• No results found

79Maatschappelijke kosten en baten van strengere emissieplafonds |

Maatschappelijke kosten en baten van strengere

79Maatschappelijke kosten en baten van strengere emissieplafonds |

ZES ZES

netto-effect voor Nederland beperkt en vallen de kosten voor Nederland hierdoor eerder lager uit dan hoger – vanwege de positieve export-importratio in Nederland. Overige kostenposten betreffen de kosten om het beleid vorm te geven en uit te voeren. De ‘beleidskosten’ zijn hier gedefinieerd als de kosten voor beleidsvoorbereiding en de uitgaven aan controle en handhaving (CE 2008). Het gaat hier dus niet om de kosten van een eventuele overheidssubsidiëring van maatregelen. Omdat de beleidsinstrumenten verder niet zijn ingevuld, is niet duidelijk wat de extra beleidskosten zijn. In vergelijking tot de berekende baten zijn deze kosten waarschijnlijk beperkt.

De overige PM-batenposten zijn:

• minder schade aan natuurlijke ecosystemen; • meer gewasopbrengsten; en

• minder schade aan gebouwen en materialen.

De baten van minder gewasschade en minder schade aan gebouwen en materialen zijn gebaseerd op de Europese kosten-batenanalyse van het AEA (2011). Deze baten bedragen circa 1-2 procent van de gezondheidsbaten. Voor de onzekere post ‘natuurbaten’ hebben we voor deze studie een quickscan uitgevoerd van de mogelijk optredende welvaartseffecten. Allereerst zijn daarbij de mogelijk positieve effecten voor de biodiversiteit van de Nederlandse natuur geschat (zie paragraaf 5.4).

Vervolgens hebben we geprobeerd de effecten op natuur

ook in euro’s uit te drukken. De natuurbaten van emissiereducties zijn daarbij geschat op basis van vermeden beheer- en herstelkosten. Het gaat hierbij om een ruwe schatting, die alleen is bedoeld om enig beeld te geven van de omvang van de natuurbaten en in hoeverre dit de resultaten van de MKBA zou kunnen beïnvloeden. In de meeste situaties geven vermeden beheer- en herstelkosten een onderschatting van de werkelijke baten. De jaarlijkse natuurbaten zijn in de quickscan indicatief geschat op circa 9 miljoen euro voor Low*, oplopend tot 12 miljoen euro voor High* (natuurbaten ten opzichte van de Baseline).

In tabel 6.1 en 6.2 zijn alle kosten- en batenposten voor de drie Gothenburg-ambitiescenario’s bij elkaar gebracht. In tabel 6.1 zijn de kosten en baten voor elk van de scenario’s berekend ten opzichte van de Baseline. In tabel 6.2 zijn de maatregelkosten en gezondheidsbaten stapsgewijs berekend ten opzichte van het voorafgaande scenario.

Hoewel de schattingen van natuurbaten onzeker zijn, geven de resultaten wel aan dat de gezondheidsbaten van een aanscherping van plafonds (honderden miljoen euro’s) fors hoger zijn dan de natuurbaten (indicatief 10 miljoen euro, als een ruwe onderschatting). Deze resultaten suggereren dat de gezondheidsbaten veel hoger zijn dan de natuurbaten (zie paragraaf 5.4). De gezondheidsbaten van emissiebeperkingen lijken dus dominant boven de natuurbaten.

Tabel 6.1

Jaarlijkse kosten en baten van de ambitiescenario’s ten opzichte van de Baseline met vastgesteld beleid, 2020 (in miljoen euro)

Opgenomen in eindeffect

Low* tov Baseline Mid tov Baseline High* tov Baseline

Kosten 35 85 165

Directe kosten van maatregelen

Ja 35 85 165

Welvaartsverlies door minder consumptie

Nee Verwaarloosbaar klein (CE 2008)

Tijdelijk verlies werkgelegenheid

Nee Circa 15-20% van de maatregelkosten (CE 2008)

Kosten voor het voeren van beleid

Nee Niet geschat

Baten 155-300 255-485 395-755 Gezondheid Ja 155-300 255-485 395-755 Natuur Nee > 91 > 101 > 121 Landbouw, gebouwen en materialen Nee 1,4 (AEA 2011) 4,8 (AEA 2011) 7,3 (AEA 2011) Totaal welvaartseffect 120-265 170-400 230-590 Bron: PBL, CE (2008), AEA (2011)

