• No results found

Lid van de Vlaamse Academie

In document West-Vlaanderen. Jaargang 13 · dbnl (pagina 149-152)

Dat West-Vlaanderen momenteel mag bogen op een aantal uitstekende architecten is voor al wie met onze bouwkunst begaan is, nu wel een feit. Eén van de best bekende bouwmeesters uit deze groep - voor zover er natuurlijk van ‘groep’ kan sprake zijn - heet Paul Felix, geboren en getogen Oostendenaar (o8 december 1913), die, einde 1963, opnieuw in het culturele nieuws kwam, wegens het fel opgemerkte referaat, dat hij hield in de Koninklijke Vlaamse Academie, instelling waarvan hij sedert 1962 corresponderend lid is (Klasse der Schone

87

Prof. ir. arch. Paul Felix: Woning van beeldhouwer Roger Bonduel te St.-Andries-Brugge.

Kunsten). Hij handelde er op 22 december jl. over het functionalisme in de moderne architectuur, een uiterst belangrijk en actueel onderwerp dus, waarover wij heden echter niet verder zullen uitweiden, daar wij hopen het referaat in één van de volgende nummers van ons tijdschrift te kunnen publiceren.

Paul Felix, die, zoals aan onze lezers genoegzaam bekend, reeds sedert tien jaar redactielid is van ons tijdschrift, studeerde Grieks-Latijnse Humaniora aan het O.L. Vrouwcollege in zijn geboortestad en behaalde daarna aan de Katholieke Universiteit te Leuven het diploma van burgerlijk ingenieur-architect. Het ‘plus est en vous’ was hem beslist niet vreemd en in 1952 werd hij aan de hogervernoemde universiteit professor aan de faculteit der toegepaste wetenschappen, afdeling architectuur.

Deze titels worden echter gedragen en geschraagd door een reeks werken, die niet alleen verbaast door haar grootte, maar evenzeer door haar verscheidenheid. Wij noemen voor de vuist weg: het Clarissenklooster te Oostende, één van de mooiste en markantste voorbeelden uit onze gouw van wat de huidige kerkelijke architectuur aan mogelijkheden biedt, verder de Pedagogie Pius X te Leuven (in samenwerking met Professor Pepermans), de watertoren te Melle, het O.L. Vrouwcollege te Gistel, de kerk Haacht-station (in collaboratie met zijn stadsgenoot, architect Jan Tanghe) en de polykliniek Volkszorg in zijn geboortestad (samen met architect Nolf). Onder de woningen, die deze vruchtbare bouwmeester ontwierp, dienen wij in de eerste plaats het huis van beeldhouwer Roger Bonduel te Sint-Andries, te vermelden, alsmede de woningen van Dr. Hofman te Koksijde en van Dr. Debrabandere te Desselgem. Op de lijst treffen wij ook nog twee appartementsgebouwen te Oostende aan.

Samen met de architecten Christiaan Vander Plaetse, Jan Tanghe en Dejaeger, maakt Paul Felix eveneens deel uit van de architectengroep, belast met het ontwerpen van het provinciaal zwembad te Kortrijk.

Profaan en religieus, kerken, kloosters en woningen, watertoren en zwembad... een rijke verscheidenheid, die de veelzijdigheid van Felix' kunnen en kunst veel beter in het licht stellen, dan een bondige portretschets kan doen, want wààr meer dan in de architectuur kan men zeggen, dat het werk van en voor de maker getuigt?

Julien Van Remoortere

op korte golf [vervolg]

Zopas is over de belangwekkende Zuidvlaamse dichter Emmanuel Looten, bij de Bladen voor de Poëzie te Lier, een studie met vertalingen verschenen van de hand van de dichter, essayist en vertaler W i l l y S p i l l e b e e n , en onder de titel ‘Emmanuel Looten, de Franse Vlaming’. Het boek bevat het essay, dat bekroond werd in de eerste prijsvraag van ‘Ons Erfdeel’ in 1981, alsmede een tweede essay: ‘Poging tot vergelijking van E. Looten met H. Marsman en H. van den Bergh’, verder 21 gedichten in oorspronkelijke taal en vertaling en ‘De Saga van Lug Hallewijn’, dramatisch gedicht in vertaling. Het geheel telt 128 blz. en werd verlucht met een foto en een handschrift van Looten. Franco toezending mits overschrijving van 75 F of f 5 op giro 5868.69 t.n.v. de auteur (Sluizenstraat, Menen).

