instrumenten voor klimaat en energie (tabel 2.2.2)
bijlage 6 Kosten en financiering milieubeleid
onder milieukosten worden verstaan alle directe kosten van activiteiten die bedoeld zijn om de milieudruk te verminderen of te voorkomen. Het betreft met name kosten van milieumaatregelen (kosten ten gevolge van investeringen, personeel en energie), maar bijvoorbeeld ook relevante apparaatskosten van overheden. De gepresenteerde cijfers geven een indicatie van de globale omvang van de milieukosten en de verdeling hiervan over de thema’s. De gegevens zijn gebaseerd op CBS-statistieken, incidenteel onderzoek, begrotingen en realisaties. Voor een meer gedetailleerd overzicht wordt verwezen naar het milieucompendium (www.milieucompendium.nl).
De totale milieukosten zijn sinds 1990 meer dan verdubbeld. Deze stijging is vooral veroorzaakt door een toename in de kosten voor de thema’s klimaatverandering, ver- zuring en luchtkwaliteit, vermesting en verwijdering.
Tabel B6.1 Milieukosten per thema, 1990-2006 (miljoen euro, prijspeil 2006).
1990 1995 2000 2006 Klimaatverandering 115 195 500 1.250 Verzuring en luchtkwaliteit 845 1.105 1.380 1.750 Vermesting 365 520 955 845 Verontreiniging bodem 275 615 650 630 Verwijdering 1.680 3.280 4.130 4.710 Geluid 300 290 395 365
Verspreiding van stoffen 1.255 1.495 1.650 1.705
Gewasbeschermingsmiddelen 0 10 20 45
onderzoek en ontwikkeling 260 520 650 780
Uitvoering en handhaving 390 715 850 960
overig 120 170 185 220
ToTAAL 5.610 8.910 11.355 13.265
Tabel B6.2 Doelgroepen met grootste aandeel milieukosten per thema (gemiddelde aandeel %), 1990- 2006.
Klimaatverandering Industrie & energie1) Gebouwde omgeving1)
Verzuring en luchtkwaliteit Industrie & energie (55%) Verkeer (35%) Vermesting Land- en tuinbouw (55%) Actoren in de waterketen (35%) Verontreiniging bodem overheid (45%) Industrie & energie (25%)
Verwijdering Afvalbeheer (75%) Actoren in de waterketen (20%)
Geluid overheid (55%) Verkeer (25%)
Verspreiding van stoffen Actoren in de waterketen
(60%) Industrie & energie (25%) 1) De kosten van klimaatverandering worden grotendeels gedragen door de rijksoverheid (door middel van
verschillende stimuleringsregelingen). Maatregelen worden vooral genomen in de industrie en energie- sector en in de gebouwde omgeving.
BIJLAGE 6
194 194
Een groot deel van de milieukosten betreft de inzameling en verwerking van afval (afvalbeheer) en afvalwater (waterschappen en gemeenten). De industrie en energie- sector dragen in belangrijke mate bij aan de milieukosten voor de thema’s verzuring en luchtkwaliteit (met name reductie van So2, Nox en fijn stof) en verspreiding van
stoffen (met name naar water). ook door de doelgroep verkeer worden veel kosten gemaakt voor de reductie van emissies die bijdragen aan verzuring en luchtkwaliteit. Bij geluid en bodemverontreiniging draagt de overheid ook in belangrijke mate bij aan de milieukosten.
Milieuheffingen en -belastingen
Hoge milieukosten voor de doelgroep betekenen niet per definitie dat de milieulasten voor deze doelgroep ook hoog zijn. Door de milieubestemmingsheffingen wordt een groot deel van de lasten van het milieubeleid verschoven van de actoren die de mi- lieukosten maken (zoals actoren in de waterketen en afvalbeheer) naar de burgers en bedrijven (die uiteindelijk de vervuiling veroorzaken). Zoals blijkt uit tabel B6.3 dragen consumenten het grootste deel van deze lasten.
Subsidies en fiscale regelingen met betrekking tot milieu
om burgers en bedrijven te stimuleren milieumaatregelen te treffen kan de overheid bijdragen in de kosten van deze maatregelen door middel van subsidies of fiscale rege- lingen. Door deze stimuleringsgelden verschuiven de lasten met betrekking tot milieu van burgers en bedrijven naar de overheid. Tabel B6.4 geeft de (belasting-)uitgaven door de rijksoverheid van een aantal stimuleringsregelingen.