1 Natuurbaten van emissiereducties zijn erg onzeker en daarom niet meegenomen in het eindeffect. Schattingen zijn op basis van vermeden herstelkosten en

ZES

Voor de uitkomst van de kosten-batenanalyse is het niet zo belangrijk of de natuurbaten wel of niet worden meegenomen. Als alleen rekening wordt gehouden met de gezondheidsbaten zoals we in figuur 6.1 hebben gedaan, blijkt dat het welvaartseffect al sterk positief is. Positieve natuurbaten zullen dit effect alleen maar vergroten.

6.2 Vergelijking nationale en

Europese kosten-batenanalyse

Deels parallel aan de uitvoering van deze nationale studie heeft de Europese Commissie een Europese kosten- batenanalyse laten opstellen van de voorgenomen aanscherping van emissieplafonds. Daarbij zijn de kosten en baten in beeld gebracht voor alle onder het verdrag vallende landen afzonderlijk. Deze Europese studie is uitgevoerd door het AEA, gebruikmakend van de met het Europese GAINS-model berekende daling in concentraties en deposities.

Tabel 6.3 geeft de kosten en baten voor Nederland volgens de nationale en Europese analyse. Geconcludeerd kan worden dat de baten in de Europese studie een factor 2 hoger zijn berekend dan in de nationale analyse. Ook worden de kosten van het Low*-scenario in de nationale analyse hoger ingeschat dan in de Europese analyse. Een

gedetailleerde analyse van deze verschillen, en onderliggende oorzaken, valt buiten de scope van deze kosten-batenanalyse. Wel kunnen we enkele bepalende factoren identificeren.

Als eerste blijkt dat in de studies met verschillende plafonds is gerekend. Dit heeft gevolgen voor de kosten- en batenberekening. De Europese studie dateert van augustus 2011 en gaat nog uit van oudere

scenarioberekeningen die in maart 2011 door het IIASA zijn uitgewerkt en gerapporteerd (zie CIAM 2011a). In deze berekende plafonds is nog geen rekening gehouden met de wijzigingen die landen in de zomer van 2011 hebben kunnen doorvoeren in de GAINS-gegevensbasis (zie hoofdstuk 3). De nationale studie is later opgesteld, en gaat uit van de meest actuele door het IIASA berekende plafonds van augustus 2011 (zie CIAM 2011b). Tabel 6.4 geeft de verschillen in beleidsopgaven (emissiereducties) tussen de Europese en nationale studie.

Daarnaast verschilt de gebruikte gegevensbasis voor de kostenberekening. In de nationale analyse is de

kostenberekening gebaseerd op het door het PBL en ECN ontwikkelde nationale Optiedocument. Hierin staan opties voor Nederland, met daarbij horende emissie- effecten en kosten. In de Europese analyse is gebruikgemaakt van een Europese, door het IIASA ontwikkelde database met meer generieke maatregelen

Tabel 6.2

Jaarlijkse kosten en baten van de ambitiescenario’s, stapsgewijs ten opzichte van het voorgaande scenario, 2020 (in miljoen euro)

Opgenomen in eindeffect

Low* tov Baseline Mid tov Baseline High* tov Baseline

Kosten 35 49 80

Directe kosten van maatregelen

Ja 35 49 80

Welvaartsverlies door minder consumptie

Nee Verwaarloosbaar klein (CE 2008)

Tijdelijk verlies werkgelegenheid

Nee Circa 15-20% van de maatregelkosten (CE 2008)

Beleidskosten en -inefficiënties

Nee Beperkt van omvang (CE 2008)

Baten 155-300 100-185 145-270 Gezondheid Ja 155-300 100-185 145-270 Natuur Nee > 91 > 11 > 1-21 Landbouw, gebouwen en materialen Nee 1,4 (AEA 2011) 3,4 (AEA 2011) 2,5 (AEA 2011) Circa 1% van de gezondheidsbaten (CE 2008)

Totaal welvaartseffect 120-265 50-140 60-190

Bron: PBL, CE (2008), AEA (2011)

1 Natuurbaten van emissiereducties zijn onzeker en daarom niet meegenomen in het eindeffect. Schattingen zijn op basis van vermeden herstelkosten en

81