• No results found

Hoofdstuk 3. Nansanga Farming Block 3.1 En toen zei de Chief ‘nee’.

3.5 Nansanga als ontwikkelingskans voor Serenje District

Het is vrijdagochtend en ik moet nodig geld pinnen. Er is al twee weken lang geen geld te verkrijgen uit de pinautomaat en met mijn pas is het onmogelijk om zelf cashgeld binnen bij de bank op te halen. Maar als het goed is, is er vandaag weer geld! Nooit gedacht dat ik zo goed voorbereid zou moeten zijn om te gaan pinnen, maar tegenwoordig is dit voor mij de

normaalste zaak van de wereld. Gemiddeld sta je drie uur in de rij, Figuur 17. Rij bij de bank

maar je vervelen doe je eigenlijk niet. Na twintig minuten lopen kom ik bij de bank waar het krioelt van de mensen. Ik sluit

achterin de rij aan en zie de rij kleiner en kleiner worden. Dit komt echter helaas niet doordat er wordt gepind. Wanneer de rij is gevormd, kijkt men om zich heen en onthoudt waar zijn/haar

 

plekje is en gaat dan even naar de markt of wat eten. ‘Het zal wel even duren aangezien het leger als eerste mag’ zegt de vrouw achter mij. Ik lach instemmend naar haar en ga op een stoepje zitten. Ik klap de paraplu uit en de vrouw komt samen haar kindje ook van de schaduw genieten. Na een tijdje horen we dat de bank weer geld heeft, maar dat de pinautomaat pas kan worden aangesloten wanneer het leger is langsgeweest.

Bij de bank is meteen een duidelijk onderscheid te zien tussen degenen die in de rij staan voor de pinautomaat aan de zijkant van de bank en degenen die in de rij staan om bij de bank naar binnen te gaan. Zij die naar binnen moeten hebben óf een cheque omdat ze geen bankrekening hebben óf ze hebben wel een pasje van de bank maar niet zo een waarmee je kunt pinnen. Een pinpas is slechts K30.000 (€4,50) duurder, maar dat is hier twee dagen werken dus voor velen de overweging niet waard. Hieraan is af te leiden hoe welvarend men is. Bij de vrouwen is dit vaak ook aan hun haren te zien. ‘Black hair’ groeit niet zoals haar van blanke mensen en is ook veel lastiger te onderhouden. Degene die het niet zo breed hebben, hebben daardoor vaak kort haar, krulletjes of strak ingevlochten op het hoofd. Vrouwen met meer geld hebben vaak een pruik die aan hun eigen haar is vastgemaakt. Bij de mannen kun je het zien aan de schoenen. Er zijn hier veel goedkope plastic Chinese schoenen te koop, maar er zijn ook tweedehands schoenen die net wat duurder zijn. De plasticschoenen zie je

nauwelijks in de rij voor de pinautomaat. Ironisch, aangezien de plasticschoenen uiteindelijk veel sneller kapot gaan waardoor het eigenlijk een betere investering zou zijn om de duurdere schoenen te kopen die langer mee kunnen gaan.

Na een uurtje wachten komen er met bulderend geluid twee legerwagens aan met acht mannen met grote geweren erin. Ik kijk om me heen en het lijkt erop dat ik de enige ben die hierdoor geïntimideerd is. De mannen lopen langs de rij de bank binnen en komen na tien minuten alweer naar buiten met kartonnen dozen. Als ze weggaan wordt de rij weer langer doordat iedereen terug komt. Nog geen vijf minuten later is de pinautomaat in werking! Nu hopen dat de stroom niet uitvalt… De jongen die voor mij staat, is een leraar in een dorp in de buurt van Serenje. Hij zegt dat hij had gehoopt bij Mkushi in de buurt te gaan werken. ‘Daar hebben ze tenminste meerdere pinautomaten’. Degene die voor deze jongen staat, zegt hoopvol ‘maar als Nansanga succesvol is krijgen we meer pinautomaten want dan is ook Serenje interessant!’. Hij wijst naar de nog veel langere rij voor het bankgebouw en zegt dat zelfs zij dan een pinpas kunnen betalen vanwege de werkgelegenheid die zal ontstaan dankzij Nansanga. Het lijkt erop dat Nansanga ook in Serenje bekend is doordat meerdere mensen zich bemoeien met het gesprek. Allen hopen ze dat Nansanga ook goede invloed heeft op Serenje doordat bijvoorbeeld de wekgelegenheid bij Komako vergoot en structureler wordt.

