• No results found

Mensbeelden van professionals

In document download het hier als pdf (pagina 79-84)

Sociale sfeer

2.4 Mensbeelden van professionals

Het meest diepliggende niveau van het cultuurmodel van Schein betreft de vaak niet zichtbare onderliggende aannames en overtuigingen van professionals. Wat men op het individuele niveau belangrijk vindt, wordt medebepaald door de heersende waarden in een samenleving105. Dominante mensbeelden in een samenleving en de daarmee verbonden waarden veranderen dus mee met culturele- en maatschappelijke veranderingen in een samenleving. Verhaeghe106 wijst erop dat mensbeelden ook iets betekenen voor hoe we met mensen omgaan: Als je gelooft in een bepaald mensbeeld en een bepaalde visie op de wereld, dan bepaalt dit je gedrag en lok je dingen uit met een ‘zie je wel’ reactie tot gevolg.

Mensbeelden zijn vaak aanwezig zonder dat we ons daar zelf van bewust zijn. Ons

104 2005-01

105 DS 35: Verband tussen mens –en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving (home.

scarlet.be/sw3/handboek).

106 Verhaeghe, P. (2018). P. 115-116

Responsiviteit in de praktijk: een eerste verkenning

537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019

Processed on: 23-10-2019 PDF page: 78PDF page: 78PDF page: 78PDF page: 78 78 |

mensbeeld houdt verband met ons wereldbeeld. Dat is ‘het beeld dat wij gedurende ons leven opbouwen van de werkelijkheid, de samenhang, ofwel het wezenlijke van de wereld’.

Ons wereldbeeld wordt beïnvloed door onze zintuiglijke ervaringen, onze opvoeding en opleiding, onze sociale, professionele en religieuze contacten, onze intelligentie, ons voorstellingsvermogen etc. Maar hoewel ons wereldbeeld wordt beïnvloed door ervaringen, is het daar niet op gebaseerd. Ons wereldbeeld gaat juist vooraf aan de (wetenschappelijke) waarneming. Het geeft in zekere zin sturing aan onze waarneming, door deze van een duiding te voorzien. Daarom zijn zowel ons mensbeeld als ons wereldbeeld sterk verwant aan religie, levensbeschouwing en moraal107.

Aan een mensbeeld zijn vaak waarden verbonden. Zonder ze direct te benoemen, geven mensen hun waarden aan in hun afwegingen, oordelen, meningen en handelingen108. Waarden zijn die gegevenheden in het menselijk bestaan die we als belangrijk ervaren en waar we ons mee verbonden voelen109. Waarden doen er voor mensen toe. Mensen vinden het waard om ze na te streven. Waarden zijn dan ook bepalend voor de omgang tussen mensen.

Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw wordt in de humane wetenschappen de voorkeur gegeven aan theorieën waarin men een neutraal mensbeeld respecteert. Een voorbeeld van zo’n theorie is de ‘rational choice theory110’. Deze theorie neemt methodologisch een individualistische positie in en gaat ervan uit dat mensen rationele berekenaars van hun eigen voordeel zijn. De ‘rational choice theory’ ziet sociale interactie als een sociale uitwisseling die puur gebaseerd is op economische activiteiten. Mensen worden volgens deze theorie gemotiveerd door opbrengsten en kosten van activiteiten en door de winst die ze ermee kunnen behalen. Dit mensbeeld beperkt zich dus tot vooral materiële en sentimentele behoeften van mensen, die bevredigd moeten worden. Verhaeghe111 voegt daaraan toe dat mensen vooral gezien worden als competitieve wezens, die uit zijn op hun eigen profijt.

Hij wijt het huidige individualisme aan het feit dat we een maatschappij hebben gecreëerd die mensen opvoedt om steeds hun eigen voordeel na te streven. Hij beschrijft hoe een neoliberale meritocratie haar eigen uitgangspunt produceert: een universeel egoïsme. De morele maatstaf is puur utilitair. Alles wordt afgemeten in termen van productie, groei en winst. Elk individu is verdacht, omdat iedereen uit is op het eigen profijt.

107 DS 35: Verband tussen mens- en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving (home.

scarlet.be/sw3/handboek).

108 Klamer, A. (2016). P. 34

109 http://www.encyclo.nl/begrip/waarden 110 Scott, J. (2000).

111 Verhaeghe, P. (2018). P. 116; 170-171

Hoofdstuk 2

537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019

Processed on: 23-10-2019 PDF page: 79PDF page: 79PDF page: 79PDF page: 79

| 79 Bij de Nierstichting lieten professionals hun eigen mensbeeld een rol spelen in de besluitvorming in individuele situaties. Ik was daarom van mening dat het zoeken naar dominante mensbeelden bij professionals mij zou gaan helpen om de dieperliggende aannames en overtuigingen te vinden, die medebepalend zijn voor de cultuur van de organisatie.

Tijdens een gesprek met een professional liet zij zich begrijpend uit over het soms agressieve gedrag van nierpatiënten die een beroep op de Nierstichting doen:

Ik zie veel schreeuwers hoor. Die zeggen dan: waar blijft mijn vakantiegeld? Dan zeg ik: dan moet je bij het UWV zijn. Mensen kunnen behoorlijk onbeschoft zijn. Echt hoor. Dat komt denk ik ook door de hele maatschappij. Ze worden ook van loket naar loket gestuurd. En er zijn natuurlijk ook wel heel veel financiële problemen. Dan worden mensen agressief. En als dan ook de Nierstichting nog zegt: sorry, maar … Ja, dan mag je hem ook nog even krijgen112.

Maar deze professional beklaagde zich tegelijkertijd ook over het berekenende gedrag van nierpatiënten die een beroep deden op de mogelijkheden van individuele subsidies door de Nierstichting:

Voor wat betreft vakanties hè, bijvoorbeeld van mensen die niet oorspronkelijk uit Nederland komen, ik zeg dat maar netjes, die vinden dat je overal gewoon naar toe moet kunnen. Daar heb ik soms hele onaangename gesprekken mee. Zij moeten terug naar Curaçao of Suriname, noem het maar op. Als je dan zo’n aanvraag afwijst, omdat ze met vier of vijf mensen per vliegtuig gaan, in het hoogseizoen, dan hebben ze een vrijblijvende kostenopgave gekregen van 4000 of 5000 euro, terwijl ze zelf een inkomen hebben van 1200 euro, nou, daar ga ik het gesprek wel over aan. En dat zijn geen fijne gesprekken. Zij vinden dat ze het recht erop hebben, omdat ze ziek zijn. Ze vinden ook dat wij ervan overtuigd moeten zijn dat we dat moeten betalen, dat het logisch is. Dat zijn hele nare gesprekken. Ik ga dan terug naar de basis en dan leg ik uit wat er mogelijk is en wat niet. Nou, dit dus niet. En dan zeggen ze: ja, maar we zijn vorig jaar ook niet geweest. En weet je wel wat het is om ziek te zijn? (…) 113.

Bovenstaande citaten suggereren dat deze professional in deze situaties vooral een neutraal mensbeeld aanhangt. De betreffende nierpatiënten laten zich volgens haar leiden door een rationele berekening van wat hen persoonlijk de meeste bevrediging schenkt.

Maar is dat ook echt het geval?

112 2014-01 113 2014-01

Responsiviteit in de praktijk: een eerste verkenning

537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019

Processed on: 23-10-2019 PDF page: 80PDF page: 80PDF page: 80PDF page: 80 80 |

Volgens Freud houdt het mensbeeld van de rationeel denkende en kiezende individu geen rekening met het feit dat persoonlijke preferenties van mensen sterk cultureel en context afhankelijk zijn. En die nuancering op het neutrale mensbeeld vind ik in dit voorbeeld interessant. Deze nierpatiënt rechtvaardigt zijn gedrag met twee argumenten, namelijk dat hij vorig jaar ook niet met vakantie is geweest en dat hij nu eenmaal ziek is.