Voor de derde maal bekwam beeldhouwer P o l S p i l l i a e r t een belangrijke onderscheiding. Nadat hij in 1959 de Godecharleprijs en in 1962 de Berthe-Artprijs voor beeldhouwkunst behaalde, werd hem onlangs de énige melding toegekend in de prijs van de ‘Jonge Belgische Beeldhouwkunst’, voor het geheel van zijn inzending, bestaande uit vier werken, die zullen geexposeerd worden in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, waarna zij worden opgenomen in een reizende tentoonstelling die Gent, Antwerpen en Verviers zal aandoen. Verbond en tijdschrift feliciteren deze verdienstelijke kunstenaar van harte!

Van de Kortrijkse auteur J a a k S t e r v e l y n c k , wiens eerste twee romans wij in ons vorig nummer bespraken, is momenteel een nieuwe roman in druk bij de uitgeverij Desclée De Brouwer. Dit werk zal einde februari verschijnen onder de titel ‘Die thans geen huis heeft’.

Meerdere malen reeds werd door de vrienden van wijlen kunstschilder J o s é S t o r i e de wens uitgedrukt dat het zolderatelier van de schilder behouden zou blijven. Het is niet bij plannen gebleven, want uit dit voorstel is onlangs het plan gegroeid om een herinneringskring J o s é S t o r i e te stichten, een kring, die onder de naam ‘Amicitia’ het levenslicht zag.

Van de Oostendse schrijfster L i a T i m m e r m a n s verscheen zopas de roman ‘Sabine Mardagas’ (Uitg. Van Kempen, A'dam - Wereldbibliotheek, Antwerpen, 208 blz. - geb. 120 F). Voor deze roman werd de auteur bekroond met de jaarlijkse prijs van de Scriptores Catholici. Hartelijke gelukwensen.

De uitreiking heeft plaats op zaterdag, 29 februari, tijdens een lunch in Hotel Metropole, de Brouckèreplein, te Brussel.

88

In Studio Callebert te Roeselare werd een expositie ingericht, met als thema ‘De Liefde’, waaraan o.m. G e e r t Va n a l l e m e e r s c h deelnam. In dezelfde studio had op 7 februari de persvoorstelling plaats van de Roeselaarse dans- en mimegroep ‘Pantalone’, waarvan de directie berust bij G e e r t Va n a l l e m e e r s c h . In een volgend nummer hopen wij een artikel over ‘Pantalone’ te publiceren.

De nog jonge, maar reeds goed bekende kunstschilder L u c i e n Va n d e n

D r i e s s c h e uit Anderlecht behaalde de derde prijs in de wedstrijd voor schilderkunst en grafiek van de gemeente Wilrijk. Hij bekwam deze onderscheiding voor zijn schilderij ‘Fort 6’. Een tweede werk van hem ‘Oud Wilrijk’ werd geselecteerd voor de grote tentoonstelling, die te Wilrijk plaatshad. Vermelden wij nog dat voor de wedstrijd niet minder dan 468 schilderijen van 207 schilders werden ingezonden.

Verbond en tijdschrift wensen deze talentvolle kunstenaar, die meer en meer op de voorgrond treedt, langs deze weg van harte geluk.

Op 5 februari trad onze ondervoorzitter - dramatische kunsten, A n t o o n Va n d e r P l a e t s e , op in de auditiezaal van het Brugse Concertgebouw, met een ‘Bloemlezing uit de klassieke en Nederlandse letterkunde’. Hij oogstte een enorm succes en het kwam tot verscheidene bisnummers. Daarna werd hij door het bestuur van ‘Toneel voor Allen’ gehuldigd, n.a.v. zijn 60steverjaardag. Zijn activiteiten werden belicht door voorzitter J u l i a a n D e c l e r c q , die hem een warme hulde bracht als leraar, toneelspeler, regisseur, stoetenontwerper, voordrachtkunstenaar en schrijver. Ten slotte werd hem een mooi geschenk overhandigd.

Op 22 januari werd door zender West-Vlaanderen, in ‘Vergeelde blaren’, een hulde-programma voor declamator A n t o o n Va n d e r P l a e t s e , uitgezonden van 20 h 30 tot 21 h.

Onze redactieleider toneel is jurylid voor de wedstrijd Mr. Visser 1964,

voorbehouden voor de toneelschrijvers en ingericht door het Algemeen Nederlands Verbond.

Op 11 en 12 januari werd letterkundige U r b a i n v a n d e Vo o r d e te

Blankenberge gehuldigd. In het Stadhuis werd een tentoonstelling ingericht van boeken en handschriften van de gevierde en ging tevens een spreekbeurt door, gehouden door Dr. J. Van Damme. Op 12 januari sprak ook letterkundige A l b e , alsmede dhr. Standaert en droeg G e r a r d Ve r m e e r s c h voor uit het werk van v a n d e Vo o r d e . De expositie bleef geopend tot en met 31 januari.

ontmoetingen

In document West-Vlaanderen. Jaargang 13 · dbnl (pagina 149-152)