardig af tegen de bijbelse protagonisten. Op zijn scepter, die hij in zijn rechterhand houdt, prijkt een bloem, een rijksappel ontbreekt evenwel. Als aanwijzing voor zijn identiteit kan ook het teken van het Gulden Vlies gelden, dat op zijn buik prijkt. Aangezien echter ook de nieuwe Spaanse machthebber, Filips van Anjou, de kleinzoon van Lodewijk XIV, het

grootmeesterschap van de Ridderorde - zij het onrechtmatig - voor zich opeiste, zou ook hij het kunnen zijn die hier is afgebeeld. Het opschrift luidt: ‘De Waare Vrede / l’Essai de Paix’, wat nog eens bij het vers in een (Latijns-Franse) regel wordt samengevat: vrede is de ultieme overwinning. Aan het conflict over de Spaanse erfenis wordt ook gerefereerd in de versregels: ‘Charles, cherche aussi la Paix / Plus que Philip tu es’. Aan beider positie wordt eveneens in de Nederlandse regels gerefereerd: ‘Rust dan Karel in Germanje / Grooter Vorst als Flip in Spanje’. Door middel van het vers worden de profeten, wetten en de vrede dus, op nogal gezochte wijze, met elkaar in verband gebracht.

Op de tweede afbeelding is te zien hoe Jezus een blinde geneest, links van hem opnieuw een - in de tekst niet nader aangeduide - figuur in een soortgelijk, achttiende-eeuws kostuum met boven zijn hoofd de zinsnede ‘Snel ziende Vredemaker’ [afbeelding 71]. Zijn zwaard steekt op een eigenaardige manier door zijn mantel heen, alsof hier eerst een andere voorstelling stond. Het opschrift zinspeelt opnieuw op de

wenselijkheid van de ware vrede, waarvoor de verblinde groten der aarde hun ogen moeten openen: ‘Blinde zyn ’t met opene oogen / Die de Vrêde niet gedôgen’. Echter ook degenen die Bondsbreuk plegen zijn blind: zij veroorzaken uiteindelijk dat de oorlog weer zal zegevieren. Dit lijkt opnieuw te verwijzen naar de ‘bondsbreuk’ van de Engelsen ten opzicht van de Hollanders. De zak geld die de man in zijn handen heeft, kan erop duiden dat dit Lodewijk XIV is die een geslaagde poging waagt Anna om te kopen. In de klassiek architectonische setting van de derde prent is een wenende Petrus te zien nadat hij Christus heeft verloochend. Naast hem staat een eveneens sniffende paus. In de tekst krijgen zowel de

‘baatzuchtige oorlogshanen’ zoals de paus als ‘onstantvastig hoofd van Romen’, er als tegenstanders van

176 RP-P-OB-83.133-118; Muller 3216; Atlas van Stolk 3367. 177

Karel VI, de jongste zoon van Leopold I, volgde in 1711 zijn broer Jozef I op als keizer van het Rooms-Duitse Rijk, een positie die hij tot zijn dood in 1740 zou bekleden.

47

vrede van langs. Het bijschrift op de prent luidt: ‘Waan onpartijdig / Vermomd tegestrijdig’. Opmerkelijk is dat de modellering van de gezichten van de figuren door middel van arceringen is verkregen, en niet met behulp van de stippeltechniek, die zo kenmerkend is voor de werkwijze van Abraham Allard. Elders op de prent is deze techniek wel toegepast, bijvoorbeeld bij keizer Karel in prent I, de figuren in prent II, Lodewijk in prent VI en met name bij degene die koningin Anna voor moet stellen in prent VIII.

In de volgende prent (IV) stort Saul zich te midden van druk strijdgewoel in zijn zwaard. Aan de linkerkant leunt een man die gelijkenis vertoont met de figuur van prent II op een boomstronk. Zijn wat meewarige blik is afgewend af van de heftige gebeurtenissen naast hem. Het cijfer 1 dat op zijn mantel staat, maar waarvan elke verwijzing in het onderstaande vers ontbreekt, doet vermoeden dat de prent al eerder voor een ander doel is verschenen. Het opschrift: ‘Dit’s ’t loon van die verlaat / Zijn Heer door vuil verraad’ lijkt weer te wijzen op de verraderlijke houding van de onderhandelaars, met name Engeland en Frankrijk. Op de laatste prent van de bovenste rij zien we Job op de mesthoop. Boven hem een duivelse figuur met de staart van een basilisk. De figuur rechts is een niet nader benoemde kerkelijke prelaat, naar wie in de tekst wordt verwezen (‘Geestelijke Roomse Heeren / Chaque Ecclesiastique Prince’). Het bijschrift ‘Scha van tijdlijk goed / Toetst een vroom gemoed’ duidt zowel op Job als de kerkelijke leiders.

