• No results found

Motivatie transmedia

In document Life Journey (pagina 33-35)

5 Werking Transmedia

5.2 Motivatie transmedia

Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen die hebben gezorgd voor de keuze van het inzetten van transmedia als middel om de doelstelling van Lightcoach te bereiken: ‘Convergence Culture’ en ‘Focus op context’. Daarnaast speelt er nog een belangrijk factor mee, namelijk de benadering van jongeren.

5.2.1 Convergence Culture

In 2006 publiceerde professor Henry Jenkins zijn boek ‘Convergence Culture: where old and new media collide’. Dit was een ‘eye opener’ voor de mediawereld. In dit boek maakt hij duidelijk dat nieuwe media de traditionele media niet overnemen, maar dat er een ontwikkeling gaande is, waarbij verschillende soorten media samengaan. In de

Convergence Culture spelen drie belangrijke factoren mee: ‘media convergence’, ‘participatory culture’ en ‘collective intelligence’.

Media convergence

Tijdens een lezing over transmedia bij Google in 2009 zegt Jenkins het volgende over ‘media convergence’:

“The reality is that we are going to use a variety of mediaplatforms. Those platforms will be inner connected but it doesn’t follow that we want to have a single media device that does everything. Carrying content from one platform to another is part of the world we live in. I think part of the challenge is moving beyond the technological notion of convergence to think about convergence in cultural sense as a world where every story, image, sound, idea, brand, relationship will play itself out across a maximal number of media platforms.” Het gaat dus over de samenwerking van mediaplatformen. Dit gebeurt niet alleen op technisch gebied maar juist ook op inhoudelijk vlak.

Participatory culture

‘Participatory culture’ betekent een cultuur, waarin fans en andere gebruikers worden uitgenodigd om actief te participeren in de creatie en circulatie van nieuwe mediacontent. Zij hebben dus invloed op de content en dat zorgt voor verschillen in de verhoudingen tussen medium en publiek. De grenzen van maker en gebruiker vervagen. Iedereen kan dus door middel van samenwerking meedoen in het creatieve proces.

Collective intelligence

De laatste factor is ‘collective intelligence’. Dit begrip is geïntroduceerd in het boek Collective Intelligence (1994) van professor Pierre Lévy. Door de individuele bijdrage van ieder lid van een bepaalde gemeenschap ontstaat een collectieve bron van informatie, omdat ieder individu met zijn expertise iets bijdraagt aan de algehele kennis.

5.2.2 Focus op context

De andere belangrijke ontwikkeling in de mediawereld is de focus op context. “Content is king” zei Bill Gates in 1996. Volgens van Remortel (2013) is inmiddels context de drijfveer: het publiceren van content gericht op de doelgroep. Dit sluit aan bij de wijze van denken over transmedia: het gaat er niet om welke platformen je wilt bereiken, maar door middel van welk format je een boodschap wilt overbrengen. Daarnaast zorgt de hedendaagse overvloedige hoeveelheid informatie tot ‘infobesitas’. Mensen krijgen te veel informatie en zijn genoodzaakt deze informatie te filteren op relevantie, aldus van Remortel. Door de komst van nieuwe media en social media zijn de verhoudingen tussen zender en ontvanger veranderd en moet er naast het ‘wat’ (content) worden gekeken naar het ‘hoe’ (context). Het ‘hoe’ moet vooral aansluiten op de wensen van de gebruiker (Weisbeck, 2014). Zo wordt de content in een betekenis gevend kader geplaatst en kan een persoonlijke afweging worden gemaakt of iets interessant, waardevol of aantrekkelijk en dus relevant is (Heinen, 2011).

Volgens Hermen Heinen (2011) van het webdevelopmentbedrijf Enrise is context creëren een kwestie van semiotiek koppelen aan profilering. Door middel van een verhaal

(storytelling) kun je betekenis geven (semiotiek) aan informatie. Door samen te werken met de gebruiker wordt deze betrokken bij het proces waardoor de informatie beter afgestemd is op de gebruiker (profilering). Een transmediale context is dus storytelling. Met een goed verhaal wordt het publiek geraakt en betrokken en wordt zo onderdeel van het verhaal. Daardoor zijn mensen geraakt op emotioneel niveau en onthouden ze de boodschap beter (Oord, 2014). Het is dus belangrijk dat de boodschap van Lightcoach wordt vertaald naar een verhaal (storytelling) dat de doelgroep interesseert, enthousiasmeert en aanzet tot actie.

5.2.3 Jongerenbenadering

Naast deze twee belangrijke ontwikkelingen in de mediawereld treedt er ook nog een verandering op in het bereiken van jongeren. Jongeren zijn overal en altijd ‘connected’ via een ‘online device’. Ze zijn gewend om zelf controle te hebben over content, omdat ze steeds vaker de mogelijkheid hebben om het zelf te maken of veranderen. Hierdoor zijn ze van ‘publiek’ veranderd in ‘VUP’s’: Viewer User Player (Scriptdesk, 2010). Zij willen vanwege de ‘overload’ aan informatie content, die aan hun persoonlijke behoeften voldoet. Dennis Hoogervorst van Young Marketing Kids en Jongeren stelt tijdens een interview met de Hogeschool Utrecht enkele eisen aan een succesvolle benadering van jongeren: actieve benadering via verschillende media, aansluiting bij de belevingswereld van jongeren, geloofwaardigheid en authenticiteit, concrete boodschap die entertaint en segmentatie binnen de doelgroep ‘jongeren’. Jongeren bereiken vergt meestal een langere periode van consistent een aansprekende en geloofwaardige boodschap communiceren en die ook waarmaken, aldus Hoogervorst.

Door de veranderingen in het medialandschap en de veranderende wensen en behoeften van jongeren is transmedia een goede manier om hierop in te spelen. Van het samengaan van mediakanalen en participatie en de collectieve bron van informatie tot de focus op context en de behoefte van jongeren aan entertainment, allen sluiten goed aan op het begrip transmedia. In de volgende paragraaf wordt duidelijk hoe transmedia werkt en wat voor invloed het heeft op de doelgroep.

In document Life Journey (pagina 33-35)