• No results found

Kenmerken van de deelnemende leerkrachten

In document PEILING ENGELS EINDE BASISONDERWIJS 2018 (pagina 128-133)

VVTO scholen

6.2 Kenmerken van de deelnemende leerkrachten

Onderdeel van het onderzoek was de afname van een vragenlijst bij de leerkrachten van groep 8. De vragenlijst bevat vier onderdelen met vragen over 1) achtergrondkenmerken, 2) het onderwijsleerproces in de klas, 3) attitude over Engels in het PO en 4) inschatting van de eigen Engelse vaardigheid en die van de leerlingen in de klas. Onder achtergrondkenmerken vallen, naast individuele kenmerken, tevens het genoten aanbod Engels in de opleiding en het buitenschools gebruik van het Engels.

Onderzoeksgroep

De vragenlijst is uitgezet bij alle leerkrachten in de groepen 8 van de deelnemende scholen.

Vragenlijsten zijn op papier door de leerkracht ingevuld tijdens de afname van de klassikale taken. In geval van duo-leerkrachten heeft de testleider een vragenlijst achtergelaten, die op een later moment door de duo-partner kon worden ingevuld en opgestuurd aan de onderzoekers. Voor 109 leerkrachten, werkzaam op 90 scholen, waren bruikbare gegevens beschikbaar. Voor de analyses zijn de antwoorden van alle 109 leerkrachten meegenomen, behalve bij de vraag naar de gebruikte methode. Hier is gekozen voor analyse op schoolniveau (89 scholen).

Achtergrondkenmerken

De eerste vragen betroffen achtergrondinformatie, waarin eveneens naar ervaring en taalachtergrond is gevraagd. In Tabel 6.8 zijn de achtergrondkenmerken van de leerkrachten opgenomen. Van de 109 leerkrachten met bruikbare gegevens zijn 98 leerkrachten (90%) de groepsleerkracht van de deelnemende groep 8. Tien leerkrachten zijn dat niet, maar bijvoorbeeld de vakleerkracht en één respondent heeft bij deze vraag niets aangekruist. Van deze respondent is ook het geslacht en de leeftijd niet bekend. Van de 108 leerkrachten is 33% man en 67% vrouw. Analoog aan de steekproefstrata is ruim twee derde van de leerkrachten (74 in totaal) werkzaam op of voor een EIBO-school en is een derde (35 leerkrachten) werkzaam op of voor een VVTO school. Meer dan 96% van de leerkrachten is Nederlands en beschouwt het Nederlands ook als moedertaal. Ongeveer 30% van de leerkrachten geeft aan met regelmaat in het Nederlands en Engels te communiceren in situaties buiten de school.

Tabel 6.8: Achtergrondkenmerken van de leerkrachten

N n Percentage65

Geslacht 108 Man 36 33.3 %

Vrouw 72 66.7 %

Leeftijd 108 20-30 jaar 27 25.0 %

30-40 jaar 37 34.3 %

40-50 jaar 22 20.4 %

50-60 jaar 15 13.9 %

Ouder dan 60 7 6.5 %

Groepsleerkracht 108 Ja 98 90.1 %

Nee 10 8.9 %

In Nederland geboren 108 Ja 104 96.3 %

Nee 4 3.7 %

Nederlands wordt als moedertaal beschouwd 107 Ja 104 97.2 %

Nee 3 2.8 %

Engels wordt als moedertaal beschouwd 103 Ja 1 1.0 %

Nee 102 99.0 %

Leerkracht communiceert regelmatig in 99 Nederlands 64 65.3 % Nederlands en Engels 29 29.6 % Nederlands en anders 2 2.0 %

Anders 3 3.1 %

Leerkracht is werkzaam op …. 109 EIBO school <10 51 46.8 % EIBO school >10 23 21.1 % VVTO school <10 22 20.2 % VVTO school >10 13 11.9 %

Het overgrote deel van de deelnemende leerkrachten (79%) heeft een reguliere Pabo-opleiding gevolgd, maar ook de verkorte pabo en de academische pabo komen voor (respectievelijk 10% en 9%). Twee procent van de leerkrachten zegt de opleiding niet te hebben afgemaakt. De werkervaring van de leerkrachten is gevarieerd, waarbij de verdeling van leerkrachten over de categorieën min of meer vergelijkbaar is - alleen de categorie 16-20 jaar ervaring is relatief lager (15% van de leerkrachten). Ruim 40% van de leerkrachten heeft vijf jaar of minder ervaring met het geven van Engelse les, terwijl ruim een derde van de leerkrachten meer dan 11 jaar ervaring heeft met het geven van Engelse lessen.

65 Evenals in de hiernavolgende tabellen geeft het genoemde percentage het percentage weer dat gebaseerd is op het aantal respondenten dat de vraag heeft beantwoord.

Tabel 6.9: Ervaring en opleiding respondenten

N n Percentage

Werkervaring in het PO 108 0-5 jaar 25 23.1 %

6-10 jaar 21 19.4 %

11-15 jaar 24 22.2 %

16-20 jaar 16 14.8 %

Meer dan 21 jaar 22 20.4 %

Ervaring met geven van Engels 108 0-5 jaar 47 43.5 %

6-10 jaar 23 21.3 %

11-15 jaar 21 19.4 %

16-20 jaar 6 5.6 %

Meer dan 21 jaar 11 10.2 %

Behaalde diploma 103 PABO 82 79.6 %

Verkorte PABO 10 9.7 %

Academische PABO 9 8.7 %

Diploma nog niet behaald 2 1.9 %

Hoewel het belang van Engels op de Pabo toeneemt, was het vroeger niet altijd een verplichte module en ook de academische Pabo’s kennen niet allemaal een verplichte module Engels.

Eenentwintig procent van de leerkrachten geeft aan geen verplichte module Engels op de (academische) Pabo te hebben gevolgd (Tabel 6.10). Zes procent van de leerkrachten rapporteert een keuzemodule Engels op de Pabo te hebben gevolgd. Gevraagd naar de inhoud van de scholing op de Pabo geeft 42% van de leerkrachten aan dat deze op zowel taal als didactiek gericht was. Slechts 19% zegt tevreden te zijn over het aanbod op de Pabo. Van de 97 leerkrachten die de vraag hebben beantwoord, geeft slechts 14% aan dat zij na de opleiding na- of bijscholing op het gebied van Engels heeft ontvangen. Deze nascholing was gericht op taal (53%) of taal en didactiek (47%). Opvallend is dat één leerkracht heeft aangegeven geen nascholing te hebben gehad, maar wel heeft aangegeven waar de nascholing op gericht was.

Tabel 6.10: Scholing van de leerkrachten op het gebied van Engels

Scholing Engels…. N Aantal Percentage

Op de

Door het Engels in het dagelijks leven passief of actief te gebruiken kan de leerkracht de eigen Engelse taalvaardigheid bijhouden en verder ontwikkelen. Dit is van belang, aangezien de taalvaardigheid van de leerkracht de prestaties van leerlingen in het mondelinge domein bevordert (Unsworth, et al., 2014). De vragenlijst bevatte zeven vragen over de mate waarin de leerkracht het Engels buitenschools gebruikt. De leerkracht diende telkens één antwoord te kiezen op een schaal van (bijna) nooit (1) tot en met dagelijks (5). Figuur 6.1 toont een voorbeeld-item.

Uw eigen gebruik van het Engels in uw dagelijkse leven U kunt onderscheid maken tussen:

(social media, chat, e-mail, brief, kaart)

Figuur 6.1: voorbeelditem uit schaal ‘buitenschools gebruik Engels’

In Tabel 6.11 zijn de schaalscores voor buitenschools gebruik Engels gegeven voor het totaal en voor de verdeling naar startmoment en stratum. Deze schaalscore geeft de gemiddelde score op de zeven vragen weer. Zoals kan worden afgeleid uit Tabel 6.11 gebruikgen leerkrachten in het dagelijkse leven gemiddeld meer dan 1 keer per maand, maar minder dan 1 keer per week actief of passief het Engels. Wanneer we de antwoorden per stratum bekijken zien we dat het gemiddelde gebruik, meer dan 1 keer per maand, voor alle groepen geldt. Leerkrachten op VVTO-scholen en EIBO-scholen verschillen hierin niet van elkaar (t(df=106)=0.04, p=0.97).