Tabel B6.3 Milieuheffingen door burgers en bedrijven en gemiddeld aandeel van huishoudens hierin (miljoen euro, prijspeil 2006).
1990 1995 2000 2005 Aandeel huishoudens1) Milieubestemmingsheffingen - reinigingsrechten 792 1.314 1.518 1.663 75% - rioolrechten 380 611 733 931 80% - verontreinigingsheffing (water) 616 837 1.019 1.214 70% Regulerende milieuheffingen - belastingen op milieugrondslag - 1.147 3.265 4.169 25% - w.v. REB - - 2.039 3.757 35%2)
Andere heffingen over milieubelastende activiteiten
- belastingen op voertuigen 4.380 5.254 6.676 6.883 60%
- accijns van minerale oliën 3.690 5.510 6.012 6.664 60%
1) Gemiddelde aandeel van consumenten in de periode 1995-2005 (Bron: CBS).
2) Een groot deel van de REB wordt door energiebedrijven betaald. omdat deze dat wel doorberekenen aan de energieverbruikers ligt het werkelijke aandeel van huishoudens hoger. op basis van elektriciteits- gebruik heeft het Ministerie van Financiën voor 2002 berekend dat zo’n 60% door huishoudens werd betaald.
Tabel B6.4 Subsidies en fiscale faciliteiten met betrekking tot milieu (miljoen euro, prijspeil 2006).
1995 2000 2005 2006
VAMIL, MIA, EIA (bedrijven) 64 193 48 235
Energiepremieregeling (huishoudens) - 55 23 -
Groen beleggen 3 27 94 104
Afdrachtskortingen en nihiltarief REB - 65 - -
Regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) - - 605 685 BIJLAGE 6
196 196
afkortingen
AA assigned amount
AAU assigned amount unit
ACEA Association des Constructeurs Europeéns d’Automobiles AMvB Algemene Maatregel van
Bestuur
Annex 1 landen onder het Kyoto Protocol met een emissiedoel- stelling (zgn. industrielanden) Aoo afval overleg orgaan
AVI afval verbrandingsinstallatie AVP agenda voor een vitaal
platteland
bbp bruto binnenlands product BBT best beschikbare technieken BEVI besluit externe veiligheid
voor inrichtingen
BIN Bedrijven Informatie Netwerk BLK besluit luchtkwaliteit BLoW bestuursovereenkomst
landelijke ontwikkeling windenergie
BPM belasting voor personenauto’s en motorrijwielen
CAFE Clean Air For Europe CCS Carbon dioxide capture and
storage
CDM clean development mecha-
nism
CER certified emission reduction
CH4 methaan
CIW Commissie Integraal Waterbeheer
CLRTAP convention on long-range transboundary air pollution
Co2 koolstofdioxide
Co2-eq Co2-equivalenten
dB decibel (maat voor geluid) DALY disability adjusted life year
(verloren gezonde levensjaren)
EC Europese Commissie
EEA European Environmental Agency (Europees Milieuagentschap)
EG Europese Gemeenschap
EHS Ecologische Hoofdstructuur EIA energie-investeringsaftrek EINP energie-investeringsaftrek
EPA energieprestatieadvies EPN energieprestatienormering EPBD energy performance for
buildings directive
EPR energiepremieregeling
ER emissieregistratie ERU emission reduction unit
EU Europese Unie
EURo 0 t/m VI Europese emissie-eisen voor vrachtauto’s
EURo 0 t/m 6 Europese emissie-eisen voor personenauto’s
EV externe veiligheid F-gassen HFK’s, PFK’s, en SF6 GE Global Economy (WLo-
scenario)
GJ gigajoule (109 Joule)
GLAMI Convenant Glastuinbouw en Milieu
GLB Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid
GR groepsrisico
HCFK chloorfluorkoolwaterstof HDo handel, diensten en overheid
HFK fluorkoolwaterstof
IIASA International Institute for Applied System Analysis ILG Investeringsbudget Landelijk
Gebied
IPCC Intergovernmental Panel on Climate Change
IPPC Integrated Pollution and Pre- vention Control (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
JI joint implementation
KBA kosten-batenanalyse
Ke Kosten eenheid (geluidmaat) KRW Europese Kaderrichtlijn Water LAP Landelijk afvalbeheerplan LCP large combustion plant
directive
Lden L day evening night; maat voor geluidbelasting gedu- rende dag avond en nacht LUCF land use change and forestry
AFKoRTINGEN
198
MEP regeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie MER milieueffect rapportage MIA milieu-investeringsaftrek MINAS mineralenaangiftesysteem
MIT meerjarenprogramma
infrastructuur en transport MJA meerjarenafspraak energie-
efficiëntie
Mton megaton (= 109 kilogram)
MTR maximaal toelaatbaar risico MVo maatschappelijk verantwoord
ondernemen MW megawatt (=106 watt)
N stikstof
NCP Nederlands Continentaal Plat NEC National Emission Ceiling
(= nationaal emissieplafond) NeR Nederlandse emissie richtlij-
nen
NH3 ammoniak
NMP4 nationaal milieubeleidsplan 4 NMVoS niet-methaan-vluchtige
organische koolwaterstoffen NoGEPA Nederlandse olie en Gas
Exploitatie en Productie Associatie N2o distikstofoxide Nox stikstofoxiden No2 stikstofdioxide NSL Nationaal Samenwerkings- programma Luchtkwaliteit o3 ozon P fosfor
PAK polycyclische aromatische koolwaterstofverbindingen PFK perfluorkoolwaterstof PM2,5 fijn stof kleiner dan 2,5 µm PM10 fijn stof kleiner dan 10 µm ppmv parts per million by volume PR plaatsgebonden risico RAINS regional air pollution informa-
tion and simulation
REB regulerende energiebelasting
REACH registratie, evaluatie, autorisa- tie en restricties van chemica- liën
R&D research and development
RMU removal unit
Ro ruimtelijke ordening
RvS Raad van State
RWZI rioolwaterzuiveringsinstallatie SE Strong Europe (WLo-scenario) SF6 zwavelhexafluoride
So2 zwaveldioxide
SoMS strategie omgaan met stoffen t-1 emissiecijfers over het
voorafgaande jaar UNECE United Nations Economic
Commission for Europe UNFCCC United Nations Framework
Convention on Climate Change
UV ultraviolet
VAMIL willekeurige (voorheen vervroegde) afschrijving van milieu-investeringen VBTB van beleidsbegroting tot
beleidsverantwoording VHR Vogel- en Habitatrichtlijn VINEX vierde nota ruimtelijke orde-
ning extra VINAC actualisering VINEX
VoS vluchtige organische koolwa- terstoffen
VR verwaarloosbaar risico WAV Wet ammoniak en veehouderij WB21 Waterbeleid voor de 21e eeuw
WHo World Health organisation WLo Welvaart en Leefomgeving,
scenariostudie voor Neder- land; door CPB, MNP en RPB WTo World Trade organisation
WKK warmtekrachtkoppeling
YLL years life lost (verloren levens- jaren)
z-eq zuurequivalenten
begrippen
Achtergrondconcentratie Concentratie van een stof in de lucht zoals die zou zijn zonder de bijdrage van lokale bronnen; in water en bodem de concen- tratie van een stof zonder bijdrage van antropogene bronnen Afwentelen Het verplaatsen van een probleem of effect naar de toekomst of
naar elders
Ammoniakgat De met modellen berekende ammoniakconcentraties zijn lager dan de gemeten ammoniakconcentraties. Dit verschil tussen metingen en berekeningen bedraagt circa 20-25% en wordt ook wel het ‘ammoniakgat’ genoemd. Het ammoniakgat wordt onder andere veroorzaakt door onderschatting van de emissies van ammoniak uit aangewende mest en de beschrijving van de droge depositie
Antropogeen Van menselijke oorsprong of door menselijk handelen Antropogeen fijn stof Fijn stof dat is ontstaan door menselijk handelen
Bodemstof Fijn stof dat afkomstig is van de bodem en door natuurlijke of antropogene oorzaak in de lucht komt
Bunker Levering van olieproducten voor grensoverschrijdend verkeer
Burger Lid van de bevolking; belastingbetaler en kiezer
Causale fractie De fijnstoffractie die de oorzakelijke factor vormt in de waarge- nomen relaties tussen blootstelling en effect
Consument Verbruiker
Cross compliance Kortingsregeling op de inkomenssteun voor boeren die niet voldoen aan bestaande EU-richtlijnen en verordeningen Cycle-bypassing Praktijk bij vrachtautofabrikanten om vrachtautomotoren zo af
te stellen dat buiten de EU-testpunten wordt geoptimaliseerd op laag brandstofgebruik in plaats van op lage uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
