• No results found

20 MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ 20.1 Beschrijving van het veld

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kent een vijftal sectoren van RWT’s.

Landbouwonderwijsinstellingen De landbouwonderwijsinstellingen zijn:

• De Wageningen Universiteit (voorheen Landbouwuniversiteit

Wageningen) en zes hogescholen. Deze krijgen een financiële bijdrage van het Rijk op basis van de Wet op het Hoger onderwijs en Weten-schappelijk onderzoek (WHW).

• De Agrarische Opleidingencentra (AOC’s). Deze krijgen een rijksbij-drage op basis van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).

In 1998 betrof het circa f 874 miljoen begrotingsgeld van het Ministerie van LNV. Daarnaast hebben deze instellingen inkomsten uit collegegelden die door de minister worden vastgesteld en uit contractonderwijs en

-onder-zoek voor het bedrijfsleven.

Keurings- en controle-instellingen

Deze keurings- en controle-instellingen worden betaald uit aan de producenten door te berekenen tarieven, die door de minister worden goedgekeurd. De totale publieke inkomsten uit premies, tarieven en rijksbijdragen bedroegen in 1998 ruim zeventig procent van de totale inkomsten (circa f 106 miljoen) van de keurings- en controle-instellingen.

Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer, van oudsher een dienst van het Ministerie van LNV, is in 1998 bij wet extern verzelfstandigd tot een zelfstandig bestuursorgaan met een eigen rechtspersoonlijkheid. De rijksbijdrage in de exploitatie van Staatsbosbeheer bedroeg in 1998 circa f 138 miljoen. Daarnaast worden jaarlijks gronden in eigendom en beheer overgedragen aan Staatsbos-beheer voor het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (circa f 130 miljoen per jaar). In 2000 publiceerde de Algemene Rekenkamer een onderzoek naar toezicht op Staatsbosbeheer61.

Jachtfonds

Het financieel belang van het Jachtfonds bedroeg in 1998 ruim f 11 miljoen. De Jachtwet voorziet niet in een toereikend toezichtkader. Dit is reeds door het ministerie onderkend bij de doorlichting van de

zelfstandige bestuursorganen. Hierover is maart 1997 aan de Tweede Kamer gerapporteerd.

Bureau Beheer Landbouwgronden

Het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) is in 1981 ingesteld bij de Wet agrarisch grondverkeer. Het bureau is rechtspersoon. Het financieel belang hiervan bedroeg in 1998 ruim f 536 miljoen. Het BBL ontving in 1998 circa f 60 miljoen aan rijksbijdragen. De directeur van het bureau is directeur van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het Ministerie van LNV. De taken van het bureau worden uitgevoerd door DLG. In de beschikking financieel beheer BBL is geregeld dat de Comptabiliteitswet overeenkomstig van toepassing is.

61Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 045, nrs. 1–2.

De volgende figuur geeft een overzicht van totaal en herkomst van de publieke middelen die met deze RWT’s gemoeid zijn:

0% - ƒ 5 miljoen

8% - ƒ 98 miljoen

5% - ƒ 66 miljoen bedragen in guldens

87% - ƒ 1.078 miljoen figuur 10

rijksbijdragen premies tarieven overig / onbekend

Herkomst publieke middelen LNV

t o t a a l ƒ 1.247 miljoen

20.2 Ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen op het terrein van de landbouwonderwijs-instellingen zijn de totstandkoming van het Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) en de verzelfstandiging van de Diensten Landbouwkundig Onderzoek (DLO’s), waarvan er een aantal wettelijke taken uitvoert. Het ministerie heroverweegt momenteel deze wettelijke taken en hun juridisch kader. Mogelijk worden ze in de toekomst bij de minister neergelegd. Wanneer deze heroverweging is afgerond is zal de Rekenkamer nagaan of de DLO’s RWT’s zijn.

Op basis van de Zaaizaad- en plantgoedwet is vanaf 1 januari 2000 het aantal instellingen dat is aangewezen voor de keuring van plantaardig uitgangs- en teeltmateriaal teruggebracht van drie naar twee. Op basis van de Landbouwkwaliteitswet zijn vijf instellingen aangewezen voor de controle van landbouwproducten.

