• No results found

Ik ben een masterstudent aan de Universiteit van Amsterdam. Momenteel ben ik bezig met mijn afstudeerscriptie. Het doel van mijn onderzoek is om in kaart te brengen wat het belang van sociale netwerken is voor mensen die langdurig in armoede leven.

De data van het interview worden anoniem verwerkt (zo wordt uw naam niet zonder toestemming genoemd) en vertrouwelijk behandeld. Het interview zou ik graag willen

opnemen, zodat ik het volledig kan uitwerken. Vindt u het goed als ik het interview opneem?

Heeft u mogelijk nog vragen voordat we met het interview beginnen?

Achtergrondkenmerken

• Man – vrouw • Leeftijd

Openingsvragen

1. Allereerst, kunt u iets vertellen over uw achtergrond? Hoe bent u in dit werk beland? (Opleiding)

2. Hoelang werkt u al in Amsterdam-Noord/Amsterdam-Zuidoost en in welke functie?

3. Kunt u kort iets vertellen over de inhoud van uw werkzaamheden?

4. Wat verstaat u onder outreachend werken?

a. Is uw werk meer of minder outreachend geworden de afgelopen jaren? Kunt u dit toelichten?

b. Wat is hier volgens u de oorzaak van?

c. Mogelijk vragen: Wat is hier volgens u de invloed van de economische crisis op?

5. Hoe komt u binnen uw werk in aanraking met mensen die langdurig in armoede leven?

a. Waar komt u mensen in langdurige armoede tegen? b. Waar vindt u hen?

c. Hoe vinden zij u?

6. Op welke doelgroepen richt u zich als het gaat om mensen die langdurig in armoede leven? (Mannen, vrouwen, ouderen, jongeren, alleenstaanden etc.)

7. Wat is er bijzonder aan deze doelgroep en de werkzaamheden die u voor mensen in langdurige armoede verricht?

a. Waarin verschilt deze doelgroep van andere groepen?

8. Over wat voor onderwerpen spreekt u met mensen die langdurig in armoede leven? a. Waarin verschilt dit van andere doelgroepen die u spreekt?

9. Stelt u zich op een bepaalde manier op ten aanzien van de doelgroep? Is dat anders dan ten aanzien van andere groepen?

10. Is het contact met de mensen die in langdurige armoede leven intensiever doordat de overheid zich terugtrekt (sinds de crisis)? Zo ja, hoe is dit veranderd?

Key questions

Netwerk

Kunt u op basis van uw ervaringen met de doelgroep een indicatie geven van: 11. Met wie hebben mensen in langdurige armoede contact?

Bijvoorbeeld: familie, vrienden, buren etc.

12. Hoe vaak per week (of per maand) hebben ze contact met deze mensen, denkt u?

14. Waar ontmoeten ze deze mensen?

15. Wat zijn de overeenkomsten tussen deze mensen waarmee ze contact hebben?

16. Wat voor achtergrond hebben de mensen waarmee mensen in langdurige armoede contact hebben?

c. Werken/ werkloos d. Opleiding

e. Wel of geen armoede f. Wel of geen schulden

Sociale ondersteuning geven en vragen

17. In hoeverre heeft u zicht op de steun die wordt gegeven en gevraagd binnen de sociale omgeving?

Goed zicht, dan onderstaande vragen:

Sociale ondersteuning geven

18. Wat voor soort steun geven mensen die langdurig in armoede leven aan hun sociale omgeving?

Aan wie? Hoe vaak?

(Gunsten, informatie, opinies, feitelijke kennis, aanbevelingen)

19. Aan wie geven mensen binnen hun sociale omgeving geen steun? Waarom niet?

Sociale ondersteuning vragen

20. Durven mensen die langdurig in armoede leven steun te vragen aan hun sociale omgeving? Zo nee, waarom vragen ze geen hulp denkt u?

a. Schaamte

b. Niet aan denken om hulp te vragen c. Niemand in omgeving kan helpen

21. Als ze wel hulp vragen, wat voor hulp vragen mensen volgens u aan hun sociale omgeving?

Aan wie? Hoe vaak?

(Gunsten, informatie, opinies, feitelijke kennis, aanbevelingen)

22. Aan wie vragen mensen binnen hun sociale omgeving geen steun? Waarom niet?

23. Als mensen elkaar steun bieden, verwachten ze hier dan ook iets voor terug? (wederkerigheid)

Cultuur afhankelijk

24. Denkt u dat er sprake is van een specifieke cultuur binnen? Zo ja, kunt u die beschrijven?

(Creools-Surinaams, Surinaams, Nederlands etc.)

Indien van toepassing: onderstaande vragen per ‘culturele groep’ stellen.

25. Als we de volgende punten langslopen, hoe zou u de normen en waarden binnen de gemeenschap op deze punten beschrijven?

a. Vernederlandst? b. Religie? c. Werk – privé? d. Individueel – collectief? e. Man – vrouw? f. Zorgzaam?

g. Contactfrequentie ouder – kind? h. Geefcultuur?

26. Er wordt verondersteld dat sommige mensen elkaar erg veel hulp bieden en een hechte gemeenschap zijn. Denk bijv. aan de Turkse gemeenschap. Terwijl andere mensen elkaar veel minder hulp bieden en meer individualistisch zijn, denk bijv. aan ‘Juppen’.

Professionele ondersteuning

27. Van welke instanties ontvangen mensen in langdurige armoede steun? a. Van wat voor soort professionals?

b. Wat voor soort ondersteuning? c. Hoe lang?

28. Ziet u veranderingen in steun die mensen in langdurige armoede ontvangen van u als professional?

a. Zo ja, welke veranderingen merkt u hierin?

b. Kunt u een indicatie geven sinds wanneer deze veranderingen plaats vinden?

29. Ziet u veranderingen in steun die mensen in langdurige armoede ontvangen van ander professionals? Zo ja, welke veranderingen merkt u hierin?

30. Ontvangen mensen in langdurige armoede ondersteuning van vrijwilligers? Zo ja, op welke gebieden ontvangen ze vrijwillige ondersteuning?

(Bijvoorbeeld: vrijwilligers bij de Voedselbank, maatjes, etc., het gaat om vrijwilligers werkzaam voor een instelling of organisatie)

31. Hoe belangrijke is zowel professionele als vrijwillige ondersteuning binnen de gemeenschap?

Formele ondersteuning

32. Met welk beleid komen de mensen die langdurig in armoede leven in aanraking en hoe ervaren zij dat volgens u?

33. Hoe belangrijk is formele ondersteuning voor mensen die langdurig in armoede leven? Toelichting: Bepaalde groepen mensen zijn veelal meer afhankelijk van formele steun dan anderen.

35. Kunt u mij wat vertellen over de Wet maatschappelijke ondersteuning en mensen die langdurig in armoede leven/waarmee u in aanraking komt?

36. Welke invloed hebben de volgende twee maatregelen op mensen die langdurig in armoede leven? (Verplicht vrijwilligerswerk)

d. Tegenprestatie voor bijstandsgerechtigden: ongeveer groep 10.000 Amsterdammers zonder perspectief op betaald werk > tegenprestatie

e. Werken met behoud van uitkering: Participatietrajecten voor toeleiding naar betaald werk > langdurig en gericht op verbeteren werknemersvaardigheden

37. Wat verstaat u onder de participatiesamenleving?

a. Heeft dit invloed op mensen die langdurig in armoede leven? b. Kunt u uw antwoord toelichten?

Afsluitende vragen

38. Wat voor verschil maakt de steun die mensen in langdurige armoede ontvangen van hun sociale omgeving, professionals en de overheid? Hoe belangrijk is deze steun? (Wat ziet u echt?)