Daggrenswaarde Grenswaarde die betrekking heeft op een daggemiddelde concentratie
DALY Disability Adjusted Life Years: een gezondheidsmaat voor omvang, duur en ernst van de ziektelast, uitgedrukt in verloren levensjaren (sterfte) en/of ongezonde levensjaren (ziekte) Diffuse bronnen Bronnen waarbij milieubelasting verspreid plaatsvindt Derogatie Het onder voorwaarden tijdelijk toestaan van een overschrij-
ding
Eco-efficiëntie Eco-efficiënte bedrijven en sectoren halen meer toegevoegde waarde uit het ruwe materiaal, produceren daarbij minder afval en emissies, en gebruiken minder energie
‘Equity’ beginsel Het beginsel dat er een gelijk recht op (minimale) bescherming is voor iedere burger
Efficiëntiebeginsel Het beginsel waarin gestreefd wordt naar een maximaal effect tegen minimale kosten
EURo 0 t/m 6, en 0 t/m VI Europese emissie-eisen voor wegverkeer. Normen voor vracht- verkeer worden met Romeinse cijfers aangegeven; die voor personenverkeer en lichte bestelauto’s met Arabische cijfers
BEGRIPPEN
200
Eutrofiëring Proces waarbij een overmaat aan voedingstoffen (nutriënten) ecologische processen in bodem en water ontregelt. Bekende eutrofiëringsverschijnselen zijn algenbloei, troebel water en vergrassing van heide en bos
Flankerend beleid Aanvullend en ondersteunend beleid
Gebruiksnorm Normen voor het gebruik van meststoffen in de landbouw. De nieuwe Meststoffenwet kent drie soorten gebruiksnormen: een gebruiksnorm voor fosfaat, een gebruiksnorm voor totaal stik- stof en een gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest Gewasbeschermingsmiddelen Doorgaans chemische middelen, waarmee boeren ziekten en
plagen die optreden bij het telen van gewassen bestrijden. Gewasbeschermingsmiddelen worden ook wel bestrijdingsmid- delen genoemd, maar deze categorie middelen omvat ook andere stoffen
Generiek beleid Nationaal of Europees beleid, gericht op het terugdringen van emissies. Generiek beleid is doorgaans bronbeleid
Grenswaarde Norm waarvoor een resultaatverplichting geldt om er aan te voldoen
Groepsrisico De kans per jaar dat in één keer meerdere slachtoffers tegelijk dodelijk getroffen wordt door een ongeval
Hard beleid Concreet beleid, waarin instrumentering, financiering en aan- wijzing van bevoegdheden zijn geregeld
Inbreiding Het bouwen binnen bebouwd gebied
Jaargrenswaarde Grenswaarde die betrekking heeft op een jaargemiddelde concentratie
Kortdurende blootstelling Blootstelling gedurende één of enkele dagen
Kritische depositieniveau Het depositieniveau waaronder er geen significant effect op natuur is. overschrijding van het kritische depositieniveau leidt tot een risico voor natuur
Langdurende blootstelling Chronische blootstelling gedurende meerdere jaren of een leven lang
Natura 2000 Een Europees stelsel van natuurgebieden, bedoeld om interna- tionaal belangrijke leefgebieden en soorten te beschermen Natuurdoeltype Type ecosysteem, dat in Nederland gerealiseerd wordt door
beheer of natuurontwikkeling
Nutriënten Voedingstoffen
oriënterende waarde Streefwaarde, waarvan echter gemotiveerd mag worden afge- weken (zie ook verantwoordingsplicht)
ontkoppeling Er is sprake van ontkoppeling als een ontwikkeling of activiteit in volume toeneemt terwijl gelijktijdig de emissie daalt oppervlaktewater Binnenwateren (met uitzondering van grondwater), overgangs-
water, kustwateren, en voor zover het de chemische toestand betreft, ook territoriale wateren
Plaatsgebonden risico Het risico dat een individuele burger, indien die één jaar lang permanent op een plaats aanwezig is, overlijdt door een onge- val met gevaarlijke stoffen of luchtvaart
PM10, PM2,5, PM0,1 Fijnstoffracties ingedeeld naar deeltjesgrootte, kleiner dan 10 respectievelijk 2,5 of 0,1 µm
Prioritaire stoffen Vervuilende stoffen, die aangemerkt zijn voor het treffen van speciale maatregelen