Naar verwachting wordt het Jachtfonds begin 2001, bij de inwerking-treding van de Flora- en Faunawet, omgezet in een Faunafonds.

20.3 Toezichtvisie

Het ministerie beschikt nog niet over een samenhangende visie op toezicht op RWT’s. Wel wordt een aantal activiteiten ondernomen om hiertoe te komen. In mei 1999 is op departementaal niveau een aparte eenheid opgericht: de Regiegroep Doorlichting en Kwaliteitsborging. Een van de taken van deze groep is het voorbereiden van een algemene sturing- en toezichtvisie voor het beleidsterrein van LNV. De toezichtvisie zal naar verwachting van het ministerie in het voorjaar van 2001 gereed zijn.

Het ministerie werkt niet alleen aan een algemene LNV-brede visie, maar ook aan toezichtvisies voor het toezicht op keurings- en

controle-instellingen en op de Landbouwonderwijscontrole-instellingen.

Een werkgroep onder leiding van de Regiegroep Doorlichting en Kwaliteitsborging zal volgens de planning begin 2001 een «Handboek sturing en toezicht» op de ZBO-keuringsinstellingen afgerond hebben, onder meer gebaseerd op de te ontwikkelen LNV-brede visie op toezicht.

Het toezicht op de Landbouwonderwijsinstellingen wordt verder – onafhankelijk van de activiteiten van de regiegroep – door de betreffende beleidsdirectie gaandeweg uitgebreid. Voorlopig wordt vooral de

informatiebehoefte van de beleidsdirectie vastgesteld. Daarna zullen normen en procedures ontwikkeld worden voor de beoordeling van het financieel beheer.

20.4 Reactie minister

De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij maakte enkele feitelijke opmerkingen, die tot aanpassingen in het rapport hebben geleid.

LNVLandbouwuniversiteiten en HogescholenHogere Agrarische Scholen (HAS)5sui generis1439221291998 idemWageningen Universiteit (WUR)1sui generis28825610231998 idemSt. tot ontw. v. agr. onderwijskunde en scholing-Agrarisch 1stichting1514101998 Pedagogische Hogeschool (STOAS-APH) Agrarische OpleidingscentraAgrarische Opleidingscentra (AOC’s)11stichting514514001998 Keuringsinstellingen voor plantaardig Ned. Alg. Keuringsdienst voor tuinbouw (NAK-T)1stichting1402121998 uitgangs- en teeltmateriaal idemNed. Alg. Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed voor 1stichting1900191998 landbouwgewassen (NAK) Controle-instellingen voor de kwaliteit Bloembollenkeuringsdienst (BKD)1stichting1001001998 van landbouwproductenCentraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ)1stichting1311201998 idemStichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten1stichting21011998 idemKwaliteitscontrolebureau voor groenten en fruit (KCB)1stichting1311111998 idemStichting Keur Alternatief voortgebrachte Landbouwprodukten (SKAL)1stichting40041998 -Staatsbosbeheer1sui generis136131001998 -Faunafonds1sui generis129031998 -Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)1sui generis6060001998 overzicht RWT’s Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij alle bedragen in miljoenen guldens departementsectorRWTaantalrechtsvormtotaalRijks-premiestariefjaar publieke middelen bijdragen * Rijksbijdragen, premies en tarieven tellen niet altijd op tot het totaal van de publieke middelen door de niet gepresenteerde overige en onbekende inkomsten.

Verantwoordelijke minister Toezichthoudend onderdeel Toezichthouder Certificerende instelling Uitvoerende ZBO / RWT ministerie

Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Directie

Kamer voor de binnenvisserij ˚ Cie.beheer landbouwgronden /

LUW Landbouwuniversiteit Wageningen

HAS Hogere Agrarische Scholen

AOC’s Agrarische Opleidingscentra

STOAS Stichting tot Ontwikkeling van

STOAS Agrarische Onderwijskunde en

STOAS scholing

medetoezicht vanuit een ander ministerie vrijwillige accreditatie

21 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID