• No results found

Dit hoofdstuk zal zich focussen op archiefbeelden rond de Molukkers in het nationale audiovisuele archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, waarin alle uitgezonden beelden van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in worden bewaard. Deze analyse is van belang, omdat alle uitzendingen van de NPO in deze scriptie – mede door hun historische insteek – archiefbeelden bevatten die worden gebruikt om de items over de geschiedenis te ondersteunen. Deze analyse is extra interessant, omdat er vaak geluiden uit de Molukse gemeenschap komen dat de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland niet wordt verteld en buiten de geschiedenislessen wordt gehouden, zoals verteld in de uitzending van De Hokjesman (2013). Hier wordt het interessant wat betreft de bijdrage die de audiovisuele media zouden kunnen hebben, omdat deze voor een historische insteek vaak voor archiefbeelden als ondersteuning wordt gekozen. De beelden hebben namelijk een waarde als prosthetic memory, waarmee de herinnering opnieuw beleefd kan worden en voor empathie kan zorgen (Landsberg 2; 24). Daarnaast wekken de beelden een idee van objectiviteit. Dat komt voort vanuit het idee van Bazin dat de ontologie van het fotografische beeld – wat een frame uit een film ook is – is dat het iets laat zien wat er zeker is geweest (7). De archiefbeelden krijgen daarmee een aura van objectiviteit, terwijl Bazin benadrukt dat het om een vorm van realisme gaat, waarbij de maker van de beelden zeker een invloed heeft op de beelden (8). Vanuit dat perspectief is het interessant om te kijken hoe het aanbod van archiefbeelden gestructureerd is, en hoe in het verlengde daarvan, deze ordening een rol kan spelen in de representatie van de geschiedenis van de Molukkers en welke items in die geschiedenis daarmee extra nadruk krijgen.

Deze scriptie zal de archiefbeelden in het nationaal archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid onderzoeken. Andrea Meuzelaar heeft daar eerder onderzoek naar gedaan in relatie tot de beelden van Islamitische immigranten door de jaren heen. Zij ziet het archief als een “enormous reservoir of images that are constantly available for reuse and that the archive is not only a site where our cultural memory is kept but moreover a site where it is produced” (Meuzelaar 204). In deze scriptie zal deze zienswijze worden overgenomen, omdat deze goed aansluit bij het constructivistische karakter van het concept representatie doordat het aanneemt dat cultural memory actief wordt geproduceerd, zoals Van Dijck ook stelt in haar boek over gemedieerde herinneringen (264). Daarnaast stelt deze zienswijze ook het repetitieve karakter van televisie centraal – wat Derrida onderschrijft met zijn idee van televisie als ‘sophisticated repetition machine’ (qtd. in Meuzelaar 16) – door het hergebruik te benadrukken.

De opbouw van het hoofdstuk is als volgt: Allereerst zal er gekeken worden naar hoe de archiefbeelden in de uitzendingen worden gepresenteerd en op welke manier de archiefbeelden in de uitzendingen de subdiscoursen uit het vorige hoofdstuk ondersteunen. Hierna zal het archief worden geanalyseerd waarbij er gekeken zal worden vanuit volgende algemene zoekwoorden: ‘Molukkers’ en

‘Ambonezen’. Uiteindelijk zal hierop worden gereflecteerd en zal de bijdrage van het archief aan de representatie van de Molukkers als cultural other in uitzendingen van de NPO worden verduidelijkt. Deze analyse vult het vorige hoofdstuk dus aan, door te onderzoeken hoe de representaties en (sub)discoursen in de uitzendingen tot stand komen vanuit het perspectief van het archief. Het hoofdstuk zal dus beargumenteren dat het archief een belangrijke functie heeft in de constructie van de representaties.

5.1 Archiefbeelden in de uitzendingen

In het vorige hoofdstuk werd duidelijk dat de vier uitzendingen subdiscoursen vormen in het hoofddiscours van de Molukkers als cultural other. Deze worden ook versterkt door de inzet van de archiefbeelden in de vier uitzendingen. In deze paragraaf zal worden gekeken naar de context waarin de verschillende archiefbeelden worden gepresenteerd.

5.1.1 De Reünie

In de aflevering van De Reünie (2011) komen met name vier onderwerpen in de archiefbeelden naar voren. Ten eerste worden er archiefbeelden – voornamelijk foto’s – getoond, waarin de verschillende ‘leerlingen’ in de klas te zien zijn toen zij klein waren. Het tweede onderwerp in de archiefbeelden is de overtocht naar Nederland. Vervolgens zijn er beelden van het leven in Kamp Schattenberg, wat ook het onderwerp van de aflevering is. Ten slotte worden er archiefbeelden getoond met betrekking tot de treinkaping in Wijster in 1975, omdat een van de ‘leerlingen’ een van de treinkapers was. Hij wordt in een reportage-vorm ook geconfronteerd met deze beelden.

De archiefbeelden worden geframed als onderdeel van een persoonlijke geschiedenis van deze ‘klas’ en niet zo zeer van de gehele groep Molukkers in Nederland. Hierdoor wordt de menselijke kant van de verhalen en de geschiedenis van de Molukkers benadrukt. De kijker kan zich hierdoor makkelijker identificeren met de Molukkers middels empathie. De reacties van de ‘leerlingen’ op de archiefbeelden worden dus weergegeven als reacties van ‘Nederlanders’. Hierdoor wordt het subdiscours van ‘Molukkers als onderdeel van de Nederlandse samenleving, maar met roots in de Molukken en een ongelukkige geschiedenis’ versterkt.

