• No results found

14

In de multivariateanalyse hebben slechts twee factoren een significante sa- menhang met de mate van waardering. Het gaat daarbij om de vragen of er geluisterd is en of de mondelinge uitleg duidelijk was. Dit zijn aspecten van procedurele rechtvaardigheid. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het voor- al elementen van de procedurele rechtvaardigheid zijn die significant bijdragen aan de versmalling van de kloof. Deze vragen hebben te maken met wat Tyler de opportunity for representation en opportunity for correcting errors noemt (Tyler, 2006 p. 137) noemt. De aanvragers merken dat zij inbreng kunnen hebben (er wordt geluisterd) en merken wat er met die inbreng is gedaan (de mondelinge uitleg is duidelijk). De relaties tussen het rapportcijfer (waarde- ring) en deze twee vragen worden grafisch getoond in figuur 3-2.

Opmerkelijk is dat figuur 3-2 wel een sterke correlatie laat zien tussen tevre- denheid over twee aspecten van de procedure, terwijl de vraag of aanvragers het eens zijn met het oordeel (vraag 7 uit tabel 3-5) nauwelijks correleert met de waardering van de aanvrager voor het verloop van de procedure. Tevreden- heid met, of misschien moeten we zeggen, acceptatie van het oordeel is blijk- baar afhankelijk van vragen 1 en 2 uit tabel 3-5 die betrekking hebben op luis- teren en de mondelinge uitleg.

Figuur 3-2: Gemiddelde waardering voor de welstandsprocedure per antwoordcategorie

Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de interventie van Remkes kan werken. Het gaat te ver te zeggen, dat de interventie altijd en in alle geval- len werkt. De interventie werkt als aanvragers naar de zitting van de wel- standscommissie gaan en daar het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluis-

       QLHW HQLJV]LQV ZHO :HUGHUQDDUX JHOXLVWHUG" :DVGHPRQGHOLQJ XLWOHJGXLGHOLMN"

Vermaatschappelijking van welstandstoezicht

terd, een effect dat versterkt wordt als aanvragers het gevoel hebben dat de mondelinge uitleg van de welstandscommissie duidelijk was. Het bezoeken van de zitting alleen is onvoldoende. Om een duidelijke mondelinge uitleg te krijgen, moeten aanvragers wel naar de zitting.

De interventie van Remkes werkt dus op voorwaarde dat de leden van de wel- standscommissie op de zitting overbrengen dat ze luisteren en dat ze een dui- delijke mondelinge uitleg geven. Alleen dan krijgen aanvragers het gevoel, om de woorden van Remkes aan te halen, dat ze niet in een Russische roulette zijn beland.

3.5 HOE VERANDERT DE KLOOF?

Het onderzoek voor de rekenkamers Heerenveen, Skarsterlân en Lemsterland werd gestart vanwege het verschil in klanttevredenheid die gemeenteraadsle- den van deze drie gemeenten waarnamen tussen de rapportage van Hûs en Hiem en hun gesprekken met aanvragers. Terwijl Hûs en Hiem een behoorlijk hoge klanttevredenheid rapporteerde, hoorden de raadsleden boze verhalen over de willekeur van de welstandscommissie: ‘als je rode dakpannen wil, moet je blauwe aanvragen, want dan willen ze rode, maar als je rode aan- vraagt, willen ze dat je blauwe dakpannen op je dak legt’.

Uit interviews blijkt dat de gevoelsbeleving bij een bouwaanvraag zeer hoog kan zijn. Dit is in het bijzonder het geval bij one shotters die een relatief groot risico nemen, zoals door een aanvrager is verwoord: een levensbesluit. Bij meer ervaren aanvragers is de gevoelsbeleving lager, tenzij er sprake is van een verziekte situatie zoals we zagen bij de verhouding tussen een aanvrager en een contactambtenaar (casus 12). Omdat die laatste casus een uitzondering is, betekent het dat in de analyse van de effecten van deze interventie op de kloof een onderscheid gemaakt moet worden tussen one shotters en repeat players. Voor one shotters is de gevoelsbeleving groot, terwijl hij voor repeat players in de regel klein is.

Uit de tevredenheidsmeting bleek verder dat de tevredenheid niet sterk gerela- teerd was aan de uitkomst. De belangrijkste correlatie werd gevonden tussen de mate waarin aanvragers vonden dat er naar hen geluisterd was. In de tweede plaats was er een significante positieve relatie tussen tevredenheid en de vraag of het oordeel goed was uitgelegd. Bij de casuïstiek was al gevonden dat in- houdelijk het welstandstoezicht in veel gevallen een kloof-vergrotend effect had, terwijl procedureel er in een aantal gevallen juist een kloof-verkleinend effect werd gesignaleerd (zie tabel 3-3, p. 74). Bij elkaar levert dat een beeld dat de vermaatschappelijking van de welstandsprocedure in elk geval in proce-

durele zin leidt tot een zekere vermindering van de afstand tussen burger en bestuur.

3.5.1 DE VERMAATSCHAPPELIJKING VAN DE WEL- STANDSPROCEDURE

In paragraaf 3.2.1 is aangegeven dat de interventie van vermaatschappelijking van de welstandsprocedure op vier aspecten betrekking had, waarvan er hier drie nader zijn onderzocht. Dit waren de verzwaarde positie van het college (A), de plicht om een welstandsnota door de raad vast te laten stellen (B) en de openbaarheid van de zittingen (C). Hier zullen de conclusies van het onder- zoek ten aanzien van deze drie aspecten worden besproken.15

De positie van het college (A) blijkt eerder verzwakt dan versterkt. Uit inter- views met alle collegeleden bleek dat de verantwoordelijke wethouders minder contact met aanvragers hebben dan in de oude situatie. Het is niet duidelijk wat de oorzaak hiervan is. We zijn wel gestuit op twee mogelijke verklaringen. Enerzijds blijkt in weerwil van de mogelijkheid die het kamerlid Verbugt (VVD) wilde bieden, het college nauwelijks af te wijken van het advies van de welstandscommissie. Dit is, in ieder geval voor ervaren aanvragers geen aan- beveling om deze weg te beproeven. Anderzijds hebben aanvragers hun visie kunnen geven op de zitting en hebben ze vaker mondeling uitleg gekregen. Het verplicht opstellen van een welstandsnota (B) wordt voornamelijk door de repeat players gewaardeerd. Zij nemen kennis van de welstandsnota en gebrui- ken deze om hun ontwerp bij voorbaat aan te passen aan de daarin verwoorde redelijke eisen van welstand. Er zijn geen aanwijzingen dat one shotters het bestaan van deze nota positiever ervaren dan een situatie waar een dergelijke nota niet bestond. Voor repeat players is er op dit punt een versmalling van de kloof.

De openbaarheid van de zittingen van de welstandscommissie (C) biedt aan- vragers de mogelijkheid hun aanvraag te verduidelijken en biedt de welstands- commissie de mogelijkheid om toe te lichten hoe hun oordeel tot stand komt. Het onderzoek toont aan dit de twee belangrijkste factoren zijn die van invloed zijn op de beleving van de aanvragers (zie tabel 3-5, p. 76). Aangezien deze twee factoren vereisen dat er een openbare zitting is, moet geconcludeerd wor- den dat dit onderdeel van de interventie belangrijke gevolgen heeft voor de beleving van de kloof. Die kloof wordt in de beleving van burgers kleiner.

15

In paragrafen 3.3.1 en 3.3.2 is aangegeven dat de vierde maatregel, de doorstroming van de leden van de commissie niet onderzocht werd.

Vermaatschappelijking van welstandstoezicht

Hieruit volgt ook dat de wijze waarop aanvragers op de zitting ruimte krijgen om hun zienswijze te verduidelijken van belang is voor hun tevredenheid over de procedure. De casuïstiek laat zien dat one shotters hierbij wel enige hulp kunnen gebruiken, zeker als ze zonder adviseur op een zitting verschijnen. De houding van de contactambtenaar en de leden van de welstandscommissie op de zitting is geen direct gevolg van de wetswijziging. De houding van de contactambtenaar en de vertegenwoordigers van de welstandscommissie laat zich niet met een wet afdwingen, maar blijkt wel doorslaggevend voor de be- leving van de kloof tussen overheid en burgers. Ook de leden van een (onaf- hankelijke) welstandscommissie worden door veel aanvragers gezien als ver- tegenwoordigers van de overheid. De uitvoerders maken hier dus het verschil bij het al dan niet behalen van doelen die Remkes via de wetswijziging beoog- de. De wetswijziging biedt de uitvoerders de mogelijkheid om dat verschil te maken.

3.5.2 CONCLUSIE: HET GAAT OM WET EN UITVOERING De gegevens uit de burgerenquête en een deel van de cases onderstrepen dat over het geheel genomen, zorgvuldige procedures een positief effect hebben op de waardering van burgers voor de welstandsprocedure. Dit terwijl de waardering van de welstandsprocedure niet significant wordt beïnvloed door een beter inhoudelijk resultaat van de procedure.

Er zijn daarom aanwijzingen dat de wetswijziging voor vermaatschappelijking van de welstandsprocedure een beperkte bijdrage heeft geleverd aan de ver- kleining van de kloof. Dit is met name het geval als aanvragers op de zitting verschijnen en daar kunnen uitleggen wat hun zienswijze is en helder monde- ling uitleg krijgen over het advies van de welstandscommissie.

Deze conclusie laat eveneens zien, waar het mis kan gaan. Als de leden van de welstandscommissie de aanvrager niet het gevoel geven dat er geluisterd wordt of als zij geen begrijpelijke uitleg geven, zal het potentieel positieve effect van de interventie van Remkes uitblijven. De wet biedt een mogelijkheid op ver- smalling van de kloof. De uitvoering bepaalt of de mogelijkheid op versmal- ling wordt benut.