Uit het eerste argument blijkt, dat deze nierpatiënt heel goed op de hoogte is van de regels van de Nierstichting. Dat is niet zo vreemd, want patiënten met chronisch nierfalen hebben vaak al jarenlang een financiële relatie met de Nierstichting. Zij schamen zich daar niet voor. Immers, die Nierstichting wordt door hen gezien als een organisatie die er voor hén is, waar zij een beroep op mogen doen.

Teruglezend in het al jarenlang geldende beleid van de Nierstichting114 zie ik heel duidelijk dat één van de doelstellingen van de Nierstichting was en is, dat nierpatiënten tenminste één keer per jaar met vakantie kunnen gaan.

Het tweede argument gaat vooral over hoe deze nierpatiënt zichzelf ziet. Hij is ziek en dat is in het geval van een chronisch nierfalen zeer ingrijpend voor zijn kwaliteit van leven. De ziekte en de behandeling daarvan is allesoverheersend aanwezig. Hij verwacht nu juist van een organisatie als de Nierstichting daarvoor begrip.

In een groepsgesprek hierover met de professionals van de afdeling Sociaal Beleid115 valt op dat in die periode (2005) een ander mensbeeld dominant was, dat ik zou willen duiden als een ‘relationeel mensbeeld’. In de theorie van het rationele mensbeeld zoals Levinas die ontwikkelde staan waarden als menselijkheid, mededogen en compassie centraal. Volgens Levinas is de mens in essentie een relationeel wezen, met in zich ook de competentie om gevoelig te zijn voor de Ander116.

Het toenmalige hoofd van de afdeling vond destijds dat de Nierstichting als charitatieve instelling ‘menselijkheid’ als belangrijkste waarde moest hebben. Zij ergerde zich mateloos aan het feit dat nierpatiënten iets niet gegund zou worden, omdat andere mensen dit ook niet konden betalen:

gezonde mensen realiseren zich niet om welke doelgroep het gaat.

Zij kon mij in beeldend taalgebruik uitleggen dat nierpatiënten die afkomstig zijn uit Marokko, Turkije of Suriname niet geholpen zijn met een vakantiesubsidie voor een caravan

114 Programma ‘maatschappelijke participatie’ (2005).

115 2005-01

116 Laumans, W. (2007).

Hoofdstuk 2

537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019

Processed on: 23-10-2019 PDF page: 81PDF page: 81PDF page: 81PDF page: 81

| 81 op Texel. Voor hen betekent vakantie, dat zij hun familie kunnen bezoeken in het land van herkomst. Daarvoor ‘sparen’ zij dus liever een budget voor vakantie op, dan dat zij ieder jaar een subsidie krijgen voor een vakantie waar zij geen vreugde aan beleven.

Een professional die destijds nog betrekkelijk recent voor deze afdeling werkte, was het hartgrondig met deze benadering oneens. Een vakantie in Suriname op kosten van de donateurs van de Nierstichting vond hij moeilijk uitlegbaar. Voor hem waren

‘rechtvaardigheid’ en transparantie de belangrijkste waarden:

De Nierstichting moet oppassen om niet iedere aanvrager als ‘zielig’ te zien en op basis daarvan tot besluiten te komen. Er moet een zakelijke beoordeling van aanvragen plaatsvinden en het moet ook altijd aan donateurs van de Nierstichting uit te leggen zijn.

Er zijn grenzen in de betrokkenheid bij het lot van mensen. Richard Sennett noemt in dit verband het begrip ‘medelijdenmoeheid’ en duidt daarmee op de vraag, hoeveel achting je als professional steeds maar weer moet opbrengen voor anderen. Volgens Sennett is er niets mis mee als professionals daarbij ook hun eigen grenzen aangeven en duidelijk maken dat de hulpvrager voorbij die grens niets meer van de professional mag verwachten117. Het is echter de vraag in hoeverre er bij de professionals met een relationeel mensbeeld sprake was van medelijden. De compassie waar Levinas het over heeft is echt iets anders dan medelijden. Het principe van compassie of mededogen ligt ten grondslag aan alle religieuze, ethische en spirituele tradities, waarin wordt opgeroepen om alle anderen te behandelen zoals wij zélf behandeld willen worden. De theorie van het relationele mensbeeld zoals Levinas die ontwikkelde, zien we bijvoorbeeld ook terug in het Boeddhistisch ideaal van de compassie. Ook daar betekent het iets anders dan medelijden, dat in het Boeddhisme ook als een valse emotie wordt gezien.