In de ondergang van het leger van de farao in de Rode Zee duikt rechts op de voorgrond een figuur op met dezelfde scepter - met bloem, geen lelie - als op de eerste prent. Onder hem staat het woord

‘Geweldenaar’, terwijl het bijschrift luidt ‘’t Moet in zig zelf vergaan / Wat tege Vree lope aan’. Hij moet vermoedelijk Lodewijk XIV voorstellen. Bij deze prent lijkt hergebruik van een oudere plaat evident: de ets vertoont, met name op de achtergrond, tal van sporen van sleetsheid. De paarden op de voorgrond zijn opgewerkt, evenals de kleine figuren op de achtergrond die hier en daar van nieuwe contouren zijn voorzien. Dit geldt niet voor de figuur rechtsvoor, die waarschijnlijk voor deze gelegenheid is toegevoegd. Ook op prent VII, waarop Judas zich heeft verhangen en een hoge prelaat, volgens Van Rijn mogelijk kardinaal-jezuïet Portocarrero, hiernaar kijkt, moet de Roomse leer het ontgelden. Onder het tafereel staat ‘Inquisitie’, daaronder ‘Die onse leer acht vals / Het dikwils kost zyn hals’; de Franse samenvatting van het vers luidt nogal simplistisch: ‘Rome dit tu doit croire / ou souffrir tell’histoire’.

Op prent VIII heeft Judith zojuist Holofernes onthoofd. De figuur die aan de rechterkant het tafereel beziet is blijkens het onderschrift koningin Anna. Ook het bijschrift: ‘De waare dapperheid / Zoekt vrede door de streid’ en het onderstaande vers hekelen haar tegenstrijdige houding, aanvankelijk voortzetting van de oorlog, maar na de kuiperijen van de Fransen en onder binnenlandse druk een plotse ommezwaai naar vrede. Opmerkelijk is dat zij dezelfde ‘scepter’ draagt als de eerdere Karel IV en Lodewijk XIV. Haar gestippelde gelaat, evenals haar hoed en hand met waaier lijken latere toevoegingen te zijn.

Ook de figuur rechts op de schelp op prent IX, waarop een voorstelling van het overboord zetten van Jonas is afgebeeld, lijkt in een later stadium te zijn aangebracht. Zijn kostuum vertoont grote gelijkenis met dat op de prenten I, II, IV en VI. Over zijn identiteit wordt in de tekst niets prijsgegeven. Het bijschrift luidt:

‘Eigebaat nu vergaat’. De teneur van het vers eronder is dat zodra ‘eigenbaat’ overboord wordt gegooid de ware vrede in zicht is.

48

vraatzuchtige wolven. Zijn rol als ‘goede Vrede Herder’ wordt nog eens onderstreept door de tekst op de banderol die de engel boven hem draagt: ‘Toen dese Herder wierd gebore / Wierd overal de Vree verkoren’.

De herkomst van de voor de Vrede van Utrecht aangepaste prenten heb ik niet kunnen achterhalen. Dr. Peter van der Coelen, conservator prenten en tekeningen bij Museum Boijmans van Beuningen,

attendeerde me erop dat de afzonderlijke Bijbeltaferelen gebaseerd zijn op standaardcomposities uit de geschiedenis van de Bijbelillustratie. Een goed voorbeeld hiervan is de Jonasprent (IX). De compositie vertoont grote gelijkenis met een door Maarten de Vos (Antwerpen 1532-Antwerpen 1603) ontworpen prent die tussen 1579 en 1611 door Antonie Wierix II werd vervaardigd en uitgegeven door Johannes Vrints [afbeelding 72 en 73].178

Duidelijk is dat Allard de prenten vooral tekstueel, maar hier en daar door middel van beeldende toevoegingen, geschikt heeft gemaakt om de Vrede van Utrecht van satirisch commentaar te voorzien. Het overkoepelende thema van de prenten is de rechtvaardige vrede waarbij de tegenstanders daarvan, zoals de Roomse kerk, of degenen die een vrede uit ‘eigenbelang’ sluiten zoals Lodewijk XIV en koningin Anna, gehekeld worden. Helaas zijn niet alle verzen even gemakkelijk te duiden.

4.17 De III. Vrede Bevalligheden: Eerste Bevalligheid - De Wijsheid/ Les trois Charmes de la Paix: Premier