• No results found

HAGEN EN HEGGEN, PERCEELSAFBAKENING

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 94-100)

VISIE GEBASEERD OP 3 STRATEGIEËN

4. HAGEN EN HEGGEN, PERCEELSAFBAKENING

doelstellingen volgens beschermingsbesluit:

Behoud en/of herstel van hoogstamboomgaarden en aanhorigheden (barriers, hagen) met oog voor een cultuurhistorisch verantwoorde keuze van fruitsoorten en -variëteiten.

______________

De haag of heg met daarin het toegangshek of barrier maakt intrinsiek deel uit van oude boomgaard. De hagen dienden traditioneel als afsluiting voor het vee en om perceelsgrenzen aan te geven. Op de overgang van de hoger gelegen akkergebieden naar de valleien zijn ook nog veel restanten te zien van hagen als perceelsafbakening. Al op de Ferrariskaart zijn deze hagen zichtbaar. Veelal waren het meidoornhagen, waarvan hier nog heel wat fraaie en soms merkelijk oude exemplaren voorkomen. Andere daarentegen kregen mettertijd een ijlere structuur, verloren hun functie en werden vervangen door prikkeldraad, of verdwenen om de verspreiding van het perevuur tegen te gaan.6 Daarnaast zijn ook kornoeljehagen typsich voor de streek, ook deze zijn dus erg waardevol. Hagen zijn belangrijke landschapselementen die een schuilplek en voedsel bieden aan heel wat soorten. Voor tal van insecten, vogels en kleine zoogdieren zijn hagen onmisbaar. Naast hagen en heggen vormen ook solitaire en knotbomen een belangrijk onderdeel van een historische perceelsafbakening.

Omwille van het historische, sociaalculturele maar ook natuurwetenschappelijke belang wordt ingezet op het behoud van deze hagen, waar ze verdwenen zijn worden er opnieuw geïntroduceerd als perceelsafbakening. Bestaande meidoornhagen worden hersteld, omwille van het risico op perevuur worden nieuwe meidoornhagen enkel na overleg met het Regionaal Landschap geïntroduceerd, op historisch relevante plaatsen. Hagen die zijn doorgeschoten bij gebrek aan onderhoud, kan men meestal tot op de oorspronkelijke hoogte terugsnoeien.

6 Geyskens, B. (2005). Beschermingsdossier DL002355, Cultuurlandschap rond Kuttekoven. Brussel, Agentschap Onroerend Erfgoed.

Figuur 112 Ook langs wegen, hier de N754, betekenen hagen een meerwaarde naar landschappelijke inpassing en biodiversiteit.

95

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN

Figuur 113 Herstel van de oude meidoornhaag aan een zijde van de boomgaard tegenover de pastorie in de Kuttekovenstraat.

Hagen die slechts korte tijd verwaarloosd werden (minder dan 20-25 jaar), zijn gemakkelijker terug te snoeien dan hagen die langer verwaarloosd werden. Als er bij het terugsnoeien lacunes in de haag ontstaan, kunnen deze worden ingeboet met jong plantsoen. Het is raadzaam om ruime plantgaten te maken, zodat de jonge planten voldoende wortelruimte krijgen. Zoals voor de restauratie van bouwkundig erfgoed geldt ook voor de restauratie van groen erfgoed de regel dat ingrepen gedocumenteerd moeten worden. Het is dus van belang foto’s te maken van de toestand vóór en na de restauratie en een verslag van de uitgevoerde werkzaamheden op te stellen voor toekomstige beheerders en onderzoekers.7

Nieuwe haagstructuren worden aangeplant rondom (nieuwe) boomgaarden en boerderijen.

Ook op taluds van holle wegen kunnen haag- of hegstructuren aangeplant worden, ze verankeren de bodem en vormen een ideale omstandigheden voor migrerende diersoorten.