Uit het voorbeeld van de vakantiesubsidies wordt duidelijk dat het nodig is om mensbeelden van professionals te herkennen en bespreekbaar te maken en te begrijpen wat daarvan de betekenis is voor de inschatting die zij maken van wat werkelijk voor de ander van betekenis is.

Verschillende visies, vanuit verschillende mensbeelden, leiden in de praktijk tot verschillende uitkomsten voor mensen. Het toenmalige hoofd van de afdeling leek vooral vanuit een relationeel mensbeeld afwegingen te maken en de beide professionals deden dat vooral vanuit een neutraal mensbeeld. Dat bleek niet alleen uit de visie die zij hadden, maar ook uit hun gedrag. Zo ging het hoofd van de afdeling samen met een professional op bezoek bij een echtpaar met twee nierzieke kinderen. Het hoofd van de afdeling deed mij hiervan verslag118:

117 Sennett, R. (2003). P. 149 118 2009-01

Responsiviteit in de praktijk: een eerste verkenning

537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein 537271-L-sub01-bw-Klein Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019 Processed on: 23-10-2019

Processed on: 23-10-2019 PDF page: 82PDF page: 82PDF page: 82PDF page: 82 82 |

We zijn op bezoek geweest bij een onderwijzer, met twee nierzieke dochters. Die dochters waren wel goed voor de publiciteit van de Nierstichting toen we jonge nierzieke kinderen nodig hadden voor een actie. Maar toen ze ons nodig hadden, werd het moeilijk. We hebben veel gepraat, maar dat leverde weinig op. Ik vind, dat als je in zo’n situatie komt, je jouw eigen ideeën moet wegcijferen om iets voor deze mensen voor elkaar te krijgen. H. ging ook mee naar dit gezin. Die hoort zichzelf graag praten. Hij heeft ook niet het geduld om alle verhalen van die mensen aan te horen. Dat was jammer. We hadden helemaal geen haast. We hoefden ook niet op de wip te zitten. We mochten gewoon samen weg zijn van de werkgever.

We hoefden onze tijd niet te verantwoorden. Deze mensen voelden zich opgelaten in hun eigen huis. Ik keek naar hun gezichten en dacht: H. hou toch op. Word nou eens concreet. Wat wil je nou van deze mensen weten? Dit gezin had gewoon een auto nodig.

Maar dan zijn er de regels:

- De kinderen zijn getransplanteerd, dus dan is er geen recht op.

- Een grote auto mag natuurlijk al helemaal niet.

Uiteindelijk, na lang praten en aandringen van mijn kant, werd ingestemd met zo’n handtasje.

Nou ja, ze zijn er blij mee (…).

Het valt mij op dat dominante mensbeelden binnen een kleine organisatie als een afdeling sociaal beleid van de Nierstichting niet alleen gevolgen hebben voor de besluitvorming in individuele situaties, maar dat zij ook aan verandering onderhevig zijn. Inmiddels is het toenmalige hoofd van de afdeling met pensioen en is er bezuinigd op de formatie van de afdeling sociaal domein. Er vindt nu duidelijk een neutraler en zakelijker benadering van nierpatiënten plaats dan in 2005, toen het relationele mensbeeld nog het dominante mensbeeld op de afdeling sociaal domein was. Dat is opmerkelijk, omdat het beleid inhoudelijk niet is gewijzigd. Het vertrek van één persoon binnen een kleine organisatie kan dus al voldoende zijn voor een ander dominant mensbeeld en daarmee ook een totaal andere uitvoering met andere uitkomsten voor betrokkenen.

In document download het hier als pdf (pagina 79-84)