• No results found

Baten van strengere emissieplafonds

61Baten van strengere emissieplafonds |

VIJF VIJF

5.2 Gezondheidsbaten van

emissiebeperkingen

We drukken de in de vorige paragraaf gekwantificeerde fysieke effecten op mortaliteit en morbiditeit in deze paragraaf uit in euro’s en vertalen de effecten zo door naar monetaire welvaartseffecten. Voor deze vertaalslag is gebruikgemaakt van de in Europese kosten-

batenstudies voor luchtvervuiling gebruikelijke aanpak en kengetallen (Holland et al. 2008).

De welvaartseffecten van een vuile lucht worden vooral bepaald door de waarde die mensen toekennen aan vroegtijdige sterfte door luchtverontreiniging. Omdat deze externe effecten van luchtverontreiniging geen

marktprijzen kennen, wordt er gebruikgemaakt van methoden die de waarde van een langer leven schatten of benaderen alsof dit op de markt kan worden gekocht (CE 2008). Het monetaire welvaartseffect van een korter leven door blootstelling aan luchtvervuiling wordt daarbij geschat door het berekende aantal verloren levensjaren te vermenigvuldigen met de waarde van een levensjaar (Value of a Life Year, VOLY). Deze waarde is bepaald op basis van de resultaten van omvangrijke enquêtes waarin de respondenten is gevraagd om aan te geven wat ze over hebben voor een langer leven door minder

luchtvervuiling. Deze VOLY geeft dan de

betalingsbereidheid (willingness to pay) van de bevolking voor een gewonnen levensjaar, en dit is een proxy voor de economische waarde van schone lucht.

Tabel 5.2

Vermindering in fysieke gezondheidseffecten in 2020 door de ambitiescenario’s, uitgedrukt ten opzichte van de Baseline (BL) voor 2020 Eenheid Low* tov BL Mid tov BL High* tov BL

Gezondheidseffecten fijn stof

Chronische mortaliteit fijn stof – verloren levensjaren YOLL 4.155 6.736 10.485

Chronische mortaliteit fijn stof – verlies gemiddelde levensverwachting

Maanden 0 0 1

Kindersterfte Aantal 1 2 3

Chronische bronchitis – nieuwe gevallen Aantal 59 97 159

Ziekenhuisopnames door luchtwegklachten Aantal 37 61 100

Ziekenhuisopnames door hartklachten Aantal 43 70 115

RAD - dagen met verminderde activiteit – volwassenen Dagen 353.719 573.322 892.046

Medicijngebruik door mensen met astma – kinderen Dagen 636 1.046 1.711

Medicijngebruik door mensen met astma – volwassenen Dagen 31.927 52.499 85.925

LRS – Dagen met luchtwegklachten – kinderen Dagen 147.274 242.245 396.676

LRS – Dagen met luchtwegklachten – volwassenen Dagen 322.116 529.705 867.035

Gezondheidseffecten ozon

Acute mortaliteit ozon – verloren levensjaren YOLL 57 92 105

Ziekenhuisopnames door luchtwegklachten Aantal 8 13 14

MRAD – dagen met beperkt verminderde activiteit Aantal 35.139 55.998 64.343

Medicijngebruik door mensen met astma – kinderen Dagen 24.198 38.678 44.495

Medicijngebruik door mensen met astma – volwassenen Dagen 19.027 30.319 34.837

LRS – Dagen met luchtwegklachten Aantal 61.062 97.335 111.852

VIJF

Omdat de VOLY-waarde relatief onzeker is, is in deze studie gewerkt met een bandbreedte. De bovengrens van de bandbreedte is vastgezet op een waarde van 54.000 euro per verloren levensjaar (prijsjaar 2005). Dit is de waarde die de Europese Commissie hanteert, en die ook ten grondslag ligt aan de kosten-batenstudie die de Europese Commissie heeft laten uitvoeren in het kader van de herziening van het Gothenburg Protocol (AEA 2011). Het gaat hier om de zogenoemde mediane VOLY- waarde uit de Europese NewExt-studie (Newext 2004). De ondergrens hebben we gelegd bij 20.000 euro per verloren levensjaar (prijsjaar 2005). Dit is de meest conservatieve inschatting uit de range van beschikbare Europese VOLY-waarden, en komt overeen met de mediane waarde uit een ander groot Europees

onderzoek, de zogenoemde NEEDS-studie (NEEDS 2007); zie het tekstkader ‘Gebruikte kengetallen’ voor de afleiding en onzekerheid in de VOLY-waarden.

