• No results found

Luistervaardigheid: beschrijving en theoretische achtergronden

1.7.1 Luistervaardigheid: beschrijving

Luisteren is een complex proces en omvat vaardigheden als ‘begrijpen’, ‘interpreteren’ en

‘reflecteren’ binnen de context waarin luisteren plaatsvindt (Buck, 1991; Damhuis & Litjens, 2003;

Krom, Ouborg, & Kamphuis, 2001; Levelt, 1989). Luisteren in een tweede- of vreemde taal vereist bekendheid met alle voor luisteren relevante kennisfactoren in de vreemde taal. Bekendheid met het klanksysteem en kennis over de waarschijnlijkheid van het voorkomen van combinaties van lettergrepen (Safran, 2003) is noodzakelijk voor het decoderen van gesproken taal. Kennis van vocabulaire is noodzakelijk voor het herkennen van betekenis, en cultuurspecifieke informatie is noodzakelijk voor het interpreteren van de gesproken tekst (zie bijvoorbeeld Flowerdew & Miller, 2005).

Luisteren en lezen in de vreemde taal hebben veel gemeenschappelijke kenmerken: in beide gevallen moet de taalleerder decoderen en interpreteren, op basis van kennis van de vreemde taal en van kennis van de wereld. Maar luisteren vraagt meer cognitieve inspanning, omdat het in real- time gebeurt: de luisteraar heeft geen controle op het tempo waarop de informatie verwerkt moet worden en het werkgeheugen speelt een grotere rol (Vandergrift & Baker, 2015). Factoren die het luisteren positief beïnvloeden zijn werkgeheugen, auditieve capaciteit en vocabulairekennis (Vandergrift & Baker, 2018). Multimediale input (video en tekst naast audio) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van luistervaardigheid (Vandergrift, 2007).

In de literatuur is er overeenstemming over het feit dat het testen van luistervaardigheid weinig is onderzocht en dat de didactiek van luistervaardigheid in de klas een test-format heeft.

Leerlingen krijgen luistertaken, de antwoorden worden gecontroleerd, maar ze krijgen weinig hulp in het verbeteren van hun vaardigheid: het product lijkt belangrijker te zijn dan het proces (Vandergrift

& Goh, 2012; Graham, Santos & Francis-Brophy, 2014; Harding, Alderson & Brunfaut, 2015).

40

Luisteren gaat vaak gepaard met kijken, er zijn niet veel situaties waarin de luisteraar alleen op audio aangewezen is (in wezen alleen in telefoongesprekken, radio-uitzendingen of aankondigingen in openbare ruimtes). Voor jonge leerlingen speelt beeld een steeds belangrijkere rol. Taalmethodes en/of leerkrachten maken steeds meer en vaker gebruik van beeld als instructiemateriaal of om de leerstof te introduceren of te verduidelijken. Ook in de lessen ‘luisteren’

wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van beeldmateriaal. Uit onderzoek is bekend dat video in de regel het begrip vergemakkelijkt, omdat gebaren, mimiek en andere elementen die de communicatie ondersteunen zichtbaar worden. Onderzoek naar het gebruik van video ten opzichte van audio in tests geeft daarentegen geen duidelijk beeld van voordelen van video (Batty, 2015).

De combinatie van kijken en luisteren in het Engels is echter meer beschikbaar dan ooit tevoren, en daarnaast worden in Nederland veel Engelstalige programma’s en films ondertiteld en niet nagesynchroniseerd. Door dit aanbod en de taalverwantschap tussen Engels en Nederlands, is het niet verrassend dat Nederlandse leerlingen goed op luistertoetsen presteren (bijna 60% van de 15-jarigen zit op B2 niveau volgens de European Survey on Language Competences, 2011). Lopend onderzoek binnen het Orwell project laat verder zien dat bij jonge kinderen buitenschools contact met Engels (via familie of media en games) relatief meer impact heeft op receptieve vocabulairekennis dan bijvoorbeeld motivatie (Van Koert-Hoogervorst, M. J. H., Rispens, J. E., Leona, N. L., Van der Molen, M. W. & Snellings, P. J. F., 2017).