Dit gebeurt waar de aanwezige natuurwaarden daardoor niet aangetast worden. Op veel hellingen komen ook interessante schrale berm/graslandvegetaties voor, daar is beplanten niet wenselijk.

Naar soort krijgen kornoelje en streekeigen plantgoed de voorkeur. Gecombineerd met hekken of barriers die ook opnieuw geïntroduceerd worden, wordt zo een historisch ensemble herontwikkeld. De aanplant van dergelijke KLE’s wordt actief gestimuleerd bij de betrokken landbouwers/beheerders door de gemeente en het Regionaal Landschap.

Het gebruik van niet-natuurlijke afsluitingen wordt ontmoedigd. Wanneer deze toch vereist zijn, bij bijvoorbeeld paardenweides, kunnen aan de buitenzijde toch haagstructuren voorzien worden die voor een landschappelijke inpassing zorgen.

Meer info over het beheer van hagen is online terug te vinden in de Handleiding voor het beheer van hagen en houtkanten van het agentschap Onroerend Erfgoed.

7 VAN DRIESSCHE, T. (2019). Handleiding voor het beheer van hagen en houtkanten met erfgoedwaarde. Brussel, agentschap Onroerend Erfgoed

Figuur 114 Kaart bevat verouderde gegevens: gebaseerd op inventarisatie VLM (1999) en Team Van Meer! (2016).

96

ONDERBOUWDE VISIE OP HET TOEKOMSTIG BEHEER 5. HOLLE WEGEN EN TALUDS

doelstellingen volgens beschermingsbesluit:

- Behoud, herstel en aangepast beheer van bermen, taluds en holle wegen met plaatselijke (her)aanleg van begroeiingen als bomen, bomen groepen, hagen of struwelen, onder voorbehoud van een gerichte selectiviteit in het open akker- of grasland.

- Behoud en/of ontwikkeling van zomen als bufferende, geleidelijke overgangen tussen bodemgebruiksvonnen of percelen en van verbrede schouders aan holle wegen en taluds.

______________

Holle wegen en taluds werden traditioneel ingenomen door houtige begroeiingen waarlangs de beslotenheid van de hoogstamboomgaarden uitdeinde in het akkerland. Op sommige cultuurtaluds echter werden de hagen, vaak meidoorn, of houtkanten verwijderd of door prikkeldraad vervangen. Bestrijdingsmiddelen en sluikstort verstoren bermen en taluds. Op de taluds of wegbermen komen ook waardevolle houtkanten en struwelen voor.8

Het belang van holle wegen en taluds is de laatste decennia heel duidelijk geworden, niet enkel cultuurhistorisch maar ook naar natuurwaarde spelen ze een cruciale rol als migratieroute.

Daarnaast vangt de vegetatie afstromend regenwater op, wat erosie en het ontstaan van bermravijnen tegengaat. De holle wegen en taluds worden dus behouden, er wordt een aangepast ecologisch beheer toegepast, afgestemd op de voorkomende vegetatievorm (struwelen, extensief maaibeheer en inheemse flora). Afstroming en erosie wordt voorkomen door de juiste vegetatievorm op de juiste plaats. Het faciliteren van het beheer gebeurt door het koppelen van premies aan de vooropgestelde maatregelen.

8 Geyskens, B. (2005). Beschermingsdossier DL002355, Cultuurlandschap rond Kuttekoven. Brussel, Agentschap Onroerend Erfgoed.

Figuur 115 Een deel van de Colenstraat bevat een mooie holle weg, maar ook het Fruitspoor bestaat uit holle wegen en taluds.

Figuur 116 Een gevarieerde vegetatie op de taluds verhoogt de biodiversiteit. Figuur 117 Het talud van het Fruitspoor. Figuur 118 Holle weg Widdingen: rijke bermen door afwisselende vegetatievormen.

97

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN 6. TRAGE ONTSLUITINGEN

doelstellingen volgens beschermingsbesluit:

Accentuering en/of herstel van historische paden en verbindingswegen in het landschap en gebruik van aangepaste technieken ingeval van verharding.

______________

De omgeving van de abdijsite kent een vrij intact historisch netwerk van paden, buurtwegen en wegels die het gebied lokaal ontsluiten en aantakken op verbindingswegen. Deze paden zijn belangrijk voor de gemeenschap en het historisch netwerk van de landschappen, ze worden dus in stand gehouden.

Het gebied is volledig gericht op lokale ontsluiting: het fietsknooppuntennetwerk bevindt zich op de afbakening van het projectgebied. De bestaande wandelroutes bestaan uit de Verborgen Moois-wandeling Mariënlof die de abdijsite van Colen via het Fruitspoor aandoet en een greenspotwandeling (wandelgebied Rullingen) over het Fruitspoor. Er zijn geen plannen en wensen om dit wandelgebied verder uit te breiden, de draagkracht van de sites is eerder beperkt. Om bijkomende druk op de omgeving te minimaliseren wordt ingezet op bijvoorbeeld het Stationsplein als ontvangst- en startpunt. Bij een verdere ontwikkeling wordt een eenvormige signalisatie voor fiets- en wandelroutes voorzien, op knooppunten wordt bijkomende info verschaft.

De fietsroutes in de omgeving takken aan op het bovenlokaal fietsnetwerk. Het is bij een verdere ontwikkeling belangrijk in te zetten op veiligheid, zodat ook functionele verplaatsingen met de fiets verder worden aangemoedigd.

De trappen naar de wandelpaden op het Fruitspoor zijn slechter toegankelijk en eerder onveilig, deze krijgen een opwaardering.

Figuur 119 Wandelpad op de Fruitspoorzate, Kuttekoven. Figuur 120 Doodlopende lokale landbouwweg, gebruikt als fietsverbinding. Figuur 121 De kerkwegel naar de abdij van Colen.

bovenlokale fietsverbinding lokale fietsverbinding (private) paden

98

ONDERBOUWDE VISIE OP HET TOEKOMSTIG BEHEERONDERBOUWDE VISIE OP HET TOEKOMSTIG BEHEER 7. KALKTUFBRONNEN

De kalktufbronnen zijn een uniek verschijnsel, structuurbepalend voor de omgeving, met hoge natuurwetenschappelijke en historische waarden. Het beheer van dit habitattype streeft naar behoud van de natuurlijke waterhuishouding en het vermijden van eutrofiëring en betreding.

Grondwaterwinning, drainage of verminderde infiltratie in het infiltratiegebied en beschadiging van ondoorlaatbare lagen vormen een bedreiging voor de kalktufbronnen omdat dit kan leiden tot het droogvallen van de bron. Ook eutrofiëring, door uitspoeling van meststoffen naar het grondwater in het infiltratiegebied, leidt tot degradatie van de bronbeekflora en -fauna.

Het dichtstorten van bronnen en graafwerken leiden tot direct habitatverlies. Versnelde afvoer van bronwater treedt op bij uitdiepen of rechttrekken van bronbeekjes en vermindert de mogelijkheid voor kalkafzettingen. Het habitattype is zeer kwetsbaar voor betreding en vertrapping. Dichtgestorte en gedraineerde bronnen kunnen redelijk goed worden hersteld in de oorspronkelijke toestand. Opgedroogde en geëutrofieerde bronnen zijn veel moeilijker of niet te herstellen omdat de hydrologie en het landgebruik in het infiltratiegebied soms onherroepelijk zijn gewijzigd.9

Om de bronnen maximaal te beschermen is het belangrijk de omgeving van de bronnen niet te verstoren. Het beheer gebeurt in afstemming met het Regionaal Landschap.

Omwille van de educatieve waarde is het wenselijk een dergelijke bron op te nemen in een thematische route die het landschap in al haar facetten toelicht. Hierbij wordt voldoende rekening gehouden met de inrichting van de omgeving, zò dat er geen beschadigingsrisico bestaat voor de bronnen. Ook deze ontwikkeling gebeurt in nauw overleg met de VLM/RLHV.

9 Natura 2000 Vlaanderen: Kalktufbronnen met tufsteenformatie (7220) [online] https://www.natura2000.vlaanderen.be/

habitattype/kalktufbronnen-met-tufsteenformatie-7220 (Geraadpleegd op 28-10-2020)

Figuur 122 Verschijningsvormen van kalktufbronnen: kalkrijk water verschijnt aan de oppervlakte en slaat neer. Bron: Natura 2000 Vlaanderen.

99

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN

Figuur 123 Historisch permanent grasland op een drassig perceel achter de Kuttekovenstraat.

OMGEVING . september 2020 . 20019_PL_002 a

ANALYSE BESTAANDE TOESTAND

Stad Borgloon . beheerplan Kuttekoven en omgeving

afbakening beheerplannen 0 170 340 680meter

8. (HISTORISCH) PERMANENTE GRASLANDEN

doelstellingen volgens beschermingsbesluit:

- Behoud van de habitats voor zeldzame bos- en graslandsoorten.

- Behoud van alle waardevolle graslanden en eventueel streven naar uitbreiding.

- Buffering van waardevolle graslanden ten aanzien van omliggende intensief beheerde percelen.

- Behoud (met hooi- en/of weidebeheer) en/of herstel van historisch permanent grasland, met oog voor zijn cultuurhistorische zowel als natuurwetenschappelijke waarde, inbegrepen de kenmerkende elementen als bronnen, greppels, kwelzones, poelen, sloten en het microreliëf.

______________

In het natuurdecreet worden ‘historisch permanente graslanden’ omschreven als: “een halfnatuurlijke vegetatie bestaande uit grasland gekenmerkt door het langdurig grondgebruik als graasweide, hooiland of wisselweide met ofwel cultuurhistorische waarde, ofwel soortenrijke vegetatie van kruiden en grassoorten waarbij het milieu wordt gekenmerkt door aanwezigheid van sloten, greppels, poelen, uitgesproken microreliëf, bronnen of kwelzones.”

Het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen, is volgens dit natuurdecreet bij wet verboden als die graslanden gelegen zijn in beschermd cultuurhistorisch landschap.10 Het behoud van deze historisch permanente graslanden is binnen de doelstelling dan ook van primair belang. Voldoende communicatie naar de landbouwers en landeigenaars is hier sterk aangewezen. De historische waarde van de permanente graslanden gaat immers verloren wanneer deze geploegd worden en de natuurwaarde degradeert daarbij sterk. Recent verdwenen historisch permanente graslanden worden verplicht door de beheerders terug hersteld.

Binnen het beschermd landschap komen nog verschillende andere permanente graslanden die over een bijzondere natuurpotentie beschikken, waaronder de weilanden onder boomgaarden. Ook deze graslanden worden behouden en verder ontwikkeld tot waardevol grasland. Er wordt echter vermeden waardevolle permanente graslanden met (fruit)bomen te beplanten, omdat dit een achteruitgang van natuurwaarde van het grasland betekent, door beschaduwing, bodemaanrijking of verstikking door bladval, te dicht plantverband, ... of door verdwijnen van de oppervlakte aan zeldzaam grasland omdat ook de bomen oppervlakte innemen. Bemesting is uit den boze.

10 Ecopedia: Graslanden: bescherming en gevolgen4

grasland

historisch permanent grasland: verbod wijzigen grasland

100

ONDERBOUWDE VISIE OP HET TOEKOMSTIG BEHEER

Figuur 124 Markering van enkele panoramapunten op basis van reliëf en plaatsbezoeken, gekoppeld aan visuele waarde en recreatief gebruik.

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 94-100)