Later die dag ga ik langs het kantoor van de Daco en val met mijn neus in de boter, want er zijn drie mannen in pak op zijn kantoor aanwezig. Deze mannen zijn van Standard Bank en onderzoeken de mogelijkheden om hun bank ook in Serenje te vestigen. Ze praten met de Daco om meer over Nansanga te weten te komen. Nansanga ligt 54 kilometer van Serenje Boma en doordat Serenje de dichtstbijzijnde Boma is, heeft de komst van Nansanga ook invloed op de Boma. ‘Als Standard Bank besluit om een vestiging te openen dan willen we dat in Serenje doen’ vertelt één van de drie mannen. Als er een extra bank komt betekent dat extra werkgelegenheid en wordt het pinnen van geld geen tijdrovende activiteit meer. Naast gesprekken met Standard Bank zijn er gesprekken geweest met een telecomaanbieder om te kijken naar de mogelijkheden voor zendmasten in Nansanga zodat er ook een mobiel netwerk gaat ontstaan. Deze ontwikkelingen zouden er volgens de Daco niet zijn zonder Nansanga. De Daco is al jaren bezig met de verbetering van de bankvoorzieningen en communicatie-

infrastructuur, zodat Serenje District aantrekkelijker wordt voor landbouwbedrijven. ‘We zaten vast in een vicieuze cirkel: de bank en telecommunicatie bedrijven wilden niet investeren, omdat de markt niet rendabel was. De landbouwbedrijven waren niet

geïnteresseerd omdat dit district zo ruraal en onderontwikkeld is. Met de komst van Nansanga lijkt deze cirkel doorbroken’, vertelt de Daco.

Een andere ontwikkeling waarvoor Nansanga heeft gezorgd is de verbetering van de

wegen36. Het vervoer van en naar de Boma vanuit Nansanga was alleen mogelijk met een fiets

of lopend. Nu is er een brede gravel weg aangelegd waardoor er zelfs al openbaar vervoer is ontstaan. Twee boeren die in het bezit zijn van een truck rijden op maandag en vrijdag van Kabundi naar de Boma. Een enkele reis kost K20.000 (€3), een retourtje kost K40.000 (€6). Aangezien het gemiddelde dagloon zoals gezegd ligt op circa K15.000 (€2,25) is dit voor velen nog steeds veel geld. In rurale gebieden zoals Kabundi is er niet of nauwelijks werk waardoor de Boma nog steeds onbereikbaar is voor velen. Alle aangelegde zijwegen zijn echter gemaakt met behulp van de lokale bevolking. Zij hebben dagenlang tegen betaling gewerkt om bomen en struiken te kappen en weg te slepen om zodoende wegen tussen de percelen en de hoofdweg te kunnen maken. Tegelijkertijd bieden deze gravelwegen en de Nansanga-boeren, die steeds vaker in het gebied zijn te vinden, een perfecte verkoopsituatie. De lokale bevolking verkoopt aan de weg houtskool, kippen, mango’s en avocado’s voor een relatief lage prijs waardoor het zeer aantrekkelijk is voor de Nansanga-boeren en anderen mensen uit niet rurale gebieden om die hier in te kopen.

      

36

 

Figuur 18. De oude weg naar de Boma Figuur 19. De nieuwe weg naar de Boma

In Kabundi en de andere gebieden in Nansanga was voorheen slechts sprake van ruilhandel. Door het geld dat werd verdiend tijdens de aanleg van de wegen en/of als gevolg van de inkomsten van verkoop aan de weg, is er nu geld in omloop gekomen. Daarnaast wordt er nu door de vernieuwde landbouwtechnieken geld verdiend. Als gevolg van deze veranderingen zijn er nu zelfs kleine winkels in Kabundi ontstaan waar chitenge’s, frisdrank, pennen en schriften worden verkocht. De aanleg van Nansanga heeft dus een hoop veranderingen teweeggebracht in dit gebied.

De verwachting is dat Nansanga werkgelegenheid zal beiden wanneer Bonafarm Group en de andere percelen in gebruik worden genomen. Hoe dit zich precies zal gaan ontwikkelen, zal uiteraard nog moeten blijken.