Aan luisteren werd volgens de peiling 2012 de meeste aandacht besteed door leerkrachten (Geurts & Hemker, 2013). Leerlingen zijn dus redelijk gewend aan het oefenen met luistervaardigheid in de klas. De niveaubeschrijving van luistervaardigheid in het ERK richt zich op de mate waarin de leerling een moedertaalspreker als gesprekspartner kan begrijpen, gesprekken tussen moedertaalsprekers kan begrijpen, mededelingen en instructies kan begrijpen en kijk- en luisterteksten in audiovisuele media kan begrijpen.

1.7.2 Luistervaardigheid: instrumentarium

Bij het subdomein luistervaardigheid is gebruik gemaakt van audio(visuele) fragmenten die qua medium en onderwerp zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Alle opgaven vielen binnen de domeinen (1) dagelijks leven, (2) publiek domein, (3) school/opleiding.

Gezien de hierboven genoemde sterke ontwikkelingen in onze maatschappij op audiovisueel gebied, en het streven naar zo authentiek mogelijke taken, bestond het totale instrumentarium uit zowel audio- als audiovisuele opgaven.

In totaal zijn 48 items geconstrueerd. Van die 48 items zijn 20 ankeritems die in de vorige peiling(en) zijn gebruikt. Er zijn 28 nieuwe items geconstrueerd. Conform het design (paragraaf 3.3.2) bevatte ieder van de zes toetsversies twee blokken, met in totaal 16 items. Iedere gemaakte toets bevatte negen audio-items en zeven audiovisuele items. Bij de audio fragmenten werd een foto op het beeldscherm vertoond die verband hield met het item. Bij video ging het om bewegende beelden. Om te voorkomen dat de moeilijkheid van de opdrachten veroorzaakt zou kunnen worden door de vraagstelling, is ervoor gekozen om de vragen in het Nederlands te formuleren.

Voor de nieuwe video-opgaven is gebruik gemaakt van o.a. het Engels jeugdjournaal, documentaires, en twee online vlogs. De nieuwe audio-opgaven bevatten (nieuws- en omroep) berichten over uiteenlopende onderwerpen.

41 1.7.3 Luistervaardigheid: getoetste (sub)vaardigheden

De geconstrueerde toetsen voor luistervaardigheid bevatten items die aansloten bij het A1-, A2- en B1-niveau van het ERK. Er zijn twee sub-vaardigheden gepeild, te weten ’luisteren naar mededelingen en instructie’ en ’kijken en luisteren naar audiovisuele media’. De bijbehorende ”can do”-statements staan weergegeven in Tabel 1.7.

Tabel 1.7: Gemeten subvaardigheden en can do statements voor luisteren ERK-

niveau

Subvaardigheid can do descriptoren A1 Luisteren naar mededelingen

en instructies

• Kan tot hem of haar gerichte vragen en opdrachten verstaan en korte, eenvoudige aanwijzingen volgen.

• Kan in korte, duidelijk gesproken teksten, getallen en bekende woorden verstaan die gericht zijn aan de luisteraar.

• Kan korte, eenvoudige waarschuwingen begrijpen die gericht zijn aan de luisteraar

Kijken en luisteren naar audiovisuele media

• Kan het onderwerp bepalen van korte kijk-/luisterteksten A2 Luisteren naar mededelingen

en instructies

• Kan in vertrouwde situaties eenvoudige feitelijke informatie begrijpen.

• Kan een korte uitleg begrijpen.

• Kan aanwijzingen begrijpen over de werking van vertrouwde apparaten, mits het apparaat voorhanden is.

Kijken en luisteren naar audiovisuele media

• Kan de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.

• Kan zich een indruk vormen van de belangrijkste inhoud in een feitelijk nieuwsbericht op televisie.

• Kan het belangrijkste punt herkennen van nieuwsberichten op televisie waarin verslag wordt gedaan van gebeurtenissen, ongelukken en dergelijke en waarin het beeld het commentaar ondersteunt (A2+).

B1 Luisteren naar mededelingen en instructies

• Kan eenvoudige technische informatie begrijpen.

• Kan gedetailleerde aanwijzingen volgen Kijken en luisteren naar

audiovisuele media

• Kan de hoofdpunten verstaan van nieuwsberichten op de radio en van eenvoudiger opgenomen materiaal over vertrouwde onderwerpen.

• Kan inhoudelijke informatie van het meeste opgenomen of uitgezonden geluidsmateriaal over onderwerpen van persoonlijk belang verstaan (B1+).

• Kan de hoofdpunten vatten van televisieprogramma’s over vertrouwde onderwerpen wanneer deze betrekkelijk langzaam en helder worden gepresenteerd.

• Kan een groot deel begrijpen van veel televisieprogramma’s over onderwerpen van persoonlijk belang, zoals vraaggesprekken, korte voordrachten en nieuwsverslagen, wanneer deze betrekkelijk langzaam en helder worden gepresenteerd (B1+).

42

Student:” It’s the summer holidays at the moment Wat vertelt de visleraar?

and we are on an activity day but we’ll also be fishing in term time as well. My school in Bolton has its own lake next to the school. They even have their own fishing team.

We are fishing for perch, roach and rudd. We have to use maggots as bait. They’re pretty disgusting. An angling coach teaches us the skills. How difficult is it to start fishing?”

Teacher:” It’s not difficult at all. There are plenty of clubs that have coaching. And other organisations like scouts, the cubs, the guides all do fishing as well.”

Student:” Is it expensive?”

Teacher:” No it’s not expensive at all. The gear we’re using today, probably cost you less than 20 pounds.”

Student:” I didn’t catch any fish. But some of my classmates did, and there are always plenty more fish in the sea. Or lake.”

1.7.4 Voorbeeldopgaven

In deze sub-paragraaf staan enkele voorbeelditems voor luistervaardigheid weergegeven. In de linkerkolom staat telkens de tekst van het audio-/videofragment weergegeven en in de rechterkolom staat de vraag.

Fishing in school - nieuwsbericht

A Dat het heel makkelijk is om te beginnen met vissen who saw him robbing a woman in the Swiss capital, Bern. The man stole a wallet out of the woman's handbag while she was making a phone call. The people helped the woman out of the phone box and locked the man in until the police arrived.

Wat gebeurde er bij een telefooncel in Bern?

A De politie arresteerde er een man die er niet uit wilde

B Een man werd betrapt toen hij de apparatuur kapot sloeg

C Mensen hielden er tijdelijk een overvaller in gevangen

43 Orinoco-rivier

As the Orinoco flows down onto flat land, the trees begin to thin out and the land becomes easier for people to inhabit.

Here the Orinoco is joined by a smaller river, or tributary, and it becomes bigger. It could become even bigger if there's a lot of rain.

This ferryboat is passing between rocks that would be covered by the river during the rainy season.

But this is the dry season and the river is safe for children to play in.

Wanneer kunnen de kinderen veilig spelen in de Orinoco-rivier?

A Als de veerboten een andere route nemen B Als het lang niet geregend heeft

C Als ze goed kunnen zwemmen

1.7.5 Luistervaardigheid: procedure en afname

Luistervaardigheid werd als derde taak aangeboden op de afnamedag. De toets is klassikaal afgenomen, leerlingen maakten de toets individueel. Audio(-visuele) fragmenten werden via het digibord of videoscherm aangeboden. Audiofragmenten werden daarbij met begeleidende foto’s ondersteund.

Na een korte instructie door de testleider conform het protocol (zie hoofdstuk 4) startte de testleider de toets. De daadwerkelijke toets werd voorafgegaan door, nogmaals, een korte standaardinstructie via het digibord en een voorbeeldopgave, zodat leerlingen bekend werden met de afnamewijze. Leerlingen kregen voorafgaande aan ieder fragment ongeveer een halve minuut om alvast de opgave te lezen. Deze tijd werd tevens gebruikt om, indien nog niet gedaan, het juiste antwoord op het beluisterde fragment in te vullen. Fragmenten duurden ongeveer tussen 30 en 50 seconden. De totale afnameduur was 30 minuten.

Luistervaardigheid is gemeten met behulp van meerkeuzevragen, waarbij leerlingen konden kiezen tussen drie antwoordmogelijkheden.