• No results found

HISTORISCHE NOTA De komst van het fruitspoor eind 19e eeuw betekent de grootste ingrijpende

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 32-36)

landschapsverandering in dit landschap. Op sommige gedeelten werd ze ingesneden in het landschap, op andere delen verheven boven het maaiveld. In Kerniel snijdt ze het brongebied van de Beek af van de verdere vallei. Vooral ter hoogte van het station dat in Kerniel werd aangelegd, zijn deze werken ingrijpend geweest en werd in het al reliëfrijke valleigebied een hoge barrière opgeworpen. Bij de aanleg van de spoorweg werden een aantal wegen aangepast, er kwam een brug over het spoor op de Colenstraat en de loop van een aantal waterlopen werd verlegd.

Begin 20e eeuw zien we het boomgaardenareaal verder toenemen tot in de vallei van de Kleine Herk (toenmalige Vilsterbeek). Ook het akkergebied wordt hierdoor verder gereduceerd zodat het gebied tussen de Kleine Herk en het klooster op 1 akker na volledig met fruitbomen is beplant.

Vanaf de jaren ’60 van vorige eeuw zien we de oppervlakte hoogstamboomgaard stilaan terug afnemen. Als eerste worden de hogere akkergebieden terug omgevormd tot akkers en laagstamplantages. In de valleigebieden blijven de fruitbomen staan in de weides, maar worden ze bij uitval niet meer vervangen. Zo treedt een gestage aftakeling op van deze hoogstampercelen. Sommige perceelsgrenzen zijn zichtbaar gebleven in het landschap als begroeide taluds op de hellingen. De spoorlijn is ondertussen uit gebruik genomen en veranderd in een groen lint doorheen het landschap. Het tracé van de oude voetweg tussen Kerniel en het klooster werd omstreeks 1953 wat gewijzigd (zie figuur), maar het historisch belang van deze verbinding is groot.

Samengevat zijn de belangrijkste historische en nog herkenbare elementen in het landschap:

- de kloostersite met de (ommuurde) tuinen

- de waterlopen, hun bronnen en vroegere vijvers bij het klooster

- stabiele perceelsindeling met nog aanwezige landschapsrelicten zoals fragmenten van hagen, cultuurtaluds,...

- historisch vrij stabiel landgebruik: de percelen met historische permanente graslanden, hoogstamboomgaarden en akkers

- het tracé van de Colenstraat doorheen het gebied en de kerkweg tussen klooster en de kerk van Kerniel

- het Fruitspoor

Figuur 19 MGI kaart 1904

Figuur 20 NGI topografische kaart 1981

33

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN

Figuur 21 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: akkers in 1770

Figuur 22 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: akkers in 1873

Figuur 23 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: akkers in 1969

Figuur 24 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: akkers in 2020

34

HISTORISCHE NOTA

Figuur 25 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: graslanden (al dan niet beplant met hoogstamfruitbo-men/populieren) in 1873

Figuur 26 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: graslanden (al dan niet beplant met hoogstamfruitbo-men/populieren) in 1969

Figuur 27 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: graslanden (al dan niet beplant met hoogstamfruitbo-men/populieren) in 1981

Figuur 28 Evolutie van het landgebruik in de omgeving van Colen: graslanden (al dan niet beplant met hoogstamfruitbo-men/populieren) in 2020

35

BEHEERPLAN OMGEVING KLOOSTER VAN COLEN EVOLUTIE VAN HET BOOMGAARDENLANDSCHAP

Naar: JACOBS V., 1997. Limburgs-Haspengouw, een fruitstreek met traditie.

Fruitstreekmuseum vzw.

Hoogstamboomgaarden kennen in de ruime omtrek van Borgloon een lange geschiedenis.

Al in de 13e eeuw kwam het boomgaardenlandschap van Grootloon tot stand en rond de burchtsite van Borgloon is er dan al sprake van kersenaanplantingen.

Tijdens de late middeleeuwen worden meer en meer akkers omgevormd tot weiden, die vaak beplant werden met fruitbomen. Deze graasweiden en boomgaarden worden in die periode meer in de dorpen teruggevonden en zijn omgeven door levende doornhagen.

Tijdens de 16-18e eeuw is het aantal vermeldingen van boomgaarden in Limburgs-Haspengouw aanzienlijker, ze zijn daarbij vooral buiten de stedelijke omgeving gelegen. Het is in deze periode dat bv Kuttekoven als echte boomgaardgemeente wordt vermeld.

Vanaf de 18e eeuw worden groententuinen en vaak ook boomgaarden vaste gegevens bij de hoeves in onze regio. We zien op de kaarten uit die periode rond nagenoeg alle dorpskernen of achter alle straatdorpen een zoom van boomgaarden. Kastelen en kloosters waren reeds van oudsher uitgerust met groenten- en fruittuinen. Vanaf de 16e eeuw kwam er meer ruimte voor de aanleg van meer esthetische parken en werd het veredelen en snoeien van fruit er een kunst.

De voornaamste functie van de fruitweiden bleef altijd de weide, waarbij de fruitbomen schaduw voorzagen voor het vee. Pachtcontracten geven een beeld op de verplichtingen van de pachters op deze percelen: er was bepaald wiens vee er mocht grazen (van eigenaar of pachter), de pachter stond in voor het onderhoud van grachten en drinkpoelen, moest afgestorven fruitbomen vervangen, bomen bemesten in het najaar, doorntakken of -struiken plaatsen rond de stammen ter bescherming tegen het vee, onkruid verdelgen, ... Omdat de meeste pachthoeven vooral inzetten op graanteelt, was de veestapel echter al bij al beperkt in onze regio. In de boomgaarden graasden een beperkte hoeveelheid runderen (voldoende om in de gezinsbehoeften te voorzien), paarden en vooral schapen.

Omstreeks 1740 bevond er zich een aaneengesloten boomgaardengordel van minimaal 500 m breed rond de stadswal van Borgloon. Deze zone liep o.a. verder door richting het centrum van Kuttekoven. Ook in Kerniel zien we een boomgaardenkern. De valleiflank bij het klooster van Colen en de percelen rond het klooster zijn volledig beplant.

In de decennia erna zien we in Kerniel een forse toename van boomgaarden langsheen de Nielstraat. Er verschijnt hier een volledig aaneengesloten boomgaardenlint aan de oostflank van de Kleine Herk. Ook langs de Vilsterbeek verschijnen verschillende percelen.

In de 19e eeuw zien we een verdere toename in het gebied rond Graethem en langsheen de weg tussen Borgloon en Wellen, in de omgeving van Puthofveld en Sittard. De omgeving van Kerniel is bijna volledig beplant. Ook langs de weg tussen het klooster en de Vilsterbeek verschijnt een langgerekte boomgaard.

Figuur 30 Synthese landgebruik: permanent landgebruik sinds de 18e eeuw in de omgeving van Colen akker

grasland boomgaard

Figuur 29 Weergave van de minimale leeftijd van de huidige boomgaardpercelen binnen de bescherming van Colen (en Kuttekoven).

36

HISTORISCHE NOTA

In document OMGEVING KLOOSTER VAN KOLEN (pagina 32-36)