Tabel 6.11: Schaalscores buitenschools gebruik Engels door leerkrachten

N Gem. SD Range

EIBO totaal 73 3.42 .73 1-5

EIBO < 10 50 3.49 .75 1-5

EIBO > 10 23 3.28 .66 2-4

VVTO totaal 35 3.43 .78 2-5

VVTO <10 22 3.53 .78 2-5

VVTO > 10 13 3.25 .79 2-5

Totaal 108 3.42 .74 1-5

Eigen inschatting vaardigheid Engels

Voor het geven van Engels in het basisonderwijs wordt sinds 2018 een taalvaardigheidsniveau van minimaal B2 vereist66. Het belang van de vaardigheid Engels van de leerkracht voor de Engelse vaardigheid van leerlingen is reeds in eerder onderzoek aangetoond (Unsworth, et al, 2014). In de leerkrachtvragenlijst is aan de leerkrachten gevraagd hun eigen vaardigheid in vier vaardigheidsdomeinen aan te geven: 1) lezen, 2) luisteren, 3) schrijven en 4) spreken. Per vaardigheid werden vier ERK-beschrijvingen gegeven, corresponderend met ERK-niveaus A2, B1, B2 en C1, waarbij leerkrachten konden aankruisen of ze het niveau nog niet (score ‘0’) of juist wel beheersten (score ‘1’).

In de vorige peiling is bij de beschrijving van de uitkomsten geen rekening gehouden met het type school waarop de leerkrachten lesgaven (EIBO of VVTO). Dat is in de huidige peiling wel gedaan, met inachtneming van het percentage gewichtenleerlingen op de school. Daarnaast zijn in de huidige peiling de resultaten op de verschillende vaardigheidsdomeinen geschaald. In Tabel 6.12 staat de eigen inschatting van de leerkracht per domein weergegeven. Omdat de descriptoren opliepen in moeilijkheid en er gebruik is gemaakt van items variërend van A2-C1 (met theoretische schaalscores van ‘0-5’) per vaardigheid kunnen de resultaten in Tabel 6.12 als volgt worden geïnterpreteerd: de eigen inschatting van de leerkrachten voor de receptieve vaardigheden lezen en luisteren ligt op B2- niveau (en voor luisteren zelfs iets daar boven) en voor de productieve vaardigheden ligt die inschatting wat lager; leerkrachten schatten in het B1-niveau te beheersen, maar gemiddeld verwachten zij het B2-niveau nog niet te halen. Zoals Tabel 6.12 laat zien, verschillen de inschattingen van de leerkrachten op de vier onderscheiden typen scholen over het algemeen niet duidelijk van elkaar. Bij spreken lijkt er echter meer onderscheid te zijn, met gemiddelden variërend van 2.31 tot 2.90. Een Anova-analyse laat echter geen significante verschillen zien in ingeschatte spreekvaardigheid tussen de leerkrachten van de verschillende groepen scholen (F=1.27, df=3, p=0.29).

66 Zie https://www.10voordeleraar.nl/documents/kennisbases_pabo/kennisbasispabo.pdf.

Tabel 6.12: Leerkracht inschatting van eigen vaardigheden Inschatting lezen

N Gem. SD Min Max Mediaan

EIBO totaal 71 2.97 .79 2 4 3

EIBO < 10 49 3.00 .76 2 4 3

EIBO > 10 22 2.91 .87 2 4 3

VVTO totaal 33 3.03 .85 1 4 3

VVTO <10 21 3.00 .89 1 4 3

VVTO > 10 12 3.08 .79 2 4 3

Totaal 104 2.99 .81 1 4 3

Inschatting luisteren

EIBO totaal 68 3.21 .89 1 4 3.5

EIBO < 10 45 3.22 .88 1 4 3

EIBO > 10 23 3.17 .94 2 4 4

VVTO totaal 34 3.15 .86 2 4 3

VVTO <10 21 3.14 .91 2 4 4

VVTO > 10 13 3.15 .80 2 4 4

Totaal 102 3.19 .88 1 4 4

Inschatting spreken

EIBO totaal 71 2.52 1.17 0 4 2

EIBO < 10 49 2.41 1.12 0 4 2

EIBO > 10 22 2.77 1.27 0 4 3

VVTO totaal 33 2.67 1.22 0 4 3

VVTO <10 20 2.90 1.12 0 4 3

VVTO > 10 13 2.31 1.32 0 4 2

Totaal 104 2.57 1.18 0 4 2

Inschatting schrijven

EIBO totaal 71 2.54 .97 1 4 2

EIBO < 10 49 2.53 .92 1 4 2

EIBO > 10 22 2.55 1.10 1 4 2

VVTO totaal 35 2.54 1.12 0 4 2

VVTO <10 22 2.50 1.37 0 4 2.5

VVTO > 10 13 2.62 .87 2 4 2

Totaal 106 2.54 1.03 0 4 2

In document PEILING ENGELS EINDE BASISONDERWIJS 2018 (pagina 128-133)