5.1.2 De Hokjesman

De aflevering van De Hokjesman (2013) toont vijf onderwerpen in de archiefbeelden. Allereerst zijn er verschillende beelden te zien van de aankomst in Nederland, waarbij de Molukkers onder andere massaal uitstappen uit de boot en in bussen worden vervoerd naar het demobilisatiecentrum. Daarnaast zijn er beelden te zien van strijdende ‘inheemse’ soldaten in Indonesië en de onafhankelijkheid hiervan, met als doel de voorgeschiedenis van de Molukkers te laten zien. Dat heeft als werking dat de otherness van de Molukkers wordt benadrukt gezien de andere situering en omgeving, maar ook doordat zij als

soldaten worden afgebeeld. Er zijn niet veel momenten dat burgers soldaten zullen zien, dus dat geeft een vervreemdend effect wat leidt tot een vorming van de Molukkers als other. Ook worden er beelden laten zien van het leven in het kamp. Interessant is dat er ook kort archiefbeelden worden laten zien van de ‘foute’ witte Nederlanders die net na de Tweede Wereldoorlog in het kamp werden opgesloten. Voor de meeste Nederlanders wordt er hierdoor een afstand gecreëerd, omdat de concentratiekampen bij de categorie Tweede Wereldoorlog horen. Daardoor worden de Molukkers ook in een geschiedenis geplaatst die op grote afstand van het heden zit, waardoor zij wederom worden gerepresenteerd als een cultural other. Het laatste onderwerp zijn ook hier de gewelddadige acties uit de jaren ‘70. Opvallend hierbij is dat hiervoor beelden van de zogenaamde ‘actie Wassenaar’ is gekozen, gezien de treinkapingen het meest in het publieke geheugen zitten. Dat is waarschijnlijk omdat Agoes Peilouw deze actie noemt in de uitzending. Van een van de treinkapingen is overigens wel een foto te zien. De archiefbeelden in De Hokjesman dragen dus bij aan het subdiscours wat ontstaat in het programma: ‘Molukkers als onderdeel van de Nederlandse samenleving met een geheel eigen subcultuur, tradities, gebruiken en geschiedenis’.

Daarbij laat De Hokjesman, in vergelijking met De Reünie, meer beelden uit het archief zien. Het programma probeert dan ook meer te laten zien van de Molukse ‘subcultuur’, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven is. Beide vertellen een verhaal aan de hand van een voormalig concentratiekamp (Kamp Vught en Kamp Westerbork), maar hierbij worden sommige zelfde archiefbeelden van Molukkers bij de barakken (uit Kamp Westerbork) worden gebruikt. Doordat deze zelfde beelden bij twee verschillende kampen worden laten zien in een context over het leven in het kamp, maakt het dat de Molukse geschiedenis op eenzelfde manier wordt gerepresenteerd. Mocht dit opvallen voor de kijker, dan zegt het als het ware dat de situaties in de kampen gelijk zijn aan elkaar, waardoor een stereotypering ontstaat. Voor kenners van de beelden zou dit een idee kunnen geven dat er niet goed onderzoek is gedaan door een van de televisieprogramma’s. Daarbij kunnen deze beide uitzendingen voor deze kenners een negatieve klank krijgen, doordat het idee ontstaat dat er niet zorgvuldig met de geschiedenis in de archiefbeelden wordt omgegaan.

Bij De Hokjesman is het ook interessant dat de treinkapingen – als meest voorkomende benadering van de gewelddadige acties uit de jaren ‘70 – meer naar de achtergrond zijn gebracht. In combinatie met het persoonlijke verhaal van Agoes en de uiteindelijk ‘begripvolle’ reactie van de presentator komt ook hier de nadruk meer te liggen op een menselijke representatie van de acties, waardoor zij daardoor minder als een cultural other worden gerepresenteerd. Hier wordt ook het verschil in benadering in tijdsperioden van cultural memory duidelijk, doordat er in de huidige tijd (2013) een vorm van begrip wordt getoond, terwijl er op het moment van de acties zelf alle Molukkers maatschappelijk werden veroordeeld, zoals Agoes vertelt in de aflevering. Cultural memory is dus niet iets vaststaands, maar is veranderlijk zoals Van Dijck ook stelt (264).

5.1.3 Echo’s van Angst

De archiefbeelden in de aflevering van Echo’s van Angst (2015) zijn alleen gebruikt in het item over de geschiedenis van de Molukkers. Deze beslaan vier thema’s. Het meest opvallend zijn de archiefbeelden van militairen in Indië. Daarnaast zijn er beelden van de aankomst in Nederland. Vervolgens worden ook beelden getoond van het leven in de woonoorden. Ten slotte worden hier ook beelden getoond van de gewelddadige acties in de jaren ‘70.

Vergeleken met de hiervoor genoemde uitzendingen, wordt de Molukse geschiedenis alleen verteld aan de hand van de archiefbeelden. Daardoor wordt een idee gecreëerd dat er een bepaalde objectiviteit is of een vorm van realisme, wat eerder al werd genoemd. De uitzending van Echo’s van Angst onderscheidt zich ook van de andere programma’s door meer archiefbeelden van Molukkers in het voormalige Nederlands-Indië te tonen. Hierdoor komt de nadruk meer te liggen op de oorsprong van de Molukkers in Nederland, namelijk Nederlands-Indië. Dit versterkt dus het subdiscours van ‘Molukkers als een etnische minderheidsgroepering of diaspora bedreigd door het land waarin ze zijn’.