De gezondheidsschade door luchtverontreiniging wordt in 2020 geraamd op circa 3-6 miljard euro.

De gezondheidsschade voor Nederland door

luchtverontreiniging schatten we voor 2005 op circa 5-10 miljard euro. Bij uitvoering van het vastgestelde beleid zal de luchtkwaliteit tot 2020 verder verbeteren, en zal dit schadebedrag in 2020 zijn teruggebracht tot circa 3-6 miljard euro. Dit betekent in 2020 een vermindering van

de jaarlijkse schade door vervuilde lucht van circa 2-4 miljard euro ten opzichte van 2005. De bandbreedte geeft een beeld van de onzekerheid in de waarde van een verloren levensjaar, van 20.000 tot 54.000 euro. De jaarlijkse schade is berekend op basis van de berekende concentraties antropogeen (door de mens veroorzaakte) PM2,5 en ozon in de jaren 2005 en 2020.

Van de geraamde 3-6 miljard euro schade in 2020 wordt circa 65 verklaard door emissies afkomstig uit het buitenland en de zeescheepvaart. Circa 35 procent is terug te voeren op emissiebronnen op Nederlands grondgebied. Deze Nederlandse emissies dragen op hun beurt bij aan de vervuilde lucht en schade in het buitenland.

Bij de jaarlijkse winst van 2-4 miljard euro per jaar vergelijken we de luchtkwaliteit in 2020 met die in 2005. Het berekende bedrag mag niet worden verward met de volledige baten van het tussen 2005 en 2020 door te voeren luchtbeleid. De volledige baten zijn namelijk fors hoger dan de berekende 2-4 miljard euro per jaar. Dit wordt verklaard door de groei van de economie over de periode 2005-2020. Mocht er geen beleid zijn gevoerd, dan zou immers de concentratie in 2020 als gevolg van de economische groei aanzienlijk hoger zijn uitgekomen dan die in 2005. De nadelige gevolgen van deze groei voor de luchtkwaliteit worden dus ook gecompenseerd met het vastgestelde luchtbeleid, en deze baten zijn niet verwerkt

Gebruikte kengetallen voor de waarde van een gewonnen levensjaar (VOLY)

Een VOLY wordt afgeleid door mensen in grote enquêtes te vragen naar hun betalingsbereidheid voor een langere levensverwachting als gevolg van schonere lucht. In Europa zijn twee van dergelijke grote studies verricht. Het betreft de NewExt-studie uit 2004 en de NEEDS-studie uit 2007. Uit beide studies blijkt dat de betalingsbereidheid van mensen een grote spreiding laat zien. In beide studies is deze spreiding gevangen door de mediane en de gemiddelde waarde te bepalen. Zo komen uit elk van beide studies dus twee kengetallen voor de waarde van een gewonnen levensjaar. In totaal geeft dit vier kengetallen voor een VOLY. De kengetallen uit de NEEDS-studie zijn lager dan die uit de NewExt-studie. Dit komt onder andere doordat in de eerstgenoemde studie meer landen zijn onderzocht, waaronder ook enkele Oost-Europese EU-lidstaten. De NewExt-studie was uitsluitend gericht op drie West-Europese landen (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië).

In deze studie hebben we de baten alleen berekend voor de mediane waarde. Baten zijn berekend voor een VOLY-waarde van 54.000 euro (prijsjaar 2005) en 20.000 euro (prijsjaar 2005). De VOLY van 54.000 komt overeen met de waarde die de Europese Commissie bij beleidsevaluaties standaard hanteert voor een verloren levensjaar door luchtverontreiniging. Het betreft de gemiddelde waarde uit de NewExt-studie. Met de VOLY- waarde van 20.000 euro zijn we aan de onderkant van de bandbreedte van de beschikbare Europese VOLY- waarden gaan zitten. Het gaat bij deze 20.000 euro om een conservatieve schatting.

Tabel 5.3

VOLY-waarden (euro) gebruikt in de gevoeligheidsanalyse (prijsjaar 2005)

Mediane waarde Gemiddelde waarde

NewExt 54.000 125.000

NEEDS 20.000 40.000

63