• No results found

INVENTARISATIE3.3.2 LANDSCHAPPELIJK ERFGOED

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 52-58)

Stad Borgloon . beheerplan Kuttekoven en omgeving

52 INVENTARISATIE3.3.2 LANDSCHAPPELIJK ERFGOED

POI’S - ERFGOEDRELICTEN

De Stroopfabriek op het Stationsplein

Ten zuiden van de voormalige spoorlijn Neerlinter-Tongeren werd in 1879 de stoomstroopfabriek Wijnants-Groenendaels opgericht. Van de site bleven niet alleen de gebouwen, maar ook de volledige infrastructuur bewaard, wat een belangrijke getuige van de industriële fruitverwerking van Borgloon oplevert.9 De hoge schoorsteen als baken en het industriële karakter van het complex zijn beeldbepalend voor het plein en een duidelijke referentie naar het verleden van Borgloon. De stoomstroomfabriek werd in 1999 beschermd als monument.

In 2005 kocht het Loonse stadsbestuur de oude fabriek aan om de site een nieuwe bestemming te geven die aansluit bij het welvarende stroopverleden. Sinds 2006 wordt in de fabriek opnieuw stroop gestookt, zij het op ambachtelijke wijze. De stroomstroopfabriek won in 2007 de eerste editie van de Vlaamse Monumentenstrijd, een televisieprogramma op Canvas, waarbij de site nationale bekendheid verwierf. Er werd een herbestemmingsplan opgemaakt en in 2018 opende in de voormalige stroopstokerij de ‘Stroopfabriek’, een fruitbelevingscentrum voor Haspengouw.

Op het aanliggende plein stond vroeger het spoorstation, dat eind jaren 60 de deuren sloot en werd gesloopt. Voor het plein werd in 2009 een RUP ‘stationsomgeving’ opgemaakt, een ontwerp voor een toekomstgerichte herinrichting met aandacht voor het verleden wordt in overleg met de provincie Limburg opgemaakt. Het plein is niet beschermd.

9 Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Stoomstroopfabriek Wijnants-Groenendaels [online] https://id.erfgoed.net/

erfgoedobjecten/31824 (Geraadpleegd op 14-10-2020)

53

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN

Stationsplein

Fruitspoor

Stroopfabriek

Figuur 47 situering van het Stationsplein en de Stroopfabriek, bron: Google maps.

Figuur 48 ingang van de Stroopfabriek vanop het Stationsplein.

Figuur 49 de gerestaureerde Stroopfabriek, bron: HBVL.

Figuur 50 horeca aan de achterzijde van het museum, bron: Frederik Maesen.

54

INVENTARISATIE

Figuur 51 het Fruitspoor, ingericht als fietspad, hier op een hogergelegen bedding

Figuur 52 maretak is heel kenmerkend voor de streek en komt voor langs het Fruitspoor

55

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN Het Fruitspoor

De voormalige spoorlijn Drieslinter-Tongeren is in het landschap van op afstand herkenbaar als een groen, biologisch waardevol, lineair element in het landschap. Het doorsnijdt de streek van oost naar west en structureert de omgeving.

De opkomst van de fruitteelt leidde in 1879 tot de aanleg van de spoorweg Drieslinter-Tongeren.

Omdat treinen slechts een beperkte hellingsgraad aankunnen, is het tracé grotendeels vlak aangelegd. Daarom ligt het tracé in het licht heuvelende landschap soms ingebed, soms op een verhoogde berm. De berm van de spoorwegzate bakent het beschermde landschap aan zuidzijde af en snijdt de vallei van de Kleine Herk af van haar bronnen. De taluds hebben soms hellingen tot 40%. Kenmerkend is het hakhout in de bermen van de voormalige spoorwegbedding, dat getuigt van het vroegere voor spoorwegen zo typische hakhoutbeheer.

Voor de berijdbaarheid werden de heesters en bomen op de zaten regelmatig gekapt en werden de ruigten gemaaid. De ontwikkeling naar bos en struweel op de spoorwegzate is dus pas van recente datum.

Aan de oostzijde van het talud liggen de bronnen en aan de westelijke zijde de ingesneden vallei van de Kleine Herk. Na de Tweede Wereldoorlog nam het economisch belang van de spoorverbinding af. De sporen werden over heel de lijn gedurende de jaren 1970 en 1971 opgebroken. Vanaf 1994 werd op de spoorwegzate een fietsroute aangelegd.10

De taluds zijn op de flanken verwilderd en als een soort bosstrook zichtbaar in het landschap.

Op de spoorwegzate komt essen-eikenbos voor met een vrij goed ontwikkelde mozaïekstructuur qua groeiklassen (aantal dikke stammen aanwezig). De boomlaag bestaat voornamelijk uit gewone es, zomereik en wilg. Naast de veel voorkomende soorten klimop, gewone braam, look-zonder-look en geel nagelkruid staat er ook gevlekte aronskelk. Het voorkomen van bosrank, kruidvlier en maretak duidt op de aanwezigheid van kalk in de bodem.11

Spoorwegbrug

De brug ten zuiden van de abdijsite verbindt de abdij via de Colenstraat met het gebied ten zuiden van de spoorweg over de lager gelegen bedding. De brug is van een uitgesproken beeldbepalende waarde.

10 Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: De abdij van Kolen en de Kolenberg [online] https://id.erfgoed.net/

erfgoedobjecten/135344 (Geraadpleegd op 13-12-2020)

11 Ghyselen, C. (2019) Natuurbeheerplan Vallei van Colen (Borgloon), Aanvraag 2019. Natuurpunt, Mechelen.

Figuur 53 de spoorwegbrug verbindt de abdijsite via de Colenstraat met het gebied ten zuiden van het Fruitspoor

Figuur 54 zicht vanaf de brug op de bedding ingericht als fietspad. Het fruitspoor snijdt hier diep in het landschap

56

INVENTARISATIE

Figuur 55 situering van de abdijsite, bron: Google maps.

Figuur 56 toegangsweg naar het poortgebouw dat uitgeeft op het neerhof, met links de ommuurde kloostertuin

Figuur 57 toegangsweg naar het poortgebouw dat uitgeeft op het neerhof, met links de ommuurde kloostertuin abdijsite

Fruitspoor

kunstwerk

siertuin kloostertuin siertuin Ter poorten verharding

binnenerf dienstgebouwen pandhof

neerhof

begraafplaats grasland weiland vochtig grasland hoogstamboomgaard 1 hoogstamboomgaard 2 hoogstamboomgaard 3

parking beton parking grastegels weg - Colenstraat kerkpad verhard pleintje verhard pad naar abdijkerk

57

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN De abdijlandschap van Colen

De Abdij van Colen, ook Mariënlof genaamd, is de structurerende beelddrager van het gebied, gelegen op de westelijke valleirand in de buurt van het brongebied van de Kleine Herk.

De site wordt gekenmerkt door een sterke reliëf, er is een hoogteverschil van zo’n 13 meter. De abdij is ontstaan op het plateau ‘Colenberg’, een zachtglooiend, vruchtbare landbouwgebied dat in het noordwesten wordt begrensd door de vallei van de Vilsterbeek en noordoostelijk door de vallei van de Kleine Herk.

Op de kaart Vandermaelenkaart (1846-1854) zijn het plateau en de valleien duidelijk te herkennen. Ook de huidige Colenstraat die het plateau van de abdij met de vallei van de Vilsterbeek verbindt is hierop aanwezig. Van deze historische holle weg zijn vandaag nog steeds relicten te herkennen langs de Colenstraat, meer in noordwestelijke richting van de abdij.

De vallei van de Kleine Herk is sterk structurerend in het landschap. Met een steile zuidwestelijk gerichte helling die ook enkele graften vertoont, en een zwakkere noordoostelijk gerichte helling vormt ze ter hoogte van de abdij een uitgesproken asymmetrische vallei.

De zuidwestelijk gerichte helling van de vallei wordt gekenmerkt door een uitgesproken microreliëf. De valleibodem is ter hoogte van de abdij relatief breed, wat de beekoevers en graslanden drassig maakt. De vallei is door de aanleg van de spoorweg afgesloten van haar dalhoofd, waar de Kleine Herk in een bronamfitheater met een drietal bronnen ontstaat.12

12 Team van Meer! (2016) Beheersplan Abdij Mariënlof Kolenberg te Kerniel Borgloon, Kruisherenklooster van Colen.

Hasselt, p. 100-101.

Figuur 58 de hoogstamboomgaard ten zuiden van de kloostertuin

Figuur 59 de ommuurde kloostertuin bij het klooster

58

INVENTARISATIE

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 52-58)