• No results found

JURIDISCH REGIME (WETTEN EN REGELINGEN) De Verordening op de Overlegstructuren (VO) in de gemeente Emmen,

4 BUURTBUDGETTEN IN EMMEN

4.1 HET BUURTBUDGETARRANGEMENT VAN EMMEN Emmen begon met het fenomeen buurtbudget na een raadsbesluit in 1999.

4.1.1 JURIDISCH REGIME (WETTEN EN REGELINGEN) De Verordening op de Overlegstructuren (VO) in de gemeente Emmen,

is gebaseerd op de verordenende bevoegdheid van het gemeentebestuur (art. 147 Gemw). In deze verordening worden de Erkende Overlegpartners gedefi- nieerd als een door de raad ingestelde officieel erkende gesprekspartner, die de bewoners van een buurtschap, kern, wijk of dorp vertegenwoordigt. Deze EOP’s kunnen vertegenwoordigd zijn in een dorps- of wijkraad, of in een be- langenvereniging. Een dorps- of wijkraad is een volgens de bepalingen van de verordening ingestelde commissie, als bedoeld in art. 84 Gemw, waarvan de leden rechtstreeks door de bewoners van een dorp worden gekozen zoals be- doeld in art. 87 lid 5 Gemw.2 De bepalingen verwijzen naar de wijze waarop het bestuur is gekozen (gekozen of gesteund door handtekeningen), het aantal maal dat het bestuur een algemene openbare vergadering organiseert, er geen andere EOP voor het gebied erkend is en er geen raadsleden of collegeleden in het bestuur zitting nemen (art. 2 lid 1 VO). Met andere woorden: voor elke kern of wijk is er een EOP. Het omliggende landelijk gebied is door middel van een kaart toegewezen aan de grotere kernen in het gebied.

Een belangenvereniging is volgens de verordening een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging van bewoners van een dorp, kern, wijk of buurtschap, die naar de mening van de raad voldoet aan de bepalingen van deze verorde- ning en als zodanig door de raad is erkend (art. 1 VO). Overigens gaat de ge- meente soepel om met deze bepalingen. Zo is de wijkvereniging van Angelslo geen vereniging, maar een stichting.

2

Het art. 87 is overigens per 19 maart 2014 vervallen. Dit heeft voor de gemeente Em- men in zoverre consequenties voor de gekozen raden van Zwartemeer en Erica, dat de verwijzing naar de wijze waarop de leden voor deze raden worden gekozen uit het wet- boek is verdwenen. Voor onderhavig onderzoek heeft dat geen consequenties.

In art. 2 lid 1 VO wordt aangegeven dat EOP’s worden aangewezen door de gemeenteraad van Emmen. Het initiatief daartoe kan door de raad (art. 147a Gemw.) of door het college (art. 160 Gemw.) genomen worden. Uiteraard kunnen burgers van een bepaalde kern aan de raad een verzoek indienen. In het geval van het dorp Foxel is er inderdaad sprake van een voorstel dat uit het dorp zelf is gekomen, alvorens de raad het initiatief nam om de dorpsvereni- ging te erkennen als EOP.

De EOP is bevoegd te besluiten over de besteding van het budget dat kan wor- den ingezet voor een functioneel werkgebied (art. 3 lid 7 VO jo. art. 7 VO). Het doel van het budget is door middel van zelfwerkzaamheid de samenhang van de bevolking te bevorderen en de kwaliteit van het openbaar gebied te verbeteren (art. 7 lid 1 VO). Het functionele werkgebied is terug te vinden in de kaders van art. 7 lid 2 VO. Deze kaders zijn:

a. de leefbaarheid van de wijk of het dorp wordt in standgehouden of verbeterd;

b. de uitvoering van activiteiten doorkruist niet het beleid van de ge- meente of van andere overheden;

c. bewoners werken mee aan de uitvoering van het project (gedeeltelijke of volledige zelfwerkzaamheid bij uitvoering);

d. een deel van de activiteiten moet een duurzaam, blijvend karakter hebben, zoals het aanpassen van infrastructuur, het plaatsen van straatmeubilair en het oplossen van knelpunten in het grijs en groen.3 In de VO wordt een overleginfrastructuur geregeld. In art. 4 wordt de verhou- ding tussen college en de EOP omschreven als partnerschap. De EOP moet worden betrokken bij voor haar relevante raadsbesluiten en plannen. Het col- lege moet de EOP voldoende informatie geven, zodat de EOP advies de raad kan adviseren bij het nemen van raadsbesluiten die betrekking hebben op het gebied van de EOP. In art. 5 lid 1 VO wordt een zogeheten kwadrantenoverleg geregeld. Dit is een periodiek overleg tussen de EOP’s binnen een van de vier kwadranten van de gemeente (zie ook figuur 4-2, p. 93). In art. 5 lid 2 VO tenslotte wordt bovendien geregeld dat de EOP deelneemt aan de wijk- en dorpsvernieuwingsoverleggen die bekend staan onder de naam Emmen Revisi- ted.

De EOP’s worden ingesteld op grond van een raadsbesluit (art. 8 VO).

3

In VO wordt niet geduid wat grijs en groen is, maar het gaat om de infrastructuur en milieuvoorzieningen.

Buurtbudgetten in Emmen

Art. 6 lid 2 VO verwijst naar een beleidsregel waarin de verlening en besteding van de budgetten wordt geregeld. Dit is de Beleidsregel Meerjarenbudgetten EOP (BME). In art. 3 BME wordt de verdeelsleutel beschreven voor de verde- ling van de budgetten over de EOP’s. Art. 4 en 5 gaan over de wijze van be- steden. De EOP’s moeten een driejarenplan maken. In dit plan staan de activi- teiten, de tijdsplanning en de kostenraming voor de besteding van de budgetten over een periode van drie jaar. Belangrijk voor ons onderzoek is, dat de EOP’s de ruimte krijgen om eventuele opdrachten aan derden zelfstandig aan te be- steden. De budgetten blijven overigens op de rekening van de gemeente staan en facturen die een gevolg zijn van de inzet van buurtbudgetten worden aan de gemeente gezonden of, in de praktijk, aan de gemeente ter betaling doorge- zonden.

De verordening geeft de EOP enerzijds een vertegenwoordigende rol in de contacten tussen gemeente en inwoners van een kern of een wijk (art. 3 lid 1 sub a VO), en anderzijds een budget dat kan worden ingezet voor het beharti- gen van de gemeenschappelijke belangen van deze inwoners (art. 3 lid 2 sub a VO). Onderhavig onderzoek richt zich vooral op de doorwerking van het tweede lid van art. 3 van de verordening.

4.1.2 AMBTELIJK REGIME: KANTELING EN AANBE-