• No results found

Kenmerken deelnemers

In document PEILING ENGELS EINDE BASISONDERWIJS 2018 (pagina 123-127)

Naast het vaststellen van de vaardigheden Engels van leerlingen in groep 8 heeft de peiling tot doel het onderwijsleerproces op de scholen in kaart te brengen. Zowel voor de directie als voor leerkrachten zijn vragenlijsten opgesteld die informatie hieromtrent op respectievelijk school- en klasniveau verzamelen. Met de leerkrachtvragenlijst zijn tevens achtergrondkenmerken van de leerkrachten vastgelegd. Daarnaast is een vragenlijst bij leerlingen afgenomen. In principe is deze vragenlijst, als eerste onderdeel van de afname, door alle aanwezige leerlingen ingevuld.

Met behulp van de resultaten van de school-, leerkracht- en leerlingvragenlijsten worden de kenmerken van de deelnemende scholen, leerkrachten/klassen en leerlingen beschreven. In respectievelijk in paragraaf 6.1, 6.2 en 6.3 staan kenmerken van de scholen, de leerkrachten en het onderwijsleerproces centraal, terwijl dit in paragraaf 6.4 voor de leerlingen het geval is. De bijbehorende vragenlijsten zijn opgenomen als Bijlage 6 tot en met 8. Bij de presentatie van de onderzoeksbevindingen worden naast resultaten van de totale onderzoekspopulatie veelvuldig resultaten op basis van groepen scholen weergegeven. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen EIBO- scholen en VVTO-scholen. Daarnaast komen eventuele verschillen aan bod tussen EIBO- scholen met 0-10% gewichtenleerlingen, EIBO-scholen met meer dan 10% gewichtenleerlingen, VVTO-scholen met 0-10% gewichtenleerlingen en VVTO-scholen met meer dan 10%

gewichtenleerlingen. Op deze manier wordt niet alleen recht gedaan aan mogelijke verschillen als gevolg van startmoment, maar wordt daarbij ook het percentage gewichtenleerlingen op een school in aanmerking genomen. In dit hoofdstuk worden resultaten op basis van ongewogen analyses gepresenteerd.

6.1 Kenmerken van de deelnemende scholen

Voorafgaand aan de afname van het hoofdonderzoek hebben bij alle deelnemende scholen intakegesprekken plaatsgevonden met de schooldirectie en, indien mogelijk, de groepsleerkracht(en) van de deelnemende klas(sen). Tijdens deze intakegesprekken is een aantal vragen voorgelegd om de organisatie en inrichting van het aanbod Engels op de scholen in kaart te brengen. De vragen waren onderdeel van het intakeformulier dat werd ingevuld door de schooldirecteur en/of de contactpersoon. Ook kwam het voor dat de vragen door de hoofdtestleider werden gesteld en werden ingevuld. Op de scholen waar een face-to-face intakegesprek plaatsvond werden de vragenlijsten direct weer meegenomen door de hoofdtestleiders. Op zestien scholen vond op verzoek van de school een telefonische intake of een intake via skype plaats. Deze scholen dienden de vragen in het intakeformulier na afloop in te vullen en digitaal op te sturen. Ondanks herhaalde verzoeken hebben zes scholen hier uiteindelijk geen gehoor aan gegeven. In totaal zijn gegevens van 89 van de 95 scholen (94%) via de vragenlijst verkregen en opgenomen in de analyses. Om die reden tellen niet alle tabellen over het schoolproces in het vervolg van dit hoofdstuk op tot 95.

De schoolvragenlijst bevatte zeven vragen gericht op de wijze waarop scholen het onderwijs in Engels op schoolniveau hebben georganiseerd en vormgegeven. Hieronder gaan we in afzonderlijke paragrafen in op de resultaten.

Startmoment Engels – aanbod profiel

Scholen zijn vanaf 1986 verplicht om Engels vanaf groep 7 aan te bieden en de tendens is dat steeds meer scholen op een eerder moment starten met dit aanbod. Scholen is gevraagd aan te geven tot welke categorie scholen zij behoorden: 1) vroeg vreemdetalenonderwijs, 2) vervroegd EIBO (Engels vanaf groep 5 of groep 6) en 3) ‘regulier’ EIBO (Engels vanaf groep 7)62. Voor een categorisering als VVTO-school is daarbij leidend geweest of de school vanaf het schooljaar 2013-2014 Engels aan de groep 8-leerlingen heeft aangeboden, conform de in dit onderzoek gehanteerde definitie. De gehele set van 95 scholen is te verdelen in 62 EIBO-scholen en 33 VVTO-scholen. De definitieve verdeling van de profielen is weergegeven in Tabel 6.1. Informatie over het specifieke EIBO-profiel (vervroegd- regulier) is onbekend bij vijf van de zes scholen waarvan het intakeformulier niet is ontvangen. Wel is vastgesteld op basis van aanwezige informatie uit de vragenlijst en nagezochte internetinformatie dat deze scholen definitief tot het EIBO-profiel behoren63: ze zijn dan ook als EIBO-school gecategoriseerd. Het blijkt dat minimaal de helft van de 62 EIBO scholen een vervroegd aanbod profiel heeft.

Tabel 6.1: aanmelding en deelname naar profiel

Profiel Beoogde Steekproef Deelname

EIBO 68 62

- Regulier EIBO - 26

- Profiel EIBO onbekend - 5

- Vervroegd EIBO - 31

VVTO 32 33

Totaal 100 95

Onderwijstijd

De hoeveelheid onderwijstijd die aan Engels wordt besteed in de huidige groep 8 is opgevraagd in termen van het aantal weken en het gemiddeld aantal lesminuten per week. Tabel 6.2 geeft het totaal aantal lesuren per jaar aan. Van de 89 scholen met (intake)gegevens is van een viertal scholen het aantal weken of de minuten per week niet bekend. Gemiddeld worden 31,5 uren lestijd besteed aan het geven van Engels. Vergeleken met de vorige peiling (Geurts en Hemker, 2013) blijkt dat de totale tijd in groep 8 licht is gedaald64. In de vorige peiling was de ingeschatte onderwijstijd gemiddeld 32 uur per jaar volgens de leerkrachten en 34 uur per jaar volgens de schoolleiders. De informatie over het aantal uren per jaar is nu verkregen in het intakegesprek waar soms geen leerkracht bij aanwezig was.

62 De vraag naar het startmoment voor de huidige groep is gebruikt ter verificatie van de steekproefindeling van de scholen.

Met deze vraag is nogmaals nagegaan of de school, op basis van de aanwezige informatie voor steekproeftrekking, daadwerkelijk aan het juiste stratum was toegekend wat betreft startmoment voor de huidige groep 8 (vanaf schooljaar 2013-2014). Zeven scholen bleken tot een incorrect stratum te behoren; dit is gewijzigd in het databestand. Zie voor meer informatie paragraaf 2.4.

63 De zesde school waarvan geen intakeformulier was ontvangen was een VVTO school en bleek dat na nader onderzoek ook te zijn.

64 Bij gebrek aan data van de peiling 2012 kan er slechts in beschrijvende zin een vergelijking worden gemaakt met de vorige peiling. Eventuele verschillen konden niet op significantie worden getoetst.

Uit de tabel wordt duidelijk dat de onderwijstijd in groep 8 op VVTO-scholen hoger is.

Gemiddeld ontvangen VVTO-leerlingen per jaar ruim 6 uur meer Engels onderwijs in groep 8 dan leerlingen op EIBO scholen. Wat verder opvalt aan Tabel 6.2 is dat, ook al zijn de aantallen klein, de EiBO-scholen met veel gewichtenleerlingen meer tijd aan Engels besteden dan de EIBO-scholen met weinig gewichtenleerlingen, terwijl dit andersom is voor de VVTO-scholen: Op VVTO-scholen met veel gewichtenleerlingen is er minder tijd voor Engels dan op VVTO-scholen met weinig gewichtenleerlingen.

Tabel 6.2: gemiddelde aantal uren Engels per schooljaar in groep 8, naar strata (N=85) Aantal uren

Tabel 6.3 bevat de onderwijstijd in gemiddeld aantal minuten per week, aantal weken en totaal aantal uren. Veruit de meeste leerlingen ontvangen 31 tot 60 minuten Engelse les per week (samen 84% van de scholen). Lesminuten per week boven de 60 zijn uitzonderlijk, terwijl lestijden onder de 30 minuten alleen voorkomen bij EIBO-scholen. Bijna viervijfde van de scholen biedt Engels gedurende het gehele schooljaar aan (36-40 weken), terwijl in 10 procent van de gevallen 0-20 schoolweken worden benut. De totale tijdsbesteding per schooljaar ligt zoals Tabel 6.2 laat zien gemiddeld op 31,5 uren. Ongeveer 18% (15 scholen) zit daar beduidend onder (tot 20 uren per jaar).

Tabel 6.3: aantal uren en weken Engels per schooljaar in groep 8 Minuten

6.1.2 Organisatie van het vak Engels op school

Het vak Engels is op de deelnemende scholen op verschillende wijze ingebed en georganiseerd.

Veelal kan en moet de leerkracht van groep 8, behoudens wellicht de keuze voor de gehanteerde hoofdmethode, de lessen grotendeels individueel invullen. In ruim twee vijfde van de deelnemende scholen wordt het vak echter aangestuurd via een coördinator Engels en/of of een werkgroep Engels (Tabel 6.4). Het blijkt dat een dergelijke coördinator of werkgroep, zoals zou kunnen worden verwacht, relatief vaker aanwezig is op de VVTO scholen (72 % versus 25% in de EIBO groep). Acht VVTO scholen hebben zowel een coördinator als een werkgroep (25%) Engels; slechts één van de 56 EIBO scholen geeft aan beide te hebben.

Tabel 6.4: aantallen scholen met een coördinator en/of werkgroep voor Engels, naar strata (N=88)

Aantal Aanwezig Niet aanwezig

N % n %

EIBO 56 14 25 % 42 75 %

VVTO 32 23 72 % 9 28 %

Totaal 88 37 42 % 51 58 %

Scholen kennen verschillende faciliteiten om de lessen Engels in groep 8 goed te kunnen organiseren.

Scholen hebben bijvoorbeeld een budget voor aanvullende materialen, laten leerkrachten en leerlingen deelnemen aan uitwisselingen, of stimuleren met doeltaal-voertaal-activiteiten buiten de reguliere les het aanbod van Engels (bijvoorbeeld Engelstalige gasten, volgen van Engelse schooltelevisie, Engelse lunch). Tabel 6.5 geeft aan in welke mate scholen dergelijke zaken (kunnen) faciliteren. Op VVTO scholen zijn, naar verwachting, deze faciliteiten relatief meer aanwezig dan op EIBO scholen. Opvallend is dat ruim de helft van de EIBO scholen aangeeft geen enkele faciliteit te hebben voor het vak Engels. NB: scholen konden meerdere faciliteiten aanvinken. Onder ‘andere facilititeiten’ worden overigens uiteenlopende zaken verstaan, variërend van ‘de mogelijkheid bijscholing te volgen’ tot organiseren van ‘Engelse week’ of ‘deelname aan de Dag van de Talen’.

Tabel 6.5: Facilitering voor aanbod Engels (N= 89)

Geldt voor Naar startmoment

EIBO (n=57) VVTO (n=32) Budget voor aanvullende of

ondersteunende materialen voor Engels

31 (35%) 13 (23%) 18 (56%)

Stimuleren van deelname aan internationale partner- en uitwisselingsprojecten

12 (14%) 3 (5%) 9 (28%)

Stimuleren van activiteiten waarbij Engels voertaal is

15 (17%) 4 (7%) 11 (34%)

Anders 22 (25%) 15 (47%) 7 (22%)

GEEN faciliteiten 38 (43%) 30 (53%) 8 (25%)

Professionalisering

Om het Engels onderwijs te professionaliseren en te optimaliseren kunnen scholen verder bijscholing voor hun leerkrachten organiseren en financieel ondersteunen. Ruim 70 procent van de 89 scholen geeft aan dat er in het jaar voorafgaande aan de peiling geen professionaliseringsactiviteiten hebben plaatsgevonden. Op ongeveer dertig procent (25 scholen) hebben leerkrachten juist wel deelgenomen aan cursussen of trajecten als het gaat om de verbetering van de lespraktijk voor het vak Engels. Daarbij waren 182 leerkrachten betrokken, variërend van 1 leerkracht op de school tot gehele teams van 16 tot 26 leerkrachten. In de meeste gevallen ging dit om een cursus die zowel de taalvaardigheid van de leerkracht(en) als de didactische vaardigheden van de betrokken leerkracht(en) trachtte te verbeteren (Tabel 6.6). Professionalisering van het onderwijs Engels lijkt relatief meer plaats te vinden in de VVTO scholen dan in EIBO scholen: van de 182 leerkrachten waren er 127 werkzaam op VVTO scholen en 55 op EIBO scholen.

Tabel 6.6: Insteek professionaliseringsactiviteiten (N=89)

Insteek activiteit Totaal EIBO

In document PEILING ENGELS EINDE BASISONDERWIJS 2018 (